De gereedschappen van de Timmerman.
Geplaatst: 27 okt 2009, 08:57
De gereedschappen van de Timmerman waren in conferentie.
Broeder Hamer was voorzitter. De vergadering deelde hem mee dat hij maar beter kon vertrekken, omdat hij veel te luidruchtig was. Maar hij zei: 'Als ik deze werkplaats moet verlaten, dan moet broeder Boortje ook verdwijnen. Hij is zo onbetekenend, dat hij heel weinig indruk maakt.' Broeder Boortje stond op en zei: 'Goed, maar broeder Schroef moet ook gaan. Je moet hem maar ronddraaien en nog eens ronddraaien om hem ergens te krijgen.' Toen zei broeder Schroef: 'Als u dat werkelijk wilt, zal ik gaan, maar dan moet broeder Schaaf ook verdwijnen. Hij werkt maar aan de oppervlakte, daar zit geen diepte in.' Daarop antwoordde broeder Schaaf: 'Als ik me terugtrek, dan moet broeder Duimstok hetzelfde doen, want hij is altijd bezig anderen te meten, alsof alleen hijzelf maar juist is.' Broeder Duimstok beklaagde zich op zijn beurt over broeder Schuurpapier: 'Hij is veel te ruw en hij is altijd tegen de draad in.'
Terwijl de discussie nog volop aan de gang was, kwam de Timmerman van Nazaret de werkplaats binnen. Hij trok zijn werkkleed aan en ging naar de werkbank om een tafel te maken. Hij gebruikte de zaag, de schaaf, de hamer, het schuurpapier, het boortje, de schroef en alle andere gereedschappen. Aan het einde van de dag was de tafel klaar. Toen stond broeder Zaag op en zei: 'Broeders ik heb gemerkt dat wij allemaal medewerkers van God zijn.'
Alle kritiek in deze gelijkenis mocht op zichzelf waar zijn, maar toch kon de Meester hen allen gebruiken. Ieder werd gebruikt voor het doel waartoe hij bestemd was. De schaaf werd niet als hamer gebruikt, noch de schroef als duimstok.
Wij gedragen ons vaak net zo als de gereedschappen in deze gelijkenis. Wij maken ons druk over anderen, omdat zij de dingen niet doen op de manier waarop wij denken dat zij het moeten doen. Laten we toch voorzichtig zijn met het afkeuren van de gereedschappen van God. Laten wij in nederigheid de ander uitnemender achten dan onszelf (Filippenzen 2:3).
(gekregen van mijn zus)
Broeder Hamer was voorzitter. De vergadering deelde hem mee dat hij maar beter kon vertrekken, omdat hij veel te luidruchtig was. Maar hij zei: 'Als ik deze werkplaats moet verlaten, dan moet broeder Boortje ook verdwijnen. Hij is zo onbetekenend, dat hij heel weinig indruk maakt.' Broeder Boortje stond op en zei: 'Goed, maar broeder Schroef moet ook gaan. Je moet hem maar ronddraaien en nog eens ronddraaien om hem ergens te krijgen.' Toen zei broeder Schroef: 'Als u dat werkelijk wilt, zal ik gaan, maar dan moet broeder Schaaf ook verdwijnen. Hij werkt maar aan de oppervlakte, daar zit geen diepte in.' Daarop antwoordde broeder Schaaf: 'Als ik me terugtrek, dan moet broeder Duimstok hetzelfde doen, want hij is altijd bezig anderen te meten, alsof alleen hijzelf maar juist is.' Broeder Duimstok beklaagde zich op zijn beurt over broeder Schuurpapier: 'Hij is veel te ruw en hij is altijd tegen de draad in.'
Terwijl de discussie nog volop aan de gang was, kwam de Timmerman van Nazaret de werkplaats binnen. Hij trok zijn werkkleed aan en ging naar de werkbank om een tafel te maken. Hij gebruikte de zaag, de schaaf, de hamer, het schuurpapier, het boortje, de schroef en alle andere gereedschappen. Aan het einde van de dag was de tafel klaar. Toen stond broeder Zaag op en zei: 'Broeders ik heb gemerkt dat wij allemaal medewerkers van God zijn.'
Alle kritiek in deze gelijkenis mocht op zichzelf waar zijn, maar toch kon de Meester hen allen gebruiken. Ieder werd gebruikt voor het doel waartoe hij bestemd was. De schaaf werd niet als hamer gebruikt, noch de schroef als duimstok.
Wij gedragen ons vaak net zo als de gereedschappen in deze gelijkenis. Wij maken ons druk over anderen, omdat zij de dingen niet doen op de manier waarop wij denken dat zij het moeten doen. Laten we toch voorzichtig zijn met het afkeuren van de gereedschappen van God. Laten wij in nederigheid de ander uitnemender achten dan onszelf (Filippenzen 2:3).
(gekregen van mijn zus)