Zoveel kerken op Urk
Geplaatst: 13 okt 2008, 13:13
Uit het Friesch Dagblad van 13 Oktober 2008:
‘Kerken Urk scheuren door jacht naar status’
Lelystad - Nergens zijn zoveel kerksplitsingen geweest als op Urk. Godsdienstsocioloog dr. Durk Hak gaf er zaterdag op een symposium in Lelystad een verklaring voor. ,,Ik denk dat de belangrijkste drijfveer van de kerksplitsers of - vormers de jacht naar status is geweest.”
Hak, godsdienstsocioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen, sprak op een symposium van de Vereniging voor Nederlandse Kerkgeschiedenis. Op de dag, in samenwerking met het Nieuw Land Erfgoedcentrum en de Vrienden van Schokland, werd het boek Een machtig arbeidsveld. De opbouw van het kerkelijk leven in de Noordoostpolder gepresenteerd.
De titel van het boek verwijst naar een uitspraak van Piet van ’t Zet, een van de pioniers in 1944 in de Noordoostpolder. De polder was niet alleen de nieuwe grond, maar het gebied was ook een geestelijk arbeidsveld. Een machtige uitdaging voor de kerk.
In het boek wordt teruggekeken naar hoe mensen in de polder de tijd vonden om een eigen bedrijf te stichten en ook nog hart en ziel gaven voor de stichting van nieuwe kerken, christelijke scholen en tal van andere instellingen op levensbeschouwelijke grondslag.
Rien Bogard noemt het in het boek opvallend dat ‘de vele kerkscheuringen op Urk dateren van ná de drooglegging van de polder’. ‘Tot het moment van de drooglegging waren er drie kerkgenootschappen op Urk. Na de drooglegging veranderde de kerkelijke kaart aanmerkelijk. Vooral in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw deden zich grote verschuivingen voor, niet van behoudend naar modern, maar tussen de kerkgenootschappen onderling’. Het behoudende karakter van de kerken bleef bewaard. Moderne theologische opvattingen kregen op Urk geen ruimte, aldus Bogard.
Persoonsgebonden
De afsplitsingen waren ook meer persoonsgebonden dan leergebonden en ontstonden vanuit de plaatselijke kerk zelf. ‘Steeds zien we op Urk, na de Tweede Wereldoorlog, kerken ontstaan - los van landelijke ontwikkelingen - waarbij bekende Urkers of dominerende kerkenraadsleden een leidende rol vervullen’.
Godsdienstsocioloog Hak is het daarmee eens. De Reformatie op Urk begon betrekkelijk laat, zo schetste de oud-Lemster in zijn lezing.. ,,In de zeventiende eeuw, 1628. En de gereformeerde leer kreeg ook niet veel aanhang. Urk was lang een rooms eiland.”
De Afscheiding in 1836 verliep voorspoediger. ,,Waren er in 1836 31 leden, tien jaar later waren het er al 720. Dat wil zeggen: een groei van ruim 60 procent. De Doleantie van 1886 ondervond op Urk geen weerklank. Wel besloten de afgescheidenen zich in 1892 aan te sluiten bij het nieuwe verband van Gereformeerde Kerken in Nederland.” Maar toen kwamen de splitsingen, want ,,niet iedereen deed mee”. Er werd in 1895 al een Christelijke gereformeerde kerk gesticht, even later een Nederlandse Hervormde Gemeente. Zo groeide het aantal kerken gestaag, zeker ook door de Vrijmaking en scheuringen in de jaren zestig en zeventig.
Volle Evangelie Gemeente
Met de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland, volgde er weer een scheuring van mensen die niet meewilden met die fusiekerk. Anno 2008 zijn er tal van kerken: van Gereformeerde Gemeente in Nederland tot Volle Evangelie Gemeente De Morgenster, somde Hak op.
Volgens Hak is de diepste achtergrond de jacht naar status geweest. ,,In de economische sfeer levert veel bezit, het uitoefenen van een bepaald beroep en goed vakmanschap status op. De visserij was in de economische sfeer de bron bij uitstek van aanzien en respect.” Ook na de totstandkoming van de Noordoostpolder bleef men veelal op Urk werken en de Urkers waren dus voor de status in de economische sfeer, aangewezen op Urk. ,,Maar de bevolking was gigantisch gegroeid en het aantal vissers nam relatief gezien af.”
Dat betekent volgens Hak dat andere bronnen van status gezocht moesten worden door de niet- en oud-vissers. Dat kon door de politiek, maar ook door de godsdienst. Naast het ambt van predikant waren de kerkelijke ambten van ouderling en diaken voor leken toegankelijk. ,,In een orthodox protestantse religieuze organisatie levert in het bijzonder het ouderlingschap prestige op. Er wordt geschreven over de dubbele eer die ouderlingen moet worden bewezen.”
Ruziemaker
Hak is van mening, omdat er natuurlijk te weinig statusposities waren in vergelijking met de toename van de bevolking, dat er bewust splitsingen geforceerd werden. Op die manier stond de ‘ruziemaker’ ook nog eens in de publieke belangstelling. Hij zei te begrijpen dat op zo'n boude bewering natuurlijk tegenwerpingen komen. Betrokkenen zullen zeggen dat de conflicten gingen om 'de zaak' zelf en niet om de eer. ,,Dat zou kunnen. Behalve status zoeken mensen ook gedragsbevestiging. Ze willen het goed doen in de ogen van anderen die belangrijk zijn. Relevante anderen kunnen ook hun geweten of God zijn. De splitsers en vormers van nieuwe kerken zullen dan ook zeggen dat het hen om de waarheid en Gods wil ging. Dat zou kunnen, maar ook dan is het resultaat dat ze langdurig in de (plaatselijke) belangstelling staan en eventueel allerlei commissie bemensen en ambten verkrijgen.”
‘Kerken Urk scheuren door jacht naar status’
Lelystad - Nergens zijn zoveel kerksplitsingen geweest als op Urk. Godsdienstsocioloog dr. Durk Hak gaf er zaterdag op een symposium in Lelystad een verklaring voor. ,,Ik denk dat de belangrijkste drijfveer van de kerksplitsers of - vormers de jacht naar status is geweest.”
Hak, godsdienstsocioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen, sprak op een symposium van de Vereniging voor Nederlandse Kerkgeschiedenis. Op de dag, in samenwerking met het Nieuw Land Erfgoedcentrum en de Vrienden van Schokland, werd het boek Een machtig arbeidsveld. De opbouw van het kerkelijk leven in de Noordoostpolder gepresenteerd.
De titel van het boek verwijst naar een uitspraak van Piet van ’t Zet, een van de pioniers in 1944 in de Noordoostpolder. De polder was niet alleen de nieuwe grond, maar het gebied was ook een geestelijk arbeidsveld. Een machtige uitdaging voor de kerk.
In het boek wordt teruggekeken naar hoe mensen in de polder de tijd vonden om een eigen bedrijf te stichten en ook nog hart en ziel gaven voor de stichting van nieuwe kerken, christelijke scholen en tal van andere instellingen op levensbeschouwelijke grondslag.
Rien Bogard noemt het in het boek opvallend dat ‘de vele kerkscheuringen op Urk dateren van ná de drooglegging van de polder’. ‘Tot het moment van de drooglegging waren er drie kerkgenootschappen op Urk. Na de drooglegging veranderde de kerkelijke kaart aanmerkelijk. Vooral in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw deden zich grote verschuivingen voor, niet van behoudend naar modern, maar tussen de kerkgenootschappen onderling’. Het behoudende karakter van de kerken bleef bewaard. Moderne theologische opvattingen kregen op Urk geen ruimte, aldus Bogard.
Persoonsgebonden
De afsplitsingen waren ook meer persoonsgebonden dan leergebonden en ontstonden vanuit de plaatselijke kerk zelf. ‘Steeds zien we op Urk, na de Tweede Wereldoorlog, kerken ontstaan - los van landelijke ontwikkelingen - waarbij bekende Urkers of dominerende kerkenraadsleden een leidende rol vervullen’.
Godsdienstsocioloog Hak is het daarmee eens. De Reformatie op Urk begon betrekkelijk laat, zo schetste de oud-Lemster in zijn lezing.. ,,In de zeventiende eeuw, 1628. En de gereformeerde leer kreeg ook niet veel aanhang. Urk was lang een rooms eiland.”
De Afscheiding in 1836 verliep voorspoediger. ,,Waren er in 1836 31 leden, tien jaar later waren het er al 720. Dat wil zeggen: een groei van ruim 60 procent. De Doleantie van 1886 ondervond op Urk geen weerklank. Wel besloten de afgescheidenen zich in 1892 aan te sluiten bij het nieuwe verband van Gereformeerde Kerken in Nederland.” Maar toen kwamen de splitsingen, want ,,niet iedereen deed mee”. Er werd in 1895 al een Christelijke gereformeerde kerk gesticht, even later een Nederlandse Hervormde Gemeente. Zo groeide het aantal kerken gestaag, zeker ook door de Vrijmaking en scheuringen in de jaren zestig en zeventig.
Volle Evangelie Gemeente
Met de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland, volgde er weer een scheuring van mensen die niet meewilden met die fusiekerk. Anno 2008 zijn er tal van kerken: van Gereformeerde Gemeente in Nederland tot Volle Evangelie Gemeente De Morgenster, somde Hak op.
Volgens Hak is de diepste achtergrond de jacht naar status geweest. ,,In de economische sfeer levert veel bezit, het uitoefenen van een bepaald beroep en goed vakmanschap status op. De visserij was in de economische sfeer de bron bij uitstek van aanzien en respect.” Ook na de totstandkoming van de Noordoostpolder bleef men veelal op Urk werken en de Urkers waren dus voor de status in de economische sfeer, aangewezen op Urk. ,,Maar de bevolking was gigantisch gegroeid en het aantal vissers nam relatief gezien af.”
Dat betekent volgens Hak dat andere bronnen van status gezocht moesten worden door de niet- en oud-vissers. Dat kon door de politiek, maar ook door de godsdienst. Naast het ambt van predikant waren de kerkelijke ambten van ouderling en diaken voor leken toegankelijk. ,,In een orthodox protestantse religieuze organisatie levert in het bijzonder het ouderlingschap prestige op. Er wordt geschreven over de dubbele eer die ouderlingen moet worden bewezen.”
Ruziemaker
Hak is van mening, omdat er natuurlijk te weinig statusposities waren in vergelijking met de toename van de bevolking, dat er bewust splitsingen geforceerd werden. Op die manier stond de ‘ruziemaker’ ook nog eens in de publieke belangstelling. Hij zei te begrijpen dat op zo'n boude bewering natuurlijk tegenwerpingen komen. Betrokkenen zullen zeggen dat de conflicten gingen om 'de zaak' zelf en niet om de eer. ,,Dat zou kunnen. Behalve status zoeken mensen ook gedragsbevestiging. Ze willen het goed doen in de ogen van anderen die belangrijk zijn. Relevante anderen kunnen ook hun geweten of God zijn. De splitsers en vormers van nieuwe kerken zullen dan ook zeggen dat het hen om de waarheid en Gods wil ging. Dat zou kunnen, maar ook dan is het resultaat dat ze langdurig in de (plaatselijke) belangstelling staan en eventueel allerlei commissie bemensen en ambten verkrijgen.”