Pagina 1 van 2

Wie ongelovigen zijn en wie niet

Geplaatst: 20 mei 2009, 11:57
door Smytegelt
WIE ONGELOVIGEN ZIJN

Het eerste dat ik vooropstel is, dat vier soorten personen geen grond hebben om enige troost of genade te verwachten, in de staat waarin zij zijn:
1. Mensen, die geen kennis hebben van de eerste grondwaarheden, die men weten moet om over de staat van zijn ziel met God te handelen, te weten: dat alle mensen van nature zondaren en vijanden van God zijn en daarom onder Gods vloek en toorn liggen. Dat de ziel niet sterft, maar op de oordeelsdag met het lichaam herenigd wordt. Dat elk mens een eeuwig lot heeft, hetzij in de hel, hetzij in de hemel. Dat Christus de Middelaar is om verzoening met God te maken. Dat geloof en heiligheid als weg en middel nodig zijn om tot de genieting van God te komen en nog meer van dergelijke waarheden. De mensen die hier geen kennis van hebben, zijn ver van alle troost.
2. Mensen, die de genoemde grondwaarheden wel weten, maar niet geloven en erkennen dat zij doodschuldige en verdoemelijke mensen zijn, tegen wie de vloek der wet uitgesproken wordt. Zij kunnen het zich niet voorstellen of geloven, dat zij het door de zonden zo verdorven hebben, dat God de Heere hen om hun zonden rechtvaardig zou verdoemen. Zulke mensen hebben geen grond om troost of genade te verwachten.
3. Mensen, die zich wel verdoemeniswaardig erkennen en wel van hun rampzalige en verloren staat verlost wensen te worden, maar die toch hun zonden willen vasthouden en het verbond daarmee niet willen verbreken. Zij houden moedwillig hun zonden aan de hand. Zij willen de zonde niet gedood hebben. Zij willen niet in de hand van de Medicijnmeester zijn. Zij willen genade niet genieten en daarom willen zij niet zalig zijn. Zij zijn moedwillige eerwerpers van genade. Daarom moet hun in plaats van troost en genade Gods toorn, de vloeken der wet en de helse verdoemenis toegepast en op het hart gebracht worden. Opdat zij niet langer onwillig zouden blijven om uit hun ellendige en verloren staat gered te worden.
4. Mensen, die hun zonde en rampzaligheid bekennen, die niet alleen van hun schulden maar ook van hun zonden en gebreken zelf verlost willen worden, maar die toch niet de weg willen inslaan, die het evangelie voorstelt. Zij willen geheel of gedeeltelijk door hun eigen werken gerechtvaardigd worden. Of zij willen vergeving krijgen door Gods barmhartigheid, buiten Christus' voldoening om. Of zij willen door hun eigen kracht deugden en plichten betrachten en gebreken verbeteren. Zij verwerpen het enige middel en de enige weg van troost en zaligheid. Zij erkennen hun machteloosheid en verloren staat niet. Zij willen de weg van het verbond der werken niet verzaken om door de weg van vrije en soevereine genade behouden te worden. Daarom is er voor hen geen grond van troost.
Deze vier soorten personen laat ik nu voor wat ze zijn. Ik wil nu niet met hen te doen hebben, omdat zij niet in zo'n staat zijn om enige verzekering van troost, vrede of genade te ontvangen. De lezer die zo is, moet weten dat ik uit het hele Woord van God geen grond van troost voor hem kan voortbrengen.

Geschreven door broeder J. Koelman

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:00
door Smytegelt
Wat is het geloof NIET

Wat ik vooropstel is, dat de natuur en het wezen van het zaligmakende geloof niet in één van deze twee dingen bestaat:
1. Een verzekering, of zekere kennis en vertrouwen dat Christus bijvoorbeeld voor mij gestorven is, dat Hij mijn Zaligmaker is, dat ik het leven en de zaligheid door middel van Hem zal hebben. Het geloof is geen overtuiging, noch zoete inbeelding en zekerheid, dat mijn zonden vergeven zijn, dat God mij liefheeft, en mijn God en Vader is om Christus' wil. Menig gelovige heeft geen verzekering dat Christus de zijne is, zodat er dan gelovigen zouden zijn zonder geloof, hetwelk een innerlijke tegenstrijdigheid is. Menig zelfbedrogen huichelaar heeft verzekering en toepassing, dat Christus voor hem gestorven is, dat zijn zonden vergeven zijn, enz. Toch heeft hij geen waar geloof. Daarom behoort de verzekering niet tot het wezen van het geloof. Daarbij komt dat het geloven in de Heere Jezus een plicht is van allen die onder het evangelie zijn. De predikanten moeten het geloof op allen aandringen als een gebod. Die niet in Christus gelooft, zondigt zwaar. Maar het is niet de plicht van allen die het evangelie horen om verzekerd te zijn en vast te vertrouwen dat Christus voor ons gestorven is. Dat zou een leugen zijn, en een leugen moet niemand geloven. Ook een predikant mag niet aandringen om een leugen te geloven, namelijk dat Christus voor allen, aan wie het evangelie aangeboden wordt, gestorven is.
Dus bestaat de natuur en het wezen van het ware geloof niet in een verzekering of vast vertrouwen, "dat óók mij de vergeving der zonden, de eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is uit loutere genade, om Christus' wil", zoals de Catechismus zegt. Of zoals het formulier van het Heilig Avondmaal zegt, "dat het een geloof zou zijn, van deze gewisse belofte van God, dat mij al mijn zonden alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus vergeven zijn, en de volkomen gerechtigheid van Christus mij als mijn eigen gerechtigheid toegerekend en geschonken zij", enz.

2. Het geloof bestaat ook niet ineen daad van het verstand op zichzelf, zonder dat de mens verder gaat en een daad van de wil of van het hart oefent. Het geloof is niet slechts een toestemming van het gemoed, of van het verstand van al de geopenbaarde waarheden van God als onfeilbare waarheden. Het is ook niet de verstandelijke toestemming van al de evangelische waarheden, dat God in liefde en genade de zondaars wil vergeven, en het leven wil brengen door Jezus Christus' bloed en bemiddeling. Deze verstandelijke toestemming wordt wel volstrekt vereist. Zonder dit kan geen evangelisch of zaligmakend geloof bestaan. Want zij is als de wortel en de fundamentele grond van alles wat de ziel in het geloof doet. Maar ook de duivelen nemen die waarheden van het evangelie als Goddelijke en onfeilbare waarheden aan, zoals blijkt uit Markus 1:24; 5:2, 6, 7, 10, 12; Lukas 8:28, 31 32, Matth. 8:28, 31; Jak. 2:19. Ook vele tijdgelovigen doen dat, Joh. 2:23 24; 8:31, 33 34; Hand. 8:13. Toch missen zij het zaligmakende geloof.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:01
door Smytegelt
Wat is het geloof WEL
Het wezen en de eigen natuur van het evangelisch zaligmakend en rechtvaardigmakend geloof bestaat in een aannemen en omhelzen van Christus, zoals Hij in het evangelie wordt voorgehouden. Omdat het begrip van deze beschrijving van het geloof vooraf nodig is, zal ik de natuur en werking van dit geloof door verschillende schriftuurlijke uitdrukkingen verder uiteenzetten.
God heeft in Zijn eeuwige wijsheid, liefde en genade een weg des levens en der zaligheid uitgedacht, vastgesteld en in Zijn Woord geopenbaard. Verloren, zondige, machteloze en rampzalige mensen kunnen uit vrije genade door Christus behouden worden. In die weg der zaligheid heeft God in de eerste plaats Zijn eigen eer op het oog, namelijk:
1. De eer van Zijn rechtvaardigheid; die rechtvaardigheid Gods wordt geopenbaard van geloof tot geloof, Rom. 1:17. Wij worden, zegt de apostel, om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is, Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, Rom. 3:24 26.
2. De eer van Zijn liefde, Zijn oneindige mensenliefde; alzo lief heeft God de wereld gehad, Joh. 3:16. Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft, 1 Joh. 3:16. Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, tot een verzoening voor onze zonden, opdat wij zouden leven door Hem, 1 Joh. 4:9 10; Titus 3:4 5; Eféze 2:4 5.
3. De eer van Zijn genade en barmhartigheid, want God heeft ons begenadigd in den Geliefde, tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, Eféze 1:5 6.
4. De eer van Zijn wijsheid; want Christus de gekruiste is de wijsheid Gods, 1 Kor. 1:24. Opdat door de gemeente bekend gemaakt worde de veelvuldige wijsheid Gods, Eféze 3:10.
5. De eer van Zijn kracht: Wij prediken, zegt Paulus, Christus, de kracht Gods, 1 Kor. 1:23 24. Het evangelie van Christus is een kracht Gods tot zaligheid, Rom. 1:16. Zijn Goddelijke kracht schenkt ons alles wat tot het leven en tot de Godzaligheid behoort, 2 Petrus 1:3.
6. De eer van Zijn getrouwheid; daarom is ze uit het geloof, zegt de apostel, opdat ze zij naar genade, teneinde de belofte vast zij al den zade, Rom. 4:16.
7. De eer van Zijn waarheid; hierin wil God dat men verzegele, dat Hij waarachtig is, Joh. 3:33; in het getuigenis dat Hij van Zijn Zoon getuigd heeft, en dat Hij het eeuwig leven geeft in Zijn Zoon, 1 Joh. 5:9 12. Dus schijnt Gods heerlijkheid in het aangezicht van Jezus Christus, 2 Kor. 4:6, en in het evangelie is de heerlijkheid des Heeren te zien als in een spiegel, 2 Kor. 3:18; 2 Kor. 4:6; 2 Tim. 1:10. Hier is dan het Voorwerp van het geloof.

Het geloof zelf, het rechtvaardigmakend en zaligmakend geloof, dat in het evangelie vereist wordt, bestaat hierin: De zondaar bevindt zichzelf geheel verloren en machteloos. Hij ontvangt deze voorstellingen en openbaringen van Gods weg om zondaren zalig te maken en dit gebod om deze weg te omhelzen. Hij doet aldus: Hij erkent en stemt toe al die heerlijke eigenschappen van God, zoals die geopenbaard en vertoond worden in die weg des levens, der rechtvaardigheid en der zaligheid en hij is tevreden om door die weg behouden te worden. Hij wil aan God de eer, die Hij in deze weg beoogt, toeschrijven. Hij keurt die weg zeer goed, heerlijk, God betamelijk, wenselijk en zeker, omdat deze voortvloeit uit Gods liefde, genade en wijsheid en omdat deze weg waarlijk zoveel in zich heeft, zodat een groot zondaar daarop veilig mag vertrouwen en bouwen. Zo geeft hij door het geloof God de eer, Rom. 4:20.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:02
door JolandaOudshoorn
Heerlijk! Afstreeplijstjes. Kan je even checken of het wel echt is, of niet.
Wat maken we er weer een schematisch geheel van :nonnon

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:07
door Smytegelt
Tussentijdse bemoediging
Ziet, mijn vrienden en geliefde broeders, de gronden van volle verzekering. Hierop mag en moet u uzelf verzekeren dat alle genade tot troost en heiligmaking en de eeuwige zaligheid u geschonken zal worden, als u volgens de eis en de aanbieding van het evangelie Christus omhelsd hebt en tot Hem de toevlucht genomen hebt. Daarom zult u nu de kracht en de zoetheid van het woord van de apostel Johannes verstaan en dat op uw hart dragen: Die in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zichzelf, 1 Joh. 5:10. Dat is: Het geloof in Christus geeft aan de ziel het verzekerd getuigenis dat hij in de staat van genade is en dat alle zegeningen voor dit en het toekomende leven zullen volgen. Dit zijn de gronden van verzekering waarop ik mijn ziel in leven en sterven neer wens te leggen. Ik verwacht dat alle dierbare beloften in het genadeverbond aan mij volbracht zullen worden.

Deze gronden heb ik u uit de Heilige Schrift voorgesteld, opdat u met vaste troost en vrede uw loop voleindigen zult, opdat u van kracht tot kracht in heiligmaking en vruchtbaarheid van alle goede werken tot verheerlijking van Gods genade en stichting van uw naaste voortgaat.
Leg deze gronden van verzekering bij de dertig kenmerken van inwendige genade, die ik u voorgesteld heb in het door mij vertaalde boek: De laatste brieven van Mr. Samuël Rutherford. Onderzoekt u daaraan. Leest er niet oppervlakkig overheen. Toetst bij elk kenmerk of u de kracht daarvan tot verzekering in uw hart hebt. Merkt op hetgeen ik zeg, maar de Heere geve u verstand in alle dingen. Deze dingen heb ik u geschreven, u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet, dat u het eeuwige leven hebt, en opdat uw blijdschap zo vervuld zij. Ook opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God, 1 Joh. 1:4; 5:13; 2 Tim. 2:7.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:08
door Smytegelt
Vrijblijvend ongelovig?
Acht de daad van het geloof niet een klein deel van uw plicht en van uw heiligmaking en gehoorzaamheid.
Geloven in de Heere Jezus en het evangelie gewillig aannemen is de grote, zelfs de grootste, plicht van gehoorzaamheid. Dat is het werk dat God bijzonder behaagt en waardoor Hij het meest verheerlijkt wordt. Daarin komt u zelf het meest met de wil van God overeen. Johannes zegt: Zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren en doen hetgeen behaaglijk is voor Hem. Wat zijn die geboden, waarvan het onderhouden God zo behaagt, dat wij alles ontvangen wat wij bidden? Dat zegt Johannes even verder: En dit is het gebod, dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft, 1 Joh. 3:22 23. Merkt op: Dit is Zijn gebod; te geloven in Christus, en dit is Zijn gebod; elkaar lief te hebben

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:08
door Smytegelt
Werk Gods Geest door of met het verstand?
Zie toe dat het u niet merkbaar aan historisch geloof aangaande de Schrift als het onfeilbare Woord van God ontbreekt.
Het is duidelijk te bemerken dat de zwakheid en gebrekkigheid van de troostrijke verzekering en triomfering van het zaligmakende geloof vaak voortkomt uit de zwakheid van het historisch geloof. Hoewel daarover door velen niet geklaagd wordt, is het toch dikwijls de grote oorzaak en bron van hun twijfel. Zij merken dit niet, zolang zij niet door lasterlijke ingeworpen gedachten aangaande het Woord ge¬kweld worden. Toch ligt daarin veelal het gebrek. Er is in de wortel en grond van het hart een boos atheïstisch ongeloof en twijfel of dat beschreven Woord van God wel ingegeven is en aller aanneming en geloof waard is. Dat heeft een boze en vergiftigende invloed in en bij de beoefening en toepassing van het zaligmakende geloof en van de blijdschap en roem die daaruit voortvloeit. Let hier dan goed op.
Het historisch geloof van de geopenbaarde waarheden in het Woord is de grond om dat geloof te beoefenen. Daardoor krijgt men deel aan alle evangelische weldaden en zegeningen. Daardoor verblijdt men zich in de verwachting van genade en heerlijkheid. Hoewel u misschien niet voelt dat uw historisch geloof in de Schrift zwak is, neem toch de raad aan dat u regelmatig twee dingen moet doen tot uw bevestiging in het geloof.

Waarschuwing
Wacht u ervoor dat u omtrent de weg der zaligheid en omtrent de aanmatiging van uw deel aan het geopenbaarde evangelie uw verstand teveel plaats geeft, in plaats van door het geloof zuiver te werk te gaan.
Dit verhindert de verzekering en troostelijke verwachting van velen. Zij raadplegen hun verstand teveel, alsof zij vlees en bloed vroegen of het waarschijnlijk was, dat die geopenbaarde weg in het Woord ons alleen zeker zou kunnen behouden. Alsof het verstand de regel of het richtsnoer kan zijn om daarnaar te oordelen. Wees tegen twee dingen gewaarschuwd:
1. Het menselijk verstand kan de weg van zaligheid voor zondaren niet vinden. Wanneer de weg van het Woord aan het verstand geopenbaard wordt, vindt het verstand dat zulk een groot wonder en zulk een verborgenheid, dat het verstomd wordt en het zelfs voor dwaasheid rekent, 1 Kor. 1:23. Het paslood van het verstand schiet oneindig te kort om de diepte van de liefde van de Vader, het bloed van de Zoon en de beloften van het evangelie te peilen. Zelfs de engelen konden de weg niet bedenken, waardoor zondige mensen tot zaligheid gebracht zouden worden. En toen de door God uitgevonden weg aan hen geopenbaard werd, hebben zij er een veelvuldige wijsheid in gezien. Zij aanbaden God. Maar het blijft voor hen een oneindige diepte. Daarom moet Gods Woord en openbaring of Gods getuigenis alleen de grond van onze aanneming, toestemming en ons vertrouwen van deze weg zijn.
2. Het verstand moet ook niet het vonnis vellen of u ook werkelijk tot de bezitting van alle zegeningen zult komen en door God aangenomen en gezaligd zult worden, als u Christus omhelst en tot Hem vlucht, om door Hem tot de Vader te komen. Onze gedachten en inbeeldingen kunnen niet zover reiken om daarover naar het evangelie te oordelen. Als wij een recht gezicht van onze zondigheid, onwaardigheid, onnuttigheid, machteloosheid en vloekwaardigheid hebben en ernstige gedachten betreffende God en Zijn rechtvaardigheid hebben, zouden wij het tegendeel oordelen. Gods wegen en gedachten in het vergeven van zonden zijn zo hoog boven de onze, als de hemel is boven de aarde. Hoewel het verstand in al onze verstandige daden een instrument is, moet u toch uw geloof laten oordelen over het een en het ander. Uw geloof heeft te spreken naar Gods getuigenis en vonnis; omdat Hij zo getuigt en vonnist. God zegt dat Hij door die weg ieder wil behouden, die tot Hem komt. Laat uw geloof Amen zeggen en het toepassen op andere zondaren en op uzelf, zonder te luisteren naar de stem van het verstand. Wij mogen ons alleen bewust zijn van hetgeen het Woord vereist in degenen die uit enkel genade door de hand van de Middelaar behouden zullen worden, namelijk een levend geloof. Het geloof zal dadelijk een vonnis uitspreken en de onzienlijke dingen tegenwoordig stellen.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:10
door Smytegelt
Hoed u voor de wolven
Wacht u ervoor om te denken, zelfs om enig vermoeden in uw hart te koesteren, dat Christus niet aan allen aangeboden wordt, maar alleen aan degenen die zulk een diep inzicht in en gevoel hebben van hun gebrek, wat alleen aan de begenadigden door Gods Geest gegeven wordt.
Christus wordt aan allen, die het evangelie horen, vrij aangeboden. De nodiging is vrij voor allen. Al wie wil, laat die komen. Heeft hij maar een wil, hij zij dan wie hij is, hij zal aangenomen en verwelkomd worden, Jesaja 55:1; Openb. 22:17; Joh. 6:37. Het is waar dat er niemand is die Christus aanneemt en omhelst, zoals het evangelie Hem voorstelt, of hij heeft een waar geestelijk gezicht en enigermate een waarachtig gevoel, dat hij Christus mist en dat hij Hem volstrekt nodig heeft. De Geest van God werkt dat geestelijk gezicht in de ziel door de aanbieding van Jezus Christus. Het is echter onwaar dat Christus alleen aangeboden wordt aan degenen die zulk een gezicht en gevoel vooraf hebben. Het is het werk en het ambt van Christus om de ogen van de blinden te openen en hun het gezicht te geven, Jesaja 42:7; Openb. 3:18. Daarom worden degenen die dat licht missen tot Christus genodigd. De oorzaak dat vele zielen zich inhouden en hun wil tot Hem niet openbaar laten worden, is dat velen dit niet juist verstaan. Zo laten zij die geloofsbeoefening na, die van ieder in het evangelie geëist wordt.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:12
door Smytegelt
Hoed u voor uw eigen bekering
. Verwerpt de mening en inbeelding, dat u eerst in uw ziel een heilige gewilligheid, neiging of volvaardigheid moet zien en vinden om van alle zonden te scheiden, een uitwerpen van de beginselen van verdorvenheid, een bidden en smeken tot God, voordat u in Christus zou geloven en het genadeverbond tot zaligheid aan zou nemen, verwachtende dat God u in Christus genadig zal bezoeken en zegenen met Zijn zegeningen.
Daaruit zou volgen dat men enig bewijs of bijzondere vrucht en uitwerking van Gods gunst ontvangen moest hebben, voordat men tot de beloften en het verbond komt, aangezien God buiten het genadeverbond geen gunstbe¬wijzen geeft. Dan zou er zelfs genade tot de ziel gekomen zijn, eer de ziel in Christus ingeënt is. De invloeden van leven en van genade zouden in de ziel komen, voordat de ziel Christus Zelf aanneemt. De ziel zou vruchten dragen en een goede boom zijn voordat zij met Christus verenigd is en een goede boom wordt. Dit is uitdrukkelijk tegen de Schrift, Joh. 15:4 5; Matth. 7:18; 12:33, 35. Dan zou men ook kunnen zien dat men dadelijk door God bemind is en in Zijn vriendschap staat, voordat men de Heere Jezus Christus aanneemt om verzoening en vereniging met God voor ons te maken. Nee, u moet in Christus geloven, ook al ziet u geen werkingen van Gods genade in uw ziel. De belangrijke grond van het geloof is het Woord van God. Zo was Abrahams geloof gebouwd op Gods Woord, Rom. 4:20 21. Het is niet nodig dat u in uw ziel eerst enige werkingen van goede genegenheid vindt om te geloven. De Heere roept u en nodigt u tot Christus en zo tot Zichzelf. Gelooft dan door Christus in God, 1 Petrus 1:21.

Wacht u ervoor dit valse grondbeginsel in uw hart te houden, dat voordat u Christus aangrijpt, er een goede verhouding tussen uw zonden en uw droefheid over uw zonden moet zijn.
Dit weerhoudt velen van het uitgaan van het geloof en het omhelzen van de Middelaar. Zij vinden niet zulke grote trappen van droefheid overeenkomstig de mate van de boosheid van hun zonden. Dit is geheel verkeerd en vals, want het is onmogelijk dat er een goede verhouding tussen uw zonden en uw droefheid over uw zonden zou zijn. Iedere ongerechtigheid en iedere overtreding heeft een soort van oneindigheid ten opzichte van het Voorwerp, de oneindige God, tegen Wie de zonde begaan wordt. Zo hoog kan de zielsdroefheid niet klimmen. Daarom dient u deze vier, dingen te weten en goed te bedenken.
1. God behoudt Zich de vrijheid voor in welke mate Hij de gewetens van zondaren zal pijnigen, hetzij voor of na de bekering. De ene zondaar vervult Hij met groter trappen van schrik en benauwdheid en laat hem langer daaronder liggen als de andere. Dit is naar Zijn vrij welbehagen. Zie dit in de voorbeelden van Lydia, Zacheüs, Paulus, Mattheüs, de stokbewaarder en de Joden, Hand. 2:37.
2. God gebiedt nergens dat een zondaar eerst zulk een mate van droefheid verkrijgen zal, voordat hij zich tot Jezus wendt. Het eerste gebod voor een wederhorige ziel en een ellendig zondaar, die met God in vijandschap geweest is, is dat hij de Middelaar aan moet nemen en zo tot God moet komen door de Middelaar, 1 Joh. 3:23; Joh. 6:29.
3. God heeft niet meer welgevallen in een zondaar, die zeer neerslachtig en diep bedroefd over zijn zonden is, voordat hij de Heere Jezus aanneemt, dan Hij vermaak of welgevallen in hem had, voordat die droefheid in hem was. Al zijn schreien, bidden en treuren maken niet dat God hem niet aanziet als een vijand, als een rebel, als een verrader, terwijl hij nog weigert Christus aan te nemen.
4. Door en op het aannemen van Christus door het gelooft volgt de goede verhouding tussen de zonden en de droefheid. De droefheid van de zondares die met haar overvloedige tranen de voeten van Jezus waste, kwam niet voort uit een gezicht van haar zonden, voordat zij Christus door het geloof omhelsd had, maar daardoor dat de Heere Jezus zulk een snode en verachtelijke zondares als zij was aannam, Lukas 7:38. De oorzaak van haar bitter wenen was het gevoel dat de Heere haar vergaf en Zich over haar ontfermde. Zij zag de oneindige en onuitsprekelijke liefde van Christus en Zijn onbegrijpelijk ontfermen, waardoor Hij gereed was om haar verloste ziel te wassen en te reinigen. Daarna drukt zij haar liefde uit door wenen, Lukas 7:47 48. Daarom, houd u niet met zulke verkeerde gedachten op, maar ga in geloof tot Christus en Hij zal u tranen geven, die Hij in Zijn fles vergaderen zal.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:13
door Smytegelt
Heden!
Verwerp de stelling dat een zondaar eerst zijn bijzonder recht op een bijzondere belofte moet zien, voordat hij geloven en zich verzekeren kan en mag, dat het Gods wil is, om hem in het bijzonder op zijn gelovige uitgang naar Christus aan te nemen en met Christus te verenigen.
Vele gelovigen zijn door deze verkeerde stelling lange tijd buiten de verzekering gehouden. En sommige onverstandige zielenleiders hebben hen in deze mening gestijfd. Men wil stellen dat het niet ieder zondaar geoorloofd is terstond en beslist te geloven dat God hem, als hij Christus inwilligt en de toevlucht tot Hem neemt, zal aannemen en deel aan Christus zal geven. Men stelt dat men alleen recht op en deel aan Christus ontvangt, doordat men recht heeft op een bepaalde verzekerende belofte. Zij menen dat zulke beloften aan enige heiligen in de hoedanigheid van geheiligde zondaren gedaan zijn. Zij menen dat alleen zulke beloften de ziel tot verzekering kunnen dienen, dat de Heere hen op hun uitgaan tot Christus zal aannemen tot vereniging met Christus.
Daarom onderscheiden zij de beloften aldus: Sommige beloften zijn nodigend. Andere beloften zijn verzekerend. Zij menen dat de eerste soort zo algemeen spreekt, dat niemand daaruit zijn aanneming op het gelovig uitgaan kan onderkennen. Verzekering ontvangt men slechts door de beloften die verbonden zijn met enige bijzondere genaden, die spreken van en tot particuliere zielen. Zij menen dat dit voor de verzekering van een zondaar moet gaan. Hij moet eerst enige heilige hoedanigheid in zijn ziel zien, waaraan de Heere zulke beloften van zaligheid en aanneming heeft gedaan, zoals we het vinden in Matth. 5:39.
Al dit spreken komt hieruit voort, dat men de rechtuitgaande geloofsbeoefening omtrent Christus niet heeft willen stellen onder de kenmerken van de zaligheid. Men wil het geloof op deze manier van de kenmerken, die een zondaar tot verzekering van zijn staat brengen, uitsluiten, terwijl het geloof het beste en meest wezenlijke kenmerk is.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:16
door Smytegelt
Wie zijn dan de gelovigen?
Het oordeel der liefde moet gelden voor allen, die hun geloof uiterlijk belijden en die hun leven beteren!

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:17
door Smytegelt
Bron van bovengenoemde citaten:
DE AARD EN DE GRONDEN VAN HET GELOOF door J. Koelman.

Re: Wie ongelovigen zijn en wie niet

Geplaatst: 20 mei 2009, 12:20
door Tiberius
Topic-titel aangepast.
:garde

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 14:29
door Auto
JolandaOudshoorn schreef:Heerlijk! Afstreeplijstjes. Kan je even checken of het wel echt is, of niet.
Wat maken we er weer een schematisch geheel van :nonnon
Je moet niet alles negatief opvatten. De oude schrijvers hebben met hun geschriften juist bedoeld om de mensen die in het donker dwalen hen te wijzen op HET Licht. Zon onderwezen ze de tobbers.

Re: WIE ONGELOVIGEN ZIJN EN WIE NIET

Geplaatst: 20 mei 2009, 14:34
door Smytegelt
Auto schreef:Je moet niet alles negatief opvatten. De oude schrijvers hebben met hun geschriften juist bedoeld om de mensen die in het donker dwalen hen te wijzen op HET Licht. Zon onderwezen ze de tobbers.
:super