Ds. John Flavel over Openbaring 3 vers 20

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 4763
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Ds. John Flavel over Openbaring 3 vers 20

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Een stuk ter overdenking, van Ds. J. Flavel :


“Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.”
(Openbaring 3 vers 20)

Eerste hoofdgedachte: Christus’ aanzoek aan het hart van een zondaar
In dit aanzoek horen wij de plechtige oproep waarmee Hij het aanzoek begint: “Zie”. In het algemeen wordt het woordje ‘zie’ gebruikt om de aandacht te trekken of een mededeling kracht bij te zetten. In deze tekst wordt ‘zie’, zo schrijft een kundig uitlegger, gebruikt om een kennisgeving of openbare bekendmaking aan te duiden. Christus neemt hier de hoorders als getuigen van het zeer genadige aanbod dat Hij zometeen aan hun ziel zal doen. Hij wil dat dit woord hier staat als een eeuwig getuigenis voor of tegen hun zielen, om al de voorwendsels die komen hun geldigheid te ontnemen.

In het aanzoek zien wij Hem Die het aanzoek doet; dit is Christus Zelf: “Ik sta”. Ik, Die een soeverein recht op u heb. Ik, Die Mijn niet naar waarde te schatten bloed gestort heb om u te kopen. Ik zou u terecht kunnen verdoemen bij uw eerste afwijzing of tegenwerping. “Zie, Ik sta”. Dit is Hij, Die het aanzoek doet.

In dit aanzoek zien wij Zijn opstelling en daad: “Ik sta aan de deur en Ik klop”. Er is hier terecht vertaald: “Ik sta”, omdat het een blijvende handeling aanduidt. Ik heb aan de deur gestaan en sta daar nog steeds, met onvermoeibaar geduld. Ik heb tijdens Mijn omwandeling op aarde lichamelijk tussen u gestaan. En geestelijk sta Ik nog steeds (alsook mijn ambassadeurs) aan de deur van uw verstand en aan de deur van uw geweten. De vermogens die toegang geven tot de hele ziel. Net zoals een deur toegang geeft tot een huis, geven het verstand en het geweten toegang tot de ziel.
En voor deze deur staat de Verlosser en Hij klopt. Hij doet krachtige en genadige pogingen om toegang tot het hart te krijgen en daar binnen te gaan. Het woord ‘kloppen’ betekent duidelijk en krachtig kloppen. Hij staat daar geduldig en klopt vol kracht, uitwendig door het Woord en inwendig door de overtuigingen, ontroeringen, bewegingen en worstelingen van Zijn Geest.

In dit aanzoek is duidelijk wat het doel is: het hart moet voor Hem geopend worden. Dat wil zeggen: Hem door het geloof toestemmen, ontvangen, omhelzen en hartelijk aannemen. De Heere opende het hart van Lydia (Hand. 16:14). Hij bewoog haar hart om te geloven. Dit houdt in dat het hart van nature voor Christus stevig vergrendeld en toegesloten is en dat niets dan Zijn kracht het kan openen.

Tweede hoofdgedachte: de krachtige redenen om Zijn verzoek aan te nemen.
Onze tweede hoofdgedachte spreekt van de krachtige redenen die Christus gebruikt om de ziel van een zondaar te bewegen Zijn aanzoek aan te nemen. De ziel die Hem opendoet en gelooft, ontvangt namelijk twee onschatbare zegeningen:

­ In de eerste plaats de vereniging met Hem. “Ik zal tot Hem inkomen.” Ik wil Mij verenigen met de ziel die Mij opendoet en gelooft. Hij zal op verborgen wijze met Mij één zijn en Ik met hem;
­ En in de tweede plaats de gemeenschap met Hem. “Ik zal met hem Avondmaal houden en hij met Mij.” Ik zal de gelovige ziel onthalen op de hemelse lekkernijen: troost, vreugden en vermaak zoals alleen gelovigen ze kunnen genieten.

En – om alles nog meer aan het hart te leggen – deze bijzondere weldaden worden door Christus aangeboden aan alle mogelijke zondaars, groot en klein, oud en jong. “Indien iemand Mijn stem zal horen en de deur open doen”. Dit wordt gezegd opdat geen ziel door zijn grote en vele zonden ontmoedigd zal worden om te geloven. De vuilste zondaar zal vrije genade zien triomferen over al zijn onwaardigheid, als hij erin toestemt Christus aan te nemen op Zijn genadige aanbiedingen in het Evangelie.


I. Wie zijn Gods getuigen van al de aanbiedingen van het Evangelie?
Christus’ dienaren door wie Hij de aanbiedingen doet, zijn niet alleen Zijn ambtsdragers voor het volk, maar ook Zijn getuigen. “Hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar en getuige.” (Hand. 26:16). We zien hier dat predikanten een dubbel ambt hebben: zij moeten Christus aanbieden en daarna ook een getuigenis afleggen of hun hoorders Christus wel of niet hebben aangenomen. Zij worden uitdrukkelijk Gods getuigen genoemd (Openbaring 11:6,7). Hun arbeid getuigt, hun lijden getuigt, hun indringende gebeden getuigen. Zelfs het stof dat zij van hun voeten afschudden bij degenen die Christus afwijzen zal tegen hen getuigen (Markus 6:11). Elke zucht, elke druppel zweet en de kleinste druppel bloed wordt opgeschreven in Gods boek als aantekening bij hun preken en gebeden. Al deze getuigen zullen op de grote dag worden ingebracht tegen allen die Christus afwijzen en verachten.

Het Evangelie zelf, dat u gepredikt wordt, is een getuige: “Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage.” (Joh. 12:48). Dit is ook de betekenis van Christus’ woorden: “En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.” (Matth. 24:14).
Wat een ingrijpende woorden staan hier: elke preek die u hoort, elke bestraffing, elke overreding en overtuiging is een getuige voor God om in het gericht de ziel in de verdoemenis te werpen die niet onmiddellijk ‘ja’ zegt op de roep van het Evangelie. Er zullen dan evenveel getuigen zijn als er preken zijn.

Het geweten van ieder mens is getuige voor God dat Hij hem een oprecht aanbod gedaan heeft. Zelfs de gewetens van de heidenen die nooit een Bijbel gezien hebben en die geen andere predikers hadden dan de zon, de maan en de sterren en heel de natuur, zullen getuigen zijn voor God. Van hen zegt de apostel in Romeinen 2:15: “Als die betonen het werk der wet geschreven in hun harten, hun geweten medegetuigende, en de gedachten onder elkander hen beschuldigende, of ook verontschuldigende.” Als er al zo’n kracht in het geweten van de heidenen gelegd werd, die slechts de wil van God konden lezen bij het zwakke maanlicht van het natuurlijke verstand, hoe veel krachtiger zal het geweten dan allen aanklagen die leven in de heldere stralen van het Evangelielicht! Hun geweten zal een snelle getuige zijn. Het zal op een dag haar stem helder in hun oren laten weergalmen. Ze zullen weten dat er een profeet onder hen geweest is (Ezech. 2:5). Deze ene getuige is voor God meer waard dan duizend andere getuigen.

De voorbeelden van allen die het Evangelie wel geloven en gehoorzamen zijn allemaal getuigen voor God tegen hen die deze grote zaligheid afwijzen en verachten. Elke treurende en bevende ziel is een getuige tegen al de dode, ongelovige en ongehoorzame zielen die dezelfde dienst bijwonen. Daarom staat er in 1 Korinthe 6:2: “Weet gij niet dat de heiligen de wereld oordelen zullen?” Zij zullen met Christus op de grote dag de wereld veroordelen door hun voorbeelden, zoals Noach de oude wereld veroordeelde. Dit zegt Christus ook van Johannes de Doper: “Want Johannes is tot u gekomen in den weg der gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks ziende, hebt daarna geen berouw gehad, om hem te geloven.” (Matth. 21:32).
Het is alsof Hij hier vraagt: ‘Wat doet u toch om uw geweten tot zwijgen te brengen en uw overtuigingen te onderdrukken, terwijl u ziet dat tollenaars en hoeren, de slechtste mannen en vrouwen, tot bekering komen, geloven en hongeren naar Christus? Hun voorbeelden zullen uw rechters zijn.’

Dit zijn allemaal Gods getuigen.

II. Wat is de inhoud van hun getuigenis?
Laat ons vervolgens aandacht geven aan de inhoud van hun getuigenis. Die is tweeledig, omdat het Evangelie een tweeledige uitwerking heeft op hen die het horen. De apostel schrijft van deze beide: “Dezen wel een reuke des doods ten dode; maar genen een reuke des levens ten leven.” (2 Kor. 2:16). Zij zullen dus getuigen van twee uitwerkingen.

De gehoorzaamheid en het geloof van sommigen. Dit getuigenis wordt op de grote dag van de Heere tot hun vreugde en troost ingebracht “wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag.” (2 Thess. 1:10). Predikanten zijn instrumenten die gebruikt worden om zielen tot een huwelijk met Christus te brengen en om te getuigen van dit huwelijk en verbond tussen Hem en hen (2 Kor. 11:2). Deze beide taken zijn een trouw prediker uitermate lief en aangenaam.

Er wordt ook aantekening gehouden van al de afwijzingen van, ongehoorzaamheid aan en minachting van Christus door de anderen. Zo zal Mozes de Joden aanklagen: “Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op welken gij gehoopt hebt.” (Joh. 5:45). Dat is de verdrietigste kant van het werk van een prediker en dat doet hem meer pijn dan alle arbeid en lijden.

In deze aantekeningen wordt de tijd vermeld die men heeft doorgebracht onder de middelen van verlossing: hoeveel jaar u met een koud hart onvruchtbaar onder de bediening van Gods trouwe dienaren gezeten hebt. “Zie, ik kom nu drie jaren, zoekende vrucht op dezen vijgenboom, en vind ze niet.”(Lukas 13:7). Hier wordt het ‘zie’ van onze tekst gebruikt om op het grote geduld van God te wijzen. En ergens anders wordt gezegd: “Van het dertiende jaar van Josia, den zoon van Amon, den koning van Juda, tot op dezen dag toe (dit is het drie en twintigste jaar) is het woord des HEEREN tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt niet gehoord.” (Jer. 25:3). Bedenk dit toch: al de jaren en dagen die u onder het Evangelie gezeten hebt staan op de oordeelsdag in Gods gedenkboek opgetekend!

Er wordt ook melding gemaakt van alle instrumenten die God gebruikt heeft voor de bekering en zaligheid van uw ziel. Alle predikanten die werk aan u besteed hebben, zowel vaste predikanten als gastpredikanten, staan in het gedenkboek. “Ook heeft de HEERE tot u gezonden al Zijn knechten, de profeten, vroeg op zijnde en zendende, maar gij hebt niet gehoord, noch uw oor geneigd om te horen.” (Jer. 25:4). Om u tot Christus en de zaligheid te brengen, hebben zij hun gezondheid versleten, tranen vol medelijden vergoten en zijn na elkaar als kaarsen opgebrand. Alles tevergeefs.

Tenslotte staan alle oproepen, overredingen en aansporingen die zij hebben gebruikt om u te verenigen met Christus, eveneens op uw rekening. “Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte; en gij al Mijn raad verworpen, en Mijn bestraffing niet gewild hebt.” (Spreuken 1:24,25). Ook al vindt u ze waardeloos, toch hebben deze oproepen en raadgevingen zoveel waarde bij God dat Hij ze zal bewaren en zal laten meewegen in uw oordeel.

III. Waarom legt God elk aanbod van Christus vast door middel van getuigen?
Laten wij ook onderzoek doen naar de gronden en redenen waarom God zo juridisch te werk gaat. Waarom wil Hij dat de gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid van ieder mens op de bediening van het Evangelie wordt vastgelegd als een getuigenis voor of tegen hem? Daarvoor zijn twee belangrijke redenen.

God doet dit, opdat – wanneer het doel van het Evangelie bereikt is, namelijk de bekering van een ziel – die ziel en allen die voor haar het middel tot zaligheid geweest zijn, op die grote dag de juiste beloning en troost ontvangen zullen. “Gelijkerwijs gij ook ten dele ons erkend hebt, dat wij uw roem zijn, gelijk gij ook de onze zijt, in den dag van den Heere Jezus.” (2 Kor. 1:14). Dit zal een zaak van onuitsprekelijke vreugde zijn, zowel voor u die zulk een vertroostend getuigenis zult ontvangen, als voor hen die dit getuigenis zullen geven.
O, hoe vreugdevol zullen ijverige en getrouwe predikanten en hun gelovige en gehoorzame hoorders elkaar op die dag gelukwensen! ‘Heere, deze man was het gezegende instrument voor mijn zalige verlichting en bekering. Al had ik tienduizend leraars in Christus, ik heb toch niet veel vaders. Want door de zegen van Uw Geest op de bediening van deze man, is mijn ziel voor Christus gewonnen.’ En van de andere kant zal er gezegd worden: ‘Heere, dit zijn de zielen waaraan ik gearbeid heb alsof ik in barensnood was, tot Christus gestalte in hen kreeg.’ Het is heerlijk om met de profeet te kunnen zeggen: ‘Hier ben ik en de kinderen die Gij mij gegeven hebt.’ Zelfs die mensen die slechts zijdelings nuttig geweest zijn voor het werk dat door anderen begonnen is, zullen op die dag hun loon niet verliezen. “En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven; opdat zich tezamen verblijden, beiden, die zaait en die maait.” (Joh. 4:36).

Er worden nú aantekeningen gemaakt en getuigenissen opgenomen, opdat hiermee het rechterlijke vonnis van Jezus Christus op de jongste dag voor de hele wereld helder gemaakt zal worden. Op deze manier zal elke mond gestopt worden. Er zal niet één veroordeelde zondaar een weerwoord hebben. Christus komt immers die dag “om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen”. (Judas:15). Hij zal overtuigend hun schuld aantonen, zodat zij die nu zonder Christus zijn, dan zonder weerwoord zullen zijn (Matth. 22:12). Daarom wordt in Psalm 1 gezegd: ‘De goddelozen zullen niet bestaan in het gericht.’ (Psalm 1:5). Dat is geen wonder, want er zullen vele volledige en onomstotelijke getuigenissen rechtstreeks tegen hen ingebracht worden: de predikanten die tot hen gesproken hebben, het Woord dat zij gebracht hebben, hun eigen geweten en de voorbeelden van alle gelovigen zullen tegen hen getuigen.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
Jeremiah
Berichten: 1471
Lid geworden op: 25 mar 2016, 12:43

Re: Ds. John Flavel over Openbaring 3 vers 20

Bericht door Jeremiah »

Dank voor het plaatsen. Indrukwekkend!
Plaats reactie