Ik drukte mij niet zorgvuldig genoeg uit. Natuurlijk hebben ook windturbines en zonnepanelen negatieve effecten, maar die zijn minder groot dan de effecten van fossiele bronnen.elbert schreef:Windmolens ook:
- Er worden vogels en vleermuizen mee uit de lucht gemept.
- Verder hebben grootschalige windparken invloed op luchtstromingen.
- Omwonenden krijgen er geluidsoverlast, slagschaduwoverlast en gezondheidsklachten van.
- In sommige gevallen wordt bos gekapt om plaats te maken voor windmolens
- Rotorbladen van windmolens zijn gemaakt van polymeren en zijn niet te recyclen
- In windmolens wordt neodymium verwerkt wat een giftig goedje is wat in de landen waar het gedolven wordt voor milieuproblemen zorgt.
- Windmolens zorgen voor aantasting van het landschap.
enz.
Voor zonnepanelen geldt deels hetzelfde: lage energiedichtheid, dus een groot oppervlaktebeslag, giftige materialen, slecht recyclebaar, milieuschade in landen waar de grondstoffen vandaan komen enz.
De doelen van het akkoord van Parijs worden enkel gehaald als elk land ook doet wat het beloofd heeft, en daar moet je per definitie aan twijfelen. Vergeet overigens niet dat er een groot verschil bestaat tussen wat politici in het openbaar roepen en ondertekenen en wat ambtenaren aangeven wat realistisch is. Overigens heb je onder ambtenaren die zich bezig houden met duurzaamheid steeds meer idealisten, en dat vind ik een negatieve ontwikkeling. Zo is er minder oog voor het algemene belang, omdat er voortdurend vanuit slechts één gezichtspunt wordt geredeneerd.Verder zorgen deze weersafhankelijke energiebronnen natuurlijk niet voor een stabiele stroomvoorziening, waardoor fossiele bronnen ten allen tijde nodig zijn (tenzij je overstapt op kernenergie). Er is geen duurzame oplossing voor energieopslag voorhanden (in elk geval niet in Nederland: geen stuwmeren), dus is er sprake van een lock-in: hoeveel weersafhankelijke energie je ook toevoegt aan het energiesysteem, je hebt altijd voor 100% fossiele capaciteit nodig. Dit betekent dat je CO2 reductie nihil zal zijn. Dat blijkt ook uit landen als Duitsland, dat vol staat met windmolens, maar waar de CO2 uitstoot de laatste paar jaren stijgt, niet in het minst door het oliedomme besluit om de kerncentrales te sluiten. Dit alles tegen enorme kosten voor de burger. In Nederland is de hoeveelheid "duurzaam" opgewekte energie gestegen van zo'n 4,7% (in 2012) tot 6,6 % in 2017. Een stijging van zo'n 1,88% dus. Daarvan is de helft biomassa (dat ook voor CO2 uitstoot zorgt en smeriger is dan steenkool). Dit koste het lieve sommetje van maar liefst 37,7 miljard euro.
Stel je eens voor wat het gaat kosten om, zoals de regering wil, dat percentage op te schroeven van 6,6% naar 55% in 2030.
Nu is dat volstrekt onrealistisch (die 55% wordt bij lange na niet gehaald), maar de kosten zijn in elk geval astronomisch.
Het klimaat merkt er uiteindelijk niets van: zelfs als Nederland aan alle verplichtingen van Parijs voldoet, dan zal dat volgens de modellen een paar duizendste van een graad schelen in 2100. Onmeetbaar dus.
Ik ben het grotendeels eens met wat je hierboven schrijft. Het is echter geen weggegooid geld als Nederland investeert in de ontwikkeling van duurzame energie. We hebben in het verleden veel geld geïnvesteerd in aardgasinfrastructuur. Dezelfde infrastructuur kunnen we met een kleine investering gebruiken om de waterstof hub van Noordwest Europa te worden en daarmee geld te verdienen als land. Wel moeten er dan de juiste beslissingen worden genomen.
Om onze eigen energievoorziening te verduurzamen is een combinatie van verschillende bronnen nodig, waarbij waterstof een belangrijke rol zal gaan spelen naar mijn verwachting. Voor hoge temperatuur voor de industrie en zwaar transport over weg en water is per definitie waterstof nodig. Waterstof kan tevens dienen als buffer voor elektriciteit, en dient ook als grondstof in de chemische industrie. In de transitie kunnen we tijdelijk gebruik maken van blauwe waterstof en CCS en werken aan groene waterstof op lange termijn. Een all-electric scenario is niet bepaald realistisch.
Ook grootschalige warmtewinning uit oppervlakte water (TEO) lijkt veel potentie te hebben. Zo werk ik zelf samen met een netbedrijf aan een pilot om huizen te verwarmen met warmte uit oppervlakte water, waarbij we tevens een seizoensbuffer creëren. Dus 's zomers de warmte uit het water halen en op slaan, en 's winters vice versa. Dit heeft tevens een positief effect op de waterkwaliteit, omdat de temperatuur van het water daalt.