Re: Onopgeefbaar Verbonden
Geplaatst: 29 nov 2011, 19:21
In deze discussie plaats ik een gedeelte van een studie van een oude vriend en broeder.
Probeer er in ider geval eens goed over na te denken!
Continuïteit en discontinuïteit in de Heilige Schrift
Mensen zijn maar kleine, beperkte wezens. Het Woord van God daarentegen is groot en alomvattend. Het is daarom geen wonder dat wij allemaal de neiging hebben theologische systemen op te bouwen vanuit ons verstaan van de Schrift. Zo ontstaat als vanzelf een overzichtelijk denkschema als oriëntatiepunt waaraan de hele uitleg van de Schrift wordt opgehangen. In de gereformeerde theologie heet dit schema “het verbond”. “De inhoud van het Woord Gods is het genadeverbond”. De gelovigen van alle tijden zijn verzoend door het bloed van Christus, het bloed des verbonds (Ex. 24:8, Hebr. 9:20). In dit opzicht is er dan ook sprake van één verbond, of testament. Maar al is de grond van onze relatie tot God dezelfde, de relatie als zodanig kan verschillend zijn. Als ik de naaste bloedverwant ben van een schatrijke oom en u hebt hem 40 jaar als tuinman gediend en wij blijken beiden bij zijn overlijden in zijn testament (verbond) te staan, dan spreekt het toch niet vanzelf dat wij hetzelfde erfdeel krijgen?
Zo ligt het ook in de verhouding Kerk-Israël. Hier ligt m.i. de cruciale denkfout in de gereformeerde theologie. Het massieve, ongenuanceerde verbondsdenken, dat de hele Schrift ‘overruled’ heeft. Eén verbond en dus één volk en één kerk van Adam tot de Jongste dag. Daarom weten zij ook geen raad met het nationaal herstelde volk Israël, dat een aardse roeping en erfenis heeft Deut. 28:10; En alle volken der aarde zullen zien, dat de Naam des HEEREN over u genoemd is, en zij zullen voor u vrezen.Daarom is er ook nog nooit een gereformeerde theoloog geweest, die een goede verklaring van de Openbaring gegeven heeft, waarin de hele Schrift tot zijn recht komt. Israël heeft in deze verbondsvisie nooit een eigen identiteit gehad. Zij was slechts een pseudoniem, een wegwerpverpakking, van de algemene Christelijke kerk. Al Gods beloften aan Israël moeten dus noodzakelijk in de kerk vervuld worden. De 144000 stellen dus de kerk voor, ondanks de uitdrukkelijke opsomming van de twaalf stammen. De schare uit de grote verdrukking (Dan. 12:1; Math. 24:21) is de kerk, de vrouw uit Openbaring 12 eveneens, enz. Hier is men zo dienstbaar aan zijn eigen denkkader dat men tot een wijze van schriftuitleg komt, die men in de vrijzinnigheid veroordeelt. Want die de eerste opstanding vergeestelijkt, die vergeestelijkt impliciet ook de opstanding van Christus. Die twee zijn n.l. aan elkaar verbonden zoals de eerstelingen aan de oogst (Lev. 23:17); Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE
1 Kor. 15:20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. Hetzelfde woord ‘weder levend worden’ (Grieks: ana zaoo) wordt in Rom. 14:9 gebruikt voor de opstanding van Christus. Bovendien, als dit geen lichamelijke opstanding is, wat moeten wij dan met vers 5 ‘Maar de overige der doden werden niet wederlevend totdat…’? Taalkundig betekent dit toch dat de tweede opstanding van dezelfde aard is als de eerste en alléén in tijd verschilt van de eerste? Zo zou ik honderden voorbeelden kunnen noemen.
Waarom de geboorte uit een maagd letterlijk en de troon van David geestelijk? Waarom de intocht in Jeruzalem op een ezel letterlijk en Zijn heerschappij tot aan het einde der aarde geestelijk? Zach. 9:9,10 Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen.10 En Ik zal de wagens uit Efraim uitroeien, en de paarden uit Jeruzalem; ook zal de strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; en Zijn heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde.
Hier wordt het Oude Testament op het procrustesbed van het Nieuwe gelegd. Wat er overheen steekt, wordt er afgehakt en wat tekort is, wordt opgerekt! Want er is immers maar één kerk en één volk. Israël past niet in de kerk en de kerk niet in Israël. Daarom moeten zowel het Oude Testament als de Openbaring door de gereformeerde bril gelezen worden. Want heel de Openbaring is Joods, zowel in taal en stijl, als in de symbolen. Het sluit naadloos aan op het Oude Testament. Zoals bij al de profeten en in Matth. 24, de komst en de wederkomst van de Messias over deze bedeling heen op elkaar aansluiten.
Alle pogingen om de Openbaring kerkhistorisch uit te leggen hebben dan ook jammerlijk gefaald.
De discipelen waren mensen die de Schrift verstonden Luk. 24:45 Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden. Jezus had hen na Zijn opstanding onderwezen in de dingen van het Koninkrijk van God Hand. 1:3 Omdat zij toen ook nog niet wisten van de tussenliggende kerkgeschiedenis, stelden zij Hem die vraag Hand. 1:6 Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten? Als dit niet gezien wordt, zijn Sion, Juda, Efraïm, Jacob, Jeruzalem, enz. allemaal prototypen van de kerk. Dan vallen de grenzen van kerk en Koninkrijk Gods natuurlijk ook samen en worden identieke begrippen. Vandaar dat de gereformeerde theologie geen uitgewerkte eschatologie heeft.
Probeer er in ider geval eens goed over na te denken!
Continuïteit en discontinuïteit in de Heilige Schrift
Mensen zijn maar kleine, beperkte wezens. Het Woord van God daarentegen is groot en alomvattend. Het is daarom geen wonder dat wij allemaal de neiging hebben theologische systemen op te bouwen vanuit ons verstaan van de Schrift. Zo ontstaat als vanzelf een overzichtelijk denkschema als oriëntatiepunt waaraan de hele uitleg van de Schrift wordt opgehangen. In de gereformeerde theologie heet dit schema “het verbond”. “De inhoud van het Woord Gods is het genadeverbond”. De gelovigen van alle tijden zijn verzoend door het bloed van Christus, het bloed des verbonds (Ex. 24:8, Hebr. 9:20). In dit opzicht is er dan ook sprake van één verbond, of testament. Maar al is de grond van onze relatie tot God dezelfde, de relatie als zodanig kan verschillend zijn. Als ik de naaste bloedverwant ben van een schatrijke oom en u hebt hem 40 jaar als tuinman gediend en wij blijken beiden bij zijn overlijden in zijn testament (verbond) te staan, dan spreekt het toch niet vanzelf dat wij hetzelfde erfdeel krijgen?
Zo ligt het ook in de verhouding Kerk-Israël. Hier ligt m.i. de cruciale denkfout in de gereformeerde theologie. Het massieve, ongenuanceerde verbondsdenken, dat de hele Schrift ‘overruled’ heeft. Eén verbond en dus één volk en één kerk van Adam tot de Jongste dag. Daarom weten zij ook geen raad met het nationaal herstelde volk Israël, dat een aardse roeping en erfenis heeft Deut. 28:10; En alle volken der aarde zullen zien, dat de Naam des HEEREN over u genoemd is, en zij zullen voor u vrezen.Daarom is er ook nog nooit een gereformeerde theoloog geweest, die een goede verklaring van de Openbaring gegeven heeft, waarin de hele Schrift tot zijn recht komt. Israël heeft in deze verbondsvisie nooit een eigen identiteit gehad. Zij was slechts een pseudoniem, een wegwerpverpakking, van de algemene Christelijke kerk. Al Gods beloften aan Israël moeten dus noodzakelijk in de kerk vervuld worden. De 144000 stellen dus de kerk voor, ondanks de uitdrukkelijke opsomming van de twaalf stammen. De schare uit de grote verdrukking (Dan. 12:1; Math. 24:21) is de kerk, de vrouw uit Openbaring 12 eveneens, enz. Hier is men zo dienstbaar aan zijn eigen denkkader dat men tot een wijze van schriftuitleg komt, die men in de vrijzinnigheid veroordeelt. Want die de eerste opstanding vergeestelijkt, die vergeestelijkt impliciet ook de opstanding van Christus. Die twee zijn n.l. aan elkaar verbonden zoals de eerstelingen aan de oogst (Lev. 23:17); Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE
1 Kor. 15:20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. Hetzelfde woord ‘weder levend worden’ (Grieks: ana zaoo) wordt in Rom. 14:9 gebruikt voor de opstanding van Christus. Bovendien, als dit geen lichamelijke opstanding is, wat moeten wij dan met vers 5 ‘Maar de overige der doden werden niet wederlevend totdat…’? Taalkundig betekent dit toch dat de tweede opstanding van dezelfde aard is als de eerste en alléén in tijd verschilt van de eerste? Zo zou ik honderden voorbeelden kunnen noemen.
Waarom de geboorte uit een maagd letterlijk en de troon van David geestelijk? Waarom de intocht in Jeruzalem op een ezel letterlijk en Zijn heerschappij tot aan het einde der aarde geestelijk? Zach. 9:9,10 Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen.10 En Ik zal de wagens uit Efraim uitroeien, en de paarden uit Jeruzalem; ook zal de strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; en Zijn heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde.
Hier wordt het Oude Testament op het procrustesbed van het Nieuwe gelegd. Wat er overheen steekt, wordt er afgehakt en wat tekort is, wordt opgerekt! Want er is immers maar één kerk en één volk. Israël past niet in de kerk en de kerk niet in Israël. Daarom moeten zowel het Oude Testament als de Openbaring door de gereformeerde bril gelezen worden. Want heel de Openbaring is Joods, zowel in taal en stijl, als in de symbolen. Het sluit naadloos aan op het Oude Testament. Zoals bij al de profeten en in Matth. 24, de komst en de wederkomst van de Messias over deze bedeling heen op elkaar aansluiten.
Alle pogingen om de Openbaring kerkhistorisch uit te leggen hebben dan ook jammerlijk gefaald.
De discipelen waren mensen die de Schrift verstonden Luk. 24:45 Toen opende Hij hun verstand, opdat zij de Schriften verstonden. Jezus had hen na Zijn opstanding onderwezen in de dingen van het Koninkrijk van God Hand. 1:3 Omdat zij toen ook nog niet wisten van de tussenliggende kerkgeschiedenis, stelden zij Hem die vraag Hand. 1:6 Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten? Als dit niet gezien wordt, zijn Sion, Juda, Efraïm, Jacob, Jeruzalem, enz. allemaal prototypen van de kerk. Dan vallen de grenzen van kerk en Koninkrijk Gods natuurlijk ook samen en worden identieke begrippen. Vandaar dat de gereformeerde theologie geen uitgewerkte eschatologie heeft.