Ik denk dat beide geheel met elkaar te verenigen zijn.PvS schreef:In onze tekst is er sprake van dat de deur gesloten zal worden. In dit Bijbelgedeelte wordt het Evangelie vergeleken met een bruiloftsfeest, dat God heeft bereid. De poort staat wijd open en de dienaren worden tot eenieder gezonden met de boodschap: 'Alle dingen zijn gereed.' Maar de tijd is nabij dat de heer van het huis zal opstaan en de deur zal sluiten. Dan zal er niemand meer tot de bruiloft ingaan. Zo was het ook bij de zondvloed. De deur van de ark stond 120 jaar lang wijd open en nodigde zondaren uit in de ark beschutting te zoeken tegen de toekomende toorn. Maar toen de bestemde tijd gekomen was, sloot God Noach in de ark en deed Hij de deur toe.McCheyne schreef:over de volgende tekst: http://statenvertaling.nl/tekst.php?bb= ... d=1#vers25
Zo is het ook met de schaapskooi waarvan Christus de Deur is. Als de gehele kudde zal zijn ingezameld, dan zal de overste Herder verschijnen en de deur sluiten.
Sommigen zeggen: Ik vrees dat de deur voor mij al gesloten is. Ik antwoord: 'Nee, pas als de Heere des huizes zal zijn opgestaan, zal de deur gesloten worden. Christus zit nu nog aan de rechterhand van God. De deur staat nog steeds wijd open. Pas als Christus opstaat, zal de deur van het Koninkrijk worden gesloten.'
'Gij dan zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen!'
Hoe moeten wij het bovenstaande dan lezen in het licht van Hebreeën 6:4?
Wij mogen van niemand zeggen dat voor hem de deur reeds gesloten is, behalve misschien in zeer bijzondere uitzonderingen (waar het nu niet om gaat).
Maar nooit betreft dat de mensen die met een bevend hart zeggen: Ik vrees dat de deur voor mij al gesloten is.
Voor hen staat, zoals McCheyne zegt, de deur nog steeds wijd open. Zij worden genodigd door de vrije aanbieding van het Evangelie zolang zij zijn in het heden der genade.
Dat is niet om mensen een valse rust te geven, maar integendeel om hen door het Evangelie te bewegen tot het geloof, zoals ook Paulus zegt in 2 Korinthe 5:
'Wij dan wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof.'
Zo werd dit ook door de 'ouden' gepredikt in ons goede vaderland en daarbuiten.