Salomo schreef:Ik snap niet dat Paulus in het ene vers schrijft dat vrouwen in de Gemeenten moeten zwijgen, maar dat hij het in het andere vers heeft over het bidden en profeteren. Kan iemand mij dit uitleggen, want als ik dit zo lees klink het tegenstrijdig.
1Ko 14:34 SV Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt.
1Ko 11:5 SV Maar een iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof haar het haar afgesneden ware.
Kanttekeningen:
5 Maar een iegelijke 12vrouw die 13bidt of profeteert met ongedekten hoofde, 14onteert haar eigen hoofd; want het is 15een en hetzelfde alsof haar het haar afgesneden was.
12 Namelijk die getrouwd is, en onder de macht staat van haar man. Zie vers 3. Hoewel de anderen hier niet uitgesloten worden. verwijsteksten
13 Dat is, die in de vergadering aanhoort de gemene gebeden, of de uitlegging der profetische Schriften; want dat een vrouw openlijk in de vergadering de gebeden zou doen, of de Schrift uitleggen, wordt haar verboden, 1 Kor. 14:34, 35. 1 Tim. 2:12. Of: die met extraordinaire gave van bidden of toekomende dingen te voorzeggen, begiftigd zijnde, dezelve in de vergadering zal willen voorstellen, daartoe door een Goddelijk ingeven gedreven zijnde. Zie Joël 2:28. Luk. 2:36. Hand. 21:9. verwijsteksten
14 Of: beschaamt haar hoofd, doet haar hoofd schande aan, namelijk omdat zij door dat teken schijnt te willen ontkennen dat zij onder den man staat; en ook enigszins dat Christus niet zou zijn het Hoofd Zijner gemeente. Zie vers 4. verwijsteksten
15 Dat is, van enerlei onbetamelijkheid, namelijk als zij aflegt het deksel dat gemaakt wordt, dat is zoveel alsof zij het natuurlijke deksel aflegde.
34 dDat uw vrouwen in de gemeenten 12zwijgen; want het is haar niet toegelaten 13te spreken, maar bevolen 14onderworpen te zijn, gelijk ook 15ede Wet zegt.
d 1 Tim. 2:12. verwijsteksten
12 Dat is, openlijk niet spreken tot de gemeente, al zijn zij ook met goede kennis begiftigd. Zie 1 Kor. 11:5. verwijsteksten
13 Namelijk openlijk in de gemeente iets te leren of voor te stellen. Zie 1 Tim. 2:12. verwijsteksten
1 Tim. 2:12 Doch ik laat de vrouw niet toe dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil dat zij in stilheid zij.
14 Namelijk aan de mannen, om van hen onderwijzing te ontvangen. Want die een ander in openbare vergaderingen onderwijst, heeft daardoor enige autoriteit over of boven dengene die onderwezen wordt.
15 Namelijk Gen. 3:16. verwijsteksten
e Gen. 3:16. Ef. 5:22. Kol. 3:18. Tit. 2:5. 1 Petr. 3:1. verwijsteksten