Gelezen (geloofsopbouwend)

Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. T. Hooker schreef:Onderzoek uw hart of God u deze genadige zielsgestalte heeft gegeven. U moet deze waarheid kennen, anders is er geen rechtvaardigmaking of verwachting. Ja, er kan geen geloof in de ziel zijn uitgestort, voordat het hart zo bekwaam en bereid is gemaakt. Als er geen voorbereiding is, kan er ook geen voltooiing zijn; wie nooit vernederd is, zal nooit verhoogd worden. Zo ver het hart verwijderd is van ware lust om God te dienen, zo ver is het van ware voorbereiding voor Christus. U moet ledig zijn, dan zal Christus u vervullen. U moet niets zijn, als u wilt dat Christus alles in allen is. God zal uw harten door vernedering breken, of u in de hel werpen.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. T. Hooker schreef:Laten we onderzoeken of we onze mening aan Gods woord kunnen onderwerpen. Dat is een belangrijke zaak! Het menselijke en vleselijke verstand strijdt tegen onderwerping. En ook de wonderbare hoogte van onze inbeelding, als wij ons vleselijk denkvermogen hoog optrekken tegen de waarheid van Christus. De mens is in zijn eigen wijsheid afkering tegen de waarheid van Christus. (...) Hij maakt zich in zijn dromen tot een god. Hij maakt zijn verstand tot een regel en richtsnoer van zijn wandel, zodat het vleselijke hart de waarheid naar dit verstand zal buigen. Het is de wonderlijke trotsheid van het verstand. Daarom raadt de apostel ons aan om wijs te zijn tot matigheid en nuchterheid. Alsof hij wil zeggen, dat een mens dronken kan zijn van zijn inbeelding. Al zijn de argumenten nog zo helder en de schriftuurteksten nog zo krachtig, toch zal een vleselijk mens zeggen: "Ik heb een andere mening." Vindt u dat in uzelf? Dat is een bewijs dat u nooit een recht vernederd hart had. Een oud gezegde luidt: "Een dwaas zal de wijze lessen negeren, wat een hele stad daar ook van mag zeggen." Zo zegt een vleselijk hart: u kunt mij niet overtuigen. Ik zeg: dan is de zaak duidelijk. Als het zo met uw oordeel en verstand is, was u nooit onder de kracht van deze waarheid: u sluit de deur voor Christus. Hij kán u niet onderwijzen, want u bent vol van uzelf.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
Maanenschijn
Berichten: 4030
Lid geworden op: 01 jan 2016, 14:33

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Maanenschijn »

dr. P. de Vries schreef: Of men de bijbelse boodschap van de rechtvaardiging door het geloof alleen echt heeft begrepen, blijkt niet in de laatste plaats daaruit dat men ook de zwakste gelovige durft te verzekeren dat hij of zij volkomen rechtvaardig voor God is. Als men daar ondanks het feit dat men mag weten tot Christus te zijn gevlucht en dat telkens weer doet, niet durft te geloven, mag niet worden gezegd: ‘Dat komt, omdat u nog gerechtvaardigd moet worden.’ In Nederland is dat helaas wel door predikers gezegd en het gebeurt nog. Het kunnen godvruchtige mannen zijn, maar ten aanzien van de zo centrale bood-schap van de rechtvaardiging door Christus’ bloed zijn zij dan toch echt onhelder.

Men heeft zo’n aanpak wel verdedigd door te stellen dat een zwakgelovig weliswaar van Gods kant gerechtvaardigd is maar dat dit aan zijn kant dan nog moet gebeuren. Daarvoor echt men een bijzon-dere ervaring nodig, waarbij men het houvast in alle vroegere bewezen weldaden kwijtraakt. In de Schrift is dit niet te vinden en in onze belijdenisgeschriften evenmin. Wij mogen de rechtvaardiging van Gods kant en aan onze kant nooit van elkaar losmaken.

Bezwaar is niet alleen dat men zwakgelovigen troost onthoudt maar ook dat onduidelijk wordt dat wij dagelijks als een arm zondaar bij het vrijsprekend vonnis op grond van Christus’ werk moeten leven. De kracht van zondag 23 van de Heidelbergse Catechismus is dat over de rechtvaardiging door het geloof zo wordt gesproken dat zowel de beginnende gelovige als de verst gevorderde christen er zich in kan herkennen en erdoor onderwezen wordt.

In zondag 23 wordt niet gevraagd hoe wij rechtvaardig voor God geworden zijn maar hoe wij het zijn. Het gaat om de dagelijkse ervaring. elke dat weer moeten wij constateren dat wij niet zijn die wij moeten zijn. Hoewel onze diepste wens is om tot eer van God te leven is dat niet ons laatste houvast. Onze uiteindelijke rust vinden we niet in onze liefde tot God maar in Gods liefde in Christus tot ons. Zo zeggen we het Paulus na: ‘En hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelf voor mij over­gegeven heeft.’ (Galaten 2 vers 20).

Op zijn sterfbed zinspeelde de Engelse theoloog John Owen (1616-1683) op deze tekst toen hij in een brief twee dagen voor zijn dood aan een vriend schreef: ‘Ik ga naar Hem van Wie geldt dat men ziel Hem liefheeft, of beter Die mij heef liefgehad met een eeuwige liefde. Dat is de hele grond van al mijn troost.’ (I am going to Him whom my soul hath loved, or rather who hath loved me with an everlasting love; which is the whole ground of all my consolation).

Zondag 23 van de Heidelbergse Catechismus is een toetssteen van waar geestelijk leven. Wie zich niet in de taal van deze zondagsafdeling erkent, heeft geen enkele reden ervan uit te gaan dat hij of zij toch al geestelijk leven bezit. Het is onmogelijk dat men een ware christen is, als men niet de dood in zichzelf en het leven buiten zichzelf in Christus vindt. Wat is het zaak dat het Evangelie zowel ernstig en onderscheidenlijk als troostend en ruim wordt gebracht.

Een prediker van het Evangelie heeft de roeping om zijn hoorders voor de rechterstoel van God rt te dagen en zo Christus als de grote Advocaat aan te wijzen met de nodiging om tot Hem te vluchten, om gehoor te geven aan het huwelijksaanzoek dat Hij de verloren zondaar doet. Hebben wij aan dat aanzoek gehoor gegeven dan is het toch zaak om dagelijks op Hem te leunen. Dan doet wij noot te veel maar altijd te weinig.

Een mens is of in de staat van toorn en verlorenheid of in de staat van genade, rechtvaardiging en aanneming tot kinderen. Er is geen tussenstaat. Een prediker heeft de taak hen die in de staat van toon en verlorenheid zijn, tot het besef ervan te brengen om hen zo te bewegen tot het geloof in Christus. Voor hen die in de staat van genade zijn, dient het zo te zijn dat de prediking dat onderstreept en hen aanspoort bij de ontvangen genade te volharden. Heel mooi is dit verwoord in vraag en antwoord 84 van de Heidelbergse Catechismus:

Vr. Hoe wordt het hemelrijk door de prediking van Heilig Evangelie ontsloten en toegesloten?

Antw: Alzo, als, volgens het bevel van Christus, aan de gelovigen, allen en een iegelijk, verkondigd en openlijk betuigd wordt, dat hun, zo dikwijls als zij de belofte van het Evangelie met een waar geloof aannemen, waarachtig al hun zonden van God, om der verdiensten van Christus’ wil, vergeven zijn; daarentegen allen ongelovigen, en die zich niet van harte bekeren, verkondigd en betuigd wordt, dat de toorn Gods en de eeuwige verdoemenis op hen ligt, zolang als zij zich niet bekeren; naar welk getuigenis des Evangelies God zal oordelen, beide in dit en in het toekomende leven.

*

Een theoloog van wie wij veel kunnen leren als het gaat om de boodschap van de rechtvaardiging is de Engelse theoloog John Owen. Zijn naam viel reeds. Owen is niet ten onrechte wel als de Engelse Calvijn getypeerd. Owen was een puriteins theoloog. Echter, geen van de andere puriteinen heeft over een zo breed aantal theologische thema’s geschreven als Owen.

In de negentiende eeuw heeft William H. Goold (1815-1897) een volledi­ge uit­gave van zijn werken in vierentwintig delen verzorgd. Op de Latijnse werken na heeft de Britse uitgeverij The Banner of Truth tussen 1965 en 1968 een volledige heruitgave. Daarbij werden de Latijnse wer­ken die in deel 16 voorkwa­men, weggelaten en de Engelse werken uit deel 17 bij deel 16 gevoegd. Inmiddels zijn er al meerdere herdrukken van deze heruitgave verschenen. Van de Latijnse werken verscheen inmiddels ook al weer een aantal jaren geleden een Engelse vertaling.

In de editie van Goold vinden we in het vijfde een uitvoerig werk van Owen over de rechtvaardiging. Hij gaf dit werk dat in 1677 van de pers kwam, de titel De leer van de rechtvaardiging door het geloof door de toerekening van de gerechtigheid van Christus uitgelegd, bevestigd en verdedigd (The Doctrine of Justification by Faith through the Imputation of the Righteousness of Christ; Explained, Confirmed, and Vindicated).

Owens taal is niet altijd gemakkelijk, al zijn zijn latere werken wel toegankelijker dan zijn vroegere. Na 1660 worden de werken die Owen publiceert toegankelijker, al is eenvoud nooit zijn kracht geworden. Overigens was hij zich daar zelf van bewust en zag hij dat niet als een pluspunt. De grote prediker John Bunyan met wie Owen nauw bevriend, had op dat gebied meer gaven.

Owen, die in de academische wereld boven anderen uitstak, liet deze prediker die niet meer opleiding had gevolgd dan de basisschool, voorgaan in zijn gemeente in Londen en zat dan zelf onder het gehoor van deze voormalige ketellapper. Toen de Britse koning Charles II hem vroeg hoe hij als geleerd theoloog onder het gehoor van een ketellapper kon gaan zitten, heeft Owen dan ook geantwoord: Kon het uwe majesteit behagen, als ik de gave in het prediken van die ketellapper had, zou ik graag al mijn kennis opgeven.’ (‘Could it please your majesty, if I could possess that tinkers abi­lity for prea­ching, I would gladly relinquish all my learning.’)

*

Dan nu en aantal uitspraken van Owen uit zijn werk over de rechtvaardiging. Ik geef de citaten eerst in de Nederlandse vertaling en daarna in het Engels. In het eerst volgende citaat maakt hij duidelijk dat iemands dogmatische kennis over de rechtvaardiging tekort kan schieten, terwijl uit zijn geestelijk leven blijk dat het werk van Christus buiten hem hun enige houvast, Als voorbeeld noemt Owen scholastieke theologen uit de Middeleeuwen (schoolmannen).

*

Vandaar dat is opgemerkt dat de schoolmannen zelf, in hun meditaties en stichtelijke geschriften, waarin zij onmiddellijk gedachten hadden aan God, met Wie zij het te doen hadden, een heel andere taal spraken met betrekking tot rechtvaardiging voor God dan zij in hun ruziënde, filosofische, vurige geschillen daarover. En ik leer liever wat sommige mannen echt oordelen over hun eigen rechtvaardi-ging uit hun gebeden dan uit hun geschriften. Ik herinner me ook niet dat ik ooit een goed mens in zijn gebeden uitdrukkingen heb horen gebruiken over rechtvaardiging, vergeving van zonden en gerech-tigheid voor God waarin een beroep op iets in onszelf werd geïntroduceerd of gebruikt.

*

Hence it has been observed, that the schoolmen themselves, in their meditations and devotional writings, wherein they had immediate thoughts of God, with whom they had to do, did speak quite another language as to justification before God than they do in their wrangling, philosophical, fiery disputes about it. And I had rather learn what some men really judge about their own justification from their prayers than their writings. Nor do I remember that I did ever hear any good man in his prayers use any expressions about justification, pardon of sin, and righteousness before God, wherein any plea from anything in ourselves was introduced or made use of.

*

Ik ben erg voorzichtig om de aanvaarding van de mens door God te beoordelen aan de hand van wat zij begripsmatig bevatten. (Dit citaat komt uit Vindiciae Evangelicae; or, the Mystery of the Gospel Vindicated and Socianism Examined)

*

I am very slow to judge of men’s acceptation with God by the apprehension of their understandings.

*

Van mijn kant trek ik liever op/reis ik liever mee met hen die werkelijk met het hart tot gerechtigheid geloven, hoewel ze niet in staat zijn om anderen een aanvaardbare definitie van geloof te geven, dan onder hen te verkeren die er eindeloos over kunnen twisten met schijnbare nauwkeurigheid en vaar-digheid, maar nalatig zijn in de uitoefening ervan (namelijk van het rechtvaardigende geloof: PdV) als hun eigen plicht.

*

For my part, I had much rather my lot should be found among them who do really believe with the heart unto righteousness, though they are not able to give a tolerable definition of faith unto others, than among them who can endlessly dispute about it with seeming accuracy and skill, but are negligent in the exercise of it as their own duty

*

Ik zeg daarom dat de evangelische rechtvaardiging, waar wij alleen voor pleiten, slechts één keer plaatsvindt en onmiddellijk voltooid is. (Owen gebruikt het woord ‘evangelisch’ in de zin van in ‘over-eenstemming met Evangelie’. Zo wordt het woord evangelisch onder andere ook in de kanttekeningen van de Statenvertaling gebruikt).

*

I say, therefore, that the evangelical justification, which alone we plead about, is but once, and is at once completed.

*

Want dat iemand een ware gelovige kan zijn en toch niet gerechtvaardigd, is destructief voor het fundament van het Evangelie.

*

For that any should be a true believer and yet not be justified, is destructive unto the foundation of the gospel.
https://drpdevries.com/2022/10/25/de-he ... -christus/
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.
Bertiel
Berichten: 4556
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Bertiel »

bijzonder helder geluid van dr. P. de Vries
bedankt voor het delen!
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Gebruikersavatar
Ad Anker
Moderator
Berichten: 10571
Lid geworden op: 28 feb 2012, 11:11

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Ad Anker »

Van mijn kant trek ik liever op/reis ik liever mee met hen die werkelijk met het hart tot gerechtigheid geloven, hoewel ze niet in staat zijn om anderen een aanvaardbare definitie van geloof te geven, dan onder hen te verkeren die er eindeloos over kunnen twisten met schijnbare nauwkeurigheid en vaardigheid, maar nalatig zijn in de uitoefening ervan (namelijk van het rechtvaardigende geloof: PdV) als hun eigen plicht.
Inderdaad. Dank! En dit citaat is ook wel leerzaam. Doordat de rede hoog aanzien heeft in diverse discussies vandaag de dag, is het goed om dit citaat van Owen eens in ons hart te laten zinken.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Zolang u in dit leven bent, zal er nooit een eind komen aan uw berouw, omdat uw heiligmaking in dit leven niet volmaakt is. Daarom moet u het niet uitstellen om God te verheerlijken, totdat u een bevestiging zult krijgen dat u berouw hebt. Maar zodra u kruimels van genade krijgt, doordat u ondervind dat de macht van God u vervult en de kracht van de Allerhoogste u overschaduwt, en zodra u ondervindt dat de Heere Jezus in uw moederschoot ontvangen wordt, behoort u meteen God te verheerlijken.

Ds. J. Welch (1570-1622)
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Welnu, na uw zelfbeproeving moet u uzelf voor Gods vierschaar brengen. Stel uw eigen aanklacht op, beschuldig uzelf, tel uw zonden uit en spreidt al hun omstandigheden voor God uit. Spreek tenslotte het vonnis van veroordeling tegen uzelf uit. En wanneer u dit hebt gedaan, begeef u dan naar het gebed. Beroep u van de vierschaar van Gods gerechtigheid op de troon der genade. Vlucht daarheen en smeek Hem om barmhartigheid om Christus wil. Neem zo Christus met u. Neem Hem aan als de zoon van God. (...) Neem hem aan met al deze genadegaven: neem Zijn gerechtigheid om u te bedekken, Zijn gehoorzaamheid om u vrij te spreken en Zijn heiligheid om u te heiligen. (...) Dan zult u met blijdschap dit goede nieuws op uw eigen ziel toepassen, wanneer Hij zal zeggen: Zoon, zijt welgemoed, Ik heb u vergeving geschonken, want Ik zal u niet om laten komen.

(...) Daarom bid ik u allen met innerlijke ontfermingen van Christus, en betuig u voor het aangezicht van God: als u zalig wilt wilt worden in die grote dag, zie dan toe, u die dit ware berouw nog niet gekregen hebt, dat u de middelen bijtijds, getrouw en ijverig zult gebruiken, om in enige mate berouw te krijgen in deze wereld, voordat u dit leven verlaat. Want onthoud wat ik zeg: als u ze niet wilt gebruiken, omdat u ze moeilijk waar te nemen vindt, zo zeg ik u: u zult het moeilijker vinden om tot in eeuwigheid in de hel te blijven.

Ds. J. Welch (1570-1622)
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door -DIA- »

Voorwerpelijk en onderwerpelijk
Voorwerpelijk en onderwerpelijk zijn twee in onze dagen veel gebruikte en bijzonder op de prediking van het Evangelie toegepaste woorden. Wat daarmee nu wordt bedoeld? Dat is niet zo gemakkelijk te zeggen. Doch laten we beproeven iets ter verduidelijking te geven.
Tot onze zaligheid is ons nodig:
a. een wonder Gods buiten ons.
b. een wonder Gods binnen in ons.

Met het wonder Gods buiten ons bedoel ik, het wonder van Gods eeuwige liefde in het schenken van Zijn Eengeboren Zoon Die Zich vernederde tot in de dood, ja tot in de dood des kruises; en daarna verrees, en inging in de hemelen om ten goede van Zijn uitverkorenen te zitten aan des Vaders rechterhand. In Hem is Zijn volk tot de zaligheid gebracht; in Hem zijn de Zijnen verheerlijkt. Het - in Hem ontbreekt de Kerk van God niets.
Wanneer nu de prediking schier alleen gewaagt van wat Christus vóór de Zijnen deed, dan spreken we van voorwerpelijk prediken.
Die term heeft onder ons een slechte reuk. Waarom? Willen wij dan een anderen grond, van Jezus Christus en Dien gekruist? Neen gewis niet. Maar een voorwerpelijke prediking verloochent, juist die enige grondslag dikwijls en maakt Christus Borgwerk zo algemeen; als of het voor een ieder maar te grijpen ware.
Een voorwerpelijke prediking doet zo te kort aan het werk van de Heilige Geest in ons. Het is genoeg dat Christus de zaligheid verwierf; van de toepassing van die verworven zaligheid wordt schier met gerept; men moet dat verworven heil maar aannemen en in Jezus geloven.
Doch een Jezus, die wij aannemen is de rechte Jezus niet. Het aannemen van het geloof waarvan de Schrift spreekt is niet anders dan een heilig amen zeggen op, wat de Heere Jezus in onze ziele schonk. Onder de voorwerpelijke prediking gevoelt zich dan ook de oppervlakkige belijder zich gerust in zijn historisch geloof.
Boos wordt hij, zo u naar zijn innerlijk leven onder vraagt; zo u wilt, dat hij u ook eens zegge, hoe hij uit de stad Verderf kwam; en of hij van de enge poort ook weet. Dat is niet nodig voor hem te kennen, zo meent hij, dat is goed voor iemand, die uit de wereld komt; maar hij - hij is in de kerk geboren - is gedoopt - hij week van de waarheid nimmer af - hij belijdt en gelooft - hij gaat ten avondmaal - hij leeft bovendien zonder aanstoot te geven.
Welnu wat moet u meer? Maar die voorwerpelijke mensen mochten wel eens denken eer zij met een ingebelde hemel verloren gaan, aan de dwaze maagden die rein waren in hun wandel en zuiver in hun belijdenis; en voor de wereld lichtende, doch is hun hart vreemdeling van het werk der genade. Een voorwerpelijke prediking versteent. Vooral uit voorwerpelijke kringen hoort men in onze dagen (1920 -DIA-) eindeloze klachten over de prediking van het Woord; men is kittelachtig van gehoor, en de prediking zelf droeg daartoe bij, omdat ze de klem van het Woord op de consciëntie weg nam. Een bloot voorwerpelijke prediking is een groot gevaar en stelt vele zielen op een droggrond gerust voor de ontzaglijke eeuwigheid.
Maar dat wil nu niet zeggen, dat de bediening van het Woord nu maar geheel van Christus en Diens vernedering en verhoging zwijgen en enkel zich bepalen moet, tot het bevindelijk leven in de harten van Gods kinderen. Dat zou u dan een onderwerpelijke prediking kunnen noemen, maar die zou zeker niet minder gevaarlijk zijn dan de voorwerpelijke. Want toch hoe noodzakelijk het is, dat een iegelijk bij bevinding Christus leert kennen tot zaligheid, in de bevinding ligt de grond van onze behoudenis niet. Neen onze grond ligt juist in het voorwerpelijke, in Christus. Paulus wenste dan ook niets te weten dan Jezus Christus en Dien gekruist. En die grond zou een eenzijdig onderwerpelijke prediking ondermijnen. Bij zulk een prediking gaat de mens drijven op zijn gemoed, en raakt hij van de vaste grond van Gods Woord af, om te bouwen op de zandgrond van zijn gevoel.
Die eenzijdig onderwerpelijke prediking rooft de troost voor Gods kinderen in plaats van die te geven en leidt de zielen niet tot de zekerheid der zaligheid, maar is oorzaak van veel donkerheid en onvastheid en droeve bekommering over den zielenstaat. Ook wordt dan veel voor bevindelijk leven gehouden, wat met Gods Woord niet overeenstemt; en geeft men te weinig acht op de rechte betekenis van de waarheden, die men zegt dat de Heere in de ziel gaf, doch die dikwijls geheel buiten de mening des Geestes in het Woord gaan. Dat loopt op zelfbedrog. Zulk een valse gemoedelijke stromerij moeten we vrezen.
Voorwerpelijk en Onderwerpelijk behoren bijeen.
Ze zijn niet te scheiden. In het voorwerpelijke ligt de grond der behoudenis, in Christus alleen; in de koping met Zijn bloed. Doch die lossing baat onze ziel niet, tenzij we langs den onderwerpelijke weg met Christus gemeenschap krijgen
Het wonder Gods in ons, zal ons alleen doen kennen het Wonder Gods buiten ons. En de bevinding, die hoop werkt, is juist die onderwerpelijke bediening van de Geest in ons, waardoor Christus een gestalte in ons verkrijgt en onze ziel Hem kent; en op Hem betrouwen leert; en in Hem, ja in Hem alleen, de zaligheid zoekt.
Zo lere onze ziel door het onderwerpelijke het voorwerpelijke kennen en het zal wel zijn.

Ds. G.H. Kersten
Bron: De Saambinder 9 april 1920
Qua spelling in geringe mate aangepast, om het des te beter te kunnen lezen in deze tijd. Naamvallen heb ik in veel gevallen weggelaten, en een enkel verouderd woord aangepast om zin beter te verstaan.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
Posthoorn
Berichten: 6464
Lid geworden op: 04 dec 2008, 11:22

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Posthoorn »

Maar 'ingebelde' moet 'ingebeelde' zijn. :)
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door -DIA- »

Posthoorn schreef:Maar 'ingebelde' moet 'ingebeelde' zijn. :)
Geeft niet, als u de kern maar begrijpt.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Wat betekent hetgeen wij hierboven gevonden hebben voor ons? Hoe moeten wij met de Schrift omgaan? Het antwoord kan heel kort zijn: zoals Christus, de Zoon van God omging met het OT. Hij Die het eeuwige Woord Gods is, heeft in het vlees met woord en daad het gezag van het OT erkend. Hij heeft de Schrift omhelsd als het gezaghebbend Woord van God. Hij boog voor dat woord in Zijn lijden tot in de dood. Hij verklaarde, dat hetgeen over Hem geschreven stond, in vervulling moest gaan. Hij heeft zelf gezegd, dat eerder hemel en aarde voorbij zouden gaan dan dat een tittel of een jota van dat Woord van God ter aarde zou vallen. Hij sprak dan ook vol eerbied en gezag van de Schrift. Met dat Woord weerstond Hij de vorst der duisternis in de woestijn.

Christus heeft ook de historische gegevens van het OT kinderlijk aanvaard en erkend. Hij spreekt ons onder andere van de vrouw van Lot; van Jona; van de koningin van Scheba; van de verwoesting van Sodom; van de slang van Mozes in de woestijn van de instelling van het huwelijk in het paradijs; Kortom: Christus heeft het OT omhelsd als het gezaghebbend Woord van Zijn Vader. Zouden wij Hem daarin niet volgen?

Bron: Ds. R. van Kooten, Aan Zijn voeten
Laatst gewijzigd door J.C. Philpot op 29 okt 2022, 21:29, 1 keer totaal gewijzigd.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
Marck
Berichten: 1424
Lid geworden op: 02 mar 2019, 10:26

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Marck »

De beantwoording op Refoweb door ouderling van Gent op 26-10 van aanvullende vragen van een vrouw die eerder vragen had gesteld n.a.v. angstaanvallen die ze had.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Het zal ellendig zijn in het hiernamaals. Dat alles is gezegd, zodat u geraakt wordt door de ellende van zo'n toestand. Maar ook dit baat u niets, totdat u zover gebracht bent om de toepassing op uzelf te maken: is dit niet mijn toestand? Bent u niet klaar om met de Farizeeën te vragen: zijn wij dan ook blind? (Joh 9:30) Zeker ben ik dat, elk van ons wordt blind geboren. Zijn we daarvan overtuigd? Heeft het licht ons hier op gewezen? Als dat zo is, zal de volgende vraag zijn wanneer en hoe u werd verlicht, hoe uw ogen werden geopend en u tot verandering werd gebracht. Als u niet weet wanneer en hoe, kunt u dan getuigen en zeggen, zoals de blindgeborene: één ding weet ik, dat ik blind was en nu zie? Het kan niet zo zijn dat iemand die blindgeboren is en daarna ziet, zich niet bewust is van een grote verandering, misschien niet zo sterk in het begin, maar daarna toch steeds meer en meer.

Ds. P. Henry
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Er is ook een eenvoudige, serieuze, heilige blijdschap- geestelijke vreugde, vreugde in God genoemd, die Hem als onmiddellijk doel heeft. Hier roept het Woord steeds toe op. Deze vreugde is tegengesteld aan een lome, zwaarmoedige, moedeloze, melancholische geest en bijbehorend gedrag, dat vaak zelfs de overhand heeft over de besten; maar ze zouden zichzelf hierom moeten berispen, zoals David in Psalm 42 en 43.

Overdenk het volgende:
  1. Een treurig hart is een smart voor Gods Geest, Wiens werk het is om ons te troosten.
  2. Het brengt een slecht gerucht over de wegen van God, ontmoedigt omstanders en legt een struikelsteen als het kwaad op de loer ligt.
  3. Het verzwakt ons. Als de vreugde van de Heere onze sterkte is (Neh. 8:1), als olie voor de wielen, dan zorgt een tegengestelde geest ervoor dat we moeizaam in onze plicht voortgaan.
Onthoud dit ene woord en pas het gelovig toe. Christus is ons Pascha dat voor ons geofferd is. En zie dan of die vreugde daar niet op volgt. Daarom, laten we dit vieren. O, hoe blij waren de arme Israëlieten toen ze uit Egypte vertrokken! Met het Pascha gaven ze alle denkbare blijken van grote vreugde en blijdschap.

Ds. P. Henry
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Maak gebruik van alle voorspoed en geoorloofd genot, welke God u geeft in uiterlijke dingen, tot vermeerdering en bevordering van uw vreugde in God. -Hoewel de verdorven natuur meer dan wat dan ook geneigd is om voorspoed en aardse geneugten te misbruiken om het hart van God af te leiden; bijna al het vergif van de duivel wordt gegeven in gesuikerde of vergulde lekkernijen; toch is het voornaamste, natuurlijke gebruik van voorspoed, van gezondheid, en overvloed, en eer, en vrede, om de geest tot God te brengen, en ons een voorsmaak te geven van Zijn geestelijke heerlijkheden!

Ds. R. Baxter
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Plaats reactie