emigrant schreef:huisman schreef:emigrant schreef:Quakers, Mennonieten (inclusief Amish), Zevende dags adventisten: allemaal pacificisten.
Mormonen waren aanvankelijk ook pacifisten totdat ze geacht werden partij te kiezen en mee te vechten in de Amerikaanse burgeroorlog.
Ik schreef : Christenen die het leger afkeuren ken ik niet. Dat er groepen zijn die dat doen weet ik maar ik ken ze niet, nooit mee gesproken, nooit ontmoet......dat bedoel ik met "kennen"
Jammer dat jij ook niet ingaat op de Bijbelse gegevens die ik een paar postings terug schreef.
Ja maar er zijn ook uitspraken van Christus zelf:
- heb uw vijanden lief
- keer de andere wang toe
- zalig de vredestichters
Christus zelf had een pacificisme dat niet al zijn apostelen hebben nagevolgd.
Wat een klankexegese...zal ik dat dan ook maar doen?
1.Meent gij, dat Ik gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid.
2. Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?
3. En als Hij hen met toorn rondom aangezien had, meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart.
4.En zeiden tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt op ons, en verbergt ons van het aangezicht Desgenen, Die op den troon zit, en van den toorn des Lams. Want de grote dag Zijns toorns is gekomen, en wie kan bestaan?
Maar het ging over of God het militair zijn afkeurde. Dat vind je nergens in het O.T. nog in het N.T.
1.En hem vraagden ook de krijgslieden, zeggende: En wij, wat zullen wij doen? En hij zeide tot hen: Doet niemand overlast, en ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen.
2.En er was een zeker man te Cesarea, met name Cornelius, een hoofdman over honderd, uit de bende, genaamd de Italiaanse;
Godzalig en vrezende God, met geheel zijn huis, en doende vele aalmoezen aan het volk, en God geduriglijk biddende.
3. Alle ziel zij den machten, over haar gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd.
Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze wederstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen.
Want de oversten zijn niet tot een vreze den goeden werken, maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen, doe het goede, en gij zult lof van haar hebben;
Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees;
want zij draagt het zwaard niet te vergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster tot straf dengene, die kwaad doet.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.