Dat is zo.Afgewezen schreef:En over wat je zegt, dat het niet in de eerste plaats over ons heil gaat: alleen al het feit dat wij die boodschap te horen en te lezen krijgen, betekent al dat het om ons heil gaat. Het een staat nooit los van het ander. De Heere verkondigt nooit iets als het niet ook meteen relevant is voor ons, dat zie je toch heel duidelijk in de Bijbel. Zelfs onze kleinste probleempjes zijn nog 'interessant' voor God ('de haren van ons hoofd').
Waar het mij om gaat is dat het om Hem gaat, dat we in de prediking God leren kennen zoals Hij Zich openbaart in Zijn Woord. En juist die kennis leidt ons naar één van de diepste geheimen van de Bijbel (sterker, van ons bestaan - de reden dat we bestaan), namelijk de liefde van God voor mensen. Juist het preken over God Zelf leert ons wie wij zijn, maar ook waarom we geschapen zijn. Om eeuwig onze vreugde in Hem te vinden. Om Hem en onze naaste lief te hebben - en om lief te hebben moet je kennen. De Heere verkondigt inderdaad nooit iets als het niet relevant is voor ons, maar juist dit is relevant voor ons: Hij Zelf. Ook juist het zalig worden draait om kennis van Hem: En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Zoals ook de hemel niet zozeer draait om ons geluk, maar om het bij Hem zijn (ontbonden en met Christus is zeer verre het beste, of: Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.). Maar daarin vinden wij dan ook ons geluk! Dus beter gezegd: God is er niet voor ons geluk, maar ons geluk is er voor God.
Maar om niet af te dwalen: als we op deze wijze God en Zijn Woord leren kennen, leren we - naar mijn diepste overtuiging - kennen hoe God staat tegenover Zijn gevallen schepping. We leven nog in 'genadetijd', maar die uitdrukking zegt niet alleen iets over onszelf, waarin wij nog 'tijd hebben'. Het zegt ook iets over God. Als Ander in dit verband zegt dat het welbehagen van God in Christus gepreekt moet worden, bedoelt hij de uitverkiezing. En dat is waar, maar er is veel meer. In de mensen een welbehagen. In Gods welbehagen hoort de prediking in de tijd, de nodiging van Zijn hele schepping tot het heil (Joh. 3:15 en 16). God was in Christus de wereld met Zich verzoenend. Zou Ik enigzins lust hebben aan den dood des goddelozen, spreekt de Heere HEERE; is het niet, als hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij leve? Genadetijd is geen loze term waarin worden toegebracht wie toch toegebracht zullen worden (hoewel dat zo zal zijn, Hand. 13:48!), maar het zegt iets over het welmenen van God met Zijn nodiging: De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. Er is werkelijk een boodschap voor heel de wereld. Christus huilt geen machteloze tranen als hij weent over Jeruzalem. Hem is gegeven alle macht in de hemel en op aarde en het welbehagen van de Heere zal door Zijn hand gelukkig voortgaan. Maar Christus huilt wel oprechte tranen als Hij weent over hen die niet willen luisteren.
Daarom zeg ik nee tegen Ander, we zijn er niet uit. Juist het preken van het Woord in zijn kracht, en van God Zelf leidt ons tot een aanbod van genade aan de hele wereld.