George Whitefield
Intro
En het geschiedde, toen een grote menigte van duizenden luisteraars in de openlucht bijeen was gekomen, dat een trompettist met zijn trompet dicht bij de preekstoel van de predikant was gaan staan. De muzikant was van plan om hem het spreken onmogelijk te maken. Maar wat gebeurde er? Het gedrang van de verzamelde menigte om zo goed mogelijk de predikant te horen, was zo groot dat de trompettist zijn armen onmogelijk kon opheffen om op de trompet te blazen. Echter, de invloed van de gehoorde preek was zo groot, dat men de hevig geëmotioneerde man weg moest dragen. Na de dienst bezocht de predikant deze man en hij bekende volledig wat zijn plan was geweest. In plaats dat hij de preek had ‘geraakt’, had de preek hem geraakt. Wie was deze dienstknecht van God? Het was George Whitefield. De Friese reveilpredikant J.J. Knap noemde hem: ‘Godvrezend, ijverig, welsprekend, zelfverloochenend en een goed krijgsknecht van Christus.’
Biografie
George Whitefield werd geboren op zondag 16 december 1714 in Gloucester (Engeland). Hij was het zevende of jongste kind in het gezin van moeder Edwards en vader Whitefield (herbergier). Toen George twee jaar werd, stierf zijn jonge vader. Zes jaar later hertrouwde zijn moeder, maar dat huwelijk liep op een scheiding uit. Onderwijs ontving George op de Cryptschool in Gloucester. Tijdens zijn schoolperiode las hij veel toneelstukken. Vaak spijbelde hij om ergens toneel te gaan spelen. In zijn latere leven veroordeelde Whitefield het theater, maar enige vaardigheden die hij had geleerd, zou hij in de toekomst in zijn preken gebruiken. Vervolgens werd hij student op de universiteit te Oxford. Zijn studiegeld verdiende hij door andere studenten te helpen. Hier sloot hij zich aan bij de ‘Holy Club’ van de gebroeders Wesley. In een weg van bange, geestelijke worstelingen, vasten en bidden, werd hij tot God bekeerd en ontving hij het zaligmakend geloof in de Heere Jezus Christus tot vergeving van zonden. Over zijn eertijds schreef hij: ‘In mijn jeugd waren de volgende zonden aanwezig: liegen, vloeken, stelen, sabbatsschenden, kaartspelen, onreinheid en het lezen van slechte boeken.’ In 1736 rondde Whitefield met succes zijn universitaire studie in Oxford af en werd hij tot geestelijke geordend in de Anglicaanse Kerk. In zijn hart was het verlangen gewekt om zendeling/ evangelist te worden. Hij had de Bijbel met nieuwe ogen leren lezen. Gods Woord had voor hem meer waarde gekregen dan de inhoud van alle andere boeken.
Predikant
Dat iemand van eenvoudige afkomst en met zo’n moeilijke en zondige jeugd, na zijn overlijden door kranten en de dichter T. Cowper ‘het wonder van de eeuw’ genoemd zou worden, is puur Gods werk. Ds. August Toplady herinnerde zich hem als ‘de apostel van het Britse rijk’. Whitefield hield zijn eerste preek, hij was toen 21 jaar, te Glousester in de Cryptkerk, waarin hij was gedoopt. De tekst was Prediker 4:9: ‘Twee zijn beter dan één.’ Nu werd ook zijn krachtige, welluidende stem bekend die door de onwederstandelijke werking van de Heilige Geest veel harten zou raken, zodat ze tot God werden bekeerd. Whitefield las boeken van Boston, Calvijn, Erskines, Fisher, Flavel, Luther en à Kempis. In 1738 ging hij voor het eerst naar Amerika. Een jaar later was hij terug in zijn vaderland. Maar nu werden de kansels van de kerk voor hem gesloten, zodat hij gedwongen werd in de openlucht te preken. De eerste keer gebeurde dat in Kingswood voor eenvoudige, ongeletterde mijnwerkers, waarvan velen dit nooit zijn vergeten.
De gehuwde, maar kinderloze Whitefield heeft hierna een zeer arbeidzaam leven gehad. Hij maakte reizen naar Amerika (7x), waar hij soms een gehoor had van 30.000 mensen, Gibraltar, Ierland, Nederland (Rotterdam - juni 1762), en Schotland.
Men schat dat hij 18.000 preken heeft gehouden met een gehoor van tien miljoen luisteraars. Zijn laatste preek, die hij met een ernstig ziek lichaam hield, was op zaterdag 29 september 1770 over 2 Korinthe 13:5: ‘Onderzoekt uzelven of gij in het geloof zijt …’ Een dag later stierf Whitefield na een leven van strijd en nood, om over te gaan in het land van vrede en rust. Dit gebeurde in Newsburyport (Amerika), waar hij ook werd begraven.
Enkele preekfragmenten:
Waarschuwing
‘Een onbekeerde dienaar kan, al spreekt hij de taal van engelen, slechts een luidend metaal zijn voor hen die geoefend zijn om geestelijke zaken te onderscheiden. Hij kan over Christus spreken en dat uit de boeken bewijzen, maar hij kan niet spreken in betoning des Geestes. Saulus predikte Christus niet voor hij hem kende. Geliefden. Eerlijk wil ik met uw zielen handelen. Sommigen vinden dat ik te ver ga. Maar als u voor Gods rechterstoel komt, zult u ervaren, dat wat ik zeg de waarheid is: hetzij tot uw eeuwige troost of tot uw eeuwige verdoemenis.’
In een tijd van geestelijke onverschilligheid, oppervlakkigheid en doodsheid plantte Whitefield, maakten anderen nat en gaf God de wasdom.
Hemel
Eens preekte Whitefield over de eeuwigheid. Plotsklaps stopte hij, keek om zich heen en riep: ‘Luister! Ik meen de hemelingen hun eeuwigdurende halleluja’s te horen zingen. Zij gebruiken hun dagen in de eeuwigheid om voortdurend hun vreugdevolle overwinningsliederen te laten weerklinken. En u, mijn broeders, verlangt u ook om zich met dit hemelse koor te verenigen?’
Appel
‘Ik heb u allen de vreselijke gevolgen van de zonde voorgesteld. Zie dan toe voor uzelf. Indien u zich niet bekeert, zal uw bloed op uw hoofd zijn. Veracht de genade niet die u om niet wordt aangeboden, en bekeer u van uw boze werken. Waarom? Wel, in de oordeelsdag zullen wij elkaar weer ontmoeten, en wee u, indien u op zo’n grote zaligheid geen acht hebt gegeven. Ik zal vrij zijn van uw bloed, want ik heb u de genade van Christus gepredikt. En ik heb u toegeroepen: Bekeert u, bekeert u, want waarom zou u verloren gaan! Heere Jezus! Open hun hart, opdat zij U mogen ontvangen! Bekeer hen, dan zullen zij bekeerd zijn! Drie-enige God, schenk ons te weten, gewassen te zijn in Uw bloed. Om eeuwig bij U te zijn tot lof van Uw grote Naam. Amen.’
Eenheid
‘Vader Abraham, wie zijn daar bij u in de hemel? Misschien anglicanen?’ ‘Nee.’ ‘Misschien presbyterianen?’ ‘Nee.’ ‘Zijn er misschien independenten of afgescheidenen?’ ‘Nee.’ ‘Zijn er misschien methodisten bij u, of anderen?’ ‘Nee, nee, nee.’ ‘Wie zijn er wel?’ ‘Allen die hier zijn, zijn christenen die overwonnen hebben door het bloed van het Lam.’ ‘O, is dat het geval? Dan moge God ons allen helpen om partijnamen te vergeten, en om christenen te worden in woord en daad!’
Opvoeding
‘Ouders kunnen nooit goed hun kinderen opvoeden, als ze er niet van overtuigd zijn dat ze van nature een zondig hart hebben. Als ouders ervan overtuigd waren dat hun kinderen een boos hart hebben, zouden ze er geen gewoonte van maken om hen naar theaters en danspartijen te laten gaan. En als ze ernstig rekening houden met de erfzonde, dan zouden ze meer tot God roepen, als ze hun kinderen laten dopen. Nu is het vaak een dode vorm.’
Tot slot
Zelfs J.C. Philpot en W. Huntington hadden grote achting voor Whitefield, mede omdat hij preekte in de lijn der puriteinen: de bekering tot God en het geloof in de Heere Jezus Christus. Het door hem gestichte weeshuis (school) ‘Bethesda’ bestaat nog. J. Edwards en J. Newton waren zijn vrienden. De laatste hield een herdenkingsrede over Johannes 5:35, waarin hij zei: ‘Whitefield had zijn preekgaven van God. Hij verkondigde Gods Woord op unieke wijze. De Heere gaf dat velen door zijn verkondiging werden bekeerd.’ Van Toplady, Newton en Romaine en andere predikanten kan worden gezegd, dat ze zijn beïnvloed door het licht dat Whitefield verspreidde. Er ontstond een grote opwekking (Great Awakening). In een tijd van geestelijke onverschilligheid, oppervlakkigheid en doodsheid plantte Whitefield, maakten anderen nat en gaf God de wasdom. Is Psalm 85 ook ons gebed: ‘Zult G’ uit de dood ons niet herleven doen, opdat Uw volk zich weer in U verblij’?
Leerbroek, A.B. Goedhart