Ik vind het wel weer bijzonder om te lezen dat je nu juist tegen mij hebt gezegd dat ik niet zoveel verschil moet maken tussen hedendaagse prediking en de prediking van de oudvaders... Maar goed, zo scherpen we elkaar op en dat is alleen maar goed.JCRyle schreef:Ja, dat is evenzo verdrietig te noemen. Het laat ook zien wat voor een verantwoordelijkheid er ligt op de prediking. Het is één van de wezenlijkste aspecten van het christelijk geloof, maar ook een onmogelijk aspect. Door de prediking van het Woord moeten mensen alles uit handen genomen, inclusief dergelijke ja maars'. Hoe kunnen Evangelieverkondigers, onder leiding en hulp van Gods Geest, dit anders doen dan vanuit dat Woord de mensen voor het aangezicht van God roepen. Hoe ongeloofelijk belangrijk is het dan om niet bij elke tekst dezelfde preek te houden, maar om te graven in dat Woord. Ik zou haast zeggen: te wonen in dat Woord. En dan bij de Bijbelse scherpte en helderheid te blijven. Anders ga je deze mensen niet overtuigen, dat kunnen ze ook niet en dat weet ik, maar zei Spurgeon niet dat ze moesten doen alsof ze het konden? En ik denk dat hij daarin gelijk heeft. Zou daar ook niet een oorzaak liggen, als we onze tijd vergelijken met bijv. de oudvaders? Als je ziet hoe de Puriteinen vanuit het Woord mensen te lijf gaan, dat vlamt en vuurt. Iets van dat uitdrijven naar Christus. Ze geen milimeter ruimte te laten. Dan alleen kan je dergelijke ja maars wegschuiven als ongeloof. Of ben ik nu te extreem?eilander schreef:Ik ken de verhalen niet in die erge mate. Wel weet ik maar al te goed dat het gebeurt dat iemand in familiekring probeert de dienst van de Heere aan te prijzen, en dat dan reacties komen als 'ja maar jij denkt dat het allemaal zo makkelijk gaat' of 'ds. X zei het toch anders' of 'jij hebt het oude volk niet gekend'.
Dat doet pijn als dit in uiterst rechtse kringen wordt gezegd. Niet eens zozeer omdat ze dan de bekering niet geloven (de Heere staat wel in voor Zijn eigen werk), maar omdat ze zelf in ongeloof verder gaan en zich - als God het niet verhoedt - op de been houden met bovenstaande opmerkingen.
Naast wat je hierboven zegt, zou ik nog willen aanvullen: méér nog dan benadrukken dat de mens verantwoordelijkheid heeft en dat zijn niet-kunnen daarin hem uit moet drijven tot Christus, zou ik willen laten horen wat de Heere nu allemaal al gedaan heeft en nóg doet voor onze zaligheid.
Dat de Heere uit is op ons behoud, door ons (ik spreek nu in z'n algemeenheid) geboren te laten worden in een gezin waar de Bijbel open gaat, christelijk onderwijs gegeven heeft, wekelijks onder de prediking brengt, enzovoorts enzovoorts... Met alleen maar als doel: ons te trekken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht.
Als je daar oog voor krijgt, wordt je bijbellezen en je kerkgang anders (en bleef het nu maar zo...)
Dat sluit aan op de spreuk die ik hier pas postte, uit een preek van prop. R.J. Jansen:
Prediking, Bijbellezen en gebed zijn geen ladders om uit de modder van de zonde te komen, maar Gods handen die zich naar ons uitstrekken: "Zie, hier ben Ik!"