En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij.
Hoe vat u/jij deze zin op.
Moeten wij echt alles verkopen?
Marcus 10:21
Laten we deze tekst eens persoonlijk gaan toepassen!
Ben jij/u bereid om alles op te geven voor Christus? Zoals al aangegeven in 'Rijkdom' lijk het wel of de mens nooit genoeg heeft; zelfs de kerkmens!
Kunnen wij alles loslaten om Christus te volgen of zitten we muurvast aan al ons geld en goed. Misschien is het dan goed als je weinig geld en goed heb! Dan kan je er veel minder aan hechten en zoek je al het heil bij God. Dit wordt in onze tijd gigantisch veel gemist. Misschien wordt dit wel de doodsteek voor de kerk in Nederland!!!!!!!! :#
Ben jij/u bereid om alles op te geven voor Christus? Zoals al aangegeven in 'Rijkdom' lijk het wel of de mens nooit genoeg heeft; zelfs de kerkmens!
Kunnen wij alles loslaten om Christus te volgen of zitten we muurvast aan al ons geld en goed. Misschien is het dan goed als je weinig geld en goed heb! Dan kan je er veel minder aan hechten en zoek je al het heil bij God. Dit wordt in onze tijd gigantisch veel gemist. Misschien wordt dit wel de doodsteek voor de kerk in Nederland!!!!!!!! :#
Christus legt altijd de vinger op de zere plek. De vrouw bij de waterbron kreeg bijvoorbeeld te horen dat ze haar man moest halen. Ze bleek er al vijf gehad te hebben.Origineel geplaatst door matthijs019
En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij.
Hoe vat u/jij deze zin op.
Moeten wij echt alles verkopen?
Toen de jongeling tot Christus kwam wist Christus precies wat zijn 'zwakke' plek was. Namelijk z`n vast zitten aan rijkdom. Oftewel materialisme. En nou juist op dat wordt hij door Christus gewezen. En dat kan hij dus niet loslaten. Hij vroeg wat hem nog reste en hij kwam door dat ontdekkende antwoord van Christus tot de conclusie dat hem een heleboel ontbrak:
22 Maar hij, treurig geworden zijnde over dat woord, ging bedroefd weg; want hij had vele goederen.
Misschien had hij wel verwacht een compliment te krijgen omdat hij zo goed leefde. Om vervolgens in de schuld te worden gezet. Hij kon zalig worden maar wilde het eigenlijk niet gezien het feit dat hij weer heenging.
[Veranderd op 23/4/02 door Kislev]
Mijn opa heeft dit wel mee moeten maken.Origineel geplaatst door Pieterman
Volgens mij ligt het hierin dat we de Heere wel na willen volgen, maar...
Volgen wil niet zeggen wel in de richting lopen van en zelf de weg bepalen, maar steeds vragen: "Wat wilt u dat ik doen zal".
Misschien moet je al je goederen dan wel verkopen?
Hij werdt ongeneeslijk ziek. En heeft letterlijk alles wat zijn eigendom was verkocht. (eigendom= bezittende als niet bezittende)
"Toen de jongeling tot Christus kwam wist Christus precies wat zijn 'zwakke' plek was. Namelijk z`n vast zitten aan rijkdom. Oftewel materialisme. En nou juist op dat wordt hij door Christus gewezen. En dat kan hij dus niet loslaten. Hij vroeg wat hem nog reste en hij kwam door dat ontdekkende antwoord van Christus tot de conclusie dat hem een heleboel ontbrak."
Heel goed mogelijk.
Wat mij opvalt, is dat het direct het eerste van de Tien Geboden is, dat de Heere Jezus noemt. "Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben." En bij het eerste gebod valt hij al door de mand. De Heere Jezus had ook een ander gebod kunnen noemen.
Dan dringt de vraag zich ook bij een ieder van ons persoonlijk op: wie zijn wij? Zijn we net als de rijke jongeling rijk in onszelf? Of zoeken we een andere schat, die nooit vergaan zal en weggelegd is in de hemel?
Heel goed mogelijk.
Wat mij opvalt, is dat het direct het eerste van de Tien Geboden is, dat de Heere Jezus noemt. "Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben." En bij het eerste gebod valt hij al door de mand. De Heere Jezus had ook een ander gebod kunnen noemen.
Dan dringt de vraag zich ook bij een ieder van ons persoonlijk op: wie zijn wij? Zijn we net als de rijke jongeling rijk in onszelf? Of zoeken we een andere schat, die nooit vergaan zal en weggelegd is in de hemel?