Een mooi opschrift, bij het artikel, hij wordt weer Hij.
Aan het voorbeeld in het artikel zie je wel hoe inlegkundig de NBV in veel plaatsen was/is.
‘Eindelijk een gelijk aan mij’ (NBV, Gen. 2:23). En dan denken de mensen dat dit in de Bijbel staat!? Als je hierover nadenkt, is dit best heeel erg: de Bijbel door de bril van de moderne theoloog.
Een mooi opschrift, bij het artikel, hij wordt weer Hij.
Aan het voorbeeld in het artikel zie je wel hoe inlegkundig de NBV in veel plaatsen was/is.
‘Eindelijk een gelijk aan mij’ (NBV, Gen. 2:23). En dan denken de mensen dat dit in de Bijbel staat!? Als je hierover nadenkt, is dit best heeel erg: de Bijbel door de bril van de moderne theoloog.
Ik snap het niet helemaal:
In het artikel staat:
"De Jong zegt verder dat in de nieuwste NBV is geprobeerd om dichter bij de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse tekst te blijven. Als voorbeeld noemt hij de verzen in het eerste bijbelboek waarin Adam een vrouw krijgt, Eva. "Eindelijk een gelijk aan mij", staat er in de NBV. Dat wordt "Dit is ze!"
"Dat Eva gelijk is aan Adam is wel de conclusie van het hele verhaal, maar dat is niet wat er in het Hebreeuws in dat eerste zinnetje staat", zegt De Jong. "Met deze tekst zitten we dichter bij de brontekst. En het is beter dat de lezer zelf de conclusie trekt dan dat er te veel wordt ingevuld."
Het wordt in de nieuwe nieuwe bijbelvertaling "Dit is ze!" omdat ze dan dichter bij het Hebreeuws zitten. Is dat dan zo?
De laatste zin is wel hoopgevend.
Een mooi opschrift, bij het artikel, hij wordt weer Hij.
Aan het voorbeeld in het artikel zie je wel hoe inlegkundig de NBV in veel plaatsen was/is.
‘Eindelijk een gelijk aan mij’ (NBV, Gen. 2:23). En dan denken de mensen dat dit in de Bijbel staat!? Als je hierover nadenkt, is dit best heeel erg: de Bijbel door de bril van de moderne theoloog.
Ik snap het niet helemaal:
In het artikel staat:
"De Jong zegt verder dat in de nieuwste NBV is geprobeerd om dichter bij de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse tekst te blijven. Als voorbeeld noemt hij de verzen in het eerste bijbelboek waarin Adam een vrouw krijgt, Eva. "Eindelijk een gelijk aan mij", staat er in de NBV. Dat wordt "Dit is ze!"
"Dat Eva gelijk is aan Adam is wel de conclusie van het hele verhaal, maar dat is niet wat er in het Hebreeuws in dat eerste zinnetje staat", zegt De Jong. "Met deze tekst zitten we dichter bij de brontekst. En het is beter dat de lezer zelf de conclusie trekt dan dat er te veel wordt ingevuld."
Het wordt in de nieuwe nieuwe bijbelvertaling "Dit is ze!" omdat ze dan dichter bij het Hebreeuws zitten. Is dat dan zo?
De laatste zin is wel hoopgevend.
Wat begrijp je niet?
'gelijk' staat niet in de tekst, terwijl het al wel 16 jaar in de vertaling staat.
Dit 'gelijk' kun je in de zin nemen van een persoon die ook waarlijk 'mens' is; iemand van dezelfde natuur dus; dan is de uitleg prima. Maar het mag duidelijk zijn dat er ook een feministische drijfveer bestaat om zo te vertalen. Het woord 'gelijk' staat niet in het Hebreeuws dus mag het ook niet in de vertaling staan.
Het is natuurlijk goed dat er een aantal correcties worden doorgevoerd. Daarmee wordt het natuurlijk niet meteen een vertaling die dicht bij het Hebreeuws (en Grieks) blijft. Dus echt hoopgevend kan ik dit niet vinden; dan zou er veel meer moeten gebeuren.
Vandaag ook in Trouw op de complete voorpagina, inderdaad. Het NBG geeft de GBS het goede voorbeeld. En bijzonder dat Trouw dat op de voorpagina zet. Het valt mij de laatste jaren vaker op dat Trouw steeds duidelijker christelijk georiënteerd is.
DDD schreef:Vandaag ook in Trouw op de complete voorpagina, inderdaad. Het NBG geeft de GBS het goede voorbeeld. En bijzonder dat Trouw dat op de voorpagina zet. Het valt mij de laatste jaren vaker op dat Trouw steeds duidelijker christelijk georiënteerd is.
Nou nou, overdrijven is ook een vak.
Het stond vanmiddag ook een poosje op de hoofdpagina van de NOS.
Daarmee zijn ze niet gelijk christelijk georiënteerd hoor.
Dat is ook niet wat ik beweer. Het is een voorbeeld. En bovendien is de voorpagina van een krant met één artikel heel iets anders dan een plekje op de voorpagina van een website.
RD schreef:Ds. D. Heemskerk (Uddel) en J. Visscher (Staphorst) hebben op 21 oktober hun functie als respectievelijk voorzitter en penningmeester van Stichting Timotheos neergelegd.(...) Beiden traden ook af als bestuurslid.
Jongeren die het niet makkelijk hebben.
Jongeren die in het voorjaar, toen de school dichtging, weken thuis zaten.
Die hunkerden naar school.
Naar contacten met leeftijdsgenoten, met docenten.
Jongeren die nu bang zijn dat de school straks weer dichtgaat.
Jongeren die soms lasten meedragen die elk bevattingsvermogen te boven gaan…………………!
De jongere die zo hunkert naar een luisterend oor, een begrijpend gesprek, een aandacht gevende oudere, een medereiziger door dit leven?
Zien we ze nog, de koppige, de niet zo gemakkelijke jongere, de niet zo gezeglijke, soms de zo recalcitrante, dwarse post-puber?
Vol met vragen over, of God wel bestaat, of de Alwetende wel weet heeft van zijn of haar leven?
We komen ze soms tegen, die zuchten over het leven.
Die verdriet hebben over hun thuis.
Die soms lasten meedragen uit het verleden waar niemand van weet of…..weten mag.
Verborgen geheimen, soms de lasten van de zonden van volwassenen moeten dragen.
Alles als gevolgen van de zonde, zonden van en door hen die hun voorbeelden zouden moeten zijn!
Jongeren kunnen vaak haarscherp analyseren waar het fout is gegaan, waar het fout gaat.
Aarzelen over hun eigen identiteit.
Veel vragen over: Wie ben ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naartoe, waar leef ik voor, wie houdt eigenlijk van mij?
M’n ouders? Die hebben het zo druk, daar wil ik ze niet mee lastig vallen.
Bij m’n catecheet, jv-leider? Dat durf ik niet!
Op school? Ze zien me aankomen!
En zo zijn er onder ons toch veel jonge mensen die veelal eenzaam en alleen hun weg gaan met hun eigen overleggingen, hun eigen onrust, hun eigen problemen, hun eigen zorgen.
Zien we nog onze kinderen, onze jonge mensen?
Kunnen ze (nog) bij ons terecht?
Bieden we nog die echt betrouwbare schouder?
Dat luisterende oor?
Zijn we net als de Heere Jezus met innerlijke ontferming bewogen over hun heil, hun echte welzijn!
Hebben we tijd, neen, nemen we de tijd om een beker koud water uit te delen?
Een beker koud water voor een dorstig mens, een zoekende ziel, die kwetsbare jongen, of dat beschadigde meisje….
Ook die ‘verloren’ zoon of dochter!
Die dwarse catechisant.
Weten we wel wat er achter dat masker schuil gaat?
Weten we wel van ons kind, onze jongere, onze catechisant die elke avond zich in slaap huilt omdat hij of zij zich onbegrepen voelt?
Er staan veel vragen in deze ‘Opmerkelijk’.
Vragen die niet altijd een passend antwoord kunnen krijgen maar wel een dringende oproep is of het niet de hoogste tijd is, om uit te zien of we als opvoeders misschien een beker koud water kunnen, of mogen uitreiken! Misschien wel de allerhoogste tijd om die beker koud water uit te moeten reiken.
Het kan nog!
Het moet zelfs!
In het onderwijs komen we helaas de brokstukken van thuis en de kerk nog al eens tegen….
Onze jongeren verdienen liefde, aandacht, duidelijkheid en eerlijkheid van ons.
Ook hier samen optrekken als gezin, kerk en school!
Dat is dan….3x een beker koud water, toch?
Alles wat liefdevolle aandacht krijgt groeit en bloeit!
Om Jezus wil, uit genade!
Ouders, gemeenteleden, meesters, juffen, docenten, jv-leiders, catecheten, delen wij ze uit?
Bekers met koud water en dan met name aan onze jongeren?
De heer A.W. Koole, eerder gepubliceerd in kerkblad Gereformeerde Gemeenten, Tholen
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Ik geloof dat hier, ook in kerkelijke gezinnen enorm veel verborgen ellende is, veel vragen, maar ook het missen van de warmte en liefde in het gezin, en missend de identificatiepersonen die in de tere vreze Gods mogen wandelen. Dan komen er vragen waarop geen antwoord meer komt. Dan worden ouders (zou dat niet betamen?) beschaamd. Dan wordt het koud en kil op deze aarde. Maar het is in deze achtergrond waarin vele jongeren nu opgroeien.
We zien soms de onzekerheid of een angstige blik achter een stoer uiterlijk. We leven in een erg moeilijke tijd. Maar jongeren zij er als het ware in geboren. Een harde meedogenloze wereld, en ook in de gezinnen, waarin de tere liefde wegebt.
We kunnen proberen de schuld elders te zoeken, maar wat ik eerder hierover eens las trof me ook wel. Waar ging het mis? En dan was het antwoord: niet zo ver van huis. Het begon thuis aan de keukentafel. Dan hoeven we ons huis niet uit.
Wij als ouderen hebben een geheel andere jeugd gekend. Wij werden omringd met liefde, zorg en gebed. Wij voelden ons thuis in huis. Ik geloof dat dit weleens gaat ontbreken. En dan weer niet naar een ander wijzen: beginnen bij onszelf. Hoe sta ik in het leven. Wat gaat er van mij uit? Is er nog iets waar een jong mens jaloers op kan worden?
Laten we dan zo tot onszelf inkeren, en tegelijk zien dat er een grote (geestelijke) nood heerst bij velen. Dat velen ook een leegte ervaren die ze niet kunnen vullen met alles wat van deze wereld is.