Meditatie

Gebruikersavatar
samanthi
Berichten: 7880
Lid geworden op: 16 jul 2009, 10:30
Locatie: rotterdam

Re: Meditatie

Bericht door samanthi »

Is het niet beter hier mee te stoppen, de predikanten hebben deze meditaties niet geschreven om elkaar om de oren te slaan.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 33198
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Re: Meditatie

Bericht door Tiberius »

Precies. Alleen meditaties hier en geen gezeur!
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2059
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Meditatie

Bericht door Arja »

Breng hem bij Mij.
Markus 9 vers 19

Wanhopig keerde de teleurgestelde vader zich van de discipelen om naar hun Meester. Zijn zoon was zo ellendig als hij maar zijn kon, en geen middel had geholpen. Maar toen de vader het woord van de Heere Jezus: ‘Breng hem bij Mij’ gehoorzaamde, werd het kind meteen van de duivel verlost. Kinderen zijn een kostbaar geschenk van God, maar ze veroorzaken ook veel angst. Zij kunnen tot grote vreugde of tot groot verdriet voor hun ouders zijn; zij kunnen vervuld worden met de Geest van God, maar ze kunnen ook in bezit genomen worden door een boze geest. In ieder geval geeft de Bijbel ons één voorschrift voor al hun omstandigheden: ‘Breng hem bij Mij.’ O, dat wij meer en ernstiger voor hen zouden bidden terwijl ze nog klein zijn! Want ook dan is de zonde er al. Daarom moeten onze gebeden deze zonde al vroeg aanvallen. Ons smeken voor onze kinderen moet eerder gehoord worden dan de eerste kreten die zij slaken als zij geboren worden in deze zondige wereld. In hun jeugd zullen we de verdrietige tekenen van de stomme en dove geest zien, die niet echt kan bidden en Gods stem ook niet kan horen; maar de Heere Jezus beveelt: ‘Breng hen bij Mij!’ Wij mogen nooit stoppen met ons gebed voor hen, zolang zij ademhalen. Zolang Jezus leeft, is geen toestand hopeloos. Als zij opgroeien, kunnen zij zich in de zonden wentelen, en schuimend van vijandschap tegen God opstaan, maar als onze harten bezwijken, moeten we aan de woorden van de grote Geneesheer denken: ‘Breng hem bij Mij’. De Heere laat Zijn volk vaak tot het uiterste komen, zodat zij uit ervaring leren hoe nodig zij Hem hebben. Als goddeloze kinderen ons onze onmacht tegen de verdorvenheid van hun harten laten zien, worden wij uitgedreven naar de Sterke, om kracht; en dit is een grote zegen voor ons. Wat onze behoefte voor vanmorgen ook is, laat zij ons als een sterke stroom naar de oceaan van de Goddelijke liefde leiden. Jezus kan ons verdriet meteen wegnemen, en het is Zijn welbehagen om ons te horen. Laten wij naar Hem toe gaan, want Hij wacht om ons te ontmoeten. C.H. Spurgeon https://charlesspurgeon.nl/breng-hem-bij-mij/
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Ik luisterde vanmorgen naar een preek, die zondag in de middagdienst bij ons is gelezen.
Zomaar een citaatje, of zomaar... ik vond het wel het overdenken waard. Misschien is het op het forum bekend dat we in de middagdiensten Bijbellezingen van wijlen ds. P. Blok hebben, over het leven van David.
Een citaat wat me wel het overdenken waard leek. Ik heb overigens niet met de preek meegeschreven, want ik heb deze hele Bijbellezing op mijn pc staan. Ik heb dan luisterende via de pc uit de mond van ds. Blok opgetekend. Iets wat ik wel meer doe.

Broederstrijd
Een broederstrijd die Abner deed uitroepen: Zal het zwaard dan altoos verteren? In mijn gedachten hierover zouden we vele dingen in de tijd waarin we zitten kunnen terugbrengen.
Broederstrijd.
Strijd die in wezen van de zaak zich richt tegen de heerlijkheid van het koningschap van Christus. En tegen het ware volk van God.
Een strijd die zich niet afspeelt honderden kilometers buiten de grenzen van Israël, die zich niet afspeelt in het kamp van de Filistijnen of van de Ammonieten of van de Syriërs, maar die zich afspeelt in de stam van Benjamin. De stam waar Saul immers uit voortkwam. En daar vindt nu die strijd plaats.
En Abner, drijvend zijn eigen koningschap en zijn eigen macht en zijn eigen kracht, drijft dat op de spits. Die daagt David uit, en die daagt het leger van David uit. Hij zegt: Ik wil een tweekamp! Wie zijn de beste!
Het is dodelijk gevaarlijk om tweekampjes te houden. Vergaderingen te beleggen, verborgen vergaderingen. Dat is dodelijk gevaarlijk. Daar is het in 1953 mee begonnen, mensen! En daar is de kerk mee stuk gegaan.
Maar ook dat gebeurt daar. Daar in Gilead zegt hij: Tel even Benjamin! Kom eens voor de dag! En twaalf zullen er uit Juda zijn. En die hebben gevochten met elkaar, gestreden. Net als de tweekamp tussen David en Goliath, weet je. En dan staan daar 12 jonge mensen. Twaalf uit Benjamin en twaalf uit Juda.
Weet je wat Abner zei? Laar ons eens wat speken met elkaar. In heilige spot.
Toen. Dat gebeurde allemaal voordat Israël naar Hebron zou komen. En daar is iets ingrijpends gebeurd. 24 jonge mensen sneuvelen in ditzelfde gevecht. En dan slaat de vlam in de pan. Dan is de oorlog een totale oorlog geworden. Dan worden van alle zeiden de aanslagen gedaan op David en op zijn koningschap. En dat gebeurt op een ontzaggelijke wijze, Maar één ding, heb ik u gezegd, In deze strijd, als het gaat over het rechtmatige koningschap, zal David niet te strijden hebben.
Dat woordje toen, zegt tegen u en mij dat God het gaat oplossen. Dat doet de Heere altijd hoor!


Tot zover een citaatje dat wel nuttig lijkt om even te overdenken.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Jantje
Berichten: 16185
Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com

Re: Meditatie

Bericht door Jantje »

Het naar boven halen van dit draadje bracht mij de meditatie in herinnering van afgelopen donderdag 26 september in het Reformatorisch Dagblad:
Het Reformatorisch Dagblad van donderdag 26 augustus 2019 schreef:Bethel

En hij noemde de naam derzelver plaats Bethel. (Genesis 28: 19a)

In het zuiden van Kanaän, in Berséba, staat een tent. Daarin woont Izak met zijn gezin. Maar het gaat niet goed in de tent. De twee kinderen zijn totaal verschillend. Ezau kiest voor een werelds leven. Met zijn broer Jakob, een kind van God, gaat het eigenlijk ook niet veel beter. De lieveling van moeder Rebekka valt in zonden. Hij bedriegt zijn vader en zijn broer om de eerstgeboortezegen te ontvangen.
Jakob moet vluchten. Hij gaat naar Haran, een reis van 850 kilometer. De rijke herderszoon vlucht met slechts een kruik olie en een staf. Vanbinnen ligt alles overhoop. Jakob kon niet op de Heere wachten en ging zelf aan het werk. Hij heeft het verknoeid voor de Heere. Zo vlucht de zoon van de belofte uit het land van de belofte, mét een zegen, maar zónder troost.
Na 85 kilometer bereikt hij het stadje Luz. De zon gaat onder en het wordt nacht. Jakob moet in de open lucht gaan slapen, met zijn hoofd op een steen. Daar ligt hij: met een verbeurde zegen, uitgewerkt, beschaamd en alles kwijt. Hij verwacht niets meer. In z’n ziel is het nog donkerder dan de nacht. Maar dan! In z’n slaap droomt hij. Hij ziet een ladder die uit de hemel komt en op de aarde is gesteld. Op de ladder klimmen engelen. Eerst gaan ze omhoog. Zij brengen de noden van Jakob bij God. Dan gaan ze naar beneden. De Heere heeft Jakob niet verstoten.
De ladder ziet op de Heere Jezus. Als Middelaar verbindt Hij de hemel en de aarde. Wat een wonder! Waar Jakob verdiend heeft om voor altijd gescheiden van God te blijven, wordt in deze ogenblikken Christus geopenbaard aan een vastgelopen, verloren en verdorven Adamskind. Uit Gods soeverein welbehagen wordt een weg gebaand. Niet te vroeg en niet te laat.
De Heere staat bovenaan de ladder en gaat spreken. Maar de Heere bestraft niet. Hij spreekt vriendelijk en openbaart maar liefst vier beloften van het genadeverbond aan Jakob. Wat blijkt ook hier dat God de getrouwe Verbondsgod is voor Zijn ontrouwe kinderen. Waarom toch? Zou het zijn om wat we lezen in Romeinen 9: 13: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb ik gehaat? Ezau ging om eigen schuld verloren. Jakob zou ook om eigen schuld verloren moeten gaan. Wat schittert hier het wonder van Gods verkiezende liefde in Christus. Jakob heb Ik liefgehad! Later zal Jakob zeggen: Ik ben geringer dan al deze weldadigheden en dan al deze trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt (Genesis 32: 10).
Hoe heeft Jakob deze nacht ervaren? Hij vreest en zegt: „Hoe vreselijk is deze plaats!” Als een onwaardige is hij vervuld met diepe eerbied en ontzag voor de Heere. Verwonderd zegt hij: „Gewisselijk is de Heere aan deze plaats en ik heb het niet geweten.” Zo trekt Jakob verder. Mét de troost van de verbondszegen, voor Jood en heiden en zo heel persoonlijk in het beloofde Zaad.
Bent u al Jakob voor God geworden? Is in uw zielsellende de poort van de hemel geopend? Hebt u met een geloofsoog op Jezus als Zaligmaker van uw zonden mogen blikken? Dan kent u de verwondering van Jakob die stamelde: „Dit is niet dan een huis Gods.” Dan mag u weten van een Bethel in uw leven. Drie-enig God, U zij al de eer! Mist u het nog? Bedel maar: Zo doe Hij ook aan mij.


Werkendam, ds. H.J. Agteresch
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2059
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Meditatie

Bericht door Arja »

Het zal geschieden ten tijde van de avond dat het licht blijft. Zacharia 14 vers 7

Vaak zien wij onze oude dag met bezorgdheid tegemoet en we vergeten dat het ten tijde van de avond licht blijft. Voor veel gelovigen is de ouderdom de beste tijd van hun leven. De lucht die de zeeman tegemoet waait, wordt zachter als hij dichter bij de kust van de eeuwigheid komt, de zee wordt stiller, en overal heerst een heilige rust. De schitterende vlammen van het vuur van de jeugd vind je niet meer op het altaar van de grijsaard, maar het werkelijke vuur van ernstige gevoelens blijft

In ‘De Christenreis’ van John Bunyan bereikten de pelgrims op zeker moment het land Beulah, een prachtig stuk land, waar het aardse leven hemels aandeed. In dat land vond je engelen, er waaide een hemelse koelte, er groeiden paradijselijke bloemen, en de lucht was er vol met de muziek van serafs. Sommige christenen wonen hier jaren, maar anderen bereiken dit land pas een paar uur voor hun dood. Het is een hof van Eden op aarde.

We mogen verlangend uitzien naar het moment waarop wij in dit schaduwrijke land zullen mogen rusten, en verzadigd zullen worden met de christelijke hoop. De ondergaande zon lijkt groter te zijn dan de zon die hoog aan de hemel staat, en prachtige stralen kleuren de wolken, die haar omringen. Het lijden verstoort de kalme rust van de ouderdom niet, want de kracht, die in zwakheid volbracht wordt, draagt dit met geduld. Op de tafel van de levensavond vinden we de rijpe vruchten van de ervaring. De ziel maakt zich klaar voor de rust. Gods kinderen zullen ook op het moment van hun sterven genieten van dit licht.

Het ongeloof klaagt dat de schaduwen vallen, dat de nacht komt en het leven bijna voorbij is. Maar het geloof roept uit: ‘O nee, de nacht is bijna voorbij, en de echte dag breekt aan! Het licht van de onsterfelijkheid, het licht van het gezicht van Vader is opgegaan.’Lieve oude vriend of vriendin, leg je voeten op het bed, zoals Jakob het deed. De poorten gaan open, de gouden straten blinken, zoals de steen jaspis. Wij bedekken onze ogen, maar jij ziet wat geen oog heeft aanschouwd. Vaarwel broeder, vaarwel zuster, je hebt ten tijde van de avond een licht, dat wij nog niet bezitten. (C.H.S.)
Gebruikersavatar
Terri
Berichten: 3952
Lid geworden op: 21 nov 2009, 20:53

Re: Meditatie

Bericht door Terri »

Arja schreef:Het zal geschieden ten tijde van de avond dat het licht blijft. Zacharia 14 vers 7

........ (C.H.S.)
Wat een bemoedigend stukje, je kan er soms zo mee geplaagd worden dat ouder worden enkel 'lijden' betekent....
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Ik zag dat er een stukje uit een biddagpreek van ds. van der Groe is geplaatst door eilander. Mij dacht het goed om de tekst geheel hier onverkort ter lezing weer te geven. Ik zou zeggen: Spant u een weinig in.
Over de tijd dat ds. van der Groe predikant was, kunnen we zeggen dat het een donkere tijd voor de kerk was. De zogenaamde Gouden Eeuw, waarin ook het Goud der Reformatie zo uitblonk in deze lage landen, was grotendeels verdonkerd. Er waren nog oprechte predikers, maar die behoorden in de tijd van ds. van der Groe al tot een minderheid. De preken van ds. van der Groe vielen dan ook op.
Maar de Kerk zou na het sterven van ds. van der Groe verder wegzinken. Er kwam een tijd dat de Dordtse Leerregels onbekend werden. Ze werden uit de psalmboeken geweerd. Nieuwe drukken hadden niet de Dordtse Leerregels achterin staan.
In 1784 was de strijd voor ds. van der Groe ten einde. Hij mocht ingaan in de eeuwige heerlijkheid. Vijftig jaar lang verviel de Kerk verder. Toen brak het jaar 1834 aan. Er gebeurde wat in het Groningse Ulrum. Er kwam een zeker opwaken van de Kerk. De Dordtse Leerregels werden weer gelezen en kregen opnieuw een plek achterin de psalmboekjes. De gebeurtenissen laten zien hoe ver Nederland van de Waarheid was vervreemd. Van koning tot onderdaan. Vijandchap kwam openbaar tegen de afgescheidenen. We weten ook van ds. L.G.C. Ledeboer, hoe hij de Vaderlandse Kerk niet kon verlaten. We zagen na de Afscheiding een zekere opbloei, na de neergang die in gang was gezet al voor de ambtsbediening van ds. van der Groe. Dit had zijn weerslag ook op de Vaderlandse Kerk.
Maar de vraag mag nu wel overdacht worden: Hoe staat het er nu voor in het Nederland van 2019
?

BIDDAGPREDIKATIE
OPENBARINGEN 3 : 10-11a
Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking,
die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. Zie, Ik kom haastelijk.


Ik beperk me tot de toepassing. Om het hier wat te bekorten hier een link om de gehele preek te lezen:
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... 10-11a.pdf


TOEPASSING.
Wanneer wij deze verhandelde belofte nu in dat rechte licht van het geloof eens mogen bezien als een belofte van Jehovah, de onveranderlijke God en van de eeuwige Zoon van God, Die uitroept, "en ziet, Ik leef in alle eeuwigheid", dan zullen wij daar ook recht door des Heeren genade voordeel voor onszelf mee kunnen doen!
Want dan zullen wij klaar bevinden, dat 't een staande of altijd durende belofte is voor de kerk van Jezus, dat Hij met alle gemeenten, of met alle bijzondere gelovigen, die 't prijselijk voorbeeld van die van Filadelfia navolgen in dergelijke gelegenheden, ook eveneens zal handelen en er ook dezelfde liefde, trouw en teerheid jegens zal gebruiken.
Wanneer wij op die gronden nu een ernstig onderzoek op onze eigen staat en toestand, en op die van land en kerk begeren te doen, en indien de Heere ons daartoe licht en genade mocht gelieven te geven, helaas, dan zullen wij met een diepe droefheid en schaamte moeten gewaar worden, wat een hemelhoog onderscheid er waarlijk gevonden wordt, tussen die vrome, zuivere en godvruchtige gemeente, en tussen ons en onze gemeenten hier in Nederland.

A. Want tot hen kon de Heere zeggen: "omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt".
Maar helaas, Tot ons moet Hij al een geheel andere taal voeren en zeggen, dat wij dat woord niet meer bewaard, maar schandelijk verloren en trouweloos nu vergeten, versmaad en verworpen hebben. Ach, dat is nu immers 't droevig geval van Nederlands kerk en van al onze gemeenten in 't algemeen. Is er iets, daar wij voor Christus aan schuldig staan, zo is 't dit, dat wij 't woord van Zijn lijdzaamheid niet bewaard hebben.

Die zuivere leer van het geloof, van het dierbare Evangelie, en van de lijdzaamheid van de heiligen, wordt bij ons helaas, nu bijkans niet meer gevonden. Maar die hebben wij reeds lang:
(1) Geheel versmaad en verworpen, zo niet zelfs openlijk als een snode en heilloze gruwelleer veroordeeld.
(2) Die leer wordt allerwege in land en kerk van ons Gereformeerde volk nu zeer versmaad, gehoond en gelasterd, ja als met voeten getreden.
(3) De belijders en voorstanders ervan worden gehaat, vervolgd en als snode ketters en dwaalgeesten bij 't onwetende volk uitgemaakt en met allerhande smadelijke lasternamen benoemd.

Men beklaagt de kerk dat zulke schrikkelijke dwalingen van een lijdzaam wachten, van een verzekerd geloof, enz. er nu in heersen, en dat sommige leraars daartoe 't volk verleiden. Die dan ook 't gehele land door met een zwarte kool getekend worden, als zeer schadelijke lieden in de kerk, ofschoon zij niet anders zoeken, dan maar die oude ware en vastgestelde Gereformeerde leer, en dat Goddelijk Woord der lijdzaamheid van die van Filadelfia onder ons te bewaren; ja indien men kon, men zou zodanigen niet langer dulden.
In plaats van deze zuivere leer van het geloof en van de lijdzaamheid, voert men nu een geheel andere leer in, die maar dient om 't ware geloof en alle lijdzaamheid van de Geest in de harten van de mensen geheel weg te nemen, en uit te blussen, een zuiver Remonstrants en Pelagiaans geloof.

Waarin:
1. niet God, of Christus, of de Heilige Geest, maar de mens zelf 't
alles alleen doet en werkt. De mensen zien en kennen hun zonden; zij zijn er ras bedroefd en gewond over; zij belijden en betreuren ze voor God.
Zij hongeren en dorsten aanstonds naar Christus, en zij geloven in Hem, en geven zich aan Hem over, zonder Zijn beloften of Evangelie eens recht te kennen. En zij menen dat hun staat goed is.
Wat er aan ontbreekt dat is allemaal een zwak geloof, dat op zijn tijd wel beter zal worden; zij bekeren zich en woelen en wurmen daar onder, en zij maken, zo zij 't maken, zij zijn haast Godzalig genoemd, en Christus heeft niet in grote mate over ze te klagen.
Ziet dit is nu bij ons 't christelijk geloof, daar eigen kracht en 's mensen werk en gerechtigheid, op een subtiele wijze, en onder een invloed van de gewone genade en gaven van de Geest, de gehele ziel en 't wezen alleen van is.

2. En omdat hier geen krachtdadig en Goddelijk werk van de wederbarende Geest aan 't hart nu kan ondervonden worden, om 't gemoed inwendig te verlichten, te vernieuwen, te heiligen en in God door Christus zalig te troosten en gerust te stellen, zo kan dan hier ook geen waarachtige hart-verzekering in zo'n
geloof zijn. Maar daar moet òf een valse verzekering, en loutere inbeelding en Satans bedrog ’t hart innemen, en gevangen houden; òf daar moet anders een eeuwigdurende Paapse en Pelagiaanse twijfel in de harten van zulke gelovigen heersen, waarmee zij naar de eeuwigheid kunnen gaan.

3. Maar omdat nu 't oude aangenomen en vastgestelde Gereformeerde geloof, volgens Gods Woord, een geloof van Goddelijke en heilige troost, en verzekerdheid is, dat die verzekerdheid tot een wezenlijke eigenschap, of ten minste tot een wezenlijk en geheel onafscheidelijk gevolg heeft, zo heeft men daar al evenwel ook raad toe gevonden, met dat zo te draaien, dat 't oude Gereformeerde geloof alzo hoog en stijf gesteld is tegen de Papisten, en hun volstrekte twijfel, en dat daarmee niet 't zuivere en eigenlijke wezen, maar alleen 't welwezen van het geloof door uitgedrukt en bepaald is; dat maar van de minste of van zeer weinige gelovigen, zo in die hoge trap en mate bezeten wordt.

Nu arbeidt men maar alleen bij alle gelegenheid om dit de lieden wel terdege in te scherpen, en om die zwakke en sukkelende zielen te ondersteunen en op te beuren, en ze hun staat toch goed te doen vasthouden. Ja 't is haast of dit nu maar 't enige werk, en 't gehele Evangelie bij ons geworden is.

4. Op die kurk drijven nu de zielen daar zo heen. En omdat nu de Geest in hen niet meer werken kan, omdat een ieder rijk en verrijkt is, en geens dings gebrek heeft, daarom vindt men nu ook niet bij hen die heilige lijdzaamheid van het geloof, daar wij van gehandeld hebben, maar al de mens zijn eigen kracht, en werken en woelen. Zij doen 't nu helaas, alles zelf, dat Christus door Zijn Geest in ons moet doen.
En zo liggen doorgaans nu de bekeringen van de mensen, daar men nu zo druk bij ons van hoort spreken.

5. En omdat Christus of de Geest van het Evangelie nu niet meer kunnen werken, zo houdt nu ook noodzakelijk de ware heiligheid en Godzaligheid bij ons op. En daar komt een zeer droevig, geesteloos, lauw, dodig, hoogmoedig, geveinsd, formalistisch en sleurachtig christendom onder ons, 't welk, naar dat van 't oude volk van Filadelfia, als licht en duisternis, leven en dood op elkaar gelijken, enz. Ja, hieruit ontstaan ook al verder die rampzalige verdorvenheid en goddeloosheid, en dat diep verval van land en
kerk, daar wij in 't morgenuur van gehandeld hebben: alsmede die zware toorn en grimmigheid, en al die rechtvaardige oordelen van God, die ons nu zo droevig drukken. Want dit is altijd een gevolg, als de Geest des Heeren, en de zuivere leer van het Evangelie een volk en land nu geheel gaan verlaten.
En belangende nu de ware christenen en gelovigen onder ons, die nog iets van 't Woord van Christus' lijdzaamheid bewaard hebben, daar moet ik helaas, nu maar een enige droevige zaak van zeggen!

Ja, een zaak, die zeer en uitermate droevig is, en die een zeker voorspel en aanduiding, in de gewone weg des Heeren is van de aanstaande ondergang van ons land en kerk: te weten, dat dezen 't Woord van Christus' lijdzaamheid nu maar meest alleen bewaren boven in hun verstand en oordeel, en denkbeelden; en niet meer, gelijk de gelovigen van Filadelfia, beneden en binnen in hun harten.

O, dat Woord der lijdzaamheid, de zuivere Evangelieleer ligt daar nu als vooraan de deur van 't huis, en niet meer in de binnenkamer van 't hart.
Daarom zal de Satan, (zo er niet haastelijk een genadige uitstorting van de Geest Gods in onze harten komt, daar weinig hoop nu toe is) ook wel haast komen en 't Evangelie geheel uit de huizen halen, en het ver van ons wegbrengen. Hier, hier is de ware bron en springader van al de ellenden en geesteloosheid van 't ware Christendom onder ons. O, nare en droevige staat!

B. Wat meent u, mijn vrienden, dat de rechtvaardige God geen zware bezoekingen zal doen over deze snode verachting en versmading van Zijn heilig Evangelie, en van Zijn Goddelijk Woord der lijdzaamheid hier onder ons?
(1) O, dat toont Hij reeds wel anders met Zijn zware twist tegen ons en alle inwoners van het land.
Voorzeker, noch de zonden, noch de oordelen van God, zouden nu tot zo'n hoogte niet zijn opgesteigerd; 't zou er met ons land en kerk, zo droevig, naar, vervallen en ellendig aan alle kanten nu niet uitzien; indien 't waarachtig waar was, dat wij de leer van het Evangelie nu beter leerden en verstonden, dan onze verachte voorvaderen in de oude tijd.
Ach! Neen, onze zaken zouden voorzeker zo dodelijk niet te gronde gaan, als de Heere met Zijn heilig licht en waarheid en Woord, nog zodanig bij ons was, en met Zijn tabernakel nog zo bij ons woonde. Dat zou een weg van God zijn, zoals ons in de gehele Bijbel nergens geleerd wordt.
(2) Maar de tijd, de tijd zal 't ons wel ras bekend maken, wat er waarlijk van deze zaak is!

O, de Heere, de Heere der heirscharen is nu reeds op weg, en Hij zal ook wel haastelijk komen, om Zelf aan ons, en aan geheel Nederlands volk te leren, dat wij Zijn Woord der lijdzaamheid niet bewaard, maar geheel verloren en weggeworpen hebben. Alles wordt er hier bij ons reeds toe bereid en gereed gemaakt tot een zware ure der verzoeking, die over 't gehele land, ja, over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken allen, die op de aarde wonen. Dat uur, die schrikkelijke en geduchte ure zal komen, en zal niet achterblijven, waarin de Heere Jezus zelf de zaak van Zijn versmaad evangelie, en het verachte Woord Zijner lijdzaamheid, tegen een huichelachtige kerk, en overheid, en priesterdom betwisten en bepleiten zal.

Hier mogen Zijn arme en getrouwe knechten en kinderen, die ook nog iets in hun harten bewaard hebben van de Geest van Filadelfia, wel gerust en met gebogenheid en lijdzaamheid van hun zielen nu voorts gelovig op wachten. Ik zal hier niet zeer profetisch voor u handelen, omdat ik weet, dat ik haast bij niemand enig geloof zou vinden. Maar ik zal alleen maar deze drie dingen kort daarvan nu tot ulieden zeggen, in de Naam van de Heere Jezus.

(1) Dat Hij nog leeft, en gisteren en heden, en in der eeuwigheid Dezelfde is, en om Zijn kerk nu nog uit te storten de beker van Zijn grimmigheid; en om ze als zilver door een heet vuur van Zijn heilige ijver te louteren; en om over hen te brengen al de plagen en oordelen, die Hij ooit tevoren over afvallige en geveinsde kerken en volken gebracht heeft.
(2) Dat het uur van de verzoeking hier in Nederland, die komen zal, zeer zwaar en groot zal zijn, en in evenredigheid gebracht met onze zeer zware schuld voor de Heere; want Hij zal in gerechtigheid met ons handelen en richten. Ja, dat 't ook een zeer aanbiddelijke en wonderlijke verzoeking van de Heere zal zijn, daar de wijsheid van de wijzen over zal vergaan, en 't verstand van de verstandigen zich over zal verbergen; want de Heere heeft gezegd, "ziet, Ik zal voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en wonderbaarlijk", Jesaja 29:14.
O, het zal een geheel heilig en wonderlijk oordeel van Christus zijn, kerk en volk van Nederland, dat over u komen zal!
(3) En eindelijk dat de Heere Jezus ook haastelijk zal komen. Het zal niet heel lang meer lijden of aanlopen.
Nochtans zo ik arme, onwaardige man, genade in zijn ogen gevonden heb, zo heeft hij mij onlangs hier, in uw tegenwoordigheid, op deze predikstoel Zelf verzekerd, dat Hij mijn geringe persoon uit die ure der grote verzoeking genadig zal bewaren, en dat mijn treurige ogen de gehele ondergang en verderf van Nederlands kerk niet aanschouwen zullen, maar dat ik dan in de eeuwige rust bij mijn Heere zal zijn, als dat gebeurt. Nochtans weet ik in Christus, en ik hoop door Zijn genade er eens op naar de eeuwigheid te gaan, dat de Heere van dit uur der verzoeking ook heeft gesproken en gezegd: "Ziet, Ik kom haastelijk".

C. Nu, mijn vrienden, zal ik Christus' last op deze dag haast volvoerd hebben. Want ik heb ulieden nog maar enige weinige en korte vermaningen, met een belofte van Zijnentwege te doen.
1. Gij goddelozen, gij gerusten, gij blinden en geveinsden, gij half bekeerden, gij sleur- en blote naamchristenen! U allen gezamenlijk moet ik zeggen:
(a) Dat de Heere Jezus ook uw werken weet.
(b) Dat Hij geen aasje waarachtig geloof of lijdzaamheid van de heiligen nog in u vindt.
(c) Dat u een vreselijke uur der verzoeking van Hem zult hebben, tot uw tijdelijk en eeuwig verderf, als u zich niet eens haastelijk en in waarheid tot Hem bekeert en Hem oprecht gelovig om Zijn genade en Geest wilt bidden.
(d) Dat de tijd van uw verdraagzaamheid en bekering zeer kort zal zijn, en dat u of eens zonder uitstel 't woord van Zijn lijdzaamheid zult moeten leren bewaren, of dat Christus anders eens al Zijn geduld en lijdzaamheid omtrent u voor eeuwig geheel zal afleggen; want Hij roept ook tot u allen: "ziet Ik kom haastelijk".

2. Gij bekommerden en ontwaakten, die nog zonder genade en zonder vrede wandelt in uw gewetens, omdat u die nog niet hebt willen laten reinigen in 't bloed van Christus. Ik moet u nu nog maar dit ene Woord van de Heere zeggen, dat Hij al zo lang en al zo vele jaren naar uw bekering gewacht, en groot geduld en lijdzaamheid met u geoefend; dat, indien u nog langer in uw zonden in de wereld, en in uw ongeloof en valse hoop en vertrouwen wilt blijven leven,
(1) de Heere dan eens voor altijd van u zal heengaan.
(2) Dat Hij 't eeuwig duister voor u zal maken.
(3) Dat u Hem dan overal zult zoeken, maar niet zult vinden, en dat u ook met de dwaze maagden niet zult kunnen ingaan, als u zult winnen, en als u zult roepen, "doet ons open, Heere, doet ons open!"
Daarom, omdat u de tijd van uw genadige bezoeking veracht hebt, en niet hebt willen bekeerd worden, als Christus u bekeren wilde.

3. Ik zie hier geen grote heren, of aanzienlijke personen van het land, of kerkelijke mannen in dit huis van mijn God, daar ik een woord van Christus aan zou leggen. En daarom zal ik mijn laatste vermaning nu richten tot u, volk van God, geroepen heiligen en gelovigen! Ik heb u met mijn vermoeide geest nu maar dit enige woord van de Heere Jezus toe te roepen. O, Hij Zelf drukke 't door Zijn Geest op uw harten, en op mijn arm hart!
Maar dit heb Ik tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten. Ziet dan, vanwaar u uitgevallen bent, en bekeert u, en doet de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastelijk bijkomen, en uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert.
Dit zegt de Amen en waarachtige Getuige van de Allerhoogste God.

4. Nu zal ik alles besluiten en mijn aanspraak aan u op deze dag afbreken met Christus' dierbare beloften, die Hij hier nu in 't openbaar door mijn mond zal doen, en ook zal houden tot in eeuwigheid.
En dit is Zijn genadige en gezegende belofte, dat Hij in de grote ure van de verzoeking, die over Nederland, en over de gehele wereld komen zal, bewaring en teerheid zal oefenen over al Zijn ware volk en kinderen, naardat Hij bij hen vinden zal van de Geest, en van 't geloof van die van Filadelfia. De Heere verzegele nu dit boek, totdat het zal geopend en geopenbaard worden in 't volgende geslacht, dat zal leven, als al die dingen zullen geschieden! Amen!

Gepredikt te Kralingen in de namiddag op de 25e maart, 1750.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Arja
Berichten: 2059
Lid geworden op: 30 mei 2019, 15:57
Locatie: Provincie Utrecht
Contacteer:

Re: Meditatie

Bericht door Arja »

Maar David zei in zijn hart: Ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden. 1 Samuël 27 vers 1

De gedachte die in Davids hart opkwam, was een verkeerde gedachte. Hij had geen reden om te denken dat de zalving die God hem door Samuël gegeven had, een lege of onbetekenende handeling zou zijn geweest. De Heere had hem in geen enkele situatie verlaten; David was al vaak in gevaarlijke omstandigheden geweest, maar hij werd altijd door Goddelijke tussenkomst gered. Zijn beproevingen waren heel verschillend van aard en zij hadden vele vormen. Maar Hij Die de beproevingen stuurde, gaf er ook steeds weer genadig een uitweg bij. Er was geen enkele situatie in zijn dagboek waar David de vinger bij kon leggen en kon zeggen: ‘Hier heb ik er het bewijs van dat de Heere mij verlaten heeft.’ Zijn hele leven getuigde tegen deze gedachte. En uit alles wat God al voor hem gedaan had, moest hij de conclusie trekken dat God ook nu Zijn Beschermer zou zijn. Twijfelen wij niet op precies dezelfde manier aan Gods hulp? Is dit geen wantrouwen zonder reden? Hadden wij ooit de minste reden om aan de goedheid van onze Vader te twijfelen? Waren Zijn goedertierenheden niet bijzonder? Heeft Hij ons vertrouwen ooit beschaamd? O nee, God heeft ons nooit verlaten. Wij hebben donkere nachten gekend, maar de ster van de liefde blonk in de duisternis. Wij voerden een zware strijd, maar God hield het schild van de bescherming boven ons hoofd. Wij leden veel beproevingen, en toch werkten zij niet in ons nadeel, maar in ons voordeel. De conclusie die wij uit onze vroegere ervaringen kunnen trekken, is dat Hij Die je in zes benauwdheden gered heeft, je in de zevende niet zal verlaten. Wat wij van onze trouwe God hebben leren kennen, laat ons zien dat Hij ons tot het einde toe bewaren zal. Laten we daarom geen argumenten zoeken die tegen de waarheid zijn. Hoe kunnen we zo onedel zijn door aan God te twijfelen? Heere, werp de Izébel van ons ongeloof terneer, en laat zij door de honden verslonden worden!

Bron: https://charlesspurgeon.nl/
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

Om over na te denken.
Ter meditetatie, nog onverminderd actueel.

Kanselboodschap
Namens de Generale Synode van onze Gereformeerde Gemeente wordt u de volgende kanselboodschap voorgelezen:


Geliefde gemeente,
Ons past diepe verootmoediging vanwege de algemene verachting van Gods geboden en de vele uitbrekende zonden. Hier past het woord uit de dagen van de profeet Hosea: ‘Hoort des HEEREN woord, gij kinderen Israëls; want de HEERE heeft een twist met de inwoners des lands, omdat er geen trouw, noch weldadigheid, noch kennis Gods in het land is, maar vloeken en liegen, en doodslaan, en stelen, en overspel doen; zij breken door, en bloedschulden raken aan bloedschulden’(Hos. 4:1-2). Er is in onze gemeenten, dankzij Gods goedheid nog sprake van Gods werk in de harten van zondaren. Ook wordt er onder ons nog liefde gevonden tot Gods inzettingen. Tegelijkertijd leven wij in een geseculariseerde samenleving, waarin de boodschap van het evangelie door velen niet meer begrepen wordt. Gods geboden in ons land met voeten getreden. Gods naam wordt allerwege gelasterd. De zondag wordt in toenemende mate ontheiligd. De gezagsverhoudingen worden ondermijnd. De huwelijkstrouw wordt veracht. De Bijbelse grenzen op seksueel gebied worden gebroken. Het onderscheid tussen man en vrouw in kleding en gedrag wordt uitgewist. Ongeboren levens in de moederschoot worden gedood. De vader der leugen wordt geloofd als men Gods inzettingen kwaad noemt en de losbandigheid prijst. Zondige begeerten worden massaal aangejaagd door publieke reclame-uitingen. Bij dat alles worden onze zonden bevorderd door een onbegrensd gebruik van allerlei media.

Door de open structuur van het maatschappelijke leven dringen deze zaken steeds meer door in onze gemeenten. Ze beïnvloeden ons denken bedreigen het gezinsleven en brengen de wereldgelijkvormigheid in de kerk. Wij bedroeven Gods Geest als wij daarin meegaan. De apostel Paulus roept ons op niet aan deze wereld gelijkvormig te worden, maar veranderd te worden door de vernieuwing van ons gemoed. De zonde zit immers in ons eigen hart. Ons hart is de bron van het kwaad. De satan richt zijn pijlen op ouderen, maar zeker op onze jongeren, om hen af te trekken van God en van Zijn dienst. Als Gods Geest zich terugtrekt vanwege onze zonden, dan gaat de vreze des Heeren steeds meer ontbreken in het persoonlijke leven, en ook in het ambtelijke leven. Dan wordt de schriftuurlijke-bevindelijke prediking steeds meer uitgehold, en daaraan verbonden ook het pastoraat en de catechese, en dan gaat een werkelijke christelijke opvoeding steeds meer ontbreken. Dan wordt ook niet meer gehoord hoe de Heere Zijn genadewerk verheerlijkt in zondaarsharten. We hebben te belijden dat deze zaken steeds meer werkelijkheid worden en dat de schuld bij ons ligt.

Het is om die reden dat de Generale Synode alle gemeenten oproept om deze dag te houden als een dag van zelfonderzoek, ootmoedige schuldbelijdenis en van ootmoedige zelfonderzoek, ootmoedige schuldbelijdenis en van ootmoedige smeekgebed tot de Heere om de werking van de Heilige Geest. Alleen die Geest kan de ware verbrokenheid en verslagenheid werken in onze harten. Alleen een opwekking door Gods Geest, gepaard gaande met overtuiging van zonde, boetvaardigheid en geloof in Christus en liefde tot Gods geboden, kan onze gemeenten behoeden voor de grote afval, die allerwege dreigt.

De hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen, en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat Hij niet zou kunnen horen. Het zijn echter onze ongerechtigheden, die scheiding maken tussen Gods en ons. Door onze persoonlijke en ambtelijke zonden worden de krachtige werking van Gods Geest tegengestaan. Laten we ons deze dag in boete en berouw met vasten verootmoedigen en God smeken om uit vrije goedheid zijn Geest te zenden in onze dorre doodsbeenderen en nieuw leven te wekken in ons en in onze kinderen, opdat hij Zijn kandelaar niet van ons wegneme. Laat ons daarom met Jeremia bidden:
‘Heere bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn; vernieuw onze dagen als vanouds’ (Klaagl. 5:21).
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

De ontwikkeling van de Autonome mens
(Gedeelt uit de Dankdagavondpreek van ds. A. Verschuure)

Ik heb u vanavond vijf dingen genoemd die ons Deputaatschap van de Hoge Overheid via onze scribea onze kerkenraden heeft toegezonden. En ik geloof dat dat vijf dingen waren waar eigenlijk in doorklonk: Nederland wordt rijp… om God te gaan ontmoeten. Nederland wordt rijp, dat de Heere langzaam, maar zeker, afscheid gaat nemen van ons vaderland. En natuurlijk, als je er eens over denkt hoeveel mensen er vanavond in Nederland nog in een kerk zitten op een Dankdagavond. Er zijn misschien weinig of geen landen in Europa waar er nog zoveel mensen op een Dankdag in de kerk zitten. Dat is de ene kant, maar aan de andere kant, gemeente, als je nadenkt over de praktijken van abortus, van euthanasie… Het heeft me persoonlijk best wel geschokt ook, dat in een van de bladen die toch onder ons wel ook wel gelezen wordt, er toch ook eigenlijk wel gesproken werd over de bevruchting buiten het lichaam. Op een dusdanige mogelijkheid die toch zomaar de gezinnen werd binnengedragen. En ik wil daar niet veroordelend over spreken, maar wel mijn zorg over uitspreken. Want eigenlijk is altijd gezegd dat wij ons daar verre van moeten houden. Want je ziet, dat die ontwikkeling van de autonome mens, die zelf wil beslissen in ons land heel langzaam binnensijpelt in de kerk. Als het over de vrijheid van onderwijs gaat… U weet dat we ook in de identiteisraad van de Van Lodensteyn zitten en ook het Hoornbeekcollege. Als ik hoor van die twee mensen die daar leiding geven, als ik die mannen regelmatig hoor en spreek, aan een zijden draad hangt ons reformatorisch onderwijs. En er hoeft echt niet zo heel veel te gebeuren, en in een wisseling van regering, dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat dat artikel 23, dat voor ons van zoveel waarde is, weg wordt geschrapt uit onze wet, en dat we de situatie van de Amerikaanse en Canadese gemeenten gaan krijgen. En wat zal dan onze beslissing zijn? Zullen we dan geld over hebben, misschien wel ten koste van onze vakanties en onze auto’s… zullen we dan geld over hebben voor reformatorisch onderwijs? Of zullen we dan meegesleept worden, en ons ook daarin rijp gaan maken voor het oordeel? Voelt u dat er over die paar woorden, over die genderideologie wil ik verder eigenlijk maar niet uitweiden. Maar voelt u dat we in de paar dingen die we nu genoemd hebben, dat Nederland zich rijp maakt, dat de laatste resten van een gekerstende natie, dat is een natie, jongelui, die christelijk geworden is, dat daar de laatste restjes daar stilletjes gaan verdwijnen. En hoe is het nu in de kerk, gemeente, hoe is het nu in de kerk? En hoeveel doen u en ik, wij samen eigenlijk maar hinken op twee gedachten? Natuurlijk we dienen de Heere en we lezen de Bijbel en we komen naar de kerk. En als we die tien geboden eens langslopen in het luisteren naar Gods stem, in het buigen onder het gezag. Zijn er ook in de kerk niet (en dat is ook een rijp maken) , die ketelachtig zijn van gehoor. En dat is echt niet alleen in de Randstad, misschien wel wat meer als op de Veluwe of in Zeeland, maar ook daar is het dat de mensen zo ketelachtig zijn van gehoor, en dat ze eigenlijk leraars willen opgaderen die naar hun eigen zin zijn. Dat is ook rijp maken! Dat is rijp maken voor het oordeel.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Zonnebloem
Berichten: 268
Lid geworden op: 11 jun 2019, 09:52

Re: Meditatie

Bericht door Zonnebloem »

-DIA- schreef:De ontwikkeling van de Autonome mens
(Gedeelt uit de Dankdagavondpreek van ds. A. Verschuure)

Ik heb u vanavond vijf dingen genoemd die ons Deputaatschap van de Hoge Overheid via onze scribea onze kerkenraden heeft toegezonden. En ik geloof dat dat vijf dingen waren waar eigenlijk in doorklonk: Nederland wordt rijp… om God te gaan ontmoeten. Nederland wordt rijp, dat de Heere langzaam, maar zeker, afscheid gaat nemen van ons vaderland. En natuurlijk, als je er eens over denkt hoeveel mensen er vanavond in Nederland nog in een kerk zitten op een Dankdagavond. Er zijn misschien weinig of geen landen in Europa waar er nog zoveel mensen op een Dankdag in de kerk zitten. Dat is de ene kant, maar aan de andere kant, gemeente, als je nadenkt over de praktijken van abortus, van euthanasie… Het heeft me persoonlijk best wel geschokt ook, dat in een van de bladen die toch onder ons wel ook wel gelezen wordt, er toch ook eigenlijk wel gesproken werd over de bevruchting buiten het lichaam. Op een dusdanige mogelijkheid die toch zomaar de gezinnen werd binnengedragen. En ik wil daar niet veroordelend over spreken, maar wel mijn zorg over uitspreken. Want eigenlijk is altijd gezegd dat wij ons daar verre van moeten houden. Want je ziet, dat die ontwikkeling van de autonome mens, die zelf wil beslissen in ons land heel langzaam binnensijpelt in de kerk. Als het over de vrijheid van onderwijs gaat… U weet dat we ook in de identiteisraad van de Van Lodensteyn zitten en ook het Hoornbeekcollege. Als ik hoor van die twee mensen die daar leiding geven, als ik die mannen regelmatig hoor en spreek, aan een zijden draad hangt ons reformatorisch onderwijs. En er hoeft echt niet zo heel veel te gebeuren, en in een wisseling van regering, dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat dat artikel 23, dat voor ons van zoveel waarde is, weg wordt geschrapt uit onze wet, en dat we de situatie van de Amerikaanse en Canadese gemeenten gaan krijgen. En wat zal dan onze beslissing zijn? Zullen we dan geld over hebben, misschien wel ten koste van onze vakanties en onze auto’s… zullen we dan geld over hebben voor reformatorisch onderwijs? Of zullen we dan meegesleept worden, en ons ook daarin rijp gaan maken voor het oordeel? Voelt u dat er over die paar woorden, over die genderideologie wil ik verder eigenlijk maar niet uitweiden. Maar voelt u dat we in de paar dingen die we nu genoemd hebben, dat Nederland zich rijp maakt, dat de laatste resten van een gekerstende natie, dat is een natie, jongelui, die christelijk geworden is, dat daar de laatste restjes daar stilletjes gaan verdwijnen. En hoe is het nu in de kerk, gemeente, hoe is het nu in de kerk? En hoeveel doen u en ik, wij samen eigenlijk maar hinken op twee gedachten? Natuurlijk we dienen de Heere en we lezen de Bijbel en we komen naar de kerk. En als we die tien geboden eens langslopen in het luisteren naar Gods stem, in het buigen onder het gezag. Zijn er ook in de kerk niet (en dat is ook een rijp maken) , die ketelachtig zijn van gehoor. En dat is echt niet alleen in de Randstad, misschien wel wat meer als op de Veluwe of in Zeeland, maar ook daar is het dat de mensen zo ketelachtig zijn van gehoor, en dat ze eigenlijk leraars willen opgaderen die naar hun eigen zin zijn. Dat is ook rijp maken! Dat is rijp maken voor het oordeel.
Ketelachtig? Wat is dat?
GGotK
Berichten: 2181
Lid geworden op: 28 mar 2018, 22:41

Re: Meditatie

Bericht door GGotK »

Dia bedoelt kittelachtig.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Meditatie

Bericht door -DIA- »

GGotK schreef:Dia bedoelt kittelachtig.
Ketelachtig en kittelachtig zijn synoniemen. Ik denk dat het ene woord misschien ouder is dan het andere.
Kort gezegd, mensen zijn licht geraakt, kriegel, prikkelbaar, kribbig, wrevelig, snel boos worden, zich niet laten gezeggen, maar gaan hun eigen gang, en willen niet gewaarschuwd zijn. Ik denk dat de definitie zo wel ruim benoemd is.
Dat is de mens zoals die zich aan het einde der eeuwen zich openbaart.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
GGotK
Berichten: 2181
Lid geworden op: 28 mar 2018, 22:41

Re: Meditatie

Bericht door GGotK »

-DIA- schreef:
GGotK schreef:Dia bedoelt kittelachtig.
Ketelachtig en kittelachtig zijn synoniemen. Ik denk dat het ene woord misschien ouder is dan het andere.
Kort gezegd, mensen zijn licht geraakt, kriegel, prikkelbaar, kribbig, wrevelig, snel boos worden, zich niet laten gezeggen, maar gaan hun eigen gang, en willen niet gewaarschuwd zijn. Ik denk dat de definitie zo wel ruim benoemd is.
Dat is de mens zoals die zich aan het einde der eeuwen zich openbaart.
Ok, weer wat geleerd. In de SV staat trouwens kittelachtig.
Plaats reactie