Liggen er vermogens in de mens?
Liggen er vermogens in de mens?
(Artikel op de website http://www.heartcry.nl gepubliceerd op 02-12-2008 door Stichting Heart Cry)
Liggen er vermogens in de mens?
Inleiding
‘God moet het doen.’ ‘Ik kan mezelf niet bekeren.’ ‘Het geloof is een gave Gods.’ Veel mensen worstelen ermee: de Bijbel gebiedt ons te geloven (Hand. 16:31), ons te bekeren (Ezech. 18:32) en de zonde te doden (Koll. 3:5), maar dat kunnen wij niet van onszelf (Joh. 6:44, 65)! Hoe zit dat toch? Zijn we niet arminiaans als we denken dat we dat wel kunnen? Er liggen toch geen vermogens in de mens?
Deze vragen zijn al heel oud. Het voordeel daarvan is, dat velen voor ons daar ook al over hebben nagedacht. Wij verkeren in de gelukkige omstandigheid, dat we als kerk in Nederland beschikken over een belijdenisgeschrift dat heel helder en bijbels op deze vragen ingaat. Dat zijn de Dordtse Leerregels (DL), geschreven op de internati-onale Dordtse Synode van 1618-1619. Wat daarin staat, had de instemming van alle belangrijke gereformeerde theologen van heel Europa. Naast de Bijbel, kan het een goede bron zijn als we zoeken naar antwoorden. We vinden de opvattingen van de Dordtse Synode ook terug in de Kanttekeningen (kt) bij de Statenvertaling.
Zintuigen van de ziel
Voor een bijbels antwoord op de vraag of er vermogens liggen in de mens, moeten we eerst beseffen hoe God de mens geschapen heeft. De mens is geen robot, maar een levend wezen met een lichaam. Middels zijn zintuigen kunnen we horen en zien. De mens heeft echter meer dan alleen een lichaam: God heeft ons ook verstand en een wil en gevoel gegeven (Gen 2:7 kt 16). Dankzij verstand en wil kan de mens al-lerlei andere dingen: hij kan uitgesproken zinnen begrijpen, hij kan naar goede zaken verlangen/willen, hij kan emoties voelen… We zouden verstand en wil ‘de zintuigen van de ziel’ kunnen noemen (Hebr. 5:14 kt 36). Al deze dingen horen bij het menszijn van de mens.
Sommige andere dingen kan de mens echter niet. Geen mens kan bijvoorbeeld de zon en de maan doen stilstaan (Jozua 10:13). Geen mens kan de zee en de wind gebieden (Mark. 4:41). Zou hij dat allemaal wel kunnen, dan was hij geen mens meer maar God.
Vermogens
De Dordtse Leerregels spreken over verstand, wil en genegenheden als vermogens van de mens; de Kanttekeningen noemen het krachten (Rom. 12:2 kt 11; 1Thess. 5:23 kt 48; Tit. 1:15 kt 49; Jak. 4:1 kt 3). Verstand, wil en genegenheden vormen sa-men het unieke van de natuur van de mens; als die zouden worden weggenomen, was de mens geen mens meer (DL III/IV,16).
De oproep in de Heilige Schrift tot bekering en geloof is dan ook te zien als gericht op verstand en wil. Er wordt niemand gevraagd de sterren van de hemel te plukken. Dat zou een eis zijn die voor mensen onmogelijk is. Maar er klinkt wél voortdurend de op-roep om te geloven en je te bekeren (Mark. 1:15; Hand. 16:31). Geloven gebeurt namelijk middels verstand en wil. Van het ware geloof (dat bestaat uit kennis, toe-stemmen en vertrouwen (HC 7,21)) hebben kennen en toestemmen een plaats in het verstand, terwijl vertrouwen gebeurt door de wil (Hebr. 11:1 kt 1).
Deze oproep in het Evangelie tot geloof, bekering en goede werken is pas goed te begrijpen als we beseffen dat de mens de vermogens heeft van verstand en wil. De mens is geen stok of blok, maar een redelijk en zedelijk wezen (DL III/IV,16). De pre-diking van het Evangelie sluit dus zo bezien aan bij de vermogens of krachten van de mens.
Het Evangelie is begrijpelijk
Nu kunnen we een vraag stellen: kan de mens datgene begrijpen wat God tot hem spreekt? Kan de mens willen wat God hem gebiedt? Het antwoord is, gezien het voorgaande: ja. De oproep tot geloof en bekering is een redelijke (begrijpelijke) op-roep. Via verstand en wil richt God zich op ons hart (Spr. 4:23 kt 43).
Wie de vermogens van zijn verstand en wil goed gebruikt, gelooft in de Heere Jezus Christus (Joh. 6:45; 1Joh. 5:20). Het Evangelie is immers aller aanneming waardig (1Tim. 1:15). Dat is ook duidelijk te zien in 1 Joh. 5:9-11. Daar schrijft Johannes dat we gewoonlijk andere mensen geloven (we nemen het getuigenis van hen aan). Welnu, omdat God veel meer is dan mensen, zijn we des te meer verplicht Gods ge-tuigenis aan te nemen. Dit getuigenis van God gaat over Zijn Zoon, Jezus Christus. We zijn verplicht God hierin te geloven en Zijn getuigenis aan te nemen. We hebben het bevel te geloven (1Joh. 3:23; DL II,5). Wie dat niet doet, beschouwt God als een leugenaar.
Doodstaat
Maar hoe komt het dan dat zoveel mensen niet geloven en zich niet bekeren? Ligt dat aan God, of aan het Evangelie? Nee, zeker niet (DL III/IV,9). Dat ligt aan de mens. De geestelijke doodstaat van de mens is als blindheid. Anders gezegd: de zin-tuigen van de ziel zijn door de zonde beschadigd. Niet in de zin dat ze weg zijn, maar dat ze niet meer goed functioneren. De natuurlijke mens heeft nog steeds verstand en wil, maar zijn verstand is verblind en zijn wil is verhard (DL III/IV,1).
Nu kun je van een steen of een boom niet zeggen dat die blind is. Blindheid schrijf je alleen toe aan wezens die zouden moeten kunnen zien, maar het tóch niet kunnen. Zo is de geestelijke blindheid van de natuurlijke mens: hij zou moeten kunnen zien, maar kan het toch niet. Je kunt het een steen niet kwalijk nemen dat hij de zon niet ziet. Maar iemand die door eigen schuld blind is geworden, kun je dat wel kwalijk nemen! Zo is het geestelijk ook. Jezus Christus is de Zon der gerechtigheid (Mal. 4:2) en het Licht der wereld (Joh. 8:12). Hij verlicht een ieder mens komende in de wereld (Joh. 1:4,9). Wie dit Licht toch niet ziet, is daardoor schuldig (Joh. 9:41). De natuurlijke mens heeft de duisternis namelijk liever gehad dan het Licht (Joh. 3:19).
Als er in de Bijbel staat dat de natuurlijke mens niet begrijpt de dingen die des Gees-tes Gods zijn, mogen we dat dan ook niet zo lezen, alsof het Evangelie niet te begrij-pen valt. De kanttekeningen wijzen erop dat dit betekent dat de natuurlijke mens het niet aangrijpt (1 Kor. 2:14 kt 36; vgl. Joh. 1:5 kt 15). Hij beschouwt ten onrechte het Evangelie als dwaasheid (1Kor. 1:18 kt 41).
Wedergeboorte
Wij worden uit deze doodstaat verlost door de wedergeboorte. Wat houdt wederge-boorte dan in? Niet, dat de mens nieuwe, extra vermogens krijgt of juist dat de wil wordt vernietigd (DL III/IV,16). Integendeel, er vindt herstel plaats van de al aanwezi-ge vermogens van verstand en wil. De zintuigen van de ziel worden genezen. Zonder ons vernieuwt God in ons de wil en verlicht Hij het verstand (DL III/IV,12). Hij gebruikt daarvoor de prediking van het Evangelie (DL III/IV, 6; 2Kor 3:6 kt 19).
Door dit herstel van verstand en wil, gaan deze vermogens weer door Gods genade op de juiste wijze functioneren. Gods genade is namelijk nooit ijdel en tevergeefs (1 Kor. 15:10).
God geeft dus in de wedergeboorte de macht om te geloven (DL III/IV,14). Het ver-stand begrijpt het Evangelie, kent Jezus Christus (1 Joh. 5:20), gelooft in Hem (Joh. 1:12-13). De geestelijke mens onderscheidt alle dingen die tot zaligheid nodig zijn (1 Kor. 2:15 kt 41). Hij kent God en Hij kent de Heere Jezus Christus (Joh. 17:3). Daar-bij wil hij ook het goede vrijwillig (DL III/IV,16); hij gelooft metterdaad en bekeert zich (DL III/IV,12; Hand. 16:14 kt 35).
Van de wedergeboren mens geldt dus in dubbele zin dat hij vermogens heeft om te geloven en zich te bekeren. Allereerst, omdat hij als mens altijd al de vermogens van verstand en wil heeft bezeten, hoewel deze voor de wedergeboorte verdorven en verkeerd gericht waren. Ten tweede, hoewel de wedergeboorte hier op aarde nog niet volkomen is (DL V,1), heeft er toch in de wedergeboorte een zodanig herstel plaatsgevonden, dat de mens nu ook metterdaad kán wat God vraagt (Joh. 6:44 kt 55), en het ook metterdaad dóet (DL III/IV,12,14). Zijn godsdienst wordt een redelijke godsdienst (Rom. 12:1).
Deze vernieuwing is voor de wedergeboren mens geen reden voor eigenroem en hoogmoed. Integendeel, hij dankt God voor de wedergeboorte (Dl III/IV,15) en belijdt dat het door de genade Gods is dat hij nu zo is (1 Kor. 15:10); We moeten dit alles aan God toeschrijven (DL. III/IV,10): wie roemt, roeme in de Heere (1Kor. 1:31).
Samenvattend
We kunnen nu de slotsom maken.
Een prediker die appelleert aan de vermogens van de mens, doet dus precies wat zijn opdracht is. Hij laat zien hoe krachtig, helder, duidelijk, gepast en heerlijk het Evangelie van vergeving door Jezus Christus is (een appèl op het verstand). En te-vens doet hij een dringende oproep om dit Evangelie metterdaad gaarne aan te ne-men en gewillig te geloven (Hand. 2:41 kt 86) (een appèl op de wil). Waarom doet hij dat? Omdat hij beseft dat ditzelfde Evangelie (het getuigenis dat God getuigd heeft van Zijn Zoon) het middel is tot levendmaking (DL III/IV,6).
En nu?
En nu? Wat nu? Geloof en bekeer je! Luister biddend naar wat God je gebiedt. Wees niet ongelovig maar gelovig (Joh. 20:27). Wees niet ongehoorzaam (Joh. 3:36). Maar als ik niet wedergeboren ben? Dat is de verkeerde vraag. We mogen niet scheiden wat God samengevoegd heeft. We zouden God daarmee verzoeken! De Dordtse Leerregels zeggen: door de vermaningen wordt de genade meegedeeld (DL III/IV,17). God gebruikt de prediking van het Evangelie als het zaad van de wederge-boorte (1Petr. 1:23 kt 65). Dat betekent heel eenvoudig dat je moet luisteren naar de oproep in de prediking. God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord. Hij vernieuwt je innerlijk op onbegrijpelijke wijze zodat je ook het Evangelie begrijpt, aangrijpt, lief hebt en gehoorzaamt.
Dat is dan ook uiteindelijk het enige waarmee je te maken hebt: “Die in de Zoon ge-looft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het le-ven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem (Joh. 3:36).” Het geloof is uit het ge-hoor en het gehoor door het Woord Gods (Rom. 10:17). Welnu, hoor je dan zalig!
Voor vragen en/of opmerkingen: info@heartcry.nl
Liggen er vermogens in de mens?
Inleiding
‘God moet het doen.’ ‘Ik kan mezelf niet bekeren.’ ‘Het geloof is een gave Gods.’ Veel mensen worstelen ermee: de Bijbel gebiedt ons te geloven (Hand. 16:31), ons te bekeren (Ezech. 18:32) en de zonde te doden (Koll. 3:5), maar dat kunnen wij niet van onszelf (Joh. 6:44, 65)! Hoe zit dat toch? Zijn we niet arminiaans als we denken dat we dat wel kunnen? Er liggen toch geen vermogens in de mens?
Deze vragen zijn al heel oud. Het voordeel daarvan is, dat velen voor ons daar ook al over hebben nagedacht. Wij verkeren in de gelukkige omstandigheid, dat we als kerk in Nederland beschikken over een belijdenisgeschrift dat heel helder en bijbels op deze vragen ingaat. Dat zijn de Dordtse Leerregels (DL), geschreven op de internati-onale Dordtse Synode van 1618-1619. Wat daarin staat, had de instemming van alle belangrijke gereformeerde theologen van heel Europa. Naast de Bijbel, kan het een goede bron zijn als we zoeken naar antwoorden. We vinden de opvattingen van de Dordtse Synode ook terug in de Kanttekeningen (kt) bij de Statenvertaling.
Zintuigen van de ziel
Voor een bijbels antwoord op de vraag of er vermogens liggen in de mens, moeten we eerst beseffen hoe God de mens geschapen heeft. De mens is geen robot, maar een levend wezen met een lichaam. Middels zijn zintuigen kunnen we horen en zien. De mens heeft echter meer dan alleen een lichaam: God heeft ons ook verstand en een wil en gevoel gegeven (Gen 2:7 kt 16). Dankzij verstand en wil kan de mens al-lerlei andere dingen: hij kan uitgesproken zinnen begrijpen, hij kan naar goede zaken verlangen/willen, hij kan emoties voelen… We zouden verstand en wil ‘de zintuigen van de ziel’ kunnen noemen (Hebr. 5:14 kt 36). Al deze dingen horen bij het menszijn van de mens.
Sommige andere dingen kan de mens echter niet. Geen mens kan bijvoorbeeld de zon en de maan doen stilstaan (Jozua 10:13). Geen mens kan de zee en de wind gebieden (Mark. 4:41). Zou hij dat allemaal wel kunnen, dan was hij geen mens meer maar God.
Vermogens
De Dordtse Leerregels spreken over verstand, wil en genegenheden als vermogens van de mens; de Kanttekeningen noemen het krachten (Rom. 12:2 kt 11; 1Thess. 5:23 kt 48; Tit. 1:15 kt 49; Jak. 4:1 kt 3). Verstand, wil en genegenheden vormen sa-men het unieke van de natuur van de mens; als die zouden worden weggenomen, was de mens geen mens meer (DL III/IV,16).
De oproep in de Heilige Schrift tot bekering en geloof is dan ook te zien als gericht op verstand en wil. Er wordt niemand gevraagd de sterren van de hemel te plukken. Dat zou een eis zijn die voor mensen onmogelijk is. Maar er klinkt wél voortdurend de op-roep om te geloven en je te bekeren (Mark. 1:15; Hand. 16:31). Geloven gebeurt namelijk middels verstand en wil. Van het ware geloof (dat bestaat uit kennis, toe-stemmen en vertrouwen (HC 7,21)) hebben kennen en toestemmen een plaats in het verstand, terwijl vertrouwen gebeurt door de wil (Hebr. 11:1 kt 1).
Deze oproep in het Evangelie tot geloof, bekering en goede werken is pas goed te begrijpen als we beseffen dat de mens de vermogens heeft van verstand en wil. De mens is geen stok of blok, maar een redelijk en zedelijk wezen (DL III/IV,16). De pre-diking van het Evangelie sluit dus zo bezien aan bij de vermogens of krachten van de mens.
Het Evangelie is begrijpelijk
Nu kunnen we een vraag stellen: kan de mens datgene begrijpen wat God tot hem spreekt? Kan de mens willen wat God hem gebiedt? Het antwoord is, gezien het voorgaande: ja. De oproep tot geloof en bekering is een redelijke (begrijpelijke) op-roep. Via verstand en wil richt God zich op ons hart (Spr. 4:23 kt 43).
Wie de vermogens van zijn verstand en wil goed gebruikt, gelooft in de Heere Jezus Christus (Joh. 6:45; 1Joh. 5:20). Het Evangelie is immers aller aanneming waardig (1Tim. 1:15). Dat is ook duidelijk te zien in 1 Joh. 5:9-11. Daar schrijft Johannes dat we gewoonlijk andere mensen geloven (we nemen het getuigenis van hen aan). Welnu, omdat God veel meer is dan mensen, zijn we des te meer verplicht Gods ge-tuigenis aan te nemen. Dit getuigenis van God gaat over Zijn Zoon, Jezus Christus. We zijn verplicht God hierin te geloven en Zijn getuigenis aan te nemen. We hebben het bevel te geloven (1Joh. 3:23; DL II,5). Wie dat niet doet, beschouwt God als een leugenaar.
Doodstaat
Maar hoe komt het dan dat zoveel mensen niet geloven en zich niet bekeren? Ligt dat aan God, of aan het Evangelie? Nee, zeker niet (DL III/IV,9). Dat ligt aan de mens. De geestelijke doodstaat van de mens is als blindheid. Anders gezegd: de zin-tuigen van de ziel zijn door de zonde beschadigd. Niet in de zin dat ze weg zijn, maar dat ze niet meer goed functioneren. De natuurlijke mens heeft nog steeds verstand en wil, maar zijn verstand is verblind en zijn wil is verhard (DL III/IV,1).
Nu kun je van een steen of een boom niet zeggen dat die blind is. Blindheid schrijf je alleen toe aan wezens die zouden moeten kunnen zien, maar het tóch niet kunnen. Zo is de geestelijke blindheid van de natuurlijke mens: hij zou moeten kunnen zien, maar kan het toch niet. Je kunt het een steen niet kwalijk nemen dat hij de zon niet ziet. Maar iemand die door eigen schuld blind is geworden, kun je dat wel kwalijk nemen! Zo is het geestelijk ook. Jezus Christus is de Zon der gerechtigheid (Mal. 4:2) en het Licht der wereld (Joh. 8:12). Hij verlicht een ieder mens komende in de wereld (Joh. 1:4,9). Wie dit Licht toch niet ziet, is daardoor schuldig (Joh. 9:41). De natuurlijke mens heeft de duisternis namelijk liever gehad dan het Licht (Joh. 3:19).
Als er in de Bijbel staat dat de natuurlijke mens niet begrijpt de dingen die des Gees-tes Gods zijn, mogen we dat dan ook niet zo lezen, alsof het Evangelie niet te begrij-pen valt. De kanttekeningen wijzen erop dat dit betekent dat de natuurlijke mens het niet aangrijpt (1 Kor. 2:14 kt 36; vgl. Joh. 1:5 kt 15). Hij beschouwt ten onrechte het Evangelie als dwaasheid (1Kor. 1:18 kt 41).
Wedergeboorte
Wij worden uit deze doodstaat verlost door de wedergeboorte. Wat houdt wederge-boorte dan in? Niet, dat de mens nieuwe, extra vermogens krijgt of juist dat de wil wordt vernietigd (DL III/IV,16). Integendeel, er vindt herstel plaats van de al aanwezi-ge vermogens van verstand en wil. De zintuigen van de ziel worden genezen. Zonder ons vernieuwt God in ons de wil en verlicht Hij het verstand (DL III/IV,12). Hij gebruikt daarvoor de prediking van het Evangelie (DL III/IV, 6; 2Kor 3:6 kt 19).
Door dit herstel van verstand en wil, gaan deze vermogens weer door Gods genade op de juiste wijze functioneren. Gods genade is namelijk nooit ijdel en tevergeefs (1 Kor. 15:10).
God geeft dus in de wedergeboorte de macht om te geloven (DL III/IV,14). Het ver-stand begrijpt het Evangelie, kent Jezus Christus (1 Joh. 5:20), gelooft in Hem (Joh. 1:12-13). De geestelijke mens onderscheidt alle dingen die tot zaligheid nodig zijn (1 Kor. 2:15 kt 41). Hij kent God en Hij kent de Heere Jezus Christus (Joh. 17:3). Daar-bij wil hij ook het goede vrijwillig (DL III/IV,16); hij gelooft metterdaad en bekeert zich (DL III/IV,12; Hand. 16:14 kt 35).
Van de wedergeboren mens geldt dus in dubbele zin dat hij vermogens heeft om te geloven en zich te bekeren. Allereerst, omdat hij als mens altijd al de vermogens van verstand en wil heeft bezeten, hoewel deze voor de wedergeboorte verdorven en verkeerd gericht waren. Ten tweede, hoewel de wedergeboorte hier op aarde nog niet volkomen is (DL V,1), heeft er toch in de wedergeboorte een zodanig herstel plaatsgevonden, dat de mens nu ook metterdaad kán wat God vraagt (Joh. 6:44 kt 55), en het ook metterdaad dóet (DL III/IV,12,14). Zijn godsdienst wordt een redelijke godsdienst (Rom. 12:1).
Deze vernieuwing is voor de wedergeboren mens geen reden voor eigenroem en hoogmoed. Integendeel, hij dankt God voor de wedergeboorte (Dl III/IV,15) en belijdt dat het door de genade Gods is dat hij nu zo is (1 Kor. 15:10); We moeten dit alles aan God toeschrijven (DL. III/IV,10): wie roemt, roeme in de Heere (1Kor. 1:31).
Samenvattend
We kunnen nu de slotsom maken.
Een prediker die appelleert aan de vermogens van de mens, doet dus precies wat zijn opdracht is. Hij laat zien hoe krachtig, helder, duidelijk, gepast en heerlijk het Evangelie van vergeving door Jezus Christus is (een appèl op het verstand). En te-vens doet hij een dringende oproep om dit Evangelie metterdaad gaarne aan te ne-men en gewillig te geloven (Hand. 2:41 kt 86) (een appèl op de wil). Waarom doet hij dat? Omdat hij beseft dat ditzelfde Evangelie (het getuigenis dat God getuigd heeft van Zijn Zoon) het middel is tot levendmaking (DL III/IV,6).
En nu?
En nu? Wat nu? Geloof en bekeer je! Luister biddend naar wat God je gebiedt. Wees niet ongelovig maar gelovig (Joh. 20:27). Wees niet ongehoorzaam (Joh. 3:36). Maar als ik niet wedergeboren ben? Dat is de verkeerde vraag. We mogen niet scheiden wat God samengevoegd heeft. We zouden God daarmee verzoeken! De Dordtse Leerregels zeggen: door de vermaningen wordt de genade meegedeeld (DL III/IV,17). God gebruikt de prediking van het Evangelie als het zaad van de wederge-boorte (1Petr. 1:23 kt 65). Dat betekent heel eenvoudig dat je moet luisteren naar de oproep in de prediking. God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord. Hij vernieuwt je innerlijk op onbegrijpelijke wijze zodat je ook het Evangelie begrijpt, aangrijpt, lief hebt en gehoorzaamt.
Dat is dan ook uiteindelijk het enige waarmee je te maken hebt: “Die in de Zoon ge-looft, die heeft het eeuwige leven; maar die de Zoon ongehoorzaam is, die zal het le-ven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem (Joh. 3:36).” Het geloof is uit het ge-hoor en het gehoor door het Woord Gods (Rom. 10:17). Welnu, hoor je dan zalig!
Voor vragen en/of opmerkingen: info@heartcry.nl
Laatst gewijzigd door Grace op 03 dec 2008, 13:12, 1 keer totaal gewijzigd.
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Let even gemakshalve op het het aantal verwijzingen naar Schrift(SV), 3FVE, en de Kanttekeningen.
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Mooi artikel, Grace.
Daar kan ik me wel in vinden.
Daar kan ik me wel in vinden.
- JolandaOudshoorn
- Berichten: 11271
- Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
- Locatie: Groot Ammers
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Ik heb eerlijk gezegd wel moeite met dit zinnetje. Op deze manier leg je dus iets van eigen vermogen in de mens.God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord.
Wat wel overeind blijft staan is de opdracht van God: bekeert u etc. Dat moeten de predikers ook zeggen. Laat zien wat de eis van God is. Wat de straf is, als je daaraan niet voldoet. En vertel dan de mensen is wat de enige uitweg is: Jezus Christus.
Ik weet, mijn Verlosser leeft
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Dat zijn geen vermogens in de mens, geloof ik. Werkelijk luisteren kan alleen door de Geest van God. En die Geest werkt in allen en is in heel de wereld, al is het met Zijn algemene genade. Die Geest bestuurt zelfs onze adem, en als Hij zou wijken zouden we ter plekke dood neervallen. Door die Geest van God is het mogelijk voor dode mensen om te horen, om werkelijk te luisteren.JolandaOudshoorn schreef:Ik heb eerlijk gezegd wel moeite met dit zinnetje. Op deze manier leg je dus iets van eigen vermogen in de mens.God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord.
Wat wel overeind blijft staan is de opdracht van God: bekeert u etc. Dat moeten de predikers ook zeggen. Laat zien wat de eis van God is. Wat de straf is, als je daaraan niet voldoet. En vertel dan de mensen is wat de enige uitweg is: Jezus Christus.
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Ik kan daar zelf ook wel een remonstrants geurtje opsnuiven, tenzij ik dat "moment dat je werkelijk luistert" meer als een bepaling van tijd interpreteer en niet als iets wat je zelf moet doen.JolandaOudshoorn schreef:Ik heb eerlijk gezegd wel moeite met dit zinnetje. Op deze manier leg je dus iets van eigen vermogen in de mens.God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord.
Wat wel overeind blijft staan is de opdracht van God: bekeert u etc. Dat moeten de predikers ook zeggen. Laat zien wat de eis van God is. Wat de straf is, als je daaraan niet voldoet. En vertel dan de mensen is wat de enige uitweg is: Jezus Christus.
De HC spreekt er ook zo over:
Aangezien dan alleen het geloof ons Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt, vanwaar komt zulk geloof?
Van den Heiligen Geest Die het geloof in onze harten werkt door de verkondiging des heiligen Evangelies, en het sterkt door het gebruik van de Sacramenten.
- JolandaOudshoorn
- Berichten: 11271
- Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
- Locatie: Groot Ammers
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Mee eens. Als we dat dan maar ook in gedachte houden, dat je alleen werkelijk kan luisteren door de Geest, en niet dat je dus zelf werkelijk kan luisterenJongere schreef:Dat zijn geen vermogens in de mens, geloof ik. Werkelijk luisteren kan alleen door de Geest van God. En die Geest werkt in allen en is in heel de wereld, al is het met Zijn algemene genade. Die Geest bestuurt zelfs onze adem, en als Hij zou wijken zouden we ter plekke dood neervallen. Door die Geest van God is het mogelijk voor dode mensen om te horen, om werkelijk te luisteren.JolandaOudshoorn schreef:Ik heb eerlijk gezegd wel moeite met dit zinnetje. Op deze manier leg je dus iets van eigen vermogen in de mens.God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord.
Wat wel overeind blijft staan is de opdracht van God: bekeert u etc. Dat moeten de predikers ook zeggen. Laat zien wat de eis van God is. Wat de straf is, als je daaraan niet voldoet. En vertel dan de mensen is wat de enige uitweg is: Jezus Christus.
Ik weet, mijn Verlosser leeft
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Gelukkig wel...Tiberius schreef:Ik kan daar zelf ook wel een remonstrants geurtje opsnuiven, ...[/i]JolandaOudshoorn schreef:Ik heb eerlijk gezegd wel moeite met dit zinnetje. Op deze manier leg je dus iets van eigen vermogen in de mens.God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord.
Wat wel overeind blijft staan is de opdracht van God: bekeert u etc. Dat moeten de predikers ook zeggen. Laat zien wat de eis van God is. Wat de straf is, als je daaraan niet voldoet. En vertel dan de mensen is wat de enige uitweg is: Jezus Christus.
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Nee, hoor... dat is precies wat 1 Petrus 1:23 zegt en de kanttekeningen bij dat vers.. Ik zie alleen dat het kant. 65 moet zijn i.p.v. 63.JolandaOudshoorn schreef:Ik heb eerlijk gezegd wel moeite met dit zinnetje. Op deze manier leg je dus iets van eigen vermogen in de mens.God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord.
Wat wel overeind blijft staan is de opdracht van God: bekeert u etc. Dat moeten de predikers ook zeggen. Laat zien wat de eis van God is. Wat de straf is, als je daaraan niet voldoet. En vertel dan de mensen is wat de enige uitweg is: Jezus Christus.
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Het valt niet mee om een hele zin te lezen, he?Mister schreef:Gelukkig wel...Tiberius schreef:Ik kan daar zelf ook wel een remonstrants geurtje opsnuiven, ...[/i]
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Misschien is het een klein verschil, maar als je 'luistert door de Geest' dan kun je volgens mij ook zelf werkelijk luisteren.JolandaOudshoorn schreef:Mee eens. Als we dat dan maar ook in gedachte houden, dat je alleen werkelijk kan luisteren door de Geest, en niet dat je dus zelf werkelijk kan luisteren
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Ja, precies. Dus een bepaling van tijd, zoals ik al interpreteerde.Grace schreef:Nee, hoor... dat is precies wat 1 Petrus 1:23 zegt en de kanttekeningen bij dat vers.. Ik zie alleen dat het kant. 65 moet zijn i.p.v. 63.JolandaOudshoorn schreef:Ik heb eerlijk gezegd wel moeite met dit zinnetje. Op deze manier leg je dus iets van eigen vermogen in de mens.God werkt de wedergeboorte op het moment dat je werkelijk luistert naar het Woord.
Wat wel overeind blijft staan is de opdracht van God: bekeert u etc. Dat moeten de predikers ook zeggen. Laat zien wat de eis van God is. Wat de straf is, als je daaraan niet voldoet. En vertel dan de mensen is wat de enige uitweg is: Jezus Christus.
Dan zou ik die zinsnede nog even verduidelijken als ik jou was. Want dat wekt verwarring.
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Er wordt weer gesproken over remonstrantisme / arminianisme ed. als verwijtbare leerstelling die Heart Cry zou prediken.
Onzin.
De makke van de etiketten is, dat het de illusie wekt, dat er een puur remonstrants standpunt mogelijk is of dat er een puur contra-remonstrants standpunt mogelijk is.
Dit is namelijk niet mogelijk. Dit hele debat wordt tot op de dag van vandaag zo fel gevoerd, omdat er logica zit in beide standpunten. Wanneer beide overtuigingen tot in het extreme worden uitgewerkt komen ze steeds meer open te staan voor het tegen-argument.
Wie zegt, dat de mens totaal geen vrije wil heeft, moet uiteindelijk de consequentie trekken, dat de mens totaal gedetermineerd wordt en is. Dan is het verwijt, dat de mens hiermee een stok en blok geworden is, terecht. Met deze extreme opvatting wordt er namelijk iets wezenlijks van de mens bij de mens weggehaald. Dan is de mens geen mens meer. En dan is het standpunt ook niet meer geldig.
Aan de andere kant, wanneer het remonstrantse standpunt tot in de uiterste consequentie wordt doorgevoerd, betekent dit, dat de mens uiteindelijk onafhankelijk is en zich aan Gods bestuur kan onttrekken. Daarmee valt er iets wezenlijks van God weg, waardoor God niet meer God is. Ook dit standpunt kan daarom niet.
[ Uiteraard wordt deze discussie alleen gevoerd in kringen, die in God geloven. Daarbuiten is de discussie zinloos, omdat er dan alleen over de mens gesproken hoeft te worden (humanisme)]
Maar het is goed om te beseffen, dat dit debat in gelovige kring altijd te maken zal blijven houden met het onmogelijk op te lossen spanningsveld, wat ik hierboven schetste.
Daarom denk ik, dat iedere gelovige noodgedwongen een bepaalde mate van remonstrantisme én contra-remonstrantisme in zijn opvatting moet toelaten.
Een standpunt over dit onderwerp bevindt zich derhalve altijd ergens op een spectrum, dat loopt van het ene (onbruikbare) uiterste tot het andere (onbruikbare) uiterste.
We zitten er allemaal ergens tussen is.
Maar dat wisten we natuurlijk allang vanuit het grote scala aan kerkverbanden en het nog bredere spectrum aan predikanten op dit gebied.
We moeten dus maar niet te snel toehappen, wanneer we door puristen weer eens de ene of de andere hoek in worden gedreven. Je kunt op dit gebied eenvoudig geen purist zijn.
Jede Konsequenz führt zum Teufel.
gravo
Onzin.
De makke van de etiketten is, dat het de illusie wekt, dat er een puur remonstrants standpunt mogelijk is of dat er een puur contra-remonstrants standpunt mogelijk is.
Dit is namelijk niet mogelijk. Dit hele debat wordt tot op de dag van vandaag zo fel gevoerd, omdat er logica zit in beide standpunten. Wanneer beide overtuigingen tot in het extreme worden uitgewerkt komen ze steeds meer open te staan voor het tegen-argument.
Wie zegt, dat de mens totaal geen vrije wil heeft, moet uiteindelijk de consequentie trekken, dat de mens totaal gedetermineerd wordt en is. Dan is het verwijt, dat de mens hiermee een stok en blok geworden is, terecht. Met deze extreme opvatting wordt er namelijk iets wezenlijks van de mens bij de mens weggehaald. Dan is de mens geen mens meer. En dan is het standpunt ook niet meer geldig.
Aan de andere kant, wanneer het remonstrantse standpunt tot in de uiterste consequentie wordt doorgevoerd, betekent dit, dat de mens uiteindelijk onafhankelijk is en zich aan Gods bestuur kan onttrekken. Daarmee valt er iets wezenlijks van God weg, waardoor God niet meer God is. Ook dit standpunt kan daarom niet.
[ Uiteraard wordt deze discussie alleen gevoerd in kringen, die in God geloven. Daarbuiten is de discussie zinloos, omdat er dan alleen over de mens gesproken hoeft te worden (humanisme)]
Maar het is goed om te beseffen, dat dit debat in gelovige kring altijd te maken zal blijven houden met het onmogelijk op te lossen spanningsveld, wat ik hierboven schetste.
Daarom denk ik, dat iedere gelovige noodgedwongen een bepaalde mate van remonstrantisme én contra-remonstrantisme in zijn opvatting moet toelaten.
Een standpunt over dit onderwerp bevindt zich derhalve altijd ergens op een spectrum, dat loopt van het ene (onbruikbare) uiterste tot het andere (onbruikbare) uiterste.
We zitten er allemaal ergens tussen is.
Maar dat wisten we natuurlijk allang vanuit het grote scala aan kerkverbanden en het nog bredere spectrum aan predikanten op dit gebied.
We moeten dus maar niet te snel toehappen, wanneer we door puristen weer eens de ene of de andere hoek in worden gedreven. Je kunt op dit gebied eenvoudig geen purist zijn.
Jede Konsequenz führt zum Teufel.
gravo
Re: Liggen er vermogens in de mens?
Dat je nu al tot die conclusie komt. De vraag is echter wat is het evenwicht. Dat is in ieder geval niet daar waar "niet kunnen" en "niet willen" niet meer genoemd worden. En ook niet daar waar de mens geen verantwoordelijkheid meer heeft.gravo schreef:Er wordt weer gesproken over remonstrantisme / arminianisme ed. als verwijtbare leerstelling die Heart Cry zou prediken.
Onzin.
De makke van de etiketten is, dat het de illusie wekt, dat er een puur remonstrants standpunt mogelijk is of dat er een puur contra-remonstrants standpunt mogelijk is.
Dit is namelijk niet mogelijk. Dit hele debat wordt tot op de dag van vandaag zo fel gevoerd, omdat er logica zit in beide standpunten. Wanneer beide overtuigingen tot in het extreme worden uitgewerkt komen ze steeds meer open te staan voor het tegen-argument.
Wie zegt, dat de mens totaal geen vrije wil heeft, moet uiteindelijk de consequentie trekken, dat de mens totaal gedetermineerd wordt en is. Dan is het verwijt, dat de mens hiermee een stok en blok geworden is, terecht. Met deze extreme opvatting wordt er namelijk iets wezenlijks van de mens bij de mens weggehaald. Dan is de mens geen mens meer. En dan is het standpunt ook niet meer geldig.
Aan de andere kant, wanneer het remonstrantse standpunt tot in de uiterste consequentie wordt doorgevoerd, betekent dit, dat de mens uiteindelijk onafhankelijk is en zich aan Gods bestuur kan onttrekken. Daarmee valt er iets wezenlijks van God weg, waardoor God niet meer God is. Ook dit standpunt kan daarom niet.
[ Uiteraard wordt deze discussie alleen gevoerd in kringen, die in God geloven. Daarbuiten is de discussie zinloos, omdat er dan alleen over de mens gesproken hoeft te worden (humanisme)]
Maar het is goed om te beseffen, dat dit debat in gelovige kring altijd te maken zal blijven houden met het onmogelijk op te lossen spanningsveld, wat ik hierboven schetste.
Daarom denk ik, dat iedere gelovige noodgedwongen een bepaalde mate van remonstrantisme én contra-remonstrantisme in zijn opvatting moet toelaten.
Een standpunt over dit onderwerp bevindt zich derhalve altijd ergens op een spectrum, dat loopt van het ene (onbruikbare) uiterste tot het andere (onbruikbare) uiterste.
We zitten er allemaal ergens tussen is.
Maar dat wisten we natuurlijk allang vanuit het grote scala aan kerkverbanden en het nog bredere spectrum aan predikanten op dit gebied.
We moeten dus maar niet te snel toehappen, wanneer we door puristen weer eens de ene of de andere hoek in worden gedreven. Je kunt op dit gebied eenvoudig geen purist zijn.
Jede Konsequenz führt zum Teufel.
gravo
Re: Liggen er vermogens in de mens?
We zijn het eens.Erasmiaan schreef:Dat je nu al tot die conclusie komt. De vraag is echter wat is het evenwicht. Dat is in ieder geval niet daar waar "niet kunnen" en "niet willen" niet meer genoemd worden. En ook niet daar waar de mens geen verantwoordelijkheid meer heeft.gravo schreef:Er wordt weer gesproken over remonstrantisme / arminianisme ed. als verwijtbare leerstelling die Heart Cry zou prediken.
Onzin.
De makke van de etiketten is, dat het de illusie wekt, dat er een puur remonstrants standpunt mogelijk is of dat er een puur contra-remonstrants standpunt mogelijk is.
Dit is namelijk niet mogelijk. Dit hele debat wordt tot op de dag van vandaag zo fel gevoerd, omdat er logica zit in beide standpunten. Wanneer beide overtuigingen tot in het extreme worden uitgewerkt komen ze steeds meer open te staan voor het tegen-argument.
Wie zegt, dat de mens totaal geen vrije wil heeft, moet uiteindelijk de consequentie trekken, dat de mens totaal gedetermineerd wordt en is. Dan is het verwijt, dat de mens hiermee een stok en blok geworden is, terecht. Met deze extreme opvatting wordt er namelijk iets wezenlijks van de mens bij de mens weggehaald. Dan is de mens geen mens meer. En dan is het standpunt ook niet meer geldig.
Aan de andere kant, wanneer het remonstrantse standpunt tot in de uiterste consequentie wordt doorgevoerd, betekent dit, dat de mens uiteindelijk onafhankelijk is en zich aan Gods bestuur kan onttrekken. Daarmee valt er iets wezenlijks van God weg, waardoor God niet meer God is. Ook dit standpunt kan daarom niet.
[ Uiteraard wordt deze discussie alleen gevoerd in kringen, die in God geloven. Daarbuiten is de discussie zinloos, omdat er dan alleen over de mens gesproken hoeft te worden (humanisme)]
Maar het is goed om te beseffen, dat dit debat in gelovige kring altijd te maken zal blijven houden met het onmogelijk op te lossen spanningsveld, wat ik hierboven schetste.
Daarom denk ik, dat iedere gelovige noodgedwongen een bepaalde mate van remonstrantisme én contra-remonstrantisme in zijn opvatting moet toelaten.
Een standpunt over dit onderwerp bevindt zich derhalve altijd ergens op een spectrum, dat loopt van het ene (onbruikbare) uiterste tot het andere (onbruikbare) uiterste.
We zitten er allemaal ergens tussen is.
Maar dat wisten we natuurlijk allang vanuit het grote scala aan kerkverbanden en het nog bredere spectrum aan predikanten op dit gebied.
We moeten dus maar niet te snel toehappen, wanneer we door puristen weer eens de ene of de andere hoek in worden gedreven. Je kunt op dit gebied eenvoudig geen purist zijn.
Jede Konsequenz führt zum Teufel.
gravo
Daarmee wordt het belang van bovenstaande gedachte nog eens bevestigd. Hopelijk zijn er meer mensen, die zich in deze formule kunnen vinden en daarmee hun felle polemieken wat kunnen relativeren.
Mens en God, zij beiden zijn betrokken bij alle aangelegenheden, die hen betreffen.
Een zgn. puur standpunt, dat is een standpunt, waarbij de betrokkenheid van één van beiden worden genegeerd of ontkend, leidt inderdaad tot eenzijdigheden.
En inderdaad, het is voor een ieder de vraag, waar hij / zij zich qua standpunt bevindt op het spectrum van de betrokkenheid van enerzijds God en anderzijds de mens.
Maar om beiden zal het moeten gaan, wil het de verhoudingen in de heilsorde goed weergeven.
gravo