40 dagentijd / Lijdenstijd 2012 Hoe gaan we die tijd in?

[Desiree]

Ik ben geen u hoor... bedankt!

Zal 2e lezen.

Zal 'reactie' wat overzichtelijker houden, dan is het wat duidelijker.

[Desiree]

Gelezen..

Zal vanavond even reageren.

[Desiree]

[quote="eilander"]De eerste preek ook gelezen. Ik vond de puntenverdeling juist wat wonderlijk, omdat er helemaal niet ingegaan wordt op het "thema": Jezus door Maria gezalfd.

Ja, dat begrijp ik wel. Ergens had ik toen ook zoiets, apart... maar de verdeling op zich was een keer wat anders..

[SecorDabar]

De 2e preek gaat over de voetwassing door Maria, zuster van Martha.

Wat mij aan sprak in deze preek was het volgende:
Hier wordt raad gegeven voor het hardnekkige ongeloof:

En, Hij kende de wereld, hoe zij geheel in het boze ligt; en Hij kende de
Zijnen, dat zij mensen waren. Ach, de minste gedachte van ongeloof en van
hoogmoed zou bij hen tot daad worden en hen blootstellen aan de toorn en de
aanklachten des Satans.

Daarbij ook een raaadgeving als wij onvrijmoedig worden door de grote heilgheid en rechtvaardigheid van God:

zoals velen ook nu nog doen: zij menen, dat de Heere te heilig en te heerlijk
is, om zulke zondaren als zij zijn, te reinigen en tot Zich te nemen; zij laten zich
daarom door de duivel en hun ongeloof terughouden, en zo dikwijls de Heere met het
waterbekken in het Woord komt, om hen te reinigen, roepen ook zij uit: „Heere! zult
Gij mij de voeten wassen?!"

En wederom zo nadrukkelijk in deze preek helder en duidelijk raad
wordt gegeven om niet te verstrikken in het onvrijmoedigheid en
ongeloof vanwege de geestelijkheid van de Wet:

De ongehoorzaamheid bestaat echter niet zozeer dáárin, dat men tegen de letter der
Tien Geboden gezondigd heeft, maar veeleer daarin, dat men zich te midden zijner
verlorenheid verzet tegen de reiniging des Heeren Jezus, tegen de Wet des Geestes des
levens in Christus Jezus, die toch alleen vrijmaakt van de wet der zonde en des doods.

[learsi]

Dit is wel een preek die even moest "zakken". Heb de preek dan ook 3 keer gelezen. Er zit veel onderwijs in. Over wat er in staat kan nog wel weer doorgedacht worden.

Mooie gedachten zijn o.a.
-Wat de Heere liefheeft,dat heeft hij eens en voor altijd lief
-de Zijnen blijven in deze wereld als zwakke mensen
-ze hebben Zijn volharding nodig, Die Hij hen kan geven
-ons aanvankelijk onbegrip m.b.t. Zijn werk en(Gode zij dank) het verstaan daar na
-hoe diep wij gevallen zijn en hoe diep Hij daarom moest gaan om ons te redden
-hoe groot de afstand tussen Zijn en onze natuur is
-zelfs de verontreiniging die we in de wereld (ongemerkt!) op lopen kunnen we zelf niet weg nemen(niet de overtreding van de wet, maar de weigering om te midden van de verlorenheid ons te verzetten tegen de reiniging van de Heere)
-Zijn Leer en Woord verdrijven alles(!) wat het geloof in de weg staat
-in het geloof heeft men alles
-met een prachtige nazang.

Fijne preek dus.

Er wordt door Kohlbr. niet nadrukkelijk verwezen naar Joh.15:3. Maar voor het begrijpen van die tekst baant deze preek de weg reeds.

h.g. Learsi

[Desiree]

Wat mij opviel:

Het verrichten van deze dienst zelf was echter het gemeenste of geringste, dat men
kan bedenken, en hij, wie dezelve bewezen werd, wierp gewoonlijk de slaaf, Zodra
deze de riemen had losgemaakt, waarbij hij zich voor hem moest bukken, de zol over
het hoofd. Daarom sprak David zeer honend van Moab en Edom, toen hij zong:
„Moab is mijn waspot, op Edom zal ik mijn schoen werpen" (Psalm 60 : 10; Psalm
108 : 10). Daarom zeide ook Johannes de Doper, toen hij aan de Farizeeën zijn
onwaardigheid, om de Heere te dienen, te verstaan wilde geven: „Ik ben niet waardig,
neerbukkende, de riem Zijner schoenen te ontbinden" (Markus 1 : 7).

Verder: (zie ook reactie Secor Dabar)

De ongehoorzaamheid bestaat echter niet zozeer dáárin, dat men tegen de letter der
Tien Geboden gezondigd heeft, maar veeleer daarin, dat men zich te midden zijner
verlorenheid verzet tegen de reiniging des Heeren Jezus, tegen de Wet des Geestes des
levens in Christus Jezus, die toch alleen vrijmaakt van de wet der zonde en des doods.

Verder:
Dat is nu het verhevene en nochtans eenvoudige Artikel des geloofs. Het ongeloof wil
het kunnen bezien, moet het als het ware kunnen tasten en voelen. Het moet er
dikwijls over gegaan zijn, zó wil men dan wel deel hebben met de Heere. Het gehele
verkeerde en verdraaide hart moet uit de mens weggenomen zijn, zodat hij een geheel
vroom hart heeft; met alle zondige overleggingen, lelijke en godslasterlijke gedachten
moet het uit zijn, zodat men niet dan hemelse gedachten heeft. Men wil in alle
opzichten zó heilig zijn, dat ook de geringste begeerte of de minste gedachte tegen
Gods Wet in het hart niet opkome; men wil het kunnen overzien, dat men nu waarlijk
de gewenste heiligmaking heeft, en een groten voorraad van goede werken nog
daarenboven, — en de zonde, waarmede men zo veel te strijden had, de innerlijke
kwelling des harten, moet als uitgesneden zijn. Daarom wil men niet alleen de voeten
bevochtigd hebben, maar gewassen zien voeten, handen, hoofd, opdat alles volkomen
afgewassen zij. Men wil dus een reiniging naar eigen mening en begrip, en niet
overeenkomstig de wil van de Heere Jezus; zon wil men dan eerst de heiligmaking, de
goede werken, en dan het geloof, en men begrijpt en verstaat niet, dat in het geloof
alles is, en dat dit geloof wel zal werken. Onze Heere bevochtigt intussen slechts de
voeten, Hij besprengt de mens met zijn genade, met de hand Zijner liefde, en dan
noemt Hij hem „gewassen, geheel rein".
En daarmede moesten wij toch billijkerwijze tevreden zijn.

En ook:
Zegt gij: „Ik zie deze volmaakte reiniging niet bij mij", dan antwoord ik: Ik zie haar
bij de discipelen, in deze gehele Paasweek, en zelfs nog later, ook niet, nochtans is zij
er geweest, is zij er geweest naar de Geest. Het is een zaak des geloofs. Ziet op het
doen, op de hand, op het woord des Heeren. Ik zie het aan de vrijspraak, dat mijn
schuld betaald is, hoewel ik arm ben en ik dezelve niet betaald heb.

dan deze:

Ik verblijd mij, Geliefden! bij enigen uwer deze gezindheid waar te nemen, welke ook
in Christus Jezus was; en zal mij nog meer verblijden, wanneer gij daarin nog overvloediger
zult zijn. „Ik ben niet groter dan mijn Heere", deze gedachte gaf ons de
Heere in, en hoe gelukkig zullen wij zijn, als Hij nu komen zal en ons daarin bezig zal
vinden. Ik smeek echter diegenen, die iets tegen hun broeder hebben, en tegen hem
blijven mokken met de gedachte: „Dat had hij ten minste mij niet moeten vergen, van
mij niet moeten zeggen, mij niet moeten verwijten, laat hij liever op zichzelf zien, ik
ben meer dan hij", — dat zij toch de duivel de baktanden uit de mond slaan, door tot
hun broeder te gaan en hem de kus der liefde te geven.


Ik vond deze preek anders dan de eerste. Maar ook goed dan ik deze gelezen heb.
Wellicht is het toch goed om de preek in zijn verband in het geheel te lezen, om te begrijpen wat we bedoelen.

[Desiree]

Joh. 15:3

3 Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb.
3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
3 Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, gelijk Ik in u.
3 Jullie zijn al gezuiverd door het woord dat Ik jullie verkondigd heb.
3 Jullie zijn al bijgesnoeid door de woorden die ik tot jullie gesproken heb.
3 Now ye are clean through the word which I have spoken unto you.

[helma]

Dit is wel een preek die even moest "zakken". Heb de preek dan ook 3 keer gelezen. Er zit veel onderwijs in. Over wat er in staat kan nog wel weer doorgedacht worden.

Mooie gedachten zijn o.a.
-Wat de Heere liefheeft,dat heeft hij eens en voor altijd lief
-de Zijnen blijven in deze wereld als zwakke mensen
-ze hebben Zijn volharding nodig, Die Hij hen kan geven
-ons aanvankelijk onbegrip m.b.t. Zijn werk en(Gode zij dank) het verstaan daar na
-hoe diep wij gevallen zijn en hoe diep Hij daarom moest gaan om ons te redden
-hoe groot de afstand tussen Zijn en onze natuur is
-zelfs de verontreiniging die we in de wereld (ongemerkt!) op lopen kunnen we zelf niet weg nemen(niet de overtreding van de wet, maar de weigering om te midden van de verlorenheid ons te verzetten tegen de reiniging van de Heere)
-Zijn Leer en Woord verdrijven alles(!) wat het geloof in de weg staat
-in het geloof heeft men alles
-met een prachtige nazang.

Fijne preek dus.

Er wordt door Kohlbr. niet nadrukkelijk verwezen naar Joh.15:3. Maar voor het begrijpen van die tekst baant deze preek de weg reeds.

h.g. Learsi

Oh, dat vond jij dus ook? ik heb hem ook al bijna 3 keer gelezen.

[helma]

De 2e preek gaat over de voetwassing door Maria, zuster van Martha.

je maakt een vergissing; het gaat over de voetwassing door Jezus.

[SecorDabar]

De 2e preek gaat over de voetwassing door Maria, zuster van Martha.

je maakt een vergissing; het gaat over de voetwassing door Jezus.

Beste Helma,

Dit is een duidelijk teken dat u de reacties goed leest.
Bedankt voor de verbetering!!!

[SecorDabar]

Wat mij het meeste opviel in de 3e preek was het volgende:
Blz. 29: Nadat onze Heere het brood gezegend had, brak Hij het, zoals de Joden naar
voorvaderlijke wijze plachten te doen; want dit brood der Joden was hard en plat en
liet zich niet snijden. Bij de Joden zegent de huisvader het brood, daarna breekt hij
het. — Vervolgens gaf de Heere het aan Zijn discipelen, zoals de Joodse huisvader
het, pleegt te doen.

Ik vraag me af of er ook een geestelijke betekenis achter dit harde en platte brood zit.
Waarom hard en plat?


Blz. 38 : Ik hoop met deze verklaring menige bedenking, die in eenvoudige zielen met
betrekking tot de leer van het Heilig Avondmaal heerst, weggenomen te hebben. Ik
verblijd mij, dat mij de gelegenheid gegeven werd, mij zo over het Avondmaal onzes
Heeren te kunnen uitspreken, waarmede wij ook voor het geweten van een iegelijk
zijn openbaar geworden, hoe hoog wij hetzelve in ere houden.
Dat wij daarbij het lichaam des Heeren onderscheiden, is wel de hoofdzaak. Waar
liefde is, daar gebiedt de Heere de zegen, en de verantwoordelijkheid van het te
moeten ontberen2 ligt op dezulken, die de liefde en de gerechtigheid krenken en haar
niet voor de grond van het Avondmaal des Heeren houden, maar het Avondmaal om
des Avondmaals wille begeren.Ten slotte merk ik aan, dat mystieke overdenkingen in deze heilige handeling slechts
dienen tot verleiding en tot strijd; maar de waarheid, die liefde en gerechtigheid met
zich brengt, is nuchter. Blijft in haar en gij zult bij God nog meer dan vergoeding
vinden. Amen.

Secor Dabar: Duidelijk wordt dat het Avondmaal des Heeren dient onderscheiden
te worden van de gewone liefdesmaaltijden.
Geen mystieke = geestdrijverij zonder opmerkzaam te zijn op het Woord.

Let wel dat mystiek wat anders is als bevinding.
Bevinding vind zijn grond bestaan in het Woord, de Bijbel.
Mystiek vind zijn grond in ervaringen buiten
de geopenbaarde wil van God, buiten het Woord.

[learsi]

......De overste Leidsman en Voleinder van ons geloof was, wanneer het de onderhouding der geboden gold, nooit verlegen bij de gedachte vanwaar de middelen daartoe zouden komen.......Hij geloofde ze voor Zich aanwezig.
..Zúlk een geloof heeft de Heere voor ons aangebracht in alle omstandigheden des levens!...

Verder maakt Kohlbr. in deze preek erg duidelijk hoe alleen en eenzaam de Heere, naar Zijn mens zijn, in deze wereld was. Hij geeft Zich vrijwillig over in de dood, hoewel er op de wereld niemand is die het verstaat.

Hij doet het werk van de Vader en is dan ook in alles van de Vader afhankelijk.
In afgeleide zin wijst dit op de afhankelijkheid van de gelovige. Een afhankelijkheid van Hem die alle macht heeft, zowel in hemel als op aarde.

h.g. Learsi

[SecorDabar]

Beste forumleden,
Even een korte instructie voor ons forumleesgezelschap:
We lezen chronologisch de 18 preken van dr. Kohlbrügge
Deze zijn voor een ieder toegankelijk te vinden op:
http://www.theologienet.nl/documenten/K ... toffen.pdf

Elke preek heeft ongeveer een leestijd van 45 á 50 minuten.
Als we nu voor elke preek ongeveer drie dagen reserveren, dan komen we al een heel eind tot de Pasen.
We zijn immers als digitaal leesgezelschap niet per se gebonden aan het kerkelijke jaar.

Misschien dit tot leidraad:
1. Wat sprak u aan in deze preek, en waarom?
2. Wat riep bij ons vragen op ? Wat bedoelde dr. Kohlbrügge hiermee ?

Heel bijzondere preken. Ik ben benieuwd hoe jullie de 4e preek ervaren. Die werd vorig jaar in onze gemeente gelezen in de lijdenstijd.

Beste Jongere,
Inmiddels heb ik de vierde preek gelezen welke handelt over Gethsémané.
Jawel bijzonder zoals u opmerkte. Ik zal het volgende noemen:

Blz. 40-41:
Mijn Geliefden! Vanwaar komt het, dat wij, die de Heere kennen, in de ure der
aanvechting, al klimt zij ook nog zo hoog, een toevlucht tot de Heere hebben? Van
waar, dat wij door de Heilige Geest gedreven worden, om te bidden? Daarvan, dat
onze Heere, in onze plaats, in de dagen Zijns vleses gebeden en smekingen met sterke
roeping en tranen geofferd heeft tot Hem, Die Hem uit de dood kon verlossen. (Hebr.
5 : 7.)

En verder:
Elke nood komt ons zwaar voor, elke aanvechting hard,
maar wat eigenlijk onze nood is, dat heeft Hij alleen in al zijn omvang gevoeld en
doorgemaakt.

Kernachtig gezegd op Blz. 46:
Niet het oude paradijs, maar Gethsémané zal een iegelijk verdoemen,
die zich niet van harte tot de God zijns levens bekeerd heeft, die niet van harte gelooft, dat wij ook met Christus zullen leven.

Bemoedigend en vertroosten vond ik op blz. 47:
Daarom, wie zonde heeft, die kome; wie nood heeft, die kome;
wie zich geheel verdoemd gevoelt, die kome. Hebben wij ten laatste niets, dan het
naakte Woord, welnu het Woord heeft het gedaan, en zal het doen.

[SecorDabar]

......De overste Leidsman en Voleinder van ons geloof was, wanneer het de onderhouding der geboden gold, nooit verlegen bij de gedachte vanwaar de middelen daartoe zouden komen.......Hij geloofde ze voor Zich aanwezig.
..Zúlk een geloof heeft de Heere voor ons aangebracht in alle omstandigheden des levens!...

Verder maakt Kohlbr. in deze preek erg duidelijk hoe alleen en eenzaam de Heere, naar Zijn mens zijn, in deze wereld was. Hij geeft Zich vrijwillig over in de dood, hoewel er op de wereld niemand is die het verstaat.

Hij doet het werk van de Vader en is dan ook in alles van de Vader afhankelijk.
In afgeleide zin wijst dit op de afhankelijkheid van de gelovige. Een afhankelijkheid van Hem die alle macht heeft, zowel in hemel als op aarde.

h.g. Learsi

Beste Learsi,

Mooi helder en duidelijke antwoord.
Ja dat afhankelijke van de Vader, máár ook afhankelijk van Christus die gezegd heeft tot ons: Zonder Mij kunt gij niets doen.

[learsi]

Hoe duidelijk maakt Kohlbr. in deze preek, wat de Heere door Zijn lijden in die hof voor ons aangebracht heeft. Bijzondere preek.

De volgende delen spraken mij in het bijzonder aan:
- Dat wij ook ten alle tijde , nochtans dóórbreken met onze verzuchtingen, dat heeft Hij, onze getrouwe Heiland, teweeggebracht door Zijn doodsangst.
-Wat onze eigenlijke nood is, dat heeft Hij in alle omvang gevoeld en doorgemaakt!
-Wat voor Hem de enige toevlucht was, het gebed, daarop wijst Hij Zijn discipelen.
-Hij moest geworpen worden op het kale naakte geloof, de kale naakte gehoorzaamheid aan de wil des Vaders. Slechts zo kon de gerechtigheid , welke voor God geldt(!), weer worden aangebracht. Dit leert Hij in Gethsemane.
-Juist dat Hij met de dood worstelt openbaart de Majesteit Zijner liefde en genade tot ons, verloren zondaren.
-Wij liggen allen in een soort Gethsemane. Daarom waakt en bidt dat gij waardig moogt zijn te ontvlieden en te staan voor de Zoon des mensen.
-Kus de Zoon, die daar met de dood worstelde, neem de toevlucht tot die genade , tot die liefde, die Gethsemane ons predikt.
-We worden niet verdoemt door het oude paradijs, maar door niet van harte te geloven, dat we ook met Hem zullen leven.
-Hij heeft niet tevergeefs met de dood geworsteld. Daarom, wie zonde heeft die kome, wie nood heeft die kome, wie zich verdoemd gevoeld die kome.
-In Gethsemane bereidde Hij ons de eeuwige vreugde en blijdschap, toen Hij met de dood worstelde.