Onbekeerden worden aangesproken als duivelskinderen, de zonde is een kankergezwel, ongeloof een verotte vrucht van de oude mens, ons hart een moordkuil, onze dagelijkse zonden als een pest voor ons en de naaste, onze afkeer van vrije genade een dodelijke voortwoekerende ongeneselijke ziekte. Gods toorn als een brandende hel enz. enz.
Radicaliteit is niet het spreken in algemene waarheden. Dat "de" onbekeerden duivelskinderen zijn, en dat "de" zonde een kankergezwel is, raakt niemand. Écht radicaal is dat jij, braaf kerkmens, het bent die God in het gezicht spuugt, Zijn Christus aan het kruis nagelt, elk moment vd dag zich stinkende maakt voor Hem. Dat jij braaf kerkmens, met als je vroomheid, de hel straks met plezier de mond ziet openen om jou te verzwelgen. Dat jij, braaf kerkmens, nog erger bent dan je buurman die op zondag zn auto wast, en je buurvrouw die altijd in een broek loopt.
Maar echte radicaliteit houdt ook in dat Jezus nu voor zulke mensen gestorven is, en iedereen, of hij/zij het nu voelt of niet, welkom is bij Hem, om zich door Hem te laten reinigen. Zodat de zondaar weer heilige wordt.
Echte radicaliteit kent maar 2 groepen mensen: In Christus of buiten Christus. Die de onbekeerde met een naar gevoel de kerk laat verlaten, met een kriebel van "het zit toch niet goed met mij, ondanks mijn brave leven". En die de bekeerde, verzekerd van het heil in Christus, en zijn aandeel daarin, vrolijk zingend van dankbaarheid naar huis laat gaan.
PS> Dat is een andere radicaliteit, zoals sommige "bekende" predikanten wenstte te prediken, die de gehele gemeente naar Gods naam genoemd, aanspraken met termen als "verdoemde verdoemelingen", welke een gruwelijk tekort doen is aan Gods heerlijke werk.