Johannes S schreef:Ik vind het geen heel aparte uitspraak. Ik begrijp het wel. Ik heb zeer sterk de indruk dat in kerken met een on-Bijbelse verbondvisie de duisternis vaak groot is w.b.t. het echte Evangelie en men zit vaak verstrikt in de leer.Jeremiah schreef:Bijzondere uitspraak. Jezus is gekomen tot hen die hun ellende gevoelen. Niet als voorwaarde, maar wel als de weg tot de Zaligmaker.Bertiel schreef:wat een schitterend antwoord van Steef Post achterop de krant:Als je bij de Heere Jezus mag komen zoals je bent, waarom moet je dan bidden of je mag zien hoe zondig je bent? Of hoeft dat helemaal niet?
De duivel werpt graag hindernissen op om tot Jezus te komen. Een van die hindernissen is dat hij er gedoopte mensen van overtuigt dat je eerst een oprecht en diep besef van zonden moet hebben voor je naar Jezus mag gaan.
Mattheus 11:28 "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven."
Mattheus 9:12 "Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn."
Jesaja 55:1 "O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!"
Openbaring 22:17 "En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet."
En wij gaan van nature naar de duivel, niet naar Jezus, tenzij de Geest ons levend maakt en de Zaligmaker aan onze ziel wordt geopenbaard. Dat is een werk van boven naar beneden, niet andersom. Daar moeten we scherp in zijn.
En ik denk dat jij nu ook hindernissen opwerpt. Je haalt een aantal losse teksten uit de Bijbel uit zijn verband.
In Jesaja 55 is het Woord in eerste instantie gericht aan Joodse ballingen die naar andere dingen dorsten dan naar de HEERE en Zijn gerechtigheid en die zeer waarschijnlijk ook helemaal geen last hebben van hun zonden. Blijkt dat niet uit het vervolg? En wie komt er eerst? God met Zijn Woord. Maar dan moeten mensen Zijn Woord niet verdraaien.
2 Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen.
3 Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David.
4 Ziet, Ik heb hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder der volken.
5 Ziet, gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet, en het volk, dat u niet kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israëls wil, want Hij heeft u verheerlijkt.
6 Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.
7 De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.
In Mattheus 11:28 heeft Jezus het ook niet specifiek over dezulken. Nee, degene die zuchten onder de last van de wet (te zwaar om te dragen) en zoeken hun eigengerechtigheid op te richten door (de) wet worden hier ook genodigd.
28 Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen.
30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.
In Mattheus 9 staat er ook helemaal niet bij dat de tollenaren en zondaren hun zonde(n) voelden voordat Jezus kwam. Nee, de Farizeeën namen het Jezus kwalijk dat Hij met dezulken at en toen gaf Hij de in eigen ogen rechtvaardige Farizeeën een lesje. Toch? En zit dat niet in ieders hart zulke gedachten? Er is geen onderscheid, lees ik in Romeinen 3. En als ik op de Farizeeën neerkijk doe ik ook hetzelfde.
10 En het geschiedde, als Hij in het huis van Mattheüs aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen.
11 En de Farizeën, dat ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren?
12 Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.
13 Doch gaat heen en leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.
En Jezus komt Zelf om de zonde aan te wijzen. Zie Johannes 4 de Samaritaanse vrouw.
En de in eigen ogen rechtvaardige Joden die tot Jezus zeiden: 'we hebben Abraham tot een vader', en die steunden op hun besnijdenis en uitwendige godsdienst, daar had het Woord van Jezus geen plaats. Johannes 8. Op de plaats van Abraham kun je denk ik ook bijvoorbeeld je eigen uitwendige godsdienst/religie/leer etc. invullen als je daar op steunt (in zijn algemeen gesproken).
Wanneer de Heere Jezus in Jesaja 61 het grote doel van Zijn zending wil aantonen, is het zeer opmerkelijk dat Hij daarvan zegt: Ik ben gezonden 'om te verbinden de gebrokenen van hart ( ... ) en om alle treurigen te troosten'. Het is zo dat de Heere Jezus een Zaligmaker van zondaren is, maar alleen van gebroken en beschaamde zondaren, die onder het zien en gevoelen van hun zonden treurig en gebogen zijn. Daarom was Zijn Woord: 'Die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering' (Mattheüs 9:12-13). Dat wil zeggen, zulke zondaren die in eigen oog geen rechtvaardigen zijn, maar die zichzelf als zondaren en geestelijk zieken hebben leren kennen. Daardoor lopen ze gewond en gevoelig naar Hem toe als de Medicijnmeester. Hierom wordt er gezegd in Lukas 19: 'Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was.' Niet maar verloren in zichzelf, maar ze zien en betreuren hun verloren staat. Het zijn zondaren die onder de last van hun zonden en onder de druk van hun ellende moedeloos schijnen te zullen bezwijken. Zie de waarheid van wat ik zeg in onze tekst. Hoe begint de Heere Jezus hier Zijn hemelse opdracht? Tot wie richt Hij Zich? Tot vermoeiden en belasten, die Hij tot Zijn gemeenschap roept: 'Komt herwaarts tot Mij allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.' In de aan onze tekst voorafgaande verzen wordt ons de hardnekkigheid van de meeste en vooral van de aanzienlijken onder de Joden aangetoond als een rechtvaardig oordeel dat voortvloeide uit het soevereine welbehagen van God. Dit bestek was ook aan de Zoon gegeven. Om echter de kleinen, die in waarheid tot Hem zouden komen daardoor niet moedeloos te maken, toont Hij nu in de tekstwoorden aan dat Zijn vredesboodschap tot hen gericht is. Hij zegt tot hen: 'Komt herwaarts tot Mij allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.' Deze nodiging is zo lieflijk dat ik geen aanprijzing nodig heb om er uw aandacht op te vestigen. Een der meest aantrekkelijke woorden die ooit van de genade lippen van Jezus gevloeid zijn.
Abraham Hellenbroek