eilander schreef:Bert Mulder schreef:De oprichting van de Joodse staat is alleen van godsdienstige betekenis voor de ongelovige Joden, die in de oprichting van de Joodse staat een beginpunt zien van de voorberijding voor de Joodse Messias. Maar, die Messias is al gekomen, zo'n 2000 jaar geleden, en door alle, behalve de uitverkoren Joden veracht en versmaad. Alle Oud-Testamentische profetieen zijn al vervuld in het Nieuwe Testament.
Hier sta ik echt van te kijken! Ik dacht dat we de vervangingsgedachte zo'n beetje losgelaten hadden....
Naar mijn mening staan in het OT een heleboel profetieën over de terugkeer van de Joden naar Israël, die nog niet zijn vervuld bij de terugkeer vanuit Babel. Toen kwamen alleen de twee stammen terug, er wordt in het OT duidelijk gesproken over een terugkeer van Juda en Israël, dus twaalf stammen. Ook gaat het dan over een onherstelbare terugkeer, terwijl de terugkeer uit Babel duidelijk niet definitief was, gezien de verstrooiing na de verwoesting van Jeruzalem.
Los daarvan: ik kan de bovengestaande gedachte niet goed rijmen met (naar mijn mening) duidelijke uitspraken uit het NT, met name in Romeinen 9 t/m 11. Als "gans Israël" zalig zal worden, staat dat toch niet los van het OT?
Tenslotte: is Calvijn voor deze kwestie de beste uitlegger van de Schrift? We zullen Luther hier toch ook niet gauw citeren over deze kwesties! Ik denk dat de Nadere Reformatoren meer zicht hierop hadden. Lees bijvoorbeeld de Redelijke Godsdienst van Brakel, uitleg over de Openbaringen.
Waarom zouden we niet lezen wat Calvijn hierover schrijft?
Gans Israel moet, in elk geval, alleen de uitverkorenen betekenen. En ik geloof dat Paulus daarmee niet alleen de uitverkorenen van het vleselijk Israel bedoeld, maar met het geestelijk Israel.
Zoals we ook in Galaten lezen:
16 lNu zo zijn 62de beloftenissen tot Abraham en zijn 63zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van één: En uw Zaad, 64Hetwelk is Christus.
17 65En dit zeg ik: 66Het verbond dat 67tevoren van God bevestigd is 68op Christus, wordt 69door de wet, 70die mna vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet 71krachteloos gemaakt, om 72de beloftenis teniet te doen.
18 nWant indien 73de erfenis 74uit de wet is, zo is zij niet meer 75uit de beloftenis; maar God heeft ze 76Abraham 77door de beloftenis 78genadiglijk gegeven.
28 119Daarin is noch Jood noch Griek, daarin is noch dienstbare noch vrije, daarin is geen man en vrouw. xWant gij allen zijt 120één 121in Christus Jezus.
29 yEn indien 122gij van Christus zijt, zo zijt gij dan 123Abrahams zaad, en 124naar de beloftenis 125erfgenamen.
Wat bedoel je, vervangingsgedachte?
Ik spreek over de verbondsgedachte. God heeft 1 verbond gemaakt ter zaliging van Abraham en zijn zaad. Dat verbond kent weliswaar verschillende administraties. Maar het is 1 verbond, het genadeverbond (in wezen 1 met het verbond der verlossing). Lees even Romeinen over de olijfboom, Gods natuurlijke volk zijnde Israel, als natuurlijke takken van de olijfboom, waarin de heidenen zijn inge-ent:
16 En indien 76de eerstelingen 77heilig zijn, zo is ook 78het deeg heilig; en indien 79de wortel heilig is, zo zijn ook 80de takken heilig.
17 En zo 81enige der takken 82afgebroken zijn, en 83gij, 84een wilde olijfboom zijnde, 85in derzelver plaats 86zijt ingeënt, en 87des wortels en der vettigheidm 88des olijfbooms mededeelachtig zijt geworden,
18 Zo roem niet tegen 89de takken; en indien gij daartegen roemt, 90gij draagt den wortel niet, maar de wortel u.
19 91Gij zult dan zeggen: De takken zijn afgebroken, opdat ik zou ingeënt worden.
20 92Het is wel; 93zij zijn door ongeloof afgebroken, en 94gij staat door het geloof. 95Zijt niet hooggevoelende, maar 96vrees.
21 Want is het dat God 97de natuurlijke takken niet 98gespaard heeft, zie toe dat Hij ook mogelijk 99u niet spare.
22 100Zie dan 101de goedertierenheid en 102de strengheid Gods; de strengheid wel 103over degenen die gevallen zijn, maar de goedertierenheid 104over u, 105indien gij in de goedertierenheid blijft; anderszins zult ook 106gij 107afgehouwen worden.
23 nMaar ook 108zij, indien zij in het ongeloof niet blijven, zullen 109ingeënt worden; want God is machtig dezelve 110weder in te enten.
24 Want indien 111gij 112afgehouwen zijt uit den olijfboom 113die van nature wild was, en 114tegen nature in den goeden olijfboom ingeënt, hoeveel te meer zullen 115dezen, die natuurlijke takken zijn, in 116hun eigen olijfboom geënt worden!