Hollander schreef:W à Brakel, Redelijke Godsdienst Boek 1, Hoofdstuk 42 paragraaf 8 e.v.
Dit citaat van à Brakel (overigens heel inhoudsvol) richt zich er volgens mij op dat in de Evangelieverkondiging geen grond voor conclusiegeloof gegeven mag worden: God is barmhartig dus daar hoop ik op voor mijn zaligheid.
Dat is een terechte waarschuwing voor de Evangelieverkondiging en de toepassing, maar dit citaat beoogt toch wel iets anders dan een weergave te geven over de theologische samenhang tussen de begrippen rechtvaardigheid en barmhartigheid.
Ik vrees dat je het citaat verkeerd leest. Want Brakel heeft het hier absoluut niet over een conclusiegeloof. Hij heeft het hier over het beroep op barmhartigheid, zonder oog voor de rechtvaardigheid. En zijn conclusie is dan:
Ziet gij nu dat uw hoop op de barmhartigheid vals is en u bedriegen zou, dewijl uw hoop geen grond heeft?
Uitdrukkelijk geeft hij daarmee aan dat voor gegronde hoop op barmhartigheid gerechtigheid of rechtvaardigheid vereist is. Verzoening door voldoening, want Sion wordt door recht verlost. Gods gerechtigheid vereist betaling op de zonden en daarin heeft de Almachtige ook voorzien. Maar wel in die weg van betaling.
Daarom is het gaan tot Christus buiten zondekennis, of de gerechtigheid in barmhartigheid laten opgaan ook zo vreselijk. Het komt erop neer dat God van zijn rechterlijke macht beroofd wordt, Gods recht geminacht en het bloed van Christus onrein gemaakt wordt. De voldoening ter verzoening wordt krachteloos gemaakt, omdat er toch wel barmhartigheid zou zijn. De vergeving zou er toch wel zijn gekomen. Dat is namelijk de hele idee er achter. Deze vergeving kent geen rechtsgrond en kan daarom ook nooit leiden tot de volle verzekerdheid van het geloof, zonder de werken.
Met recht een vreselijke toestand waarin de mens dan terecht komt, want hij moet zo zijn eigen gerechtigheid moet hooghouden, met als resultaat inderdaad of een werkgeloof of een conclusiegeloof.