memento schreef:@Willem: Ik kan je aanraden om Jonathan Edwards, On the freedom of the Will eens te gaan lezen. Dan heb je een goed-gereformeerde en ook consequent onderbouwde visie op de vrijheid van de wil. Met Edwards zeg ik voluit: De menselijke wil is door de zondeval niet haar keuzemogelijkheid kwijtgeraakt, maar wel haar vermogen het goede te kiezen. Zij kiest nog wel, maar altijd het verkeerde. Misschien dat je dan snapt, dat je conclusies onzin zijn...
Mijn vermoeden is dat de bewering dat mijn conclusies onzin zijn gebaseerd op onderstaand, eerder geplaatst, citaat:
Willem schreef:Onze vijandschap is nu juist zo groot dat we niet eens in staat zijn om te belijden dat God rechtvaardig is als Hij ons laat waarin we onszelf gebracht hebben. Dat we niet eens (meer) een keuzemogelijkheid hebben.
En deze ontkenning - van het ontbreken van de keuze - proef ik telkenmale uit de woorden van @huisman en van @Memento.
@Menemto plaatst hier tegenover "De menselijke wil is door de zondeval niet haar keuzemogelijkheid kwijtgeraakt, maar wel haar vermogen het goede te kiezen. Zij kiest nog wel, maar altijd het verkeerde". En haalt hiervoor Edwards aan.
Alhoewel dit een ander onderwerp is, het betreft het niet het aanbod van genade maar de "wil" van de mens, heeft het uiteraard raakvlakken met elkaar. De "stelling" dat mijn conclusie "onzin" is is uiteraard veel te kort door de bocht zoals ik hieronder, met meerdere argumenten, zal aangeven.
1. De filosofie of wijsbegeerte is niet de meeste geschikte methode om een antwoord te vinden op dit soort vragen.
Als men de zin leest: "De menselijke wil is door de zondeval niet haar keuzemogelijkheid kwijtgeraakt, maar wel haar vermogen het goede te kiezen. Zij kiest nog wel, maar altijd het verkeerde". Dan zal het een ieder duidelijk zijn dat deze zin zijn oorsprong vind in de wijsbegeerte. Jonathan Edwards was een filosoof en een theoloog. In het standaard taalgebruik lijkt deze zin echter op de beroemde zin van Ford: Men mag alle kleuren kiezen, als het maar zwart is. Ik disqualificeer hiermee niet de filosofie, maar wel haar reikwijdte en toegevoegde waarde in het gewone taalgebruik indien er geen vertaling plaatvindt.
De filosofie heeft - de geschiedenis door - geworsteld met de vraag hoe men met rationeel redeneren (de rede, het verstand) de zin van dingen kan doorgronden. De oude heidense filosofen, Plato en Aristoteles, hebben - als heiden - hun invloed op de kerk doen gelden.
De kerkvaders hebben zich t.b.v de verspreiding van het christendom "bediend" van deze grote denkers. (Plato en - nog belangrijker - Aristoteles). Dit door b.v. de heidense deugden over te nemen en aan te vullen met de christelijke deugden. Calvijn zegt van de
kerkvaders dat ze niet eenduidig zijn over de "vrije wil" van de mens, er is teveel vermenging met de destijds gangbare denkwijzen. Het gebruik van argumenten vanuit de vroege kerk - t/m Augustinus - in vraagstukken over de "vrije wil" of "keuzevrijheid" is derhalve nogal discutabel.
De grootste denker in de Middeleeuwen, Thomas van Aquino, heeft een poging gedaan om de geloofsleer en de 'rede', de filosofie of wijsbegeerte met elkaar te verbinden. Zijn werk is zo'n beetje de grondslag van de Roomse Kerk geworden. Onder andere het semi-pelagianisme (God wat en de mens wat) is door hem ook schriftelijk de gronslag van de RK geworden. De gebruikte methodiek - door de rede geloofswaarheden verklaren - is bekend geworden als de "scholastiek" en met name de vermenging van geloof en rede heeft meer kwaad dan goed gedaan.
Concluderend kan worden gesteld dat de filosofie niet zulke beste papieren heeft
omdat de "rede" de bijbelse geloofsvraagstukken niet op kan lossen. De filosofische ontwikkelingen in later tijden zijn dermate afgeweken van het geloof dat daar nog minder zinnigs uit is voortgekomen.
Zoals de Heere zelf al sprak: "Wat nu onmogelijk is bij de mensen is mogelijk bij God". Mijn opmerking dat een mens van nature geen "keuzevrijheid" (meer) heeft en dan, zonder verdere uitleg, deze als "onzin" bestempelen met een verwijzen naar een manier van spreken van een filosofisch geschoolde theoloog doet de discussie geen recht. Een argument uit de filosofie aanhalen om mijn stelling als onzin te bestempelen is derhalve een zwaktebod.
2. De Bijbel en de belijdenisgeschriften spreken over onwil en onmacht.
In Joh 3 vs 27 staat:
Johannes antwoordde en zeide: Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit den hemel niet gegeven zij. Zo zijn er vele teksten meer. Nu heb ik het boek van Jonathan Edwards niet gelezen. Gelet op zijn reputatie is het ook verre van mij om zijn constateringen in twijfel te trekken. Maar in deze discussie speelt mee dat @Memento de indruk wekt dat ook ongelovigen bepaalde vermogens toe te dichten zijn wat uiteraard in strijd is met het onvermogen tot enig goed en de geneigdheid tot alle kwaad. Als mijn opmerking "de mens heeft geen keuzevrijheid meer" geuit in een niet filosofische setting dan op deze manier terzijde wordt geschoven met een "citaat" van Edwards moet men op z'n minst aantonen dat deze theoloog tot dezelfde conclusie komt in de aanspraak van ongelovigen wil zo'n argument zeggingskracht hebben. Anders wekt men enkel de indruk met "vernuftige redeneringen" powerplay te spelen.
3. "Shoppen" is geen goede manier van argumenteren.
Van de hier aangehalde Jonathan Edwards is o.a. ook een boekje verschenen, vertaalt door dhr. M. Krijgsman. Met als titel "De vreselijke staat van een natuurlijk mens". Enig googlen leert mij dat opvattingen en prediking van deze prediker op z'n zachtst gezegd toch regelmatig niet stroken met de opvattingen die @Memento hier verwoord. Om even het volgende citaat te citeren,
uit een door hem (Edwards) uitgesproken preek:10. God heeft Zich door geen enkele belofte verplicht enig natuurlijk mens een ogenblik uit de hel te houden. God heeft zeker geen belofte gedaan, hetzij van eeuwig leven, hetzij van enige bevrijding of bewaring voor de eeuwige dood dan alleen aan hen, die in het verbond der genade besloten liggen. Voor hen gelden de beloften, die in Christus gegeven zijn, in Wie al de beloften ja en amen zijn. Maar zij hebben zeker geen belang in de beloften van het verbond der genade, die geen kinderen van het verbond zijn, die in geen enkele van de beloften geloven en geen belang hebben in de Middelaar van het verbond.
Het maakt geen sterke indruk om telkenmale maar argumenten te ontlenen aan anderen om het gelijk van een bepaald "onderdeel" te "bewijzen" en dezelfde denker terzijde te schuiven als het onderwerp wisselt.
Wat dat aangaat ben ik benieuwd naar een integrale visie op aanbod, de wil, het geloof enz.
In de hoop dat, i.p.v. de kwalificatie van het woord "geen keuzevrijheid" als "onzin" te bestempelen, er betere tegenwerpingen komen zodat ik kan begrijpen welke denkenfouten ik maak. En zodat alternatieve opvattingen op hun merites beoordeeld kan worden.