Gelezen (geloofsopbouwend)

Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Isala schreef:Een persoon die door God is getrokken uit de geestelijke dood en heeft een betrekking op de Heere Jezus gekregen, worstelt misschien nog met de verzekering van zijn/haar aandeel in het werk van Christus.
Dus iemand kan een geloofsbetrekking op het werk en persoon van de Heere Jezus gekregen hebben, maar kan niet Zijn bloed en gerechtigheid toeëigenen.
Daar is een grotere mate van geloof voor nodig en dat geloof is het werk en gave van de Heere Jezus die Hij versterkt ook juist door de oefeningen van het geloof.
Een ‘hongerend en dorstend geloof’ is dus heel anders dan een ‘etend en omhelzend’ geloof. Naar mate God het geloof versterkt, versterkt Hij ook de geloofsovertuiging dat de Heere Jezus waarlijk voor mij gestorven is.

ds A.T. Vergunst
Heel mooi verwoord!
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Bertiel
Berichten: 4610
Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
Locatie: bertiel1306@gmail.com

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Bertiel »

bemoedigend, waar komt het uit Isala?
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Isala
Berichten: 1267
Lid geworden op: 27 sep 2013, 22:14

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Isala »

Bertiel schreef:bemoedigend, waar komt het uit Isala?
Het is een stukje van het antwoord op deze vraag:
https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/22 ... en-schuld/
Hora est!
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. J. Barueth schreef: Maar in de tweede plaats zullen velen moeten erkennen dat hun lichamen nog geen zalige opstanding tegemoet gaan. Zij zijn immers geen tempel van de Heilige Geest, zolang ze de zonden nog dienen en het vlees verzorgen tot begeerlijkheden (Romeinen 13:14) en hun ledematen gebruiken tot wapenen van de ongerechtigheid. Hoe velen zijn er die leven alsof de graven nooit geopend zullen worden en er geen opstanding der doden te verwachten zou zijn! Zij zien dagelijks dat er veel doden begraven worden. ‘De mens gaat naar zijn eeuwig huis, en de rouwklagers zullen in de straat rondgaan’ (Prediker 12:5). Zij begeleiden de dode lichamen tijdens hun uitvaart naar de groeve der vertering. Dat alles zien ze aan en doen ze ongevoelig, zonder enig nadenken of zorg over hun eigen dood en begrafenis. Moeten we van deze mensen, net als de Zaligmaker deed, niet zeggen: ‘Laat de doden hun doden begraven’ (Mattheüs 8:22)?

Ja, dat velen zeer zelden nadenken over hun aanstaande begrafenis en de ontbinding van hun lichaam in het stof – dat bewijzen zij genoeg met sprekende daden. Want als zij daaraan al eens met ernst zouden denken, dan zouden ze niet zoveel tijd besteden aan de versiering van hun lichaam met allerlei lichtzinnige dingen. Het lichaam is dat immers niet waard? Het is maar stof, meer niet, overtrokken door een dunne huid, van binnen voedsel voor de wormen. Als u uzelf eens zou kunnen zien in het graf, zou u schrikken.

O, leer uzelf toch eens werkelijk kennen, dat u zonder de Geest des levens Die de mens wederbaren moet tot een nieuw schepsel, nog onder de geestelijke dood ligt! Daarom: bid God om uit uw doodslaap wakker gemaakt te worden, om van uzelf als een geestelijk dode een walg te krijgen. Moge Christus door Zijn Geest in u komen om u werkzaam te maken tot het begraven van uw oude mens en uw verdorven natuur. Moge Hij komen tot opstanding van de nieuwe mens, die naar God geschapen wordt tot ware rechtvaardigheid en heiligheid.

(...)

En als u nu door het geloof en de hartveranderende bekering Jezus’ vriend en liefhebber geworden bent, dan hoeft u voor uw eigen dood ook niet te vrezen. Het is waar: de dood is een koning der verschrikking, maar alleen voor de goddelozen. Voor u zal hij daarentegen een blijde bode met een goede tijding zijn, die u komt aflossen van de moeilijke plaats in dit tranendal. Een bode die u komt losmaken van al de banden van zonden en ellenden, en die uw ziel in het paradijs van de derde hemel zal overbrengen. Het sterven kan u zwaar en bitter vallen, het zal echter niet lang duren en u kunt u troosten met het onfeilbare woord dat Paulus sprak, dat dit verderfelijke onverderfelijkheid moet aandoen en dit sterfelijke onsterfelijkheid (1 Korinthe 15:53).

Wel, hoop dan volkomen op de genade, die u toegebracht zal worden door de openbaring van onze Heere Jezus Christus in de hemel, met de engelen van Zijn kracht. Wanneer onze vernederde lichamen opgewekt en aan het verheerlijkte lichaam van Christus gelijkvormig gemaakt zullen worden, zullen wij naar Gods onbedrieglijke belofte ‘opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met de Heere wezen’ (1 Thessalonicenzen 4:17).
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. G. Hamstra schreef:
God has Spoken

God, who at sundry times and in divers manners spake in time past unto the fathers by the prophets, hath in these last days spoken unto us by his Son... Hebrews 1.1,2

When presidents and prime ministers are genuine, concerned, and skilful communicators, they never lack an audience. Their speeches often make lasting impressions, even on future generations. President Abraham Lincoln’s famous address, made in 1863 at the dedication of the National Cemetery at Gettysburg, is a notable example. Such compassionate speeches are remembered and become as it were immortal. However, far more valuable and significant are the Divine communications.

The very fact that God, the Creator, communicates with His creatures here on earth is an amazing reality. Every human being knows that God speaks, but not everyone pays heed to the Divine messages. God communicates to us in nature. The message of God’s general revelation is very clear. ‘The heavens declare the glory of God; and the firmament sheweth his handywork’ (Psalm 19.1). Everywhere in nature we can hear the rustlings of God’s footsteps, if we are willing to listen.

God not only speaks in nature, but also in grace. God’s Word is His most blessed and solemn revelation. God, the infinite Majesty, has spoken to us, His finite creatures, in a sacred, gracious, and condescending manner.

In a rather unique fashion, the writer of the Epistle to the Hebrews alludes to God’s way of speaking. The author was a compassionate Christian leader of Hebrew origin. Likewise, he was a gifted theologian and a skilful linguist. Although he wrote to certain Christians with a Hebrew background, the Divinely-inspired epistle is intended for the Church of all ages. The spiritual condition of the first readers was far from wholesome. A firm and sympathetic correction was needed. By the grace of God, their initial response to the gospel message had been rather favourable. However, the continued pressure of persecution appears to have made them faint and weary. They had become dull of hearing and still desired milk instead of strong meat. Moreover, they were in danger of drifting away from the truth and even of being led astray by diverse and strange doctrines. These early Hebrew Christians desired a way of escape from a wearisome persecution. It appears as if they were contemplating to return from their newly-found Christian faith to their former Jewish convictions.

The concerned writer endeavours to lead his readers to a full awareness of the rich treasures that may be found in Christ, their compassionate High Priest. He warns against their half-hearted, hesitating attitude. The tried and tempted Hebrews are repeatedly encouraged to endure by looking unto Jesus, the Author and Finisher of their faith.

The opening verses of the Letter to the Hebrews contain a wealth of spiritual instruction. They express the marvellous and important truth that God has spoken. God spoke to the earlier generations of Hebrews, the people of Israel, in and by the prophets. To the present generation of Hebrews, He spoke in and by His Son.

God spoke at sundry times and in diverse manners. Each prophet represented God in his own particular time and way, and prophesied in part. When God spoke in His Son, He spoke in One who was much more than a prophet. No prophet was ever related to God the Father as was Christ the Son. Although He possessed a human nature, He was equal with God the Father. God’s revelation by the Son is not in part, but complete and final.

When God spoke in the Son, He revealed Himself in One Who knew Him in perfection. No one else could represent God the Father in the same glorious and complete manner like God the Son could do. In the Son we have God’s final and ultimate revelation. We ought not to look for more and newer revelations. Every Old Testament promise has been fulfilled in the word and work of the incarnate Son of God. The only new revelation yet to come will be on the Judgment Day, when ‘he cometh with clouds; and [when] every eye shall see him’ (Revelation 1.7). God has spoken in His Son. This revelation is unsurpassed in grace and authority.

We need to respond in an appropiate manner. A believer does so in faith. ‘Without faith it is impossible to please’ God (Hebrews 11.6). A believer in Christ realizes his need of being taught by the Holy Spirit. He recognizes in his heart of hearts what the Word of God teaches regarding the most urgent need of his life. He does not dare or want to deny that as a fallen creature he has no more pressing need than salvation from sin and its consequences. At the same time he realizes that he may not go on in the way of rebellion against God. A believer finds no rest until he may embrace the great salvation wrought by Christ. The enjoyment of a saving interest in Christ is the strength of his heart. It causes him to delight himself in God and to live according to the revealed will of God.

A believer’s faith is often tried. Like the Hebrew Christians, he may be discouraged when tempted. Nevertheless, he should ever seek, by grace Divine, to occupy his mind with the excellency and the beauty of the love of God in Christ. In so doing, he shall be strengthened in the day of trial. Those who have neglected the great salvation in God’s beloved Son had better give heed. They should mourn on account of their ungrateful neglect. They ought to pray earnestly for the precious gift of the Holy Spirit. The Spirit of God alone convinces of the sin of unbelief and enables us to exercise a living faith. Plead with the Lord to give you the special grace of His Spirit. It is the Spirit’s work to take of the things of Christ and to show them unto you (John 16.15).
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Isala
Berichten: 1267
Lid geworden op: 27 sep 2013, 22:14

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Isala »

Ds. J. Barueth schreef:Ja, dat velen zeer zelden nadenken over hun aanstaande begrafenis en de ontbinding van hun lichaam in het stof – dat bewijzen zij genoeg met sprekende daden. Want als zij daaraan al eens met ernst zouden denken, dan zouden ze niet zoveel tijd besteden aan de versiering van hun lichaam met allerlei lichtzinnige dingen. Het lichaam is dat immers niet waard? Het is maar stof, meer niet, overtrokken door een dunne huid, van binnen voedsel voor de wormen. Als u uzelf eens zou kunnen zien in het graf, zou u schrikken.
Dit stukje vond ik lastig om te lezen. Hier wordt wel een beetje te kort gedaan aan het wonder van het menselijk lichaam. Of een mens nu wedergeboren is of niet, elk lichaam is een groot en fascinerend scheppingswonder. En wij belijden dat iedereen is geweven door God in de baarmoeder van zijn/haar moeder.
Dus het lichaam doet er werkelijk wel toe, ook na de zondeval. Donderdag was ik nog op de begraafplaats, en zag ik op een grafsteen staan: hier rust het stoffelijk overschot van... Doet dat onze Schepper niet te kort? Overschot.... Het deed me pijn om dat op de steen te lezen.
Hora est!
Framboos
Berichten: 751
Lid geworden op: 12 jul 2017, 07:13

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Framboos »

Isala schreef:
Ds. J. Barueth schreef:Ja, dat velen zeer zelden nadenken over hun aanstaande begrafenis en de ontbinding van hun lichaam in het stof – dat bewijzen zij genoeg met sprekende daden. Want als zij daaraan al eens met ernst zouden denken, dan zouden ze niet zoveel tijd besteden aan de versiering van hun lichaam met allerlei lichtzinnige dingen. Het lichaam is dat immers niet waard? Het is maar stof, meer niet, overtrokken door een dunne huid, van binnen voedsel voor de wormen. Als u uzelf eens zou kunnen zien in het graf, zou u schrikken.
Dit stukje vond ik lastig om te lezen. Hier wordt wel een beetje te kort gedaan aan het wonder van het menselijk lichaam. Of een mens nu wedergeboren is of niet, elk lichaam is een groot en fascinerend scheppingswonder. En wij belijden dat iedereen is geweven door God in de baarmoeder van zijn/haar moeder.
Dus het lichaam doet er werkelijk wel toe, ook na de zondeval. Donderdag was ik nog op de begraafplaats, en zag ik op een grafsteen staan: hier rust het stoffelijk overschot van... Doet dat onze Schepper niet te kort? Overschot.... Het deed me pijn om dat op de steen te lezen.
Ik ben het met je eens, Isala. Christus heeft zowel betaald voor de ziel, als voor het lichaam van Gods kinderen. Ook het lichaam is in Hem geheiligd. Het neigt enigszins naar de dwaling waartegen Paulus de korinthiers waarschuwt
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Dr. D. Jenkins schreef:In zijn klassieke boek, The Doctrine of Repentance, laat Thomas Watson zes ingrediënten zien van oprecht berouw.

Het eerste bestanddeel is het zicht hebben op de zonde
Daarbij keert iemand tot zichzelf in (Lukas 15:17) en ziet zijn manier van leven als zondig. Als we onze zonde niet onder ogen zien, worden we zelden, of nooit, gemotiveerd om berouw te hebben.

Het tweede ingrediënt voor waar berouw is verdriet hebben over de zonde (Psalm 38:18)
We moeten de spijkers van het kruis in onze ziel voelen als we zondigen. Berouw omvat zowel godvruchtig verdriet als heilige pijn (2 Cor. 7:10). De vrucht van berouw komt tot uiting in een echt, beklemmend verdriet over de overtreding zelf, niet alleen maar over de gevolgen ervan. Verdriet over de zonde wordt zichtbaar in de blijvende rechtvaardige daden die er op volgen. Echt berouw blijft in de ziel hangen en is niet alleen maar lippendienst.

Het derde ingrediënt is de belijdenis van de zonde
De nederige zondaar oordeelt vrijwillig over zichzelf als hij de specifieke zonden van zijn hart belijdt. We moeten niet met het belijden stoppen voordat de zonde helemaal is beleden. We moeten elke verborgen zondewortel in ons naar voren halen. “Laat onder u geen wortel zijn die gal en alsem voortbrengt” Deut. 29:18).

Het vierde ingrediënt voor echt berouw is schaamte over de zonde
Bij berouw slaan ons de vlammen uit van schaamte, we worden vuurrood. Berouw veroorzaakt een heilige schuchterheid. Ezra 9:6 zegt:

“Mijn God, ik ben te zeer beschaamd en te schande geworden om mijn gezicht tot U op te heffen, mijn God, want onze ongerechtigheden zijn talrijk geworden, tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan de hemel.”

De berouwvolle verloren zoon schaamde zich zo diep over zijn zonde dat hij het gevoel had niet langer te verdienen zoon te zijn (Lukas 15:21). De zonde maakt ons vol schaamte naakt en misvormd in Gods ogen en maakt Christus te schande, de Ene die de schande van het kruis op zich nam.

Het vijfde ingrediënt van berouw is het haten van de zonde
We moeten onze zonde door en door haten. We haten de zonde dieper naarmate we Jezus meer liefhebben. Berouw begint in Gods liefde en eindigt in het haten van de zonde. Echt berouw walgt van de zonde.

Tenslotte is het zesde ingrediënt van berouw het zich afkeren van de zonde en met heel je hart terugkeren tot de Heere (Joël 2:12)
Dit zich afkeren van de zonde houdt een merkbare verandering in, “en werken doen die in overeenstemming zijn met de bekering” (Hand. 26:20).
“Zo zegt de Heere HEERE: Bekeer u, keer u af van uw stinkgoden en keer uw gezichten af van al uw gruweldaden” (Ezech. 14:6).
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
Maanenschijn
Berichten: 4085
Lid geworden op: 01 jan 2016, 14:33

Re: RE: Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door Maanenschijn »

J.C. Philpot schreef:
Dr. D. Jenkins schreef:In zijn klassieke boek, The Doctrine of Repentance, laat Thomas Watson zes ingrediënten zien van oprecht berouw.

Het eerste bestanddeel is het zicht hebben op de zonde
Daarbij keert iemand tot zichzelf in (Lukas 15:17) en ziet zijn manier van leven als zondig. Als we onze zonde niet onder ogen zien, worden we zelden, of nooit, gemotiveerd om berouw te hebben.

Het tweede ingrediënt voor waar berouw is verdriet hebben over de zonde (Psalm 38:18)
We moeten de spijkers van het kruis in onze ziel voelen als we zondigen. Berouw omvat zowel godvruchtig verdriet als heilige pijn (2 Cor. 7:10). De vrucht van berouw komt tot uiting in een echt, beklemmend verdriet over de overtreding zelf, niet alleen maar over de gevolgen ervan. Verdriet over de zonde wordt zichtbaar in de blijvende rechtvaardige daden die er op volgen. Echt berouw blijft in de ziel hangen en is niet alleen maar lippendienst.

Het derde ingrediënt is de belijdenis van de zonde
De nederige zondaar oordeelt vrijwillig over zichzelf als hij de specifieke zonden van zijn hart belijdt. We moeten niet met het belijden stoppen voordat de zonde helemaal is beleden. We moeten elke verborgen zondewortel in ons naar voren halen. “Laat onder u geen wortel zijn die gal en alsem voortbrengt” Deut. 29:18).

Het vierde ingrediënt voor echt berouw is schaamte over de zonde
Bij berouw slaan ons de vlammen uit van schaamte, we worden vuurrood. Berouw veroorzaakt een heilige schuchterheid. Ezra 9:6 zegt:

“Mijn God, ik ben te zeer beschaamd en te schande geworden om mijn gezicht tot U op te heffen, mijn God, want onze ongerechtigheden zijn talrijk geworden, tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan de hemel.”

De berouwvolle verloren zoon schaamde zich zo diep over zijn zonde dat hij het gevoel had niet langer te verdienen zoon te zijn (Lukas 15:21). De zonde maakt ons vol schaamte naakt en misvormd in Gods ogen en maakt Christus te schande, de Ene die de schande van het kruis op zich nam.

Het vijfde ingrediënt van berouw is het haten van de zonde
We moeten onze zonde door en door haten. We haten de zonde dieper naarmate we Jezus meer liefhebben. Berouw begint in Gods liefde en eindigt in het haten van de zonde. Echt berouw walgt van de zonde.

Tenslotte is het zesde ingrediënt van berouw het zich afkeren van de zonde en met heel je hart terugkeren tot de Heere (Joël 2:12)
Dit zich afkeren van de zonde houdt een merkbare verandering in, “en werken doen die in overeenstemming zijn met de bekering” (Hand. 26:20).
“Zo zegt de Heere HEERE: Bekeer u, keer u af van uw stinkgoden en keer uw gezichten af van al uw gruweldaden” (Ezech. 14:6).
Mooi. Watson valt mij op door een combinatie van praktisch en bevindelijk.
Wie lege handen heeft, kan ze altijd vouwen.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. L. Huisman schreef:
De innerlijke bewegingen der barmhartigheid

‘Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte; Om te verschijnen degenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op de weg des vredes’. Lukas 1 : 78 en 79.

Door de innerlijke beweging van Gods barmhartigheid. Daar moeten we het van hebben gemeente. Daar zijn bij God innerlijke bewegingen van barmhartigheid. Dat is de oorzaak waarom God Zijn Zoon heeft gezonden. Onbegrijpelijk! God roept een verloren wereld terug. Hij wil zondige mensen tot Zijn kinderen maken. God, Die genoeg heeft aan Zichzelf, wil Zich met ons bemoeien. God spreekt tot ons van barmhartigheid. Het smart God aan Zijn hart, als we buiten Hem en zonder Hem verder leven. Gods hart brandt van genade. Denk daar nu eens aan! Laat dat nu uw hart eens innemen. Denk niet alleen aan God als Iemand die gereed staat met Zijn oordelen, tegenslagen en straffen in uw leven. We denken vaak zo hard van God. Alsof God alleen maar tot ons komt met de vlammen van de hel. Met Zijn goddelijk gericht. En als u zo over God denkt, gaat u steeds verder van God af. Dan wordt u steeds harder. Alleen maar toorn en vloek verstalen het hart!

Zacharias heeft wat anders gezongen. Hier ligt het kind Johannes in zijn armen dat de innerlijke bewegingen van Gods barmhartigheid zichtbaar openbaart. Al zal straks zijn woord een vlijmend scherp woord zijn voor degenen die vast willen houden aan hun eigen leven, zonden en godsdienst. Hij heeft ze niet gespaard. Want de kennis van de Messias was ondergegaan in uitwendige vormen. Zoveel mogelijk doen. We zullen God Zijn deel geven en verder gaan we onze eigen gang. Gemeente, dat is toch onze godsdienst niet? U bent vanmorgen toch niet alleen maar in de kerk om uw geweten wat te sussen? Niet alleen maar uit angst voor het oordeel? U bent toch niet bezig om God te dienen met uitwendige vroomheid? Daarmee redt u het niet hoor!

Dat wordt zo anders als het Licht opgaat in uw hart, als u oog krijgt voor de innerlijke bewegingen van Gods barmhartigheid. Dat is het omslagpunt in het hart. Dat is het, wat het hart verbreekt. ‘O God, roept U ook mij, zoekt U ook mij? O God, waarom wilt U toch naar mij omzien, waarom leef ik nog? Waarom overlaadt U me met zoveel gunstbewijzen? Ga uit van mij Heere, want ik ben een zondig mens’. Dat is nu: door de innerlijke bewegingen van Gods barmhartigheid.

Daarom zingt Zacharias hier. Hij ontdekt de Zaligmaker in de geboorte van Johannes. Johannes is niet alleen maar een profeet van vloek en oordeel, maar ook de man die straks zegt: ‘Zie het Lam Gods’. Het Lam Gods is gekomen om te verschijnen degenen die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods. Om onze voeten te richten op de weg des vredes.
Bron: Schatgraven - Gereformeerde Gemeente Terneuzen
Auteur: ds. L.Huisman (1926-2004).
Titel: Mensen rondom Jezus, pg. 11-14.
Uitg.: De Banier
ISBN: 9033604167
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. M. Luther schreef:
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder. Jesaja 9:5a

Hieruit kunt u nu zien, wat voor zoet, troostvol, lieflijk woord het is dat Jesaja spreekt: ‘Zijn heerschappij ligt op Zijn schouder.’ Hij zegt niet: ‘Zijn heerschappij ligt in Jeruzalem, in Syrië, Azië, Indië of ergens op een plaats in de wereld’, maar: ‘op Zijn schouder’. Waar Hij is, daar is ook Zijn heerschappij. Ze is van alles vrij, aan geen plaats, tijd of persoon gebonden, behalve aan Hemzelf. Bovendien draagt Hij hen met al hun gebreken, zoals een vader zijn kinderen, zoals een herder de lammetjes. Hij verwerpt ze ook niet vanwege de zonde, maar heelt en helpt hen. Want Zijn Rijk is een Rijk van genade, een Rijk van hulp, een Rijk van troost voor alle arme zondaren. En het is hier een wonderlijke manier van spreken, dat Hij Zijn Koninkrijk op Zijn schouder draagt en het toch in de hele wereld is.

Want Hij moet op alle plaatsen door het Evangelie regeren en het toch overal op Zijn schouder dragen. Wereldlijke vorsten laten zich wel optillen en dragen, voeren en leiden door hun koninkrijk. Maar deze Koning tilt, draagt, voert, en leidt de Zijnen. Dat gebeurt op geen andere manier dan zo: eenmaal droeg Hij ons allemaal aan het kruis. Maar nu draagt Hij ons door het Evangelie. Dat wil zeggen, het wordt gepredikt hoe Hij ons daartoe eens gedragen heeft en de vergeving verworven heeft voor alle zonde die wij gedaan hebben, doen of doen zullen. O, wat een heerlijke titel is dat, wat een troostvolle spreuk van Christus, dat Hij Zijn Rijk op Zijn schouder draagt.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
KDD
Berichten: 1530
Lid geworden op: 17 okt 2020, 21:40

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door KDD »

Ds. J.W. Kersten schreef: Gemeente, onder degenen die onder het Evangelie leven, zijn hoofdzakelijk twee soorten mensen. Het ene soort bespreekt het stuk der ellende zonder Christus. Het andere soort bespreekt Christus zonder het stuk der ellende. Het is ook wel een wonder van Gods genade als we in de nauwe weg ten leven een weinigje het goede middelpunt mogen vinden. Dat is een zaligmakend werk van de Heilige Geest. En alles wat daar buiten is, een mens kan zich voordoen alsof hij kennis heeft aan de geestelijke zaken, hij kan geweldig armoedig en geweldig ootmoedig doen, en hij kan over de ellende kan spreken, hij kan diep in de put zitten en hij kan zwaarmoedigheid nog houden voor Godsvreze, maar er is geen plaats voor Christus. Dat is natuurlijk nooit de rechte ellende. Als de Heilige Geest ons ellendig maakt, dan is dat een heilige vanzelfsheid. Daar is de Heilige Geest voor, als de Geest van Christus, om in onze ellende de mogelijkheid in een Ander te openen: U dan, die gelooft, is Hij dierbaar (1 Petr. 2:7).

Anderen spreken en roemen in een Christus zonder de ellende. Ik denk dan aan het jolige, het vrolijke, het opgewekte en blijmoedige gereformeerde christendom van onze dagen. Daar bedoel ik niet alleen de Gereformeerde Kerk mee. Was het alleen maar daar! Maar laten we dat in ons eigen hart maar onderzoeken.
Daar wordt gesproken over de heerlijkheid van de borgtocht van Christus, de komst van de Heere Jezus; Jezus heeft alles goed gemaakt wat wij bedorven hadden, Jezus is de Weg ten leven. Het lijden en sterven van Jezus gaat daarin op dat mensen met God bevredigd worden en zalig kunnen worden, nietwaar, en zo verlustigen ze zich in iets heerlijks, in de toekomstige zaligheid. Jezus, de Zoon van God, de Middelaar, de Borg, heeft onze weg goed gemaakt, Hij heeft de weg gebaand naar de hemel, en wij twijfelen niet, we zitten niet in de put, we klagen niet en ongeloof kennen we niet, want Jezus is onze Zaligmaker.

Die mensen worden onderscheiden. Die kun je herkennen aan een geweldige geestelijke zorgeloosheid. En daarbij, dat spreekt vanzelf, een zekere wereldlust. Het gaat zo makkelijk, want Jezus is onze Zaligmaker, Jezus is onze Borg, Jezus heeft alles goed gemaakt, Hij heeft onze zonde weggenomen. Dan kun je ook makkelijk leven, dan neem je het ervan, want: ‘We zijn kinderen van God, wie doet ons wat? En de aarde is aan Zijn kinderen gegeven en we maken er gebruik van met alle lust die in ons is en straks verkrijgen we op de koop toe nog de eeuwige zaligheid.’ En zo zorgeloos als ze leven, in die geweldige, onbegrijpelijke zelfverzekerdheid, zo zorgeloos gaan ze straks sterven. Ze roemen in Jezus Die Sions Borg is en Die hun gegeven is van de Vader en ze leggen hun hoofd rustig op het kussen neer. Ze zijn innerlijk zeer verzekerd dat het nooit anders dan goed kan gaan.

Terwijl de hoofdzaak waar het om gaat: het lijden en sterven van Jezus, Zijn komst in het vlees, toch niet de bedoeling had om mensen naar de hemel te brengen? Is Jezus daarom gekomen, om ons gelukkig te maken? Nee, Jezus kwam op de wereld omdat God de zonde zo haatte dat Hij die, eer Hij die ongestraft liet blijven, aan Zijn eigen lieve Zoon met de bittere en vervloekte dood des kruises heeft gestraft.

Dus waar gaat het tenslotte om? Waartoe kwam de Heere Jezus in de wereld? Zeker, het is een getrouw woord en aller aanneming waardig dat Hij op de wereld kwam om zondaren zalig te maken. Maar hoe kan dat ooit de vrucht zijn, dat zondaren zalig worden? Dat kan alleen de vrucht zijn van de genoegdoening aan de gerechtigheid Gods. En als dat niet vooropgaat, ook in de kennisneming van onze ziel, dat we met een rechtvaardig God te doen krijgen Die Zijn gerechtigheid afdrukt in ons gemoed zodat wij verloren zondaren worden, wat moeten we dan met Jezus doen?

Dat is waar het om gaat, nietwaar, dat God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede. En daarom moeten wij betalen, hetzij door onszelf, hetzij door een ander. Daarom wordt een ontdekkende en afsnijdende prediking door hen ook zeer gehaat. Men vindt dat ontmoedigend. Men is o zo bang dat je dan de mensen in de wanhoop drijft, en dan spotten ze dat de mensen van de zuivere leer bij hopen in het gekkenhuis zitten. Dan zeggen ze: ‘Die leer van jullie, het is altijd maar drukken, het is altijd maar dood en verdoemenis, en altijd maar ellende en zonde en de val in Adam; waar hebben we anders Jezus voor gekregen? Die leer van jullie brengt mensen in de wanhoop en ze komen in het gekkenhuis terecht.’ Dat is de algemene opinie van de vrolijke wereld en het vrolijke christendom.

Die mensen die zoveel met Jezus op hebben, die moet je toch maar wantrouwen. Want het is gevaarlijk, zoveel met Jezus op te hebben. Daar bedoelen we niet anders mee dan alleen ons eigen behoud. En of God aan Zijn eer komt, en of die vreselijke Majesteit genoegdoening ontvangt voor onze zonde, dat komt op de tweede plaats. Daar is de mens ook niet zo druk mee. Als ik weet dat ik bekeerd ben en als ik weet dat ik, als ik ga sterven, naar de hemel ga, dan ben ik tevreden. En of God aan Zijn eer komt, daar heb ik dan verder geen bekommernis over. Dat is een mens.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

KDD schreef:
Ds. J.W. Kersten schreef: Gemeente, onder degenen die onder het Evangelie leven, zijn hoofdzakelijk twee soorten mensen. Het ene soort bespreekt het stuk der ellende zonder Christus. Het andere soort bespreekt Christus zonder het stuk der ellende. Het is ook wel een wonder van Gods genade als we in de nauwe weg ten leven een weinigje het goede middelpunt mogen vinden. Dat is een zaligmakend werk van de Heilige Geest. En alles wat daar buiten is, een mens kan zich voordoen alsof hij kennis heeft aan de geestelijke zaken, hij kan geweldig armoedig en geweldig ootmoedig doen, en hij kan over de ellende kan spreken, hij kan diep in de put zitten en hij kan zwaarmoedigheid nog houden voor Godsvreze, maar er is geen plaats voor Christus.
Dank. Heel leerzaam.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Gebruikersavatar
pierre27
Berichten: 5399
Lid geworden op: 10 sep 2005, 12:00
Locatie: Eemvallei

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door pierre27 »

KDD schreef:
Ds. J.W. Kersten schreef: Gemeente, onder degenen die onder het Evangelie leven, zijn hoofdzakelijk twee soorten mensen. Het ene soort bespreekt het stuk der ellende zonder Christus. Het andere soort bespreekt Christus zonder het stuk der ellende. Het is ook wel een wonder van Gods genade als we in de nauwe weg ten leven een weinigje het goede middelpunt mogen vinden. Dat is een zaligmakend werk van de Heilige Geest. En alles wat daar buiten is, een mens kan zich voordoen alsof hij kennis heeft aan de geestelijke zaken, hij kan geweldig armoedig en geweldig ootmoedig doen, en hij kan over de ellende kan spreken, hij kan diep in de put zitten en hij kan zwaarmoedigheid nog houden voor Godsvreze, maar er is geen plaats voor Christus. Dat is natuurlijk nooit de rechte ellende. Als de Heilige Geest ons ellendig maakt, dan is dat een heilige vanzelfsheid. Daar is de Heilige Geest voor, als de Geest van Christus, om in onze ellende de mogelijkheid in een Ander te openen: U dan, die gelooft, is Hij dierbaar (1 Petr. 2:7).

Anderen spreken en roemen in een Christus zonder de ellende. Ik denk dan aan het jolige, het vrolijke, het opgewekte en blijmoedige gereformeerde christendom van onze dagen. Daar bedoel ik niet alleen de Gereformeerde Kerk mee. Was het alleen maar daar! Maar laten we dat in ons eigen hart maar onderzoeken.
Daar wordt gesproken over de heerlijkheid van de borgtocht van Christus, de komst van de Heere Jezus; Jezus heeft alles goed gemaakt wat wij bedorven hadden, Jezus is de Weg ten leven. Het lijden en sterven van Jezus gaat daarin op dat mensen met God bevredigd worden en zalig kunnen worden, nietwaar, en zo verlustigen ze zich in iets heerlijks, in de toekomstige zaligheid. Jezus, de Zoon van God, de Middelaar, de Borg, heeft onze weg goed gemaakt, Hij heeft de weg gebaand naar de hemel, en wij twijfelen niet, we zitten niet in de put, we klagen niet en ongeloof kennen we niet, want Jezus is onze Zaligmaker.

Die mensen worden onderscheiden. Die kun je herkennen aan een geweldige geestelijke zorgeloosheid. En daarbij, dat spreekt vanzelf, een zekere wereldlust. Het gaat zo makkelijk, want Jezus is onze Zaligmaker, Jezus is onze Borg, Jezus heeft alles goed gemaakt, Hij heeft onze zonde weggenomen. Dan kun je ook makkelijk leven, dan neem je het ervan, want: ‘We zijn kinderen van God, wie doet ons wat? En de aarde is aan Zijn kinderen gegeven en we maken er gebruik van met alle lust die in ons is en straks verkrijgen we op de koop toe nog de eeuwige zaligheid.’ En zo zorgeloos als ze leven, in die geweldige, onbegrijpelijke zelfverzekerdheid, zo zorgeloos gaan ze straks sterven. Ze roemen in Jezus Die Sions Borg is en Die hun gegeven is van de Vader en ze leggen hun hoofd rustig op het kussen neer. Ze zijn innerlijk zeer verzekerd dat het nooit anders dan goed kan gaan.

Terwijl de hoofdzaak waar het om gaat: het lijden en sterven van Jezus, Zijn komst in het vlees, toch niet de bedoeling had om mensen naar de hemel te brengen? Is Jezus daarom gekomen, om ons gelukkig te maken? Nee, Jezus kwam op de wereld omdat God de zonde zo haatte dat Hij die, eer Hij die ongestraft liet blijven, aan Zijn eigen lieve Zoon met de bittere en vervloekte dood des kruises heeft gestraft.

Dus waar gaat het tenslotte om? Waartoe kwam de Heere Jezus in de wereld? Zeker, het is een getrouw woord en aller aanneming waardig dat Hij op de wereld kwam om zondaren zalig te maken. Maar hoe kan dat ooit de vrucht zijn, dat zondaren zalig worden? Dat kan alleen de vrucht zijn van de genoegdoening aan de gerechtigheid Gods. En als dat niet vooropgaat, ook in de kennisneming van onze ziel, dat we met een rechtvaardig God te doen krijgen Die Zijn gerechtigheid afdrukt in ons gemoed zodat wij verloren zondaren worden, wat moeten we dan met Jezus doen?

Dat is waar het om gaat, nietwaar, dat God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede. En daarom moeten wij betalen, hetzij door onszelf, hetzij door een ander. Daarom wordt een ontdekkende en afsnijdende prediking door hen ook zeer gehaat. Men vindt dat ontmoedigend. Men is o zo bang dat je dan de mensen in de wanhoop drijft, en dan spotten ze dat de mensen van de zuivere leer bij hopen in het gekkenhuis zitten. Dan zeggen ze: ‘Die leer van jullie, het is altijd maar drukken, het is altijd maar dood en verdoemenis, en altijd maar ellende en zonde en de val in Adam; waar hebben we anders Jezus voor gekregen? Die leer van jullie brengt mensen in de wanhoop en ze komen in het gekkenhuis terecht.’ Dat is de algemene opinie van de vrolijke wereld en het vrolijke christendom.

Die mensen die zoveel met Jezus op hebben, die moet je toch maar wantrouwen. Want het is gevaarlijk, zoveel met Jezus op te hebben. Daar bedoelen we niet anders mee dan alleen ons eigen behoud. En of God aan Zijn eer komt, en of die vreselijke Majesteit genoegdoening ontvangt voor onze zonde, dat komt op de tweede plaats. Daar is de mens ook niet zo druk mee. Als ik weet dat ik bekeerd ben en als ik weet dat ik, als ik ga sterven, naar de hemel ga, dan ben ik tevreden. En of God aan Zijn eer komt, daar heb ik dan verder geen bekommernis over. Dat is een mens.
Indrukwekkend te lezen dat het in zijn dagen niet anders was.
Zalig is de mens, welken de Heere de zonden niet toerekent.
Gebruikersavatar
J.C. Philpot
Berichten: 8966
Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08

Re: Gelezen (geloofsopbouwend)

Bericht door J.C. Philpot »

Ds. C.H. Spurgeon schreef:
Maar Hij antwoordde en zei: Elke plant die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgetrokken worden. (Mattheüs 15:13)

We hebben vaak een aantal goede en toegewijde maar erg zwakke luisteraars. Ze zijn altijd bang dat we andere luisteraars beledigen. Daarom denken ze vaak — als de waarheid op een duidelijke en scherpe manier uitgesproken wordt en het lijkt dat het dichtbij het geweten komt — dat iets niet gezegd moest worden omdat iemand er aanstoot aan nam. Echt waar, mijn broeders, we wachten niet lang om dit te beantwoorden.

Als we nooit zouden beledigen zou dat een bewijs zijn dat we het Evangelie niet zouden preken. Zij die mensen willen behagen zullen het iets heel anders vinden om God te behagen. Denk je dat de mensen houden van degenen die hen trouw bestraffen? Als je het hart van een zondaar laat kreunen en zijn geweten wakker maakt, denk je dat hij je zou betalen in de rechtbank en er voor bedanken? Niet echt. Toch moet dit een doel zijn van onze bediening. Niet om te beledigen maar om de mensen te beproeven zodat ze door zichzelf beledigt worden, zodat hun hart blootgesteld wordt aan zelfonderzoek. Hun belediging zal onthullen wie ze zijn.

Een dienaar die nooit ontworteld zal nooit water geven. Een dienaar die nooit afbreekt zal nooit opbouwen. Hij die niet weet hoe je de planten die God niet geplant heeft uittrekt, weet nauwelijks hoe hij in Gods wijngaard moet werken. Onze bediening moet zowel een dodende als een genezende zijn — een bediening die valse hoop doodt, elk verkeerd vertrouwen bederft en elke dwaze hoop uittrekt terwijl het tegelijkertijd het zwakste beginsel van echte hoop sterkt en de zwakste van de oprechte volgers van Christus bemoedigd en probeert te troosten.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.

George Whitefield
Plaats reactie