-DIA- schreef:Wat mij betreft zou het wel goed zijn als het verder uitgeklaard zou worden, door mensen die daar meer licht in hebben. Dan zal ook het punt wat ik verkeerd uitdrukte beter aan het licht komen, en wat betreft voor helderheid ben ik altijd wel een voorstander. Ook al heb ik dan niet altijd de woorden, maar duidelijkheid is niet verkeerd.
Het is toch ook zomaar voor niets dat achtenswaardige predikanten waarschuwden voor remonstrantse invloeden in onze psalmen en enige gezangen. Daarvan is juist het bovenstaand citaat (met ons lot bewogen) een een van de meest bekende voorbeelden, maar ook Psalm 1 zou beïnvloed zijn door het verlichtingsdenken: "Het pad der deugd betreden"
Ik meen dat bovenstaande juist is. God is in Zichzelf bewogen, maar Zijn barmhartigheid heeft wel een voorwerp en dat voorwerp is de ellendige mens. Daarom geloof ik niet dat er iets aan te merken is op deze regel. De mensen die hier zoveel moeite mee hebben, doen dit vast met goede bedoelingen, maar er is geen tegenstelling tussen 'in Zichzelf bewogen' en 'met ons (of: ons lot) bewogen'. Beide gaat samen. Bovendien vinden we dezelfde gedachte in de onberijmde tekst en in vele andere plaatsen in de Bijbel.Digibron schreef:Waar men wel eens over valt, is de regel: "Die met ons lot bewogen", uit de Lofzang van Zacharias. Men zou die willen vervangen door: "Die in Zichzelf bewogen." Men realiseert zich dan echter niet dat de gedachte achter de woorden in kwestie niet onbijbels is, al komen ze in de bijbeltekst niet voor. De woorden leren niet dat God door het lot van de mens (dan wel de gelovige) bewogen wordt. Er staat namelijk niet: "Die dóór ons lot bewogen." Het lot is niet de bewegende oorzaak. De formulering van het lied heeft overeenkomst met Hebreeën 4:15, waar van de Heiland gezegd wordt dat Hij medelijden kan hebben met onze zwakheden. "Medelijden hebben met" en "bewogen zijn met" zijn synoniemen. Als er al verschil is, is het slechts gradueel.
Met psalm 1 is het anders. Het 'pad der deugd' vind ik daar een ongelukkige formulering die zeker het gevolg kan zijn van de toen heersende tijdgeest.