Pagina 1 van 8

Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der Groe

Geplaatst: 18 jun 2010, 10:52
door DWW
Er is een Bileams-bekering. Bileam was een man van een uitstekend licht en kennis, en van zonderlinge gaven en bekwaamheden, overtreffende alle anderen van dat soort. Hij had zich met dezelve ook zodanige naam en roem verworven, niet slechts onder zijn eigen volk, maar alom henen, dat hij zeer geëerd en ontzien werd, ook bij de aanzienlijkste van het land, bij Koningen en Vorsten, die zijn raad plegen in te nemen, en zijn bijstand te gebruiken in de gewichtigste voorvallen van de staat. Ja; wat meer is, hij was zelfs een Goddelijk profeet, op wien de extra-ordinaire gaven en openbaringen van de Heilige Geest waren rustende, en wiens Evangelische voorzeggingen van de Messias en Zijn Koninkrijk, Num. 23 en 24, immers ook een bijzonder gedeelte uitmaken van het heilige Profetische woord, dat zeer vast is en waarop wij acht hebben moeten, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, 2 Petrus 1:19. Daarnaast kende en eerde hij Gods ware volk ook, en verhief hun gelukzalige staat ver boven die van de andere volken der wereld, zeggende: Hoe goed zijn uw tenten, Jakob! Uw woningen, Israël! Gelijk de beken, breiden zij zich uit, als de hoven aan de rivieren. De Heere heeft ze geplant, als de sandelboomen, als de cederbomen, aan het water, enz., Num. 24:5-9. Hij sprak over hen Gods heilige zegen uit voor het aangezicht van hun vijanden, en begeerde zelfs zeer, om in zijn sterven ook mede bij dat volk te zijn, zeggende met veel beweging van zijn gemoed: Mijne ziel sterve den dood der oprechten, en mijn uiterste zij gelijk het zijne, Num. 23:10. En dit alles deed hij niet uit zijn eigen, maar door de krachtdadige verlichting en bewerking van Gods Geest, die hem bestuurde. Want zie, de Heere ontmoette hem en legde hem het woord in zijn mond, vers 16, en de Geest Gods was op hem, Num. 24:2. Wat ongewone dingen! Wat verworpeling heeft ooit groter ere van God genoten? En nochtans was hij, met al die uitmuntendheid en schone geestelijke gaven, de rampzaligste en onwaardigste mens, die mogelijk ooit op de aardbodem geleefd heeft, voordat Judas daar gekomen is. Want hij heeft het loon der ongerechtigheid lief gehad, 2 Petrus 2:15. Hij was een gruwelijk monster van een mens, een vuil gewinzoeker, een heilloos verleider des volks, en een dwaas Profeet, die al zijn heerlijke gaven tot zijn verderf enkel misbruikt heeft, en wiens schandelijk voorbeeld tot een afschrik en vervloeking in Gods Woord staat aangetekend, 2 Petrus 2:16; Judas vers 11, Openb. 2:14. Ook stak hij geheel vol eigenliefde en opgeblazenheid, en praktiseerde op niets anders, dan op een grote naam onder de mensen. Wat een stinkende en verfoeilijke handel! Is het dan wel wonder dat deze man, met al zijn geestelijke gaven, licht en vromigheid, en met alles wat hij had, in het onderste van de hel voor eeuwig verzonken is?

Maar hoe zeer is het dan ook niet te beklagen, dat er ten dezen dage midden in het Christendom nog mensen genoeg gevonden worden, die zich niet ontzien op dat akelige voetspoor van Bileam te treden, hoewel zij het niet mogen brengen tot de hoogte van zijn licht en gaven, noch tot het toppunt van zijn heilloze verderving, daar het hart hen toch anders hoog genoeg hangt. Die hier bijzonder voor openleggen, zijn gewoonlijk mensen van een levendig en scherp vernuft, en van veel geoefendheid in de heilige waarheden, waarbij dan ook sommige bewegingen des Geestes komen, welke zij bezitten boven anderen: algemene verlichtingen, overtuigingen, bekeringen, en het smaken van enige hemelse gaven, Hebr. 6:4, met behulp waarvan zij het soms in hun standplaatsen en gelegenheden wel zover weten te brengen, dat zij ook zelfs uitmuntende mannen en voorname lichten of sterren in de kerk kunnen worden, en dat er allerwege een bijzondere naam en roem van hen uitgaat onder groot en klein. Wanneer deze zich dan ook verklaren voor de partij van het vrome volk, en zich voor bijzondere patronen en voorstanders van de Godzaligheid opwerpen, tegen een bedorven en vijandige wereld (gelijk men niet zelden ziet), wat kunnen zij met hun voortreffelijke Bileams talenten dan niet wel eens een wonderlijke rol spelen, en bij stroom en voor de wind het zeil zeer hoog in top halen? Zij schijnen de mensen te zijn, die de waarheid en de Godzaligheid bijkans alleen op hun schouders zouden dragen. Maar men zal hen bij het schijnsel van Gods waarachtig licht wel genoeg leren kennen aan de winderige opgeblazenheid, waarmee zij hun zaken ordinair verrichten. Men zal hen al uit de hoogte horen spreken en zien werken, en ook als zij zich neerkrommen, geschiedt dat op een meesterlijk fatsoen. Daar komt niets van hen, of het riekt veel meer naar gaven, dan naar genade. Zoals het ging met Bileam, alzo gaat het met hen ook: Bileam de zoon van Beor spreekt, en de man dien de ogen geopend zijn, spreekt, Num. 24:3, en dan moet alle man stilzwijgen. Er is geen middel overig, om nog mee in hun gunst en vriendschap iets te delen, dan zich naast anderen over hun wijsheid en vroomheid, en over hun zonderlinge bekwaamheden en verdiensten te verwonderen. Wie zulks niet kan doen, en wie hen niet genoeg wil eren, die zal dan moeten ondervinden, dat zij evenwel geëerd willen zijn. Ja, ook de geringste zelfs onder hen, zullen, als het er op aankomt, in het minst niet verlegen zijn, om over alle Goddelijke ordeningen en ambts-bestellingen luchtig heen te springen. En wie de geheimste verborgenheden van hun leven ook eens allemaal mocht weten, die zou daar dikwijls niet minder dan een oprechte en tedere Godzaligheid in vinden. Ongelukkige mensen! Waar gaat het met uw steile weg toch nu naar toe? Helaas! Dit kunt u zelf immers niet weten, omdat gij anderen altijd wilt leren, en nooit geleerd wil worden. Deed de ontfermende God u het broze fondament eens zien, waar het hoge gevaarte van uw bekering en van al het andere op rust, u zou dan weldra beginnen te beven voor uw toekomstig lot, in zodanige staat. Maar nu zijt gij al zo hoog gesteigerd, dat men u niet meer kan bereiken. Gij hebt de lage grond reeds te ver uit uw gezicht verloren, en nu moet het alles Rabbi, Rabbi, heten, wat men u zal toezwaaien, of gij kunt het anders niet verdragen. Deze zijn waterloze fonteinen, wolken van een draaiwind gedreven, denwelke de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt. Want zij zeer opgeblazen ijdelheid sprekende, verlokken door de begeerlijkheden des vleses en door ontuchtigheden degenen, die waarlijk ontvloden waren degenen, die in dwaling wandelen: belovende hun vrijheid, daar zij zelve dienstknechten zijn der verdorvenheid, 2 Petrus 2:17-19. Er staan in dat zwarte register vele droevige verborgenheden aangetekend, van welke de bijzonderste mogelijk bewaard en verzegeld zullen blijven, tot op de grote toekomst en verschijning van onze Zaligmaker Jezus Christus op de wolken des hemels met de engelen Zijner kracht.


Er is een Herodes-bekering. De Koning Herodes was een listige vos, Luk. 13:32, die zich kunstig genoeg in alle bochten wist te stellen, en zijn goddeloosheid een tijd lang onder een geplooid kleed van uitgestreken vromigheid, en van zinnelijke godsdienst te versteken. Die man had achting voor getrouwe leraars, en zocht de beste middelen, wanneer hij die krijgen kon. Was niet Johannes de Doper een recht ernstig en scherp boetprediker, overtreffende zeer verre alle der Joden Schriftgeleerden? Hij nam immers zijn ambt waar met de grootste wakkerheid en getrouwheid in de geest en kracht van Elia, Luk. 1:17. Hij bestrafte de zondaars zeer vrijmoedig, zonder aanzien van groten of kleinen, en bedreigde hun Gods zware toorn, indien zij zich niet oprecht bekeerden: Hij zag in het minst niet om naar de ogen van de grote heren, en zat nooit aan hun tafels, en verzocht nimmer enige gunst van hen voor zich of de zijnen. En toch stond hij bij Herodes in hoge achting, want hij vreesde Johannes, wetende, dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hield hem in waarde, en als hij hem hoorde, deed hij vele dingen, en hoorde hem gaarne, Mark. 6:20. Hij deed vele goede dingen, ten gevalle van Johannes en zijn krachtige prediking, en hij liet vele zondige ijdelheden na, welke de groten zonder omzien plegen te bedrijven. Als hij gelegenheid had om Johannes te horen prediken, verzuimde hij zulks niet lichtelijk, en hij hoorde zijn woord met een eerbiedige aandacht, die anderen kon stichten. Ook was hij een liefhebber van tekenen en wonderwerken, en begeerde daarom zeer de Zaligmaker te zien en te horen, Luk. 23:8. Maar, naast dit alles was hij ook zeer bezorgd, om zijn lieve boezemzonden wel te koesteren. Hij leefde in verborgen wellust en onreinigheid, welke hem zelfs voerde tot een vuil bloedschendig huwelijk, en tot vele ijdelheden en gruwelijke goddeloosheden. Ziet, zodanig was Herodes bekering, met welke wij billijk mogen denken, dat hij eindelijk rampzalig ter helle gevaren is.

Ach! of niet nog heden ten dage vele mensen zich zelf ook op dergelijke wijze bekeerden! Zij horen ook graag de getrouwe leraars, en het vroomste slag van predikanten. Deze volgen zij, en hangen hen aan, en zij zullen, om hun predikatiën te horen, het niet ontzien, ook uren ver te reizen en te trekken. Het schijnt, alsof zij zeer ijverig Godzalig waren, zo wel weten zij voor een tijd de rol van de geveinsden te spelen. Met Herodes doen zij ook vele goede dingen, en stellen zich aan voor de wereld, als recht fijne devote lieden, die nauwelijks eens hun wezen vertrekken zouden, indien het niet om een hoekje geschiedde. Zij weten zich overal in te dringen in het gezelschap van de Godzaligen, en van de lieden, die het nauwgezetst van leven zijn, alwaar zij somtijds ook al een schoon gesprek kunnen voeren. Maar ziet, dit ene ding doen zij mede, zij houden bedekt hun geheime boezem- en troetelzonden aan de hand, en daar zijn er ook genoeg, die veel liever in het gezelschap van vrouwen en vrijsters verkeren, dan in dat der mannen. Of zij zijn gierig, of hovaardig, of laatdunkende, of kwaadsprekende, enz. En ordinair zijn zij bijzondere liefhebbers van zichzelf, 2 Tim. 3:2. Eigen lof is wel de voorname spil, waar het al op draait. En zij liggen zodanig vast aan die zondige lusten en begeerlijkheden, dat er geen loskomen aan is. Hoe zeer sommigen ook al leven mogen in een moeilijke strijd met hun eigen consciënties het mag toch niet helpen. Hun heimelijke zondehandel moet zo lang zijn gang gaan, totdat die eindelijk door Gods rechtvaardig oordeel eens uitbreekt, en zij met Herodes dan ook openbaar worden aan heel de wereld, als snode geveinsden. En dan gebeurt het ook niet zelden, dat de man de schuld werpt op de vrouw, en deze op de duivel. O! ongelukkige en heilloze bekeringen, die alzo ronddraaien op de verdoemelijke spil van verborgenheden der ongerechtigheid! Hoe menigeen heeft er de dag van zulke bekering naderhand wel vervloekt, die dan helaas! de geest gegeven hebben in een wanhopige staat. Men kan derzelver treurige beschrijving breder uitgewerkt vinden in onze voorrede van het oprecht gelovig aannemen en gebruik maken van de beloften van het Heilig Evangelie, tot ontdekking van waangelovigen, en bevestiging van ware gelovigen, gesteld voor een werkje van Ralph Erskine, dat geheten is: Christus het Verbond des volks, enz.


Er is eindelijk ook een dwaze maagden-bekering. De dwaze maagden schenen in het oog van de blinde wereld een goed slag van Christenen te zijn, want zij hadden allemaal ook brandende lampen van een schone kennis en belijdenis, van naarstige religie-oefening en van een stichtelijk leven naar buiten, waarmee zij anderen konden voorlichten en hun de weg aanwijzen. Ook waren zij de Godzaligheid toegedaan, en onderhielden een gemeenzame verkering met de wijze maagden, men zag ze gedurig bijeen en te samen wandelen. En toch in de grond waren zij geheel geveinsd en genadeloos, naardien zij geen zorg droegen om de vaten van hun harten intijds van genade-olie van de Geest te voorzien. Dit hoogwichtige werk verzuimden zij, immers zij wendden daar geen behoorlijke ernst toe aan. Zij stelden zulks al uit, en lieten het lopen van de ene dag in de andere, houdende het zo gaande met hun brandende lampen, weinig bedenkende dat die haast uitgebrand zouden zijn. Ondertussen kwam de nare donkere nacht, als wanneer de tijd verlopen was om olie te gaan kopen. En eindelijk ter middernacht kwam ook de Bruidegom zelf, en opende de deur der bruiloftszaal, en riep ze allemaal, die gereed waren, om met Hem in te gaan tot de bruiloft. Terstond hadden toen de wijze maagden haar lampen bereid met de olie, welke zij droegen in haar vaten. Maar de dwaze maagden werden nu eindelijk haar gebrek te laat gewaar, en dat haar olie verteerd was, en zij geen andere bij de hand gereed hadden. Toen ging het snel bij haar aan een kermen en smeken, dat toch de wijze maagden haar iets van haar olie wilden mededelen: Geef ons, zeiden zij, van uwe olie, want onze lampen gaan uit. De Bruidegom is daar en Hij roept ons, en wij hebben geen helder brandende lampen om Hem tegemoet te gaan, ach, helpt ons toch nu en staat ons bij, enz. Maar haar dwaas smeken was al te vergeefs, de wijze maagden konden haar niet helpen. Die konden zich nu ook niet langer met haar ophouden, zij hadden al reeds genoeg met haar gehandeld, het was nu tijd om zich te haasten, dat zij mochten ingaan in de bruilofstzaal. En zie, zodra waren zij daar niet binnen getreden, of de deur werd aanstonds gesloten, en de dwaze maagden bleven daar buiten. En hoe naar zij toen ook riepen: Heere, Heere, doe ons open! Het mocht haar toch niets baten, want de tijd om in te gaan was nu voorbij, en zij ontvingen van de Bruidegom geen ander antwoord, dan een: voorwaar, zeg Ik u, Ik ken u niet. Hiermee was het toen gedaan, en niemand van die ongelukkige dwaze maagden heeft ooit de deur voor zich geopend gekregen, maar zij moesten allen zonder onderscheid, buiten blijven bij de honden en bij al dat gruwelijke en onheilige volk, dat achter elkander opgenoemd wordt, Openb. 22:15. Ziet deze treurige gelijkenis, Matth. 25:1-12. Gave de ontfermende God, dat onze eeuw niet zeer vruchtbaar gevonden werd van zulke dwaze maagden!

O, wat al uitwendige christenbelijders ziet men niet mee trekken op dat rampzalige voetspoor! Hoe is onze geesteloze kerk met dat slag van dwaze mensen niet jammerlijk vervuld! De Heere bestuurt het veeltijds op een zeer wonderlijke en aanbiddelijke wijze, dat er nauwe verkeringen of inwikkelingen opgericht worden tussen Zijn ware kinderen en tussen de nabijkomende Christenen, die ook in de wereld wandelen met brandende lampen in hun hand, waarmee zij dan ook bij velen voor goede Christenen doorgaan, hoewel zij toch nimmer ernstig bekommerd zijn om de olie des Geestes in de vaten van hun ziel. Wat gaat er dan veeltijds al om tussen die beide soorten, jaren zelfs zo aaneen? Wat al getrouwe raadgevingen en besturingen, vermaningen en waarschuwingen genieten die dwaze maagden in die tijd niet al van de wijze maagden? Zou ook iemand daar een net register van kunnen houden? Dan, het doet dikwijls allemaal geen of weinig vrucht, want zij zijn en blijven dwaze maagden. Zij passen meer op het schijnsel van hun lampen, dan op de ledigheid van hun vaten, meer op het licht, dan op de olie, waar het licht vandaan moet komen. Ja, men vindt er somtijds die met hun licht ook al ver boven, dat der wijze maagden uitschijnen, hoewel zij ook zeggen, dat zij nog onbekeerd zijn. Het is een zeer droevige zaak, als het er zo toegaat, en als der mensen dommigheid of schranderheid dan ook genoeg in staat is, om dat werk zo een lange tijd, op deze of gene schoonschijnende voorwendselen, gemakkelijk uit te houden. Want zo gaat de kostelijke genadetijd daarmee snel heen, als een weversspoel, Job 7:9. En de ellendige mensen maken toch echter geen haast, om eens waarachtig bekeerd te worden. Ach! hoe menigeen is er op die wijze eindelijk rampzalig gestort in de hel, die dachten in de hemel te komen, en die het schone en heerlijke schijnsel van hun brandende lampen ter middernacht droevig hebben zien uitgaan! Want de Heere laat die handel niet altijd zo zijn voortgang hebben, maar alles heeft een bestemde tijd, en alle voornemen onder de hemel heeft zijn tijd, Pred. 3:1. En gelijk als er een tijd is om te leven, alzo zal er ook eens een tijd komen om te sterven, om voor Gods gericht dan geopenbaard te worden, hoe weinig daar doorgaans ook op mag gedacht worden. En al is het dan juist niet: Gij dwaas, in deze nacht zal men uw ziel van u afeisen, Luk. 12:20, omdat die tijd wat kort genomen is, zo mag het dan soms heten, binnen een veertien dagen, dat zal er toch zo niet op aan komen, naardien die tijd ordinair ook nog veel te kort zal vallen voor dat grote werk der bekering, wanneer de mensen dat zovele jaren, ook onder de getrouwste en overvloedigste middelen, die zij plachten te genieten, hebben tegengestaan, en het niet anders ooit gemeend hebben, dan om de wereld en Christus nog te samen, en alsdan Gods arme gezanten ook altijd als leugenaars bij hen hebben moeten te boek staan. O, ongelukkige zielen, mocht gij nog eens recht bedenken, wat u hier leest! Want wees verzekerd, hoe onwaardig, ja onwaardig u het ook mag zijn, dat hier nog een pen schrijft voor uw eeuwige behoudenis indien het anders de barmhartige God mocht behagen, dat u met de dwaze maagden niet eindelijk achteraan zou komen, als de deur gesloten zal zijn. Want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen, Luk. 13:24. Helaas! indien het anders niet wezen kan, zo zult gij dan in de eeuwigheid nog eens weten, dat er waarlijk een heilige hand van God geweest is in de wegen, die tot uw zaligheid waren ingericht, en welke gij, in uw droevige zorgeloosheid en in uw dwaze hoogmoed, zo altijd veracht hebt. En wat zal het u dan ook helpen, dat gij hier de wijze maagden, of die gij er voor aangezien hebt, zo hebt willen aanhangen, daar gij toch al veel te wijs geweest zijt in uw eigen ogen, dan dat gij u wilde laten overreden, om eens ernstig te vrezen voor het zielverleidend bedrog van uw arglistig hart, dat immer dodelijk is, meer dan enig ding? Jer. 17:9. Och mens, dit zal dan zo staan voor uw aangezicht, en ook voor het aangezicht des Heeren, bij duizend andere dingen, tot een getuigenis. Zijn almachtige genade doe uw blinde onhandelbare consciëntie intijds nog eens ootmoedig beven voor het Goddelijk licht, dat u heden nog beschijnt, eer dan, dat uw zilveren koorde ontketend en uwe lamp haast uitgeblust zal worden in zwarte duisternis! Spr. 20:20; Pred. 12:6.


Th. Van der Groe ( Uit : toetssteen der ware en valse genade)

Lees hier verder : http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... r-groe.pdf

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 11:13
door huisman
Wat was ook al weer het maximaal toegstaan aantal woorden...................... :huhu

Maar inhoudelijk: Er zijn schijnbekeringen zie de gelijkenis van het zaad, in een ander topic "Kenmerken voor een waar geloof." gaat het er juist om de schijn in jezelf te ontdekken of het ware geloof dit i.v.m de zekerheid van het geloof.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 11:18
door refo
Hij is zelf D(e) W(oeste) W(eg).

Maar valse schijnbekeringen: dat is toch juist goed?
Schijnbekeringen niet natuurlijk, maar valse schijnbekeringen wel.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 11:19
door huisman
refo schreef:Hij is zelf D(e) W(oeste) W(eg).

Maar valse schijnbekeringen: dat is toch juist goed?
Schijnbekeringen niet natuurlijk, maar valse schijnbekeringen wel.
Deze posting nomineer ik als leukste posting van het jaar :super

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 11:22
door Ander
refo schreef: Maar valse schijnbekeringen: dat is toch juist goed?
Schijnbekeringen niet natuurlijk, maar valse schijnbekeringen wel.
:)

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 11:56
door Jongere
Als er één ding is, wat veel mensen goed kunnen opnoemen, dan zijn het de voorbeelden van schijnbekeringen. Daar wordt in veel kerken uit onze gezindte de aandacht aan gegeven.
Maar hoe ziet de echte bekering eruit? Daarover is juist vaak veel onduidelijkheid.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 12:21
door Gijs83
Jongere schreef:Als er één ding is, wat veel mensen goed kunnen opnoemen, dan zijn het de voorbeelden van schijnbekeringen. Daar wordt in veel kerken uit onze gezindte de aandacht aan gegeven.
Maar hoe ziet de echte bekering eruit? Daarover is juist vaak veel onduidelijkheid.
Het is verstandelijk ook niet te begrijpen.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 12:32
door DWW
Jongere schreef:Als er één ding is, wat veel mensen goed kunnen opnoemen, dan zijn het de voorbeelden van schijnbekeringen. Daar wordt in veel kerken uit onze gezindte de aandacht aan gegeven. Maar hoe ziet de echte bekering eruit? Daarover is juist vaak veel onduidelijkheid.
Deze citaten zetten ons aan tot zelfonderzoek. Doorzoek uzelf nauw, ja, zeer nauw.....zegt de Heere bij monde van de profeet.

Wat betreft de waarachtige bekering. Alles wat tot de bekering kan leiden, c.q. op de zgn. toeleidende weg ondervonden wordt, is de bekering zelf (nog) niet. De weg tot de bekering is de overtuiging, maar de waarachtige bekering is de ware overbuiging. Daar wordt de ziel afgesneden van de oude wortel, en door het geloof ingelijfd in het verbroken lichaam van Christus, door Wie hij het nieuwe leven ontvangt. De levendmaking of wedergeboorte. Dit is het begin van de waarachtige bekering. Als we niet zijn afgesneden, kunnen we immers ook niet opwassen vanuit de nieuwe Wortel. Hij moet wassen, ik minder worden, zegt Johannes. Dat is de doorgaande bekering. Vroeger zeiden de oudjes weleens: "de eerste weg is omkomen, de tweede weg is opwassen in Hem en gedurig sterven aan jezelf, Gal. 2:20. Vele zijn stervende, maar weinigen zijn gestorven, Rom. 6:7. Israel is een beeld van het geestelijke Israel. Zoals God de dood bracht in/over het ganse diensthuis van Egypte waarin Israel woonachtig was, alzo moet God ook de dood in/over jouw en mijn diensthuis brengen, wil het wel zijn voor de eeuwigheid. De 10 gerichten die God over Egypteland bracht, brachten Israel geen verlossing. Toch ging het niet buiten de gerichten om. Door het slachten van het paaslam, het strijken van het bloed aan de deurposten, en het met haast eten van het vlees van het gebraden paaslam, redde Israel van het verderf. Dat bloed zal u een teken zijn, in de huizen waarin gij woont. Daar konden zelfs de kleine kinderen van getuigen.

Pas dit eens toe op de bekering van de moordenaar naast Jezus, op de bekering van de stokbewaarder, op de bekering van de moorman, op de bekering van de pinksterlingen, om te besluiten met een gedegen geestelijk zelfonderzoek. Daartoe wilde ik dit citaat plaatsen. Een mens kan zich beter teveel dan te weinig onderzocht hebben.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 12:33
door Afgewezen
Je moet in elk geval de topictitel even aanpassen, DWW. Het is of een 'valse bekering' of een 'schijnbekering', maar zo is het een beetje dubbelop.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 12:42
door DWW
Afgewezen schreef:Je moet in elk geval de topictitel even aanpassen, DWW. Het is of een 'valse bekering' of een 'schijnbekering', maar zo is het een beetje dubbelop.
Zo stond het in 'de toetssteen der ware en valse genade', letterlijk vermeld.

Het is een citaat van Van der Groe uit een verhandeling van hem over H.C. Zondag 33 : "In hoeveel stukken bestaat de waarachtige bekering" - lees zelf hier : http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... mensen.pdf

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 12:44
door Afgewezen
DWW schreef:
Afgewezen schreef:Je moet in elk geval de topictitel even aanpassen, DWW. Het is of een 'valse bekering' of een 'schijnbekering', maar zo is het een beetje dubbelop.
Zo stond het in 'de toetssteen der ware en valse genade', letterlijk vermeld.

Het is een citaat van Van der Groe uit een verhandeling van hem over H.C. Zondag 33 : "In hoeveel stukken bestaat de waarachtige bekering" - lees zelf hier : http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... mensen.pdf
Nou, dan heeft Van der Groe het ook niet goed gedaan.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 12:52
door refo
Zelfs de titel van zijn boek klopt niet.
Valse genade bestaat niet.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 13:10
door huisman
DWW schreef:
Jongere schreef:Als er één ding is, wat veel mensen goed kunnen opnoemen, dan zijn het de voorbeelden van schijnbekeringen. Daar wordt in veel kerken uit onze gezindte de aandacht aan gegeven. Maar hoe ziet de echte bekering eruit? Daarover is juist vaak veel onduidelijkheid.
Deze citaten zetten ons aan tot zelfonderzoek. Doorzoek uzelf nauw, ja, zeer nauw.....zegt de Heere bij monde van de profeet.

Wat betreft de waarachtige bekering. Alles wat tot de bekering kan leiden, c.q. op de zgn. toeleidende weg ondervonden wordt, is de bekering zelf (nog) niet. De weg tot de bekering is de overtuiging, maar de waarachtige bekering is de ware overbuiging. Daar wordt de ziel afgesneden van de oude wortel, en door het geloof ingelijfd in het verbroken lichaam van Christus, door Wie hij het nieuwe leven ontvangt. De levendmaking of wedergeboorte. Dit is het begin van de waarachtige bekering. Als we niet zijn afgesneden, kunnen we immers ook niet opwassen vanuit de nieuwe Wortel. Hij moet wassen, ik minder worden, zegt Johannes. Dat is de doorgaande bekering. Vroeger zeiden de oudjes weleens: "de eerste weg is omkomen, de tweede weg is opwassen in Hem en gedurig sterven aan jezelf, Gal. 2:20. Vele zijn stervende, maar weinigen zijn gestorven, Rom. 6:7. Israel is een beeld van het geestelijke Israel. Zoals God de dood bracht in/over het ganse diensthuis van Egypte waarin Israel woonachtig was, alzo moet God ook de dood in/over jouw en mijn diensthuis brengen, wil het wel zijn voor de eeuwigheid. De 10 gerichten die God over Egypteland bracht, brachten Israel geen verlossing. Toch ging het niet buiten de gerichten om. Door het slachten van het paaslam, het strijken van het bloed aan de deurposten, en het met haast eten van het vlees van het gebraden paaslam, redde Israel van het verderf. Dat bloed zal u een teken zijn, in de huizen waarin gij woont. Daar konden zelfs de kleine kinderen van getuigen.

Pas dit eens toe op de bekering van de moordenaar naast Jezus, op de bekering van de stokbewaarder, op de bekering van de moorman, op de bekering van de pinksterlingen, om te besluiten met een gedegen geestelijk zelfonderzoek. Daartoe wilde ik dit citaat plaatsen. Een mens kan zich beter teveel dan te weinig onderzocht hebben.
Het zijn allemaal bekende klanken die jij schrijft maar of het allemaal waar is ? B.V. dit citaat
Daar wordt de ziel afgesneden van de oude wortel, en door het geloof ingelijfd in het verbroken lichaam van Christus,
Als je Johannes 15 leest zie je dat in de Ware Wijnstok zijn niet voldoende is er moet vrucht zijn anders wordt de rank weggenomen en verbrand (Al die ongelovige dopelingen die in Christus geheiligd zijn maar geen vrucht dragen)
1 ¶ Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman.
2 Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage .
3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
4 Blijft in Mij, en Ik in u . Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft.
5 Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht ; want zonder Mij kunt gij niets doen.
6 Zo iemand in Mij niet blijft , die is buiten geworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 13:12
door Afgewezen
Dan ben jij het zeker ook niet met Boston eens, huisman? Die stelt ook dat we ingeplant moeten worden in de Wijnstok en niet dat we daar door geboorte al in zijn.

Re: Valse schijnbekeringen in het christendom - Th. Van der

Geplaatst: 18 jun 2010, 13:18
door huisman
Afgewezen schreef:Dan ben jij het zeker ook niet met Boston eens, huisman? Die stelt ook dat we ingeplant moeten worden in de Wijnstok en niet dat we daar door geboorte al in zijn.
Natuurlijk wel (dat heet inconsequent zijn ) maar ik ben het nog meer met de Schrift eens die zegt dat de rank die in de Ware Wijnstok geen vrucht draagt wordt weggenomen (verg 1 Kor 10 ) Allemaal uit de steenrots gedronken en de steenrots was Christus en toch verloren gaan. Dit geld voor een ieder van ons die (laat ik het maar voorzichtig zeggen en het niet weer over de doop hebben) een christelijke opvoeding heeft gekregen.