Jan Vogel schreef:In 1998 lag er ook een minderheidsrapport op tafel. Dit rapport beschrijft (enige) ruimte voor de vrouw in het ambt. Dit rapport is niet weggestemd of van tafel gehaald. Het is er dus nog steeds. Het meerderheidsrapport ziet geen ruimte. Naar dit rapport refereert u in uw posting.
Dit is een hardnekkig misverstand. Het minderheidsrapport heeft geen enkele status gekregen. De uitspraak in 1998 bevatte hier en daar wat wolligheid, maar is op dit punt glashelder. Het minderheidsrapport is verworpen en is daarmee van tafel gehaald. (Zie daarvoor de Acta 1998, art. 230; kijk ook even bij de verwerping van de revisieverzoeken tegen dit besluit in de Acta Acta 2001, art. 111 en 208).
Jan Vogel schreef:Uw reactie maakt duidelijk dat alles zo duidelijk is, mits we teruggaan naar de heldere afspraken van deze of die G.S. Helaas zijn de uitspraken niet zo helder als gedacht. Voor samenwerkingsgemeenten is er juist meer onduidelijkheid gekomen: Wat is de status van onze ambtsdragers in een meerdere vergadering? Welke kerkorde moeten we hanteren in onze gemeente, als we samenwerken?
Het is allemaal wel helder, als mensen zich maar een beetje verdiepen in de kerkorde en de GS-besluiten. De GS van 2016 heeft nog eens bevestigd dat in samenwerkingsgemeenten de minst verstrekkende kerkorde gevolgd moet worden. Dat is in dit geval de CGK-kerkorde, waarin geen ruimte is voor vrouwelijke ambtsdragers. (Zie Acta 2016, art. 185) Die GS heeft ook uitgesproken dat samenwerkingsgemeenten GKV- of NGK-ambtsdragers wel naar de classis mogen afvaardigen, maar dat deze geen stemrecht hebben. (De classis Leeuwarden wijkt daarvan openlijk af, omdat die besloten heeft dat ze wel stemrecht hebben, als ze vooraf maar het CGK-verbindingsformulier voor ambtsdragers ondertekenen. Tegen deze afwijking heeft de classis Groningen onlangs appèl aangetekend bij de PS van het Noorden. De classis Haarlem heeft revisie aangevraagd tegen dit GS-besluit. Maar het besluit als zodanig is glashelder.)
De GS van 2013 nam bovendien een reglement aan waarin allerlei praktische zaken geregeld worden voor samenwerkingsgemeenten. daarin staat inderdaad dat bij botsende kerkordelijke bepalingen de gemeente aan de classis moet vragen om toestemming om de ene of de andere kerkorde te volgen. Uit het geheel van dit reglement blijkt dat dit nooit kan gaan om kwesties waarbij het Schriftgezag in het geding is, zoals bij het toelaten van vrouwen tot de ambten. Dat blijkt gewoon expliciet uit de ‘Handreiking voor de verkiezing van ambtsdragers in een samenwerkingsgemeente’ die is aanvaard door de GS van 2013 (Zie de Acta van 2013, art. 166) Citaatje: "Vrouwelijke leden van de gemeente hebben geen passief kiesrecht wanneer één van de kerkverbanden van de samenwerkingsgemeente daarvoor niet de ruimte geeft."
Kortom: de besluiten zijn wel helder, maar men wil niet buigen voor wat de GS heeft bepaald. En dat is kwalijk. Doorgaans - en daar heeft @huisman al meerdere kerken op gewezen - wordt er in de CGK heel grondig nagedacht over zaken. Als er dan eenmaal besluitvorming is geweest, blijken er altijd weer gemeentes die gaan wrikken en morrelen aan de Schrift of de hermeneutiek waarmee de Schriften gelezen worden, zodat het moderne denken toch weer geïmplementeerd kan worden in de praktijk. Je ziet dat ook bij de zich voortslepende discussie rond homoseksualiteit.
De principiële vraag die daarom op tafel ligt is deze: een kerkverband wordt gevormd vanwege eenheid in de Schriftvisie en de belijdenis. Die wordt op papier zeker nog beleden. Maar zodra het komt op de uitwerking blijkt dat er sprake is van elkaar uitsluitende visies op de Schrift. De vraag is of je in dat geval nog een gereformeerd kerkverband kunt vormen. Het gaat niet om de vraag of via allerlei uitzonderingsbepalingen en slimmigheidjes toch nog in één verband kan blijven, terwijl er in de praktijk grenzen worden overschreden die horen bij eenheid-in-waarheid.
Jan Vogel schreef:Of... is het volgens u zo, dat het gewoon kiezen wordt voor de samenwerkingsgemeenten? Ben je voor de vrouw in het ambt, dan stap je op. Ben je het niet, dan blijf je. Het voelt voor mij als een scheuring. Is een scheuring naar Gods wil?
Dan is het wel wachten op de volgende clash... Dan komt misschien ineens de vraag naar boven wat/wie zijn de echte CGK-ers, de BhP-ers of de middengroep of...?
Ja, het wordt kiezen voor de samenwerkingsgemeenten. Die zijn namelijk ooit ontstaan vanuit de gedachten dat CGK, GKV en NGK binnen afzienbare tijd zouden fuseren. Dat gaat wel gebeuren tussen GKV en NGK in 2023, maar op de GS van de CGK is jaren geleden al de verhouding met de NGK op slot gezet, vanwege ontwikkelingen daar in de prediking en besluiten die ook weer de Schriftvisie raken. Ook t.a.v. de GKV zou daarvoor inmiddels alle reden voor zijn. Kortom: een fusie tussen deze kerkverbanden zit er gewoon niet in. Dat betekent dat er in de CGK nu een figuur van samenwerkingsgemeenten bestaat, die een voorloper is van een doel wat niet meer gerealiseerd gaat worden. Ds. P. Roos heeft onlangs in Bewaar het Pand geschreven dat het gaat om gemeenten die met één been op het ene schip en één been op het andere schip staan, terwijl de schepen in tegenovergestelde richting varen. Dan is het inderdaad zaak om te kiezen. De meerwaarde van de samenwerkingsgemeenten is niet alleen vervallen, het levert inmiddels allerlei kerkverband-ontwrichtende-ontwikkelingen op. Dus inderdaad, zij moeten kiezen: of we worden helemaal volop CGK, of we sluiten ons aan bij het nieuwe verband GKV/NGK. Zie ook de post van @huisman op dit punt.
Is dat een scheuring? In zeker zin wel. Ik gebruik echter liever het woordgebruik dat prof. Selderhuis onlangs hanteerde: een herverkaveling. Daarin wordt slechts geformaliseerd, wat in de praktijk al lang het geval is.
Jan Vogel schreef:Wbt. de Geref.Bond. Ik weet dat dit geen kerkgenootschap is. Toch houden ze elkaar wel vast, ondanks de liggingsverschillen. Iets om van te leren.
Ik denk dat je de CGK niet kunt verwijten dat men elkaar niet heeft vastgehouden. Maar ook daar zitten grenzen aan, en die lijken langzamerhand in zicht.