Is het niet vreemd dat de Here Jezus als Herder de 99 schapen aan hun lot overlaat om die ene te zoeken?

Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?

Er staat duidelijk dat Hij de 99 verlaat, achterlaat in de woestijn.

Alexander CD schreef:Is het niet vreemd dat de Here Jezus als Herder de 99 schapen aan hun lot overlaat om die ene te zoeken?

Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?

Er staat duidelijk dat Hij de 99 verlaat, achterlaat in de woestijn.

'Wat mens onder u ' = 'Heere Jezus als herder'?

Waarom vreemd? Die 99 hadden hem niet nodig, staat er.

Tiberius schreef:Waarom vreemd? Die 99 hadden hem niet nodig, staat er.

Een ieder Heeft de Heere nodig voor zijn behoud, die negenennegentig hebben Hem ook nodig, de wolven kunnen zo komen om de kudde te verstrooien en te verwoesten.

Omdat ze al rechtvaardig zijn en geen inkeer nodig hebben, omdat ze niet afgedwaald waren.

Ik denk niet dat je de gelijkenis zo moet uitleggen dat de 99 anderen gevaar lopen omdat de Herder hen achterlaat om het afgedwaalde schaap terug te halen.

Beide is mogelijk, zoals ook de kanttekenaren aangeven:
Dat is, die alzo niet afgedwaald zijn, gelijk staat Matth. 18:13, en daarom zich niet behoeven te bekeren van zodanige grote afdwaling of zonde. Hoewel anderszins ook de heiligsten van node hebben zich van hun dagelijkse zwakheden te bekeren, Jak. 3:2. 1 Joh. 1:8. Anderen verstaan hier door de rechtvaardigen degenen die zichzelven verkeerdelijk wijsmaken dat zij rechtvaardig zijn, en dat zij geen bekering van node hebben, Matth. 9:13. Luk. 18:9.

Tiberius schreef:Beide is mogelijk, zoals ook de kanttekenaren aangeven:
Dat is, die alzo niet afgedwaald zijn, gelijk staat Matth. 18:13, en daarom zich niet behoeven te bekeren van zodanige grote afdwaling of zonde. Hoewel anderszins ook de heiligsten van node hebben zich van hun dagelijkse zwakheden te bekeren, Jak. 3:2. 1 Joh. 1:8. Anderen verstaan hier door de rechtvaardigen degenen die zichzelven verkeerdelijk wijsmaken dat zij rechtvaardig zijn, en dat zij geen bekering van node hebben, Matth. 9:13. Luk. 18:9.

Als we even niet denken aan onze dagelijkse bekering, dan is het nog steeds zo dat wij niet door God verlaten worden, we kunnen geen moment zonder Zijn bewarende hand.
Het avondsmaalformulier zegt "opdat wij nooit door Hem verlaten zullen worden". dus de eerste mogelijkheid ligt wel wat moeilijk.
En wat betreft de tweede mogelijkheid, God wil toch ook wel de bekering van de nog onbekeerden?

De Heere Jezus kent maar twee categorieën mensen:
1) zondaren
2) in eigen ogen rechtvaardigen.

Uit alles blijkt dat hij zich slechts sympathie heeft met categorie 1.
Met categorie 2 heeft Hij voornamelijk twistgesprekken gehad.

In de gelijkenis is categorie 1 het éne schaap. En 2 de 99 schapen. Die willen verlaten worden want hebben de herder niet nodig.

Volgens mij kun je de losse elementen in een gelijkenis nooit precies doortrekken; daarvoor is het een gelijkenis. In deze gelijkenis gaat het over het ene schaap dat verloren was en teruggevonden is, niet over de 99 anderen.

ZWP schreef:Volgens mij kun je de losse elementen in een gelijkenis nooit precies doortrekken; daarvoor is het een gelijkenis. In deze gelijkenis gaat het over het ene schaap dat verloren was en teruggevonden is, niet over de 99 anderen.

Zeker wel. Jezus licht het Zelf nog toe dat er feest is in de hemel als 1 zondaar zich bekeert. En dat er geen feest is over 99 die zichzelf rechtvaardigen.

Alexander CD schreef:

Tiberius schreef:Beide is mogelijk, zoals ook de kanttekenaren aangeven:
Dat is, die alzo niet afgedwaald zijn, gelijk staat Matth. 18:13, en daarom zich niet behoeven te bekeren van zodanige grote afdwaling of zonde. Hoewel anderszins ook de heiligsten van node hebben zich van hun dagelijkse zwakheden te bekeren, Jak. 3:2. 1 Joh. 1:8. Anderen verstaan hier door de rechtvaardigen degenen die zichzelven verkeerdelijk wijsmaken dat zij rechtvaardig zijn, en dat zij geen bekering van node hebben, Matth. 9:13. Luk. 18:9.

Als we even niet denken aan onze dagelijkse bekering, dan is het nog steeds zo dat wij niet door God verlaten worden, we kunnen geen moment zonder Zijn bewarende hand.
Het avondsmaalformulier zegt "opdat wij nooit door Hem verlaten zullen worden". dus de eerste mogelijkheid ligt wel wat moeilijk.
En wat betreft de tweede mogelijkheid, God wil toch ook wel de bekering van de nog onbekeerden?

Over dat laatste gaat het in deze gelijkenis. Niet over of we zonder Hem kunnen ofzo. Zoals ZWP al aangeeft, zo moeten we de gelijkenis niet uitleggen.

Refo, volgens mij staat er dat er feest is vanwege de bekering van die ene. Die anderen horen toch al bij de kudde? Het feest is er juist omdat dat wat verloren was, teruggevonden is. Net als bij de gelijkenis van het zilverstuk dat kwijt is en die van de verloren zoon die terugkeert. Er is geen feest bij haar omdat ze de andere zilverstukken nog heeft als ze die ene kwijt is, nee, ze zet het huis op de kop en als het zilverstuk dan teruggevonden is geeft ze daarom een feest.

1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
2 En de Farizeen en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.
3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende:
4 Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?
5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd zijnde.
6 En te huis komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.
7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.

refo schreef:1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
2 En de Farizeen en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.
3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende:
4 Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?
5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd zijnde.
6 En te huis komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.
7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.

Dus Christus vertelde het aan de Farizeen en schrifgeleerden, verandert dat wat aan de gelijkenis, want je schrijft er niks bij?

Alexander CD schreef:

refo schreef:1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
2 En de Farizeen en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.
3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende:
4 Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?
5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd zijnde.
6 En te huis komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.
7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.

Dus Christus vertelde het aan de Farizeen en schrifgeleerden, verandert dat wat aan de gelijkenis, want je schrijft er niks bij?

Ik heb wat zwart gemaakt. Die 99 schapen verbeelden de rechtvaardigen die de bekering niet van node hebben. Het is één van de weinige gelijkenissen met een verklaring erbij.

Jezus gaat in op hun gemopper dat Hij met zondaren eet in plaats van met rechtvaardigen zoals hen.