Gelezen (geloofsopbouwend)

Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. A.W. Pink schreef:Hoewel er misschien niets in mijn uiterlijke gedrag is waarvoor de Heere mij kastijdt, is het toch waarschijnlijk dat er innerlijk iets is waartegen Hij Zijn ongenoegen laat blijken en waarvoor Hij eist dat ik mij verootmoedig. Een geest van egoïsme, het toelaten van hoogmoed, de werking van eigen wil, de roerselen van opstandigheid wanneer de Goddelijke Voorzienigheid mij kruist, de uitoefening van eigengerechtigheid, kunnen de plaagvlek van mijn ziel zijn die gezuiverd moet worden. In de haast en de druk van het alledaagse leven zijn de "kleine vossen die de wijnstokken bederven" (Hooglied van Salomo 2:15) geneigd verwaarloosd te worden, en als we onvoorzichtig zijn, moeten we niet verbaasd zijn als we voor een bepaalde tijd op onze rug worden gelegd, zodat er tijd is voor bezinning en gelegenheid voor een nauwere omgang tussen de ziel en God, zodat de verborgen dingen van de duisternis in het licht mogen worden gebracht en getrouw worden behandeld.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Mgr. A. Augustinus schreef:Het belijden van de zonde sluit de mond van de hel en opent de poort van het Paradijs.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. H.F. Kohlbrugge schreef:Wat moet nu een mens Gods staande houden te midden van de wederwaardigheden dezes levens, te midden van de duizenden smarten, te midden van alles, wat hem voortdurend niet alleen dreigt af te trekken, maar ook werkelijk aftrekt van de Bron van de levens? Het Woord moet hem houden, het Woord moet hem weer helpen; dat moet hem door en over alles heendragen. Naar de schijn, naar het gevoel functioneert dit Woord niet altijd, maar de mens Gods kan daarheen gaan al was hij zonder Woord. Is evenwel het zaad eenmaal in hem gelegd, dan is het zaad er. Is men dan ook schijnbaar of naar het gevoel zonder Woord, het zaad is er nochtans, zonder dat men het weet. Het Woord ligt niet stil, maar het werkt in het verborgen door, tot het op eenmaal in de ziel weer opflikkert en helder wordt, zodat wij weer goed weten, hoe het met ons staat.
Dit Woord, waarvan ik spreek, is het onvergankelijke Woord, dat de mens Gods onvergankelijk maakt. Dit Woord gaat niet hoog en niet diep, maar is zeer eenvoudig, - zó eenvoudig, dat al de wijzen en verstandigen hun leven lang er niet op zullen komen en er ook niet op kunnen komen. Zó eenvoudig, dat wie het heeft, het Woord dikwijls nog meer dan andere vergeten is. En zó eenvoudig, dat dit alleen in staat is, weer op te richten, te verkwikken en te troosten, zodat men met moed de staf weer ter hand neemt.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. H.F. Kohlbrugge schreef:Dat weet ik door de troost, waarmee God mij vertroost heeft. Toen de troost tot mij kwam, lag ik in de hel, en was mijn ziel ten zeerste bedroefd. En zo dikwijls deze vraag tot mij komt, lig ik in de hel, en is er almachtige genade nodig, om mij uit de diepte op te trekken en uit deze strikken te verlossen. Ik weet het dus door de troost, die ik ontvangen heb. Ik was deze troost niet waardig, nochtans is hij tot mij. gekomen. En zo kom ik dan met dezelfde troost tot u.
„Ja”, antwoordt u mij, „u kon deze troost wel aannemen! U was in elk geval veel beter dan ik!”
Nu, dan zal ik het u nog beter zeggen, hoe ik weet, dat deze troost uw troost is, opdat u er des te zekerder van bent. Ik weet het vóór alles daaraan, dat er Een stond op Golgotha, Wiens rug door de geselslagen opengereten was, Wiens handen gebonden waren, en op Wiens onschuldig, heilig hoofd een doornenkroon gedrukt was. „Ziet de mens!” heette het. Van Die komt het! Daar hangt Hij aan het kruis op Golgotha, en aan het kruis roept Hij, na voor de overtreders gebeden te hebben: „Het is volbracht!” Waar zodanige Liefde sterft, behoeft u niet te versagen en te sidderen. Maar zie toe, dat u niet aan uzelf en uw ellende vasthoudt.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. H.F. Kohlbrugge schreef:Dat staat geschreven op iedere bladzijde van de Heilige Schrift, dat Hij met een losgeld van oneindig grote waarde gekomen is, om ons vrij te kopen. Zo ben ik dan Zijn eigendom. U ziet wel, dat ikzelf geen penning betaald heb; Hij heeft alles alleen gedaan. Toen Hij echter de koopprijs voor mij betaald had, lag ik nog op de galeien, in ketenen en banden, in de gevangenis van de duivel en van de zonde, en stond onder hun heerschappij. De Wet was voor mij een gestreng man, voor wie alles in orde moest zijn; niets mocht er aan ontbreken. Maar ik was daarbij voortdurend ziek en kon niets goed doen; de kinderen, die ik hem schonk, stierven allen. Maar de Heere heeft overwonnen; Hij heeft de sterke zijn roof ontnomen, zodat wij zingen mogen: „Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen, om uit te delen onder de mensen. Ja, ook de wederhorigen, om bij U te wonen, o Heere God!” Zo heeft Hij de gevangenis ingenomen, gevankelijk gevoerd, en tot de duivel gezegd: „De Heere schelde u, gij satan! Ja de Heere schelde u, die Jeruzalem verkiest; is deze niet een vuurbrand, uit het vuur gerukt?”

En Hij heeft nog meer gedaan. Hij is tot mij ingekomen, in mijn arm hart met Zijn Woord, met Zijn Geest. Hij heeft mij op de rand van de verlorenheid gevonden. Ik had nooit of nimmer gedacht, dat Hij mij ooit zou gevonden hebben. Want ik ben veel verdoemelijker geweest dan al de verdoemden. Van Zijn eeuwige liefde heb ik eerst later iets gehoord, en dat Hij mij vrijgekocht heeft, heb ik ook eerst later verstaan, maar Hij is met Zijn Woord, met Zijn Geest tot mij gekomen. Toen ben ik tegenstrevig geweest en wilde mij van Hem niet laten vinden; ik heb mijn huis versperd, opdat de Heere Jezus er toch niet inkwam. Met mijn tranen en gebeden, met mijn zonden ging ik tegen Hem in, - toen ging Hij dan heen; daarna wilde ik echter weer, dat Hij binnenkwam; en wanneer Hij kwam, wilde ik Hem toch weer niet hebben. Doch Hij was sterker dan ik, en Hij sprak van niets dan van vrije liefde, van goedheid en ontferming. Kort en goed: of ik wilde of niet, - Hij is mij te sterk geworden en heeft overmocht. Hij heeft, of ik wilde of niet, met Zijn almachtige liefde mij het hart genomen, en ik was het kwijt, ik wist zelf niet hoe. En toen greep ik Hem aan en riep: „Gij zijt mijn Zaligmaker, voor eeuwig mijn Zaligmaker, en ik ben de Uwe!” - Uit was het met mijn tegenstreven en met mijn nood!
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
KDD
Berichten: 1503
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door KDD »

I. Ambrosius schreef:
Sommigen werpen tegen, dat God de droefheid en het geloof samenwerkt.
Maar wij disputeren niet hoe Gods werk in hen toegaat, maar hoe de ziel werkzaam is. Niet wat er in de ziel het eerst is, maar wat er in de ziel in het eerst zich openbaart.
In de filosofie is het niet een nieuwe zaak te zeggen, het zijn de oorzaken die het gevolg werken, ofschoon ze in de tijd gelijk zijn toch zijn ze de een voor de andere in de orde van de natuur en in verschillende hoedanigheden ten opzichte van de oorzaak. Zo kan iemand de droefheid hebben voordat hij het zaligmakend en rechtvaardigend geloof bezit. En toch moet iemand het geloof hebben voordat het werk van droefheid voltooid kan worden in de ziel.
Als wij handhaven dat de droefheid een voorafgaand werk is, zo ontkennen wij niet dat het ook een navolgende uitwerking heeft. En dat berouw voorafgaat aan de wedergeboorte, bewijst de apostel in 2 Kor. 7: 10. De droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. H.F. Kohlbrugge schreef:Kinderen, kinderen! Haast u, spoedt u om uws levens wil, opdat ge uzelf verliest, opdat ge uzelf bij aanvang en voortgang meer en meer mag verloren hebben, opdat u door waar geloof in Christus mag ingeplant zijn, om een rijkdom te verwerven, zoals de wereld u die niet geven kan: Hem krijgt men tot eeuwig trouwe Broeder, God tot Vader, de engelen tot trouwe vrienden, de hemel tot hemel, het Paradijs tot eeuwige woning en een goede teerpenning op de weg, waarmee men goed uitkomt; immers die penning draagt als stempel het beeld van de Koning van de hemels en van de aarde, en zal gelden in de hemel, op de aarde en in de hel.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. H.F. Kohlbrugge schreef:De duivel kan een mens wijsmaken, dat hij vergeving van zonden heeft; hij kan hem in de droom een Jezus voorschilderen, hem met een psalmwoord of gezangversje in slaap wiegen; de Heere echter maakt de Zijnen tot ware zondaars, en dan laat Hij hen gezonken zijn op Zijn Woord.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
KDD
Berichten: 1503
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door KDD »

De geestelijke ontvangenis en geboorte van Christus in ons hart
Petrus van Mastricht

De dingen die in de natuurlijke ontvangenis en geboorte van de natuurlijke Christus geschied zijn omtrent de gelukzalige maagd, die dingen vinden ook op hun wijze plaats in de geestelijke ontvangenis en geboorte van de geestelijke Christus, welke geschiedt door de wedergeboorte en bekering.

Zowel in deze geestelijke als in de natuurlijke geboorte van Christus zien wij een drieërlei tijdperk, namelijk dat van de ontvangenis, formering en baring.

1. De ontvangenis of levendmaking door wedergeboorte
Zoals er in Zijn natuurlijke geboorte een ontvangenis was, waarin opgesloten lag de aanwezigheid van het zaad en de levendmaking daarvan, zo vereist de geestelijke geboorte ook een ontvangenis, waardoor het geestelijk zaad door het horen van het Woord ontvangen en aangenomen wordt. Zo is ook in Zijn natuurlijke ontvangenis het woord der belofte van de engel door de gelukzalige maagd aangenomen en ontvangen.
Het geestelijk zaad wordt ook levend gemaakt, daar het anders dood is. Deze geestelijke ontvangenis wordt door de wedergeboorte veroorzaakt. Hierdoor wordt het Woord geestelijk aangenomen en ontvangen, wordt het hart geestelijk levend gemaakt en worden - de eerste daad van het geestelijke leven daarin ingestort zijnde - de zaden van alle zaligmakende deugden aan de ziel toegebracht, Joh. 3: 3, 5, 7.

2. De formering of bekering
Zoals er in de natuurlijke geboorte van Christus gedurende de bepaalde maanden een dragen of vorming van de leden geweest is, zo ook in de geestelijke geboorte, volgens de apostel in Galaten 4:19, ‘totdat Christus een gestalte in u krijge’. Dit wordt verricht door de bekering, waardoor die zaligmakende deugden, als zaad in de wedergeboorte geschonken, gevormd worden door onderscheiden hebbelijkheden; en dat langs meerdere trappen en omwegen.

3. De baring of heiligmaking
Zoals er in Zijn natuurlijke geboorte, na de ontvangenis en formering, een baring geschied is, zo wordt ook in de geestelijke geboorte de geestelijke Christus of die gelijkvormigheid waardoor Hij in ons leeft, tevoorschijn gebracht. Dit vindt plaats wanneer de deugden, die als zaad in de wedergeboorte en hebbelijk in de bekering toegebracht zijn, door de heiligmaking in de omgang en wandel openlijk vertoond worden, Matth. 7:17-19.

Op deze wijze wordt de geestelijke Christus ontvangen, gevormd en geboren, door de wedergeboorte, bekering en heiligmaking; wanneer Christus’ deugden ons als zaad geschonken worden, hebbelijk gevormd worden, en dadelijk aan het licht gebracht worden.

Uit: Beschouwende en praktikale Godgeleerdheid, Petrus van Mastricht
KDD
Berichten: 1503
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door KDD »

ds. E. Venema schreef:

De binnenkamer van het lijden
Meditatie

"De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkameren " Hooglied 1:4 m

De Kerk overdenkt het bitter lijden van Sions betalende Borg en Middelaar. En in de geest volgen wij Hem, dragende Zijn kruis. Ge hoort Hem op die smartelijke weg wenen: 'O God, hoe zwaar, hoe smartelijk valt dit lijden voor Mijn gemoed'. Nu moeten we echter wel oppassen, dat we in Christus in Zijn lijden geen martelaar zien. We zouden dan hoogstens kunnen wenen als Jeruzalems dochter weleer. God beware ons daarvoor.

Onze tekst spreekt van binnenkameren. Kameren, die voor een ieder gesloten zijn. Maar voor des Konings kinderen worden die deuren bij ogenblikken geopend. Dan gaat de grote Sleuteldrager Zelf voor. Hij opent dan en niemand sluit. Maar als Hij sluit, kan ook niemand openen. Het is de bruid uit het Hooglied, die in die binnenkameren is ingeleid. Ze zegt het immers zelf: De Koning heeft mij gebracht in zijn binnenkameren'. Zelf had ze geen rechten. Al kon ze dan gewagen van zijn uitnemende liefde en al had ze dan de kussen op haar lippen geproefd; toch, voor die binnenkameren moest ze blijven staan.

Alleen bij hoge uitzondering liet een koning in het oosten het toe, dat vreemdelingen in die binnenkameren werden ingeleid. En Sulamith was toch een vreemdelinge. Ze was zwart omdat de zon haar beschenen heeft. En toch wordt ze nu gebracht in die binnenkameren. Nee, ze draagt zelf niet de sleutel. Ze kan ook niet gaan wanneer ze wil. Ze wordt er gebracht. Dan gaat de koning voor, zij mag volgen. Waar die kameren geweest zijn, ach we kunnen slechts gissen. Het zijn nu eenmaal binnenkameren. Wat ze er gezien heeft? Ook dat is verborgen. Maar er zullen schatten en wapenen geweest zijn. Al het goud en al het zilver. De mirre en de aloë.

In zulke binnenkameren schiet maar één ding over, verwondering: 'Hoe groot is Uw goed!' En waar de Schrift vervuld is met de naam van Christus, lezen we ook op deze bladzijde Zijn heilige naam. Hij is de Koning der koningen. En Hij draagt de banier boven tienduizenden. En nu zijn er velen die Hem gevolgd zijn. Zij hebben wonderen gezien, ze hebben tranen geschreid en zijn ontroerd geweest. Maar in Zijn binnenkameren liet Hij alleen toe Zijn volk, van de Vader verkregen. Een Manasse heeft een blik gehad in die binnenkameren. Een Efraim is daarin geleid. Een Rachab heeft zich aldaar verwonderd. In die binnenkameren mocht een Simon Petrus inblikken, toen dat wenende oog van zijn Meester hem aankeek. Een moordenaar mocht vlak voor zijn sterven mee ingaan in die binnenkameren.

En gij, mijn lezer of lezeres, is de Heere u wel eens voorgegaan? Hebt ge wel eens heilig verwonderd gele­ gen aan Zijn gezegende voeten? De Kerk overdenkt het bittere lijden van de Borg. Is dat niet een binnenkamer? Niet een ieder wordt even diep ingeleid in die kamer. Hier moet elk de schoenen van de voeten ontbinden.

Slechts drie van de discipelen mogen mee tot een steenworp afstand. In Gethsémané's hof ziet ge dan hoe de Borg kruipt in het stof. Daar wordt de aarde rood van Zijn bloed. Daar hoort ge Hem in gewilligheid uitroepen: "Uw wil geschiede!" Welk een binnenkamer is het ook als Hij van rechterstoel tot rechterstoel geleid wordt. Waar Hij gegeseld wordt, waar de doornenkroon op Zijn hoofd geplant wordt. Daar waar ploegers over Zijn rug gaan. Heilige binnenkamers zijn het. Ook op Golgotha als Hij tussen hemel en aarde de zoenprijs betaalt. Ach, ik weet, er wordt in deze weken veel over gepreekt. Maar veelal blijft men staan voor de deur. Men mist de sleutel, omdat men de Sleuteldrager niet kent. Het is daarom ook een binnenkamer. En het heilgeheim wordt aan Zijn vrinden getoond. Zulk een binnenkamer krijgt alleen maar waarde als er schuld is. En al is er dan schuld, dan kan een mens uit zichzelf toch niet beschikken over de toegang tot de binnenkameren. Hij moet er gebracht worden. Sulamith is daar gebracht. Kent ge er ook iets van? Dan zult ge toch eerst gebracht moeten worden in de binnenkameren van schuld en zonden. Daar is geen mens bij als de eerste tranen naar een onbekende God geweend worden. Het is een heilige binnenkamer als gefluisterd wordt: "Zie, hij bidt'. Een heilige binnenkamer is het als de tranen over de wangen vloeien. Maar de binnenkameren worden pas geopend als ik in Gods Woord word ingeleid... Om te leren, dat alles van mij geen grond is voor mijn zaligheid. Hoe zalig dan om in die heilige gebouwen te mogen gaan. Daar is het vrije gunst die eeuwig God bewoog. Maar hoe groot ook om in de binnenkameren van het lijden van de Borg te mogen verkeren. Hem te overdenken in Zijn dierbaarheid. Aan Hem alleen maar genoeg te hebben. En buiten Hem geen leven te kunnen vinden. Maar ik moet er gedurig in gebracht worden. Nooit kan ik uit mijzelf die binnenkameren vinden. Die liefde kan ik niet opwekken. Het is alles Gods werk, zowel het één als ook het andere.

Dan rest nog een laatste vraag: Zijt gij reeds een voorwerp geworden van die bearbeiding? Is de Koning u reeds te sterk geworden? Zo niet, het is erg. Maar het is nog niet te laat. Mocht er dan in uw hart een vraag geboren worden naar ontdekking en bekering.

En hebt ge er iets van geleerd, het is zo groot. Maar er is veel meer. De ene binnenkamer roept naar de andere binnenkamer. Nooit raakt men er uitgeleerd. Straks aan het einde des levens gaat Sion naar huis, naar Gods binnenkameren. Dan zullen daar de blijde zangers staan. Hoe ontroerend om daar te mogen ingaan en dan voor eeuwig. Om dan eeuwig te zingen van Gods goedertierenheid. Dan heeft de Koning Zijn volk ingebracht in Zijn binnenkameren. Voor eeuwig!
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. J. Edwards schreef:De schepping van de wereld schijnt in het bijzonder dit doel gehad te hebben, dat de eeuwige Zoon van God een bruid kon verwerven aan wie Hij de grenzeloze goedgunstigheid van Zijn natuur zou kunnen uitdelen, en voor wie Hij, als het ware, heel die onmetelijke bron van nederbuigende goedheid, liefde en genade die in Zijn hart was, kon openen, en dat in deze weg God verheerlijkt zou worden.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. G. du Piere schreef:
Honing uit de Leeuw

Als de rede zegt: Hier zijn rampen en zwarigheden, die ik niet te boven kom, het is derhalve met mij gedaan, dan zegt het geloof: Nee, want alle dingen zullen degenen die God liefhebben medewerken ten goede. En zo zullen dan deze rampspoeden, ofschoon dat ze zelfs bloedig zijn, nochtans de belofte vervullen. De tegenspoed zal tot ons bestwil dienen, tot genezing van onze verdorvenheden en tot bevordering van onzer zielen zaligheid. Het geloof weet de wind en het getij samen te voegen, te weten de wind van tegenspoed en het getij der beloften. Zo maakt het een christen bekwaam om alle rampen te boven te komen. En tenslotte weet het geloof zoetigheid uit het kruis te halen. Het geloof toont aan de ziel dat God verzoend en de zonde vergeven is. En och, hoe gemakkelijk en licht is het om dan het kruis te dragen. Zoals de bij de zoetste honing uit de bitterste kruiden zuigt, alzo zuigt het geloof ook uit de scherpste beproevingen de zoetste vertroostingen. Het geloof ziet de verdrukkingen aan als Gods liefdestekenen en proeft zelfs honing aan de scherpste spitsen van de roeden. Zij is daarin Simson gelijk, die spijze kon vinden in de eter en zoetigheid in de sterke.
Bron: Nieuwsbrief Vriend en Metgezel
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
-DIA-
Berichten: 32705
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door -DIA- »

Het lijden en sterven van Sions Borg
'De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem.'
(Jesaja 53 : 5 midden)

In Jesaja 53 wordt ontroerend gesproken over het lijden en sterven van Sions Borg. In onze tekst horen we Gods Kerk haar zonden belijden en ook van vrede juichen.
De straf was op Hem. Welke straf? De straf voor onze overtredingen en ongerechtigheden. Hier horen we Jesaja en Gods Kerk belijden dat ze straf en oordeel verdiend hebben. Vanwege hun overtredingen tegen een heilig, rechtvaardig en goeddoend God. Daar krijgen Gods kinderen door ontdekkende genade een geopend oog voor.
Het wordt hun oprechte belijdenis: Ach Heere, wie zijn wij toch geworden door onze afval van U! Geschapen om in eeuwigheid Uw lof te vertellen, zijn wij op weg naar Uw rechterstoel, waar wij zullen staan als overtreders van Uw heilige wet, als overtreders van Uw verbond, als versmaders van Uw liefde. Voorwaar, wij hebben het eeuwige oordeel verdiend!
Is dit door ontdekkende genade ook reeds uw hartelijke belijdenis geworden? Hoe nodig is het om op die plaats van Jesaja te komen. Maar dat willen en kunnen we niet. Wij willen ons liever verontschuldigen dan veroordelen. Liever ons bedekken dan ontbloot worden, met het gevolg dat we Christus en Zijn genade niet nodig hebben. Maar dat wordt anders als de Heilige Geest onze blinde zielsogen opent! Dan zien we dat er een lang en zwart schuldregister is, dat tegen ons getuigt. Dan zinken we bevend en schuldbelijdend aan Gods voeten. Dan komt er plaats voor de lijdende en stervende Borg, Die Zich, o wonder, bekendmaakt aan een in zichzelf verloren volk, dat uitgewerkt om ontferming smeekt!
‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem.’ Het geloofsoog van de profeet doorboort de nevelen en aanschouwt de Borg Jezus Christus! In deze rijkdom en zielenvreugde zinkt Jesaja weg! De straf van mij op Hem en daardoor vrede voor mij! Wat wordt er in de Christus door Gods kinderen niet allemaal gezien!
Zijn aangezicht schittert van liefde. Tussen Zijn ogen woont de vrede. Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk Eén is mijn Liefste, o dochters van Jeruzalem!
En terwijl het oog door Hem wordt geboeid, verneemt het oor het eeuwig wonder: Mijn zoon, Mijn dochter, wees welgemoed, uw zonden zijn u vergeven. Reeds in de Vredesraad sprak Ik tot de Vader: Reken het Mij toe, Ik zal betalen. Daartoe heb Ik Mij vernederd, Mij vernietigd, gehoorzaam geworden tot in de dood des kruises. De toorn Gods is op Mij gekomen. Als het ware brandoffer ben Ik er door verteerd. Geheel moest Ik Mij offeren. Zo werd aan het Goddelijke recht voldaan. Zo werd door Mij de ontzaglijke straf weggedragen. En dat alles in uw plaats, en voor u! Voor mij, onwaardige? Ja, voor u! Ik, de Rechtvaardige, gevonnist, en u Barabbas, de schuldige, vrij!
Dat wonder is niet klein te krijgen. Jezus zien en Zijn stem horen, wat geeft dat een blijdschap en vrede in het hart! Het is een vrede met God, door het bloed van het kruis. Christus heeft de verzoening voor Zijn volk aangebracht en de toorn Gods gestild. Hij heeft de straf gedragen en nu gaan Zijn kinderen vrijuit. Alzo vertroost en bemoedigt de Christus Zijn door schuld verslagen volk. En wat een volheid van vrede bovenal, waar God als Rechter Zelf de vrijspraak in het hart doet horen en in de verzegeling van de Heiligen Geest betuigt: ‘Ik zal niet meer op u toornen noch u schelden!’
Mag u door het waarachtig geloof iets van die vrede kennen? O, mijn onbekeerde medereiziger, die maar rustig voortleeft en uw vermaak zoekt in de dienst van de zonde. U zult eens voor Gods rechterstoel staan en uw vonnis ontvangen van Hem, Die rechtvaardig oordeelt en de schuldige geenszins onschuldig houdt! Als u dan geen Borg hebt voor uw schuldige ziel zult u worden weggeworpen in de poel die brandt van vuur en sulfer. Leer toch vragen om opening van uw ogen, opdat u met Jesaja uw zonden leert kennen en Christus nodig krijgt. Nog bent u in het heden der genade. Nog komt Gods roepstem tot u. Bekeert u dan tot Hem!
En u die in het donker loopt, rust en vrede zoekt en telkens weer teleurgesteld uitkomt, laat alle hoop op hetgeen Christus niet is nu eens varen en zoek Hem, Die zo liefelijk betuigt: ‘Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.’
En u die de vrede met God hebt leren kennen: Christus is het Brood des levens. Indien wij geen gemeenschap met Hem oefenen, gaat onze ziel donker en dor daarheen. Hoe nodig is het ook voor u om in de gemeenschap met Hem steeds opnieuw verlevendigd te worden. Levend in Zijn gemeenschap zingt Gods Kerk: Hij is de HEER’, Die hulp verschaft in nood; mijn levenskracht; ‘k heb niet vervaard te wezen; Hij is ‘t, Die mij beveiligt voor de dood.
Daarom, reisgenoten, zoekt gedurig Zijn aangezicht, totdat u komt in het land waar u altijd met de Heere zult zijn.

Ds. J. Catsburg (1929 - 1984)
Bron: Door diepte naar hoogte, uitgeverij Gebr. Koster
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Isala
Berichten: 1267
Lid geworden op: 27 sep 2013, 22:14

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Isala »

Nu lieve vriendin, denk eens aan alle moeilijke dingen in jouw leven:
zware omstandigheden, afmattende plichten, hevige pijnen, bittere teleurstellingen,
harde woorden, harde gedachten, het harde hart van anderen.
Schrijf al deze dingen allemaal op, en nog veel meer, stapel het op elkaar tot één grote berg beproevingen.
Rustig stelt God dan nog steeds dezelfde vraag:
Zou voor Mij ook maar iets te wonderlijk zijn?

- Susannah Spurgeon bij Jeremia 32 vers 27

Ik moest bij het lezen van dit stukje ook aan Mara denken.
Hora est!
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8917
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Schatgraven Nieuwsbrief schreef:Een citaat uit ons Avondmaalsformulier: …toen Hij riep met luider stem: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?, opdat wij tot God zouden genomen, en nimmermeer van Hem verlaten worden.

Het gaat hier over de gedachtenis van Jezus’ verzoenend lijden en sterven. De zondaar gedenkt hoe Christus Zijn lichaam heeft verbroken en Zijn bloed vergoten tot verzoening van de zonden. Het plaatsbekledende karakter van het lijden van Christus wordt in dit formulier op treffende wijze beschreven. De leer van de plaatsbekleding is de gouden draad, die door de gehele lijdensgeschiedenis is heengeweven. Wij hadden gebonden, gesmaad, veroordeeld en van God verlaten moeten worden. Maar Christus wilde de vervloeking die op ons lag, op Zich laden. Zo vervult Hij ons met Zijn zegening.

…en heeft Zich vernederd tot in de allerdiepste versmaadheid en angst der hel, met lichaam en ziel, aan het hout des kruises, toen Hij riep met luider stem: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? , opdat wij tot God zouden genomen, en nimmermeer van Hem verlaten worden’. Hoe treffend wordt hier het diepste punt van het lijden van de Zaligmaker getekend. Zijn gezegend lichaam, zo zegt het formulier. Wat een warme en tere wijze van uitdrukken. Het gewaagt van de grote achting en liefde tot de Zaligmaker, Die Zijn dierbaar lichaam aan het kruis heeft laten nagelen, om zo het handschrift van onze zonden daaraan te hechten. Maar ook het heerlijke nut van dit diepe afdalen in de dood en de helse smart wordt ons voorgehouden in de woorden: opdat wij tot God zouden genomen, en nimmermeer van Hem verlaten worden. Gods Zoon wordt als de Borg der uitverkorenen vanwege hun zonden verlaten en verworpen. Hij komt in een diepte die gelijk is aan de hel, maar op die wijze worden allen die tot deze Zaligmaker vluchten, door de Vader omhelst. De verlating en verwerping is zó volledig door Christus gedragen en doordragen, dat zij wordt tot aanneming. Om aan de gerechtigheid Gods te voldoen en ten volle voor de zonde te betalen, moest de Zoon van God Zich tot in de dood vernederen. Het sterven is de voleinding van het lijden. De Heere Jezus heeft toen uitgeroepen: Het is volbracht. Heerlijk triomferend woord van de stervende lippen van de Borg en Zaligmaker. Het formulier brengt dit woord in verband met het verbond der genade en der verzoening. Alle voorwaarden van het verbond zijn nu vervuld. Nu staat er niets meer in de weg om zondaren te redden van de dood en de vloek. De genade heerst nu, niet ten koste van rechtvaardigheid, maar dóór rechtvaardigheid tot het eeuwige leven. Om dit voor het schuldverslagen hart duidelijk te maken heeft Jezus in Zijn laatste Avondmaal brood en wijn aan Zijn jongeren uitgedeeld als tekenen en zegelen van dit eeuwige genadeverbond. Hij heeft brood genomen en uitgedeeld en de beker wijn rondgedeeld, opdat wij vastelijk zouden geloven, dat wij tot dit genadeverbond behoren. Christus heeft deze tekenen en zegelen ingesteld om daardoor het geloof te versterken en Zijn volk te verzekeren dat zij deel hebben aan Gods genadeverbond.

De Heere bepaald in het Avondmaal Zijn volk bij de liefde van Christus, die zich geopenbaard heeft in Zijn Zelfovergave aan het kruis. ‘Ik voor u’, zo roept Christus in het Avondmaal de schuldverslagen zondaar toe. En indien Ik dit niet voor u gedaan had, had u de eeuwige dood moeten sterven.

Heerlijke troost en aanbiddelijke liefde. Hoe menigeen van Gods bestreden kinderen heeft hier al troost en zaligheid gevonden. Als balsem zijn deze woorden in de verwonde ziel gevallen. Dat is het evangelie van het kruis van Golgotha.

Dit is hemelse spijs voor een hongerig hart.



Auteur: ds. C. Harinck
Titel: Ons Avondmaalsformulier, pg. 130-136
Uitg.: Den Hertog, ISBN: 9033112183
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Plaats reactie