Zijn wij alléén in dit immense heelal?
Geplaatst: 16 feb 2009, 10:23
Ik heb laatst een blog gescherevn op m'n hyves, die ik graag even naar hier wil overplanten....
het roept vragen op, verwondering, verbijstering ook......
ZIJN we wel alléén in dit onmogelijk grote heelal?
===
De inhoud van het blog:
Wat ik me weleens afvraag…..een paar dingen eigenlijk:
Gisterenavond reed ik met Puck over ’s Heeren wegen, en zag die enorm heldere maan. Zó helder, dat je haast de krant er bij kon lezen (als je dat al van plan zou zijn om dat buitenshuis bij – 4 te gaan doen).
Daarachter een flonkerende sterrenhemel, helemaal vól met sterren, veraf en minder veraf. Je ziet ze eigenlijk alleen sterk en minder sterk stralen, en in verschillende “formaties” …. Drie op een rij bijvoorbeeld, of een “eenzame” ster, ver van de anderen verwijderd….
Maar, als ik zo naar die sterrenhemel en de maan keek, overviel me opnieuw de gedachte: zijn we écht wel alléén in dit reuzachtige heelal? En staan de Zon, Maan en sterren vást op hun plaats, of “vallen” we in een oneindige diepte (of “stijgen” we in een oneindige hoogte)?? Óf verwijderen de Zon,de palneten en hun manen tezamen met de sterren zich van elkaar óf klonteren ze juist steeds dichter opéén?
ZIJN we eigenlijk wel alléén in dit onmogelijk grote heelal? Het kán toch haast niet anders dan dat er bij een flink aantal van de honderden miljarden sterren léven is, in welke vorm dan ook? Het is toch wel héél houtain om te denken dat wij de enigen zijn die in dit heelal een planeet bevolken…….
Verschillenden onder de lezers van dit blog zullen tegenwerpen dat God de mens schiep, en dat er in de Bijbel niet gesproken wordt over ánder leven dan het mensenleven.
Maar, als onze Bijbel nu eens specifiek voor de méns alleen is geschreven, en er voor ánder leven een eigen soort Bijbel zou bestaan????
Er bestaat geen telefoon- of emaillijntje met God, om het Hem eens te vragen. We moeten zelf maar zien hoe we met die vragen uit de voeten geraken. Het is misschien maar beter ook dat we niet weten óf er ánder leven in het heelal is…..ook al is het onwaarschijnlijk dat het niet zo zou zijn.
De mens moet toch wat te raden overhouden nietwaar?
Ook zo met de vraag of we bezig zijn in een peilloos diepe afgrond in het oneindige heelal te “vallen”, of “op te stijgen”, óf dat de sterren, melkwegstelsels, clusters van melkwegstelsels en sterrennevels in sneltreinvaart zich van elkaar verwijderen??
Heb je je wel eens trachten voor te stellen hoe onmogelijk gróót het heelal feitelijk moet zijn, als je je bedenkt dat er miljárden melkwegstelsels (met élk weer 100 miljard sterren) zijn? Het is welhaast griezelig om je dat beeld voor de geest te toveren. Het gaat je écht duizelen…én je wordt er zelfs wat bang van….die onmetelijkheid waar de enige methode om inzichtbaar te maken wat de afstanden zijn, de maatstaf van het Lichtjaar is: de afstand die het licht, 300.000 km per secónde, aflegt gedurende één aards jaar. Probeer het nu maar niet uit te rekenen, je rekenmachine legt het af bij dergelijke astronomische getallen. Zó groot dat ze gewoon niet te bevatten zijn.
En ondertussen scharrelde Puck, onwetend van de overpeinzingen van haar baas, rustig door langs de slootkant, zoekend naar plekjes om datgene te doen waarvoor we naar buiten waren gegaan.
Plotsklaps staat ze naast me, duwt haar neus onder m’n hand, en kijkt me met haar trouwe honden-ogen aan, met een blik daarin van “kom je nu mee, we hebben nu al lang genoeg stilgestaan hier, ik wil wel wat verderop snuffelen”……… de betovering is ineens verbroken, de wereld in z’n alledaagsheid komt in z’n volle omvang weer tot me.
Dussssss, we gingen weer verder langs ’s Heeren wegen, maar ik kon het niet nalaten om af en toe even ópwaarts te kijken, naar maan en sterren met de vraag: ís er leven ergens daar, wáár en wát voor leven zou er toch zijn?
Een fijne dag verder…….de aarde en maan draaien onverstoorbaar hun rondjes…..als aan een touwtje
het roept vragen op, verwondering, verbijstering ook......
ZIJN we wel alléén in dit onmogelijk grote heelal?
===
De inhoud van het blog:
Wat ik me weleens afvraag…..een paar dingen eigenlijk:
Gisterenavond reed ik met Puck over ’s Heeren wegen, en zag die enorm heldere maan. Zó helder, dat je haast de krant er bij kon lezen (als je dat al van plan zou zijn om dat buitenshuis bij – 4 te gaan doen).
Daarachter een flonkerende sterrenhemel, helemaal vól met sterren, veraf en minder veraf. Je ziet ze eigenlijk alleen sterk en minder sterk stralen, en in verschillende “formaties” …. Drie op een rij bijvoorbeeld, of een “eenzame” ster, ver van de anderen verwijderd….
Maar, als ik zo naar die sterrenhemel en de maan keek, overviel me opnieuw de gedachte: zijn we écht wel alléén in dit reuzachtige heelal? En staan de Zon, Maan en sterren vást op hun plaats, of “vallen” we in een oneindige diepte (of “stijgen” we in een oneindige hoogte)?? Óf verwijderen de Zon,de palneten en hun manen tezamen met de sterren zich van elkaar óf klonteren ze juist steeds dichter opéén?
ZIJN we eigenlijk wel alléén in dit onmogelijk grote heelal? Het kán toch haast niet anders dan dat er bij een flink aantal van de honderden miljarden sterren léven is, in welke vorm dan ook? Het is toch wel héél houtain om te denken dat wij de enigen zijn die in dit heelal een planeet bevolken…….
Verschillenden onder de lezers van dit blog zullen tegenwerpen dat God de mens schiep, en dat er in de Bijbel niet gesproken wordt over ánder leven dan het mensenleven.
Maar, als onze Bijbel nu eens specifiek voor de méns alleen is geschreven, en er voor ánder leven een eigen soort Bijbel zou bestaan????
Er bestaat geen telefoon- of emaillijntje met God, om het Hem eens te vragen. We moeten zelf maar zien hoe we met die vragen uit de voeten geraken. Het is misschien maar beter ook dat we niet weten óf er ánder leven in het heelal is…..ook al is het onwaarschijnlijk dat het niet zo zou zijn.
De mens moet toch wat te raden overhouden nietwaar?
Ook zo met de vraag of we bezig zijn in een peilloos diepe afgrond in het oneindige heelal te “vallen”, of “op te stijgen”, óf dat de sterren, melkwegstelsels, clusters van melkwegstelsels en sterrennevels in sneltreinvaart zich van elkaar verwijderen??
Heb je je wel eens trachten voor te stellen hoe onmogelijk gróót het heelal feitelijk moet zijn, als je je bedenkt dat er miljárden melkwegstelsels (met élk weer 100 miljard sterren) zijn? Het is welhaast griezelig om je dat beeld voor de geest te toveren. Het gaat je écht duizelen…én je wordt er zelfs wat bang van….die onmetelijkheid waar de enige methode om inzichtbaar te maken wat de afstanden zijn, de maatstaf van het Lichtjaar is: de afstand die het licht, 300.000 km per secónde, aflegt gedurende één aards jaar. Probeer het nu maar niet uit te rekenen, je rekenmachine legt het af bij dergelijke astronomische getallen. Zó groot dat ze gewoon niet te bevatten zijn.
En ondertussen scharrelde Puck, onwetend van de overpeinzingen van haar baas, rustig door langs de slootkant, zoekend naar plekjes om datgene te doen waarvoor we naar buiten waren gegaan.
Plotsklaps staat ze naast me, duwt haar neus onder m’n hand, en kijkt me met haar trouwe honden-ogen aan, met een blik daarin van “kom je nu mee, we hebben nu al lang genoeg stilgestaan hier, ik wil wel wat verderop snuffelen”……… de betovering is ineens verbroken, de wereld in z’n alledaagsheid komt in z’n volle omvang weer tot me.
Dussssss, we gingen weer verder langs ’s Heeren wegen, maar ik kon het niet nalaten om af en toe even ópwaarts te kijken, naar maan en sterren met de vraag: ís er leven ergens daar, wáár en wát voor leven zou er toch zijn?
Een fijne dag verder…….de aarde en maan draaien onverstoorbaar hun rondjes…..als aan een touwtje