Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Mannetje
Berichten: 7692
Lid geworden op: 23 mei 2014, 09:54
Locatie: Tholen

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door Mannetje »

Dia, je doet me denken aan Zefanja 3:12: Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.
-
Marco
Berichten: 3595
Lid geworden op: 31 jul 2007, 13:55
Locatie: Waddinxveen

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door Marco »

-DIA- schreef:ZOMAAR WAT GEDACHTEN IN DE NACHT

We horen maar weinig meer
over wat we vroeger nog wel eens hoorden,
bij dezen en genen
van Gods volk:
Toen Gij Uw aangezicht verborg
werd ik verschrikt.

Soms lijkt het wel of we nu allemaal
zo nabij God leven,
zo'n groot geloof hebben,
geen twijfel meer kennen,
geen aanvechtingen.

(...)
'We' roepen dat we het niet horen. Maar luisteren we wel goed?
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16724
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door Hendrikus »

Marco schreef:
-DIA- schreef:ZOMAAR WAT GEDACHTEN IN DE NACHT

We horen maar weinig meer
over wat we vroeger nog wel eens hoorden,
bij dezen en genen
van Gods volk:
Toen Gij Uw aangezicht verborg
werd ik verschrikt.

Soms lijkt het wel of we nu allemaal
zo nabij God leven,
zo'n groot geloof hebben,
geen twijfel meer kennen,
geen aanvechtingen.

(...)
'We' roepen dat we het niet horen. Maar luisteren we wel goed?
Of luisteren we misschien op de verkeerde plek?
~~Soli Deo Gloria~~
Mara
Berichten: 23141
Lid geworden op: 15 jun 2010, 15:54

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door Mara »

Mannetje schreef:Dia, je doet me denken aan Zefanja 3:12: Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.
Ja, mij ook.
De Bijbel spreekt vaker over de eenzamen en onbegrepenen:
Ik waak, en ben geworden als een eenzame mus op het dak.
Misschien is het nog niet de slechtste plek waar een mens terecht kan komen, als dit maar met de Heere is.
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Mannetje
Berichten: 7692
Lid geworden op: 23 mei 2014, 09:54
Locatie: Tholen

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door Mannetje »

Mara schreef:
Mannetje schreef:Dia, je doet me denken aan Zefanja 3:12: Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.
Ja, mij ook.
De Bijbel spreekt vaker over de eenzamen en onbegrepenen:
Ik waak, en ben geworden als een eenzame mus op het dak.
Misschien is het nog niet de slechtste plek waar een mens terecht kan komen, als dit maar met de Heere is.
Zoals het bezongen wordt in Psalm 40:18 Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de HEERE denkt aan mij;
-
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18661
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door helma »

Maar laten we wel met twee woorden blijven spreken;

Zefanja 3: 12 : Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven:
1. een ellendig en arm volk;
2. die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.



en de verzen die volgen zijn ook zo ontzettend rijk

13 De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en nederliggen, en niemand zal hen verschrikken. 14 Zing vrolijk, gij dochter Sions, juich, Israel; wees blijde, en spring op van vreugde van ganser harte, gij dochter Jeruzalems! 15 De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de HEERE, is in het midden van u, gij zult geen kwaad meer zien. 16 Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen niet slap worden. 17 De HEERE uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich. 18 De bedroefden, om der bijeenkomst wil, zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; de schimping is een last op haar. 19 Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen; en Ik zal de hinkenden behoeden, en de uitgestotenen verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest. 20 Te dier tijd zal Ik ulieden herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als Ik u verzamelen zal; zekerlijk Ik zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder alle volken der aarde, als Ik uw gevangenissen voor uw ogen wenden zal, zegt de HEERE.
Gebruikersavatar
JolandaOudshoorn
Berichten: 11271
Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
Locatie: Groot Ammers

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door JolandaOudshoorn »

helma schreef:Maar laten we wel met twee woorden blijven spreken;

Zefanja 3: 12 : Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven:
1. een ellendig en arm volk;
2. die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.



en de verzen die volgen zijn ook zo ontzettend rijk

13 De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en nederliggen, en niemand zal hen verschrikken. 14 Zing vrolijk, gij dochter Sions, juich, Israel; wees blijde, en spring op van vreugde van ganser harte, gij dochter Jeruzalems! 15 De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de HEERE, is in het midden van u, gij zult geen kwaad meer zien. 16 Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen niet slap worden. 17 De HEERE uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich. 18 De bedroefden, om der bijeenkomst wil, zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; de schimping is een last op haar. 19 Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen; en Ik zal de hinkenden behoeden, en de uitgestotenen verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest. 20 Te dier tijd zal Ik ulieden herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als Ik u verzamelen zal; zekerlijk Ik zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder alle volken der aarde, als Ik uw gevangenissen voor uw ogen wenden zal, zegt de HEERE.
Ik herken het wel, hoor, dat je zo ontzettend onbegrepen voelen. Je bent er zo vol van, maar niemand die het begrijpt. Hooguit krijg je een meewarige blik. En dan is het tweede punt inderdaad wel tot troost. Dan kan de hele wereld, of heel RF tegen je zijn, maar zelf ben je geborgen bij Hem.
Ik weet, mijn Verlosser leeft
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door -DIA- »

helma schreef:Maar laten we wel met twee woorden blijven spreken;

Zefanja 3: 12 : Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven:
1. een ellendig en arm volk;
2. die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.



en de verzen die volgen zijn ook zo ontzettend rijk

13 De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht doen, noch leugen spreken, en in hun mond zal geen bedriegelijke tong gevonden worden; maar zij zullen weiden en nederliggen, en niemand zal hen verschrikken. 14 Zing vrolijk, gij dochter Sions, juich, Israel; wees blijde, en spring op van vreugde van ganser harte, gij dochter Jeruzalems! 15 De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de HEERE, is in het midden van u, gij zult geen kwaad meer zien. 16 Te dien dage zal tot Jeruzalem gezegd worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen niet slap worden. 17 De HEERE uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich. 18 De bedroefden, om der bijeenkomst wil, zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; de schimping is een last op haar. 19 Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen; en Ik zal de hinkenden behoeden, en de uitgestotenen verzamelen; en Ik zal ze stellen tot een lof, en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest. 20 Te dier tijd zal Ik ulieden herwaarts brengen, ten tijde namelijk, als Ik u verzamelen zal; zekerlijk Ik zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder alle volken der aarde, als Ik uw gevangenissen voor uw ogen wenden zal, zegt de HEERE.
Ze zijn inderdaad onnoemelijk rijk, voor wie deze woorden van toepassing zijn. Maar let wel: De HEERE werkt alle goeds, tot Zijn eigen eer. Laten we met deze woorden geen vergissing maken, niet stelen, ze betreffen Sion, en vanzelf ook van toepassing op het geestelijk Sion. Ik oordeel niet persoonlijk, maar iedereen kan weten, die de Schrift kent, dat er veel geestelijk diefstal is, en met name ook wel in deze ernstvolle tijden. Denk niet dat ik dit hard bedoel, of iemand persoonlijk op het oog heb.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door -DIA- »

Twee reacties...
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
DDD
Berichten: 28479
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door DDD »

@DIA:

Wellicht moet je wat meer van ds. Doornenbal lezen. Die dominee nam zichzelf niet te serieus, maar kende daar ook veel van. Ds. P. Roos schreef daarover in BHP wijze woorden, geciteerd in de Nieuwsbrief van Van der Valk. Ik heb het nooit zo op Bewaar het pand gehad, maar de artikelen van ds. P. Roos over dominees en hun gebreken getuigen van veel wijsheid.

Ik citeer het maar gelijk, ik hoop dat dat is toegestaan:
13. Doornenbal (ds. P. Roos, Damwoude): gelezen in ‘Bewaar het Pand’; orgaan binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken van 17 maart 2015
Dezer dagen las ik wat in het boek van B.J. Spruyt over ds. Doornenbal. Spruyt is erg onder de indruk van de persoon van deze Oenense dominee. En terecht. Doornenbal was niet alleen iemand die onderhoudend kon schrijven over zijn belevenissen; hij getuigde ook van een diepzinnige levensinstelling. Iets daarvan wil ik naar voren halen.
Ik werd zelf door één facet van zijn verhalen altijd bijzonder getroffen; hij schreef onthullend eerlijk over zichzelf, over zijn zwakheden en mislukkingen, over zijn afdwalingen en tekortschieten. In zijn diepe besef van eigen nietigheid lag de grootheid van Doornenbal. Dat was bij Paulus ook zo, toen hij schreef: Als ik zwak ben, dan ben ik machtig. Op het eerste gezicht heeft het geen nut om allerlei eigen zwakheden te etaleren. Het gaat alleen maar om de boodschap. Maar uit de brede belangstelling die velen in het schrijven van Doornenbal stelden, blijkt toch dat er behoefte is aan deze vorm van eerlijkheid. We kunnen zeggen dat het een vorm van literatuur is. Nuttig of niet, het is een verschijnsel dat aandacht verdient. Er komen ook geestelijke en theologische overwegingen bij te pas. Ik ben er zelf nooit toe gekomen om zo onthutsend de eigen zwakheden te benoemen. Misschien vanuit de overweging: als ik het zelf al doe, dan gaan de mensen het nog veel meer doen. Hij zegt het immers zelf. Maar daar had deze man blijkbaar geen last van. Hij beschikte over de nodige zelfspot, hij wist ook wel dat de mensen soms zus en zo over hem spraken, en desondanks stelde hij zich zo kwetsbaar op. In de eerlijke wijze waarop hij met zichzelf omging, blijkt feitelijk het kenmerk van een groot man. Dat was hij dan ook helemaal; het bleek uit de vele beroepen die hij ontving, maar het bleek evenzeer uit de wijze waarop hij zichzelf taxeerde.
Nogmaals de vraag: welk nut heeft het als we onze zwakheden zo tonen aan den volke? Let wel, ik heb het over zwakheden, niet over bepaalde zonden. Ik geloof juist weer niet dat anderen ermee gebaat zijn als allerlei trappen in zonde en kwaad breed uitgemeten worden. Dat kan oppervlakkigheid en excuses in de hand werken. Maar ik bedoel dus: onze zwakheden en mislukkingen benoemen.
Het is ten eerste een doorbreken van de vele pogingen van ons, mensen, om onze eigen stand op te houden. Lopen we vaak niet met een masker op? Houden we onszelf niet groot voor de mensen en zelfs ook voor God? Dit zijn maar vragen. Maar ze zijn wel nodig en vragen wel om een antwoord. Gods Woord tekent deze symptomen juist als kenmerken van de goddelozen. Denk aan Psalm 73. Willen we niet graag de man of de vrouw zijn die alles keurig op orde heeft en die door de mensen in ere gehouden wordt? Begeren we niet de vooraanzittingen? Loop ik als dominee ook juist niet dat gevaar? Of als gemeentelid en als Avondmaalganger? Ik heb ooit een boekje geschreven over de Farizeeër, juist ook vanuit het besef dat zijn wijze van doen ook mij vaak bedreigt en verstrikt. Dus kunnen anderen er ook baat bij hebben. Doornenbal moet dat geweten hebben en hij dreef er cynisch de spot mee, met de grootheidswaan die ons, mensen, kenmerkt en waarvan hij zelf ook last bleek te hebben. Want het ergste is dat het allemaal geen tekenen van genade zijn. Het is de levensstijl van de wereld, waarin iedereen moet meetellen. De facebookstijl bestond al lang, voordat facebook werkelijkheid werd. En dan nog wel in de kerk……
Maar er is nog een tweede vrucht van deze schrijfstijl. Heel veel mensen zullen iets van zichzelf herkend hebben in zijn proza. Had hij daar ook last van? Dat heb ik ook!
Het heeft kleine en zondige mensen moed gegeven om te mogen geloven dat de Heere nu met zulke mensen wil omgaan en Zich verheerlijkt in hetgeen niets is. Want dat betekent het toch als David hoopt dat men moed mag scheppen uit zijn behoudenis. Het is een wonder dat de Heere Jezus er zulke discipelen op na wilde houden. Op die manier krijgt dit alles geestelijke en ook psychologische betekenis. En troost! Wie zo schrijven kan over zichzelf, kan ook zo preken voor de hoorders.
‘Want ik geloof en ik weet, gemeente, terwijl de kerk van het vaderland in het duister ligt, dat er nog een volk in het duister ligt en dat er ook hier een volk zal zijn dat weet wat donkerheid en duisternis is, ook na ontvangen genade, waarin weer al het licht van het leven kan worden uitgedoofd, waarin het laatste licht van Advent wordt uitgeblust in pikzwarte nacht en duisternis, als God Zich voor ons verbergt om wijze en rechtvaardige redenen, als de zondelast ons weer neerdrukt, als we over de wereld gaan, biddeloos en hopeloos en troosteloos, als de hemel gesloten blijft en er geen enkele straal van de liefde Gods meer in onze zielen doordringt. En kijk, gemeente, nu is het voor zulk een volk dat het Advent geworden is, want het volk dat in duisternis wandelt, dat zal een groot Licht zien’. (blz. 300, Spruyt)
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door -DIA- »

DDD schreef:@DIA:

Wellicht moet je wat meer van ds. Doornenbal lezen. Die dominee nam zichzelf niet te serieus, maar kende daar ook veel van. Ds. P. Roos schreef daarover in BHP wijze woorden, geciteerd in de Nieuwsbrief van Van der Valk. Ik heb het nooit zo op Bewaar het pand gehad, maar de artikelen van ds. P. Roos over dominees en hun gebreken getuigen van veel wijsheid.

Ik citeer het maar gelijk, ik hoop dat dat is toegestaan:
13. Doornenbal (ds. P. Roos, Damwoude): gelezen in ‘Bewaar het Pand’; orgaan binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken van 17 maart 2015
Dezer dagen las ik wat in het boek van B.J. Spruyt over ds. Doornenbal. Spruyt is erg onder de indruk van de persoon van deze Oenense dominee. En terecht. Doornenbal was niet alleen iemand die onderhoudend kon schrijven over zijn belevenissen; hij getuigde ook van een diepzinnige levensinstelling. Iets daarvan wil ik naar voren halen.
Ik werd zelf door één facet van zijn verhalen altijd bijzonder getroffen; hij schreef onthullend eerlijk over zichzelf, over zijn zwakheden en mislukkingen, over zijn afdwalingen en tekortschieten. In zijn diepe besef van eigen nietigheid lag de grootheid van Doornenbal. Dat was bij Paulus ook zo, toen hij schreef: Als ik zwak ben, dan ben ik machtig. Op het eerste gezicht heeft het geen nut om allerlei eigen zwakheden te etaleren. Het gaat alleen maar om de boodschap. Maar uit de brede belangstelling die velen in het schrijven van Doornenbal stelden, blijkt toch dat er behoefte is aan deze vorm van eerlijkheid. We kunnen zeggen dat het een vorm van literatuur is. Nuttig of niet, het is een verschijnsel dat aandacht verdient. Er komen ook geestelijke en theologische overwegingen bij te pas. Ik ben er zelf nooit toe gekomen om zo onthutsend de eigen zwakheden te benoemen. Misschien vanuit de overweging: als ik het zelf al doe, dan gaan de mensen het nog veel meer doen. Hij zegt het immers zelf. Maar daar had deze man blijkbaar geen last van. Hij beschikte over de nodige zelfspot, hij wist ook wel dat de mensen soms zus en zo over hem spraken, en desondanks stelde hij zich zo kwetsbaar op. In de eerlijke wijze waarop hij met zichzelf omging, blijkt feitelijk het kenmerk van een groot man. Dat was hij dan ook helemaal; het bleek uit de vele beroepen die hij ontving, maar het bleek evenzeer uit de wijze waarop hij zichzelf taxeerde.
Nogmaals de vraag: welk nut heeft het als we onze zwakheden zo tonen aan den volke? Let wel, ik heb het over zwakheden, niet over bepaalde zonden. Ik geloof juist weer niet dat anderen ermee gebaat zijn als allerlei trappen in zonde en kwaad breed uitgemeten worden. Dat kan oppervlakkigheid en excuses in de hand werken. Maar ik bedoel dus: onze zwakheden en mislukkingen benoemen.
Het is ten eerste een doorbreken van de vele pogingen van ons, mensen, om onze eigen stand op te houden. Lopen we vaak niet met een masker op? Houden we onszelf niet groot voor de mensen en zelfs ook voor God? Dit zijn maar vragen. Maar ze zijn wel nodig en vragen wel om een antwoord. Gods Woord tekent deze symptomen juist als kenmerken van de goddelozen. Denk aan Psalm 73. Willen we niet graag de man of de vrouw zijn die alles keurig op orde heeft en die door de mensen in ere gehouden wordt? Begeren we niet de vooraanzittingen? Loop ik als dominee ook juist niet dat gevaar? Of als gemeentelid en als Avondmaalganger? Ik heb ooit een boekje geschreven over de Farizeeër, juist ook vanuit het besef dat zijn wijze van doen ook mij vaak bedreigt en verstrikt. Dus kunnen anderen er ook baat bij hebben. Doornenbal moet dat geweten hebben en hij dreef er cynisch de spot mee, met de grootheidswaan die ons, mensen, kenmerkt en waarvan hij zelf ook last bleek te hebben. Want het ergste is dat het allemaal geen tekenen van genade zijn. Het is de levensstijl van de wereld, waarin iedereen moet meetellen. De facebookstijl bestond al lang, voordat facebook werkelijkheid werd. En dan nog wel in de kerk……
Maar er is nog een tweede vrucht van deze schrijfstijl. Heel veel mensen zullen iets van zichzelf herkend hebben in zijn proza. Had hij daar ook last van? Dat heb ik ook!
Het heeft kleine en zondige mensen moed gegeven om te mogen geloven dat de Heere nu met zulke mensen wil omgaan en Zich verheerlijkt in hetgeen niets is. Want dat betekent het toch als David hoopt dat men moed mag scheppen uit zijn behoudenis. Het is een wonder dat de Heere Jezus er zulke discipelen op na wilde houden. Op die manier krijgt dit alles geestelijke en ook psychologische betekenis. En troost! Wie zo schrijven kan over zichzelf, kan ook zo preken voor de hoorders.
‘Want ik geloof en ik weet, gemeente, terwijl de kerk van het vaderland in het duister ligt, dat er nog een volk in het duister ligt en dat er ook hier een volk zal zijn dat weet wat donkerheid en duisternis is, ook na ontvangen genade, waarin weer al het licht van het leven kan worden uitgedoofd, waarin het laatste licht van Advent wordt uitgeblust in pikzwarte nacht en duisternis, als God Zich voor ons verbergt om wijze en rechtvaardige redenen, als de zondelast ons weer neerdrukt, als we over de wereld gaan, biddeloos en hopeloos en troosteloos, als de hemel gesloten blijft en er geen enkele straal van de liefde Gods meer in onze zielen doordringt. En kijk, gemeente, nu is het voor zulk een volk dat het Advent geworden is, want het volk dat in duisternis wandelt, dat zal een groot Licht zien’. (blz. 300, Spruyt)
Op gevaar van een ban af: Nee toch liever niet... Waarom die bekeringsdrang? Ik weet het echt wel, maar hier kun je nu eenmaal niet alles zeggen.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
DDD
Berichten: 28479
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door DDD »

En speciaal voor DIA nog zo'n parel, met Datheen en al;-):
Een halve eeuw geleden (ds. J.T. Doornenbal): gelezen in de Veluwse Kerkbode van 11 september 2015 onder de algemene berichten
9 september 1965

Oene
Vorige week was mijn kopie weer niet op tijd binnen. Ik weet niet wat de post ermee uitvoert. Je zou haast denken aan de één of andere vorm van censuur. Misschien niet helemaal overbodig!
Donderdagavond sprak ik in Goes. Tot vandaag weet ik nog niet waarvoor. Ik neem aan, dat het een samenkomst is van mensen, die ook in de week verlangen naar de verkondiging van het Woord. Achteraf hoorde ik, dat er predikanten komen uit verschillende kerken. Een evangelisatie in de gangbare zin is het bepaald niet, want er zijn geen diensten op zondag. Hoe het zij, ik was blij met de uitnodiging en heb mij niet al te druk gemaakt over de vraag of ik die wel aan mocht nemen. Ik had nooit eerder in Goes gepreekt. Bovendien hoorde ik, dat er de Datheense psalmen gezongen worden, waar ik in de laatste tijd een groeiende voorliefde voor heb. Ik had ook genoeg drogredenen bij de hand om mijn kerkrechtelijke bezwaren tegen dit soort van samenkomsten te onderdrukken. De synode sanctioneert en stimuleert zelf de scheuring in de kerk. En je mag toch altijd wel een woord spreken voor een aantal mensen, die daar behoefte aan hebben op een tijd, dat er geen godsdienstoefeningen gehouden worden. Wel was ik de avond ervoor gewaarschuwd. Daar moet je niet naar toe gaan. Dat is een zaakje. En niemand die er gepreekt heeft, wil er weer heen. – Nu nam ik aan, dat ’t allemaal waar was, en zeker dat het goed bedoeld was. Maar ik had het nu eenmaal beloofd, en het had in de krant gestaan. Dan kun je de mensen toch niet voor niets laten komen. En je mag immers ook niet lichtelijk en onverhoord oordelen, volgens onze Catechismus. Dus was ’t op z’n minst nodig, dat ik ’t eerst zelf eens ging bekijken. Overigens heb ik op deze planeet nog geen kerkelijke gemeenschap ontdekt, waar ’t geen zaakje was. Ik heb ook steeds minder reden mezelf verheven te voelen boven wat voor minderwaardig gezelschap ook. Soort bij soort! En er is niets aan overstuur!
In de trein las ik van Philip Toynber: ‘Underdogs’. Ik trof het in de nieuwe leeszaal in Epe, en de titel trok mij aan. Ze is volkomen onvertaalbaar, maar het woord duidt aan de kneusjes van de maatschappij, de uitgerangeerden, de uitgestotenen, zij die om welke reden dan ook minderwaardig zijn en zich zelf zo voelen. Het boek bevat een hele verzameling van zelfgeschreven berichten van zulke ‘underdogs’ (letterlijk: ‘onderhonden’), van iemand, die is opgegroeid in een weeshuis, een vrouw, die misdeeld is met uiterlijke charme, de vrouw van een bruut, mannen met een ziekelijke of misdadige aanleg, invaliden en zo meer.
Het zijn de noodkreten van evenzoveel onbegrepen, vereenzaamde, vergeten en vertrapte zielen, voor wie geen plaats is in de maatschappij en die hun minderwaardig zijn als een blijvend leed moeten omdragen. In de voorrede op het boek trof mij de opmerking, dat Christus alleen het ware begrip en de ware liefde voor alles wat underdog is, heeft kunnen opbrengen. Daarom bedacht ik dat ik dan ook rustig en zonder scrupules naar Goes kon gaan, onverschillig wat ik er zou aantreffen. Toch had ik niet de moed om één van mijn Mercedes-rijke vrienden te vragen mij naar de plaats van bestemming te willen rijden, en heel veel verwachting had ik voor die avond allang niet meer. Ik was bijna een uur te vroeg aan het station, en lang heb ik buiten op een bank gezeten, om mijn preek nog eenmaal door te lezen, en daarna ben ik op weg gegaan om het Doopsgezinde kerkje op te zoeken, waar de bijeenkomst gehouden zou worden. Ondertussen was ik er innerlijk zo gerust op geworden, dat het mij niet meer schelen kon waar ik belanden zou, al was ’t in een gezelschap van opiumschuivers of koppensnellers. Meer dan een man of 12 zouden ’t er toch niet zijn, zoals mij met stelligheid verzekerd was.
In een stille straat met bomen en heesters, vond ik het kerkje, het mooiste en liefste dat je ooit ergens treffen kunt. Groot was het niet, maar bijna vol. Keurige, goedgeklede mannen en vrouwen, ook enkele kinderen; open, trouwhartige gezichten, ronde Zeeuwen, eerbiedig, aandachtig in zingen en luisteren. Zelden heb ik mij in een kerkdienst zo thuis gevoeld, en zo rustig en eenvoudig mogen spreken, zo opgewekt zelfs, al was de tekst uit de Klaagliederen. De meeste kerkgangers zongen de oude psalmen mee uit het hoofd, plechtig en krachtig. Eén vers kende ik ook nu weer zelf, al zou ik niet weten hoe, Psalm 38 : 9:
Mijn begeerten, Heere krachtig,
En almachtig,
Zijn voor U gans openbaar.
Al mijn zuchten en gedachten
En mijn klachten
Zijn voor U bloot en de klaar’.
De regen ruiste neer in de avondlijke straat, bij het verlaten van de kerk. Voor Zeeland is de zomer nog moeilijker geweest dan voor ons. Maar voor mij was deze avond goed en vol, en voor een enkele keer was ik gelukkig na de dienst, al zegt dat natuurlijk verder niets. De volgende dag nog een poosje naar het strand geweest. Het was er nog druk. Vrolijke mensen en spelende kinderen.
‘Er zijn ook zonnige kinderen in het Vaderhuis’, schreef prof. de Vrijer eens. Ik gun ze graag hun vreugde en geluk.
Maar eens temeer weet ik nu, dat mijn eigen leven behoort bij de underdogs en de aardwurmen. De zonnigen en gelukkigen, de sterken en geslaagden, de goeden en evenwichtigen, de kerkelijken en rechtzinnigen kunnen zichzelf wel redden. Maar de armen en gekneusden, de kreupelen en verminkten, die wegschuilen in de heggen en steggen, aller uitvaagsel en aller afschrapsel, al wat geestelijk en kerkelijk en maatschappelijk underdog is, dat heeft onze deernis nodig, en daarvoor zou ik mij ook het liefst met wat mij nog rest aan kracht en leven, willen inzetten. Veel zal ik er weliswaar niet meer op uitgaan voorlopig. Ik heb voor deze winter geen spreekbeurten meer aangenomen, en andere heb ik inmiddels afgezegd, zover ik weet op één na. Maar er is nog overal een volk in nood en lijden, ook vlakbij. Ik eindig met het psalmvers, waarmee we die avond ook in Goes geëindigd zijn:
Wil dezen wreeden overgeven niet
De ziel Uwes tortelduifkens deemoedig;
Wilt ook niet eeuwig vergeten, Heer, goedig,
Uw arm volk, ’t welk men nu troosteloos ziet.
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 18661
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door helma »

Het is goed dat je waarschuwt Dia. We hebben maar een ziel te verliezen. Laten we ons hart maar steeds open leggen voor de Heere. God kent degenen die de Zijnen zijn. Maar als Hij laat weten dat Hij ons aanziet in Christus werk dan kan er zoveel vreugde en blijdschap zijn. En verwondering dat Hij op je wil neerzien omdat Hij Zijn eigen werk in je ziet. Als je mag ervaren dat Hij ondanks al je zonden zwijgt in Zijn liefde. Dan kan je toch niet anders dan Zijn lof vertellen. Dan vloeit je mond steeds over van Zijn eer zoals een bron zich uitstort op de velden. Dan maakt het ook niet meer uit dat anderen je niet begrijpen (want je begrijpt het zelf ook niet). Als je maar veilig mag schuilen bij Hem.
-DIA-
Berichten: 32701
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door -DIA- »

DDD schreef:En speciaal voor DIA nog zo'n parel, met Datheen en al;-):
Een halve eeuw geleden (ds. J.T. Doornenbal): gelezen in de Veluwse Kerkbode van 11 september 2015 onder de algemene berichten
9 september 1965

Oene
Vorige week was mijn kopie weer niet op tijd binnen. Ik weet niet wat de post ermee uitvoert. Je zou haast denken aan de één of andere vorm van censuur. Misschien niet helemaal overbodig!
Donderdagavond sprak ik in Goes. Tot vandaag weet ik nog niet waarvoor. Ik neem aan, dat het een samenkomst is van mensen, die ook in de week verlangen naar de verkondiging van het Woord. Achteraf hoorde ik, dat er predikanten komen uit verschillende kerken. Een evangelisatie in de gangbare zin is het bepaald niet, want er zijn geen diensten op zondag. Hoe het zij, ik was blij met de uitnodiging en heb mij niet al te druk gemaakt over de vraag of ik die wel aan mocht nemen. Ik had nooit eerder in Goes gepreekt. Bovendien hoorde ik, dat er de Datheense psalmen gezongen worden, waar ik in de laatste tijd een groeiende voorliefde voor heb. Ik had ook genoeg drogredenen bij de hand om mijn kerkrechtelijke bezwaren tegen dit soort van samenkomsten te onderdrukken. De synode sanctioneert en stimuleert zelf de scheuring in de kerk. En je mag toch altijd wel een woord spreken voor een aantal mensen, die daar behoefte aan hebben op een tijd, dat er geen godsdienstoefeningen gehouden worden. Wel was ik de avond ervoor gewaarschuwd. Daar moet je niet naar toe gaan. Dat is een zaakje. En niemand die er gepreekt heeft, wil er weer heen. – Nu nam ik aan, dat ’t allemaal waar was, en zeker dat het goed bedoeld was. Maar ik had het nu eenmaal beloofd, en het had in de krant gestaan. Dan kun je de mensen toch niet voor niets laten komen. En je mag immers ook niet lichtelijk en onverhoord oordelen, volgens onze Catechismus. Dus was ’t op z’n minst nodig, dat ik ’t eerst zelf eens ging bekijken. Overigens heb ik op deze planeet nog geen kerkelijke gemeenschap ontdekt, waar ’t geen zaakje was. Ik heb ook steeds minder reden mezelf verheven te voelen boven wat voor minderwaardig gezelschap ook. Soort bij soort! En er is niets aan overstuur!
In de trein las ik van Philip Toynber: ‘Underdogs’. Ik trof het in de nieuwe leeszaal in Epe, en de titel trok mij aan. Ze is volkomen onvertaalbaar, maar het woord duidt aan de kneusjes van de maatschappij, de uitgerangeerden, de uitgestotenen, zij die om welke reden dan ook minderwaardig zijn en zich zelf zo voelen. Het boek bevat een hele verzameling van zelfgeschreven berichten van zulke ‘underdogs’ (letterlijk: ‘onderhonden’), van iemand, die is opgegroeid in een weeshuis, een vrouw, die misdeeld is met uiterlijke charme, de vrouw van een bruut, mannen met een ziekelijke of misdadige aanleg, invaliden en zo meer.
Het zijn de noodkreten van evenzoveel onbegrepen, vereenzaamde, vergeten en vertrapte zielen, voor wie geen plaats is in de maatschappij en die hun minderwaardig zijn als een blijvend leed moeten omdragen. In de voorrede op het boek trof mij de opmerking, dat Christus alleen het ware begrip en de ware liefde voor alles wat underdog is, heeft kunnen opbrengen. Daarom bedacht ik dat ik dan ook rustig en zonder scrupules naar Goes kon gaan, onverschillig wat ik er zou aantreffen. Toch had ik niet de moed om één van mijn Mercedes-rijke vrienden te vragen mij naar de plaats van bestemming te willen rijden, en heel veel verwachting had ik voor die avond allang niet meer. Ik was bijna een uur te vroeg aan het station, en lang heb ik buiten op een bank gezeten, om mijn preek nog eenmaal door te lezen, en daarna ben ik op weg gegaan om het Doopsgezinde kerkje op te zoeken, waar de bijeenkomst gehouden zou worden. Ondertussen was ik er innerlijk zo gerust op geworden, dat het mij niet meer schelen kon waar ik belanden zou, al was ’t in een gezelschap van opiumschuivers of koppensnellers. Meer dan een man of 12 zouden ’t er toch niet zijn, zoals mij met stelligheid verzekerd was.
In een stille straat met bomen en heesters, vond ik het kerkje, het mooiste en liefste dat je ooit ergens treffen kunt. Groot was het niet, maar bijna vol. Keurige, goedgeklede mannen en vrouwen, ook enkele kinderen; open, trouwhartige gezichten, ronde Zeeuwen, eerbiedig, aandachtig in zingen en luisteren. Zelden heb ik mij in een kerkdienst zo thuis gevoeld, en zo rustig en eenvoudig mogen spreken, zo opgewekt zelfs, al was de tekst uit de Klaagliederen. De meeste kerkgangers zongen de oude psalmen mee uit het hoofd, plechtig en krachtig. Eén vers kende ik ook nu weer zelf, al zou ik niet weten hoe, Psalm 38 : 9:
Mijn begeerten, Heere krachtig,
En almachtig,
Zijn voor U gans openbaar.
Al mijn zuchten en gedachten
En mijn klachten
Zijn voor U bloot en de klaar’.
De regen ruiste neer in de avondlijke straat, bij het verlaten van de kerk. Voor Zeeland is de zomer nog moeilijker geweest dan voor ons. Maar voor mij was deze avond goed en vol, en voor een enkele keer was ik gelukkig na de dienst, al zegt dat natuurlijk verder niets. De volgende dag nog een poosje naar het strand geweest. Het was er nog druk. Vrolijke mensen en spelende kinderen.
‘Er zijn ook zonnige kinderen in het Vaderhuis’, schreef prof. de Vrijer eens. Ik gun ze graag hun vreugde en geluk.
Maar eens temeer weet ik nu, dat mijn eigen leven behoort bij de underdogs en de aardwurmen. De zonnigen en gelukkigen, de sterken en geslaagden, de goeden en evenwichtigen, de kerkelijken en rechtzinnigen kunnen zichzelf wel redden. Maar de armen en gekneusden, de kreupelen en verminkten, die wegschuilen in de heggen en steggen, aller uitvaagsel en aller afschrapsel, al wat geestelijk en kerkelijk en maatschappelijk underdog is, dat heeft onze deernis nodig, en daarvoor zou ik mij ook het liefst met wat mij nog rest aan kracht en leven, willen inzetten. Veel zal ik er weliswaar niet meer op uitgaan voorlopig. Ik heb voor deze winter geen spreekbeurten meer aangenomen, en andere heb ik inmiddels afgezegd, zover ik weet op één na. Maar er is nog overal een volk in nood en lijden, ook vlakbij. Ik eindig met het psalmvers, waarmee we die avond ook in Goes geëindigd zijn:
Wil dezen wreeden overgeven niet
De ziel Uwes tortelduifkens deemoedig;
Wilt ook niet eeuwig vergeten, Heer, goedig,
Uw arm volk, ’t welk men nu troosteloos ziet.
Ds. Doornebal had wel een opgewekt karakter hè? Ik denk dat er verschil is tussen een Filippus en een Petrus.
© -DIA- Laatst actief: 00 xxx 24??
Mannetje
Berichten: 7692
Lid geworden op: 23 mei 2014, 09:54
Locatie: Tholen

Re: Ds. G.A. van den Brink (HHK) over geloofszekerheid

Bericht door Mannetje »

@Helma: beide teksten die ik aanhaalde hebben die twee kanten.

Ik zou het aan kunnen vullen met de woorden van ds Toplady:
Moede kom ik, arm en naakt,
Tot de God die zalig maakt.

Soms vrees ik dat deze teksten, of dit lied,, nergens meer begrepen wordt. Of men wil niet weten van armoede, ellende, enz. of het is verdacht om op de Heere te betrouwen, in deze armoede en ellende.
-
Plaats reactie