Jantje schreef:@Ambtenaar,
Het bewijs van de onmiddellijke straf op de zonden is te lezen in Numeri 16 en Jozua 7.
En op veel meer plaatsen in de Bijbel en ook in de latere geschiedenis.
Er was ooit een predikant (zeer uitzonderlijke geschiedenis overigens, dit is geen regel) die zeggen kon: Als een van de (circa 10) mannen die ik genoemd heb (openbare vijanden en vervolgers van de Kerk en meinedigen) een dood sterft zoals alle mensen sterven, dan heeft God door mij niet gesproken. En het gebeurde zo. Wie zou Gods hand niet opmerken?
Een vd moordenaren van De Coligny schopte hem toen hij dood of halfdood op de grond lag, tegen het hoofd. Enkele jaren later werd hijzelf vermoord met een schop tegen het hoofd (niet vanwege zijn moord maar door ander gespuis). En alle andere moordenaren werden ook zelf vermoord of stierven spoedig. Wie zou Gods hand niet opmerken?
Iemand schoot in het pikdonker vanaf grote afstand op een ijselijke vloeker in Steenwijk in de 80-jarige oorlog zonder dat hij hem zien kon. Het vloeken hield op. De volgende morgen werd de vloeker gevonden, de kogel was precies door zijn mond en tong gegaan. Wie zou Gods hand niet opmerken?
Zo kunnen we nog wel even doorgaan.