De bladeren van de boom tot genezing van de heidenen

[freek]

In openbaring 22 : 2 staat het volgende.
In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen.

Wat wordt er bedoeld met de laatste zinsnede: 'en de bladeren van de boom waren tot genezing van de heidenen'.
Het gaat hier over de hemelse heerlijkheid? Daar is toch geen genezing meer nodig? En geen sprake meer van heidenen? Hoe moet ik dit zien? De kanttekeningen vind ik niet erg duidelijk hierin.

[Bert Mulder]

Uit 'Behold He cometh" door Ds. H. Hoeksema, http://spindleworks.com/library/hoeksma/behold52.htm

zien we zijn visie, dat de bladeren tot genezing niet gezien moet worden alsof er ziekte (geestelijk of lichamelijk) in de hemel mogelijk is, maar als een teken juist dat het niet mogelijk is. Net als de sacrementale waarde van de boom des levens (vgl Genesis over de boom des levens)

In the second place, John sees the tree of life: "And on either side of the river was there the tree of life, which bare twelve manner of fruits, anal yielded her fruit every month: and the leaves of the tree were for the healing of the nations."

The general meaning is clear. In the first Paradise the tree of life had especially a two-fold significance. First of all, that tree and its fruit had the power of giving perpetual, earthly life to man. This is clear from Genesis 3:22. Evidently the tree had the power to supply man with perpetual, earthly life, the power to perpetuate his existence, even after he had sinned, so that it was necessary to bar the way to the tree of life after the fall of Adam. In that same connection, we may notice that also the eating of that first tree of life was not a once-for-all matter, but that it would be necessary for Adam to eat of this tree continually and repeatedly. But the significance of the tree of life did not lie merely in the perpetuation of Adam's earthly existence. In the second place, it had a certain sacramental character. It was a sign and seal of God's favor, an emblem of God's covenant. It was a visible and tangible sign of that higher aspect of Adam's life which consisted in the knowledge of and fellowship with God. The tree of life was more than a mere physical means for the extension of man's physical existence. It was the tree of life. And life is more than mere perpetual existence. Even though Adam's life was earthy, nevertheless life also for Adam implied the favor and fellowship of God, his Creator-Lord. And if in this connection we bear in mind that the tree of life was in the midst of the garden, in the very heart of Paradise the First, we may say that according to the analogy of the temple, the tree of life constituted the most holy place. There, in the midst of the garden, where the tree of life was, dwelt God. There He met man in the wind of the day. To approach the tree of life, therefore, before the fall, was to approach God. As long as Adam could draw near to God, in order to enjoy His fellowship and communion, he could have life: not mere existence, but life in the true sense. Such was the significance of the earthly tree of life.

Now if we bear the preceding in mind, then we can clearly see the significance of the tree of life in this vision. In the first place, it symbolizes the perfected life of heavenly fellowship with God, which means that the saints constantly taste God's covenant friendship. But in the New Jerusalem is the reality of the tree of life. Hence, not merely a sign of God's favor and friendship will the saints enjoy, but the full, heavenly reality of God's ever present favor. And, in the second place, the tree of life represents the perpetuation of the glorious life in the resurrection body. In our resurrection bodies we shall enjoy heavenly and immortal existence in the glory and blessedness of God's covenant friendship forever. This, as we have already noted, is in harmony with the fact that the tree of life stands on the brink of the river of the water of life. The power of the life of fellowship and friendship which resides in the tree of life proceeds from the throne of God and of the Lamb in and through the Spirit of Christ.

In connection with all this stands the fact that the tree bears twelve manner of fruit. Twelve is the number of the church, as we have seen before. Thus, there are twelve patriarchs, twelve tribes, twelve apostles, two times twelve elders, twelve times twelve thousand saints. All refers to the completeness of the perfected church in the new heavens and the new earth. Hence, that the tree bears twelve manner of fruits signifies that it bears a fulness of fruit for the entire church. Moreover, that the tree yields her fruit every month, that is, throughout the year, indicates that it bears fruit continuously. There is never any want of fruit, and therefore never any want of life and immortality, for the church. Finally, the text tells us that the leaves of the tree are for the healing of the nations. The implication cannot be that there will still be sickness to be cured in the New Jerusalem. Nor is this to be interpreted, as some would have it, that conversions will occur in the new creation. This is simply a figurative way of saying that no sickness of any kind can ever enter into the city of God and afflict the nations of them that are saved. Sickness is forever excluded from the New Jerusalem because of this power of eternal life which constantly flows from God in Christ through the Spirit into the church.

[freek]

Bedankt Bert, ga het morgen even lezen. Nu eerst naar bed

[Tiberius]

De kanttekeningen vind ik niet erg duidelijk hierin.

De kanttekeningen zeggen precies hetzelfde als ds Hoeksema (of net andersom, waarschijnlijk):
Dit is ook genomen uit Ezech. 47:12; niet dat in dit eeuwige leven enige gebreken meer zullen zijn, maar dat de genezing van al de gebreken, die door Christus' verdiensten en Geest hier is geschied, aldaar in der eeuwigheid door deze kracht zal behouden en ongedeerd bewaard worden, niet alleen voor de Israëlieten, maar ook voor alle gelovige volken.

[Toeschouwer]

In openbaring 22 : 2 staat het volgende.
In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen.

Wat wordt er bedoeld met de laatste zinsnede: 'en de bladeren van de boom waren tot genezing van de heidenen'.
Het gaat hier over de hemelse heerlijkheid? Daar is toch geen genezing meer nodig? En geen sprake meer van heidenen? Hoe moet ik dit zien? De kanttekeningen vind ik niet erg duidelijk hierin.

Met alle achting voor Bert Mulder, maar dat begrijp ik niet: dat de bladeren tot genezing niet gezien moet worden alsof er ziekte (geestelijk of lichamelijk) in de hemel mogelijk is, maar als een teken juist dat het niet mogelijk is. Net als de sacrementale waarde van de boom des levens (vgl Genesis over de boom des levens)

Het gaat hier toch niet over de hemel maar we zijn hier toch op de aarde?
Deze tekst uit Openbaring 22 kunnen we niet verstaan, als we het 1000 jarig rijk niet verstaan.

God had tegen Adam gezegd dat hij zou sterven als hij van de boom der kennis van goed en kwaad zou eten. Adam was geschapen om zijn leven voort te zetten door het eten en drinken en van de bladeren van de boom des levens. Daar kon hij niet zonder, want hij was niet onsterfelijk. De bladeren van de boom des levens hadden echter een kracht waardoor Adam "eeuwig" kon leven. In de toekomende eeuw zullen de volkeren genezing vinden door de bladeren van het geboomte des levens.

Ook hier moeten wij lezen wat er staat. Er wacht een heerlijke toekomst, blijkbaar ook voor de volkeren. Moeilijk om te begrijpen, maar laten we maar staan zoals het er staat. Ik begrijp het tenminste niet, maar om deze zaken naar de hemel te verplaatsen zou ik niet durven.

[Bert Mulder]

Het gaat hier toch niet over de hemel maar we zijn hier toch op de aarde?
Deze tekst uit Openbaring 22 kunnen we niet verstaan, als we het 1000 jarig rijk niet verstaan.

God had tegen Adam gezegd dat hij zou sterven als hij van de boom der kennis van goed en kwaad zou eten. Adam was geschapen om zijn leven voort te zetten door het eten en drinken en van de bladeren van de boom des levens. Daar kon hij niet zonder, want hij was niet onsterfelijk. De bladeren van de boom des levens hadden echter een kracht waardoor Adam "eeuwig" kon leven. In de toekomende eeuw zullen de volkeren genezing vinden door de bladeren van het geboomte des levens.

Ook hier moeten wij lezen wat er staat. Er wacht een heerlijke toekomst, blijkbaar ook voor de volkeren. Moeilijk om te begrijpen, maar laten we maar staan zoals het er staat. Ik begrijp het tenminste niet, maar om deze zaken naar de hemel te verplaatsen zou ik niet durven.

Heb ik het woord 'hemel' gebruikt, had ik beter 'nieuwe hemel en aarde' kunnen gebruiken. Want daar gaat dat hoofdstuk ook eenmaal over. Het nieuwe Paradijs, het nieuwe Jeruzalem. Niet over of er een millennium zal zijn. Dat is daar in elk geval voorbij. (ik ben a-mil)

[Gian]

Waar is trouwens de boom des levens gebleven? Werd hij tot de zondvloed bewaakt?

[Afgewezen]

Waar is trouwens de boom des levens gebleven? Werd hij tot de zondvloed bewaakt?

Dat weet niemand. De Bijbel geeft daar geen uitsluitsel over, dus heeft het weinig zin daarover te speculeren.

[Grace]

Waar is trouwens de boom des levens gebleven? Werd hij tot de zondvloed bewaakt?

Dat weet niemand. De Bijbel geeft daar geen uitsluitsel over, dus heeft het weinig zin daarover te speculeren.

De boom des levens is het kruis van Christus.

[cosmo]

De boom des levens is het kruis van Christus.

Wat een vreemd verband leg je daar.

[Grace]

De boom des levens is het kruis van Christus.

Wat een vreemd verband leg je daar.

Hoezo?

Lees 1 Petrus 2:24 in de KJV maar eens.

"Who his own self bare our sins in his own body on the tree, that we, being dead to sins, should live unto righteousness: by whose stripes ye were healed"

Vooral deze tekst laat ons zien, dat er genezing is door de boom waaraan Christus stierf. In zekere zin was het kruis "de vloekboom", omdat de Heere Jezus aan het kruis de straf en de vloek en de toorn Gods over onze zonden droeg. Daardoor werd het kruis voor ons ook een boom des levens. Hierdoor hebben wij genezing voor onze ziel ontvangen.

Op de plaats waar Adams zonde en zondeval herdacht werd, op de plaats waar Adams dood herdacht werd als gevolg van het eten van de boom van kennis van goed en kwaad, die in feite meer kwaad dan goed gebracht heeft, die de mensen het goede afgenomen en het kwade gegeven heeft, op de plaats waar de mens, die de zonde in de wereld gebracht heeft de eeuwige dood in de wereld gebracht heeft, daar op de heuvel Golgotha, stierf nu de laatste Adam, Jezus Christus. Zijn dood nam de straf op de zonde weg en schonk mensen juist het leven, het eeuwige leven. Waar Adam aan de boom van kennis van goed en kwaad ten ondergegaan was, en met hem de gehele wereld in de verlorenheid terecht gekomen was, werd Jezus' kruis de boom des levens, waar de straf op de zonde weggenomen werd en mensen het leven dat God schenkt mochten en mogen ontvangen.

Een gangbare visie over de boom des levens in Openbaring 22 is het volgende (een visie die oa. ds. J. Koppelaar (HHK) ook schijnt te delen):

Terwijl de toegang tot de boom des levens in de Hof van Eden direct na de zondeval versperd werd, is straks op de nieuwe aarde de toegang tot de boom des levens geheel open.

De situatie die hier beschreven wordt, is niet de situatie zoals wij die nu op aarde hebben. Hier wordt een heel bijzondere tijd beschreven. De situatie die beschreven wordt, verplaatst ons in de tijd, nadat God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geschapen zal hebben.

Op die nieuwe aarde zijn de gelovigen teruggekeerd. Zij mogen hier in heerlijkheid leven. Zij bevinden zich in het Nieuwe Jeruzalem. Maar behalve de gelovigen zijn er toch ook nog ongelovigen aanwezig. Dit betekent niet, dat alle ongelovigen straks in de heerlijkheid van de nieuwe aarde zullen delen en dat de hel al weer leeg zal zijn.

Het gaat hier over de mensen over wie de apostel Paulus in Romeinen 2 schreef, mensen die nooit het evangelie van de Heere Jezus gehoord hebben en dus de Heere Jezus ook niet afgewezen hebben. Zij zijn geen gelovigen en horen niet bij de Gemeente van Jezus Christus. Zij waren echter ook geen mensen, die bewust de Heere Jezus vaarwel gezegd hebben. Deze mensen zullen op een heel bijzondere wijze beoordeeld worden. Paulus schrijft dat zij zichzelf zullen beoordelen en zelf zullen bepalen, of zij op de nieuwe aarde mogen komen of niet.

Deze mensen, deze volken komen wij hier nu tegen. Dit zijn dus geen mensen die de boodschap van de Heere Jezus afgewezen hebben. Laat niemand die dit hoort of leest denken, dat het over hem of haar kan gaan. Wij zijn mensen die de boodschap gehoord hebben en zelf de mogelijkheid hebben gehad om het Evangelie aan te nemen of te verwerpen. Dit zijn mensen die niet konden beslissen, omdat zij de boodschap niet kenden. Deze mensen hebben straks iets te maken met de boom des levens.

Hier gaat het over een heel bijzondere boom, of mogelijk over meerdere bomen, die samen de bomen des levens vormen. Hij draagt maandelijks vrucht. Over die vrucht staat in het Grieks iets heel bijzonders. In het Grieks staat, dat de boom des levens twaalf keer per jaar vrucht draagt en dat hij iedere maand een andere vruchtsoort voortbrengt. De Statenvertaling laat dit ook zien, ook al staat het hier nog niet zo duidelijk: "In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen." Het gaat hier dus over een heel bijzondere boom.

Nu staat er niet dat deze vruchten tot genezing van de volkeren zijn, maar dat de bladeren van deze boom tot genezing van de volkeren zijn. Dat betekent niet, dat de mensen zullen genezen van allerlei ziekten, maar dat zij zullen genezen van de geestelijke ziekte, de ziekte van hun hart. Zij dragen de gevolgen van de zonde in zich mee. Het kruis van Jezus Christus heeft deze mensen geen vergeving van zonden en geen reiniging gebracht, want zij kenden het kruis niet. Nu zullen zij alsnog reiniging voor hun leven krijgen, door de bladeren van de boom des levens.

Er staat niet wat zij met de bladeren van die boom zullen doen. Er staat ook niet op welke wijze de bladeren van de boom des levens genezing kunnen brengen.

Men vermoed dat men het best hier toch een toespeling zou kunnen maken op het kruis en aannemen, dat het kruis alsnog een bijzondere werking in hun leven zal betekenen.

----

Tot zover die visie. Persoonlijk vind ik dit wat dubieus.

Grace

[J.C. Philpot]

Ik heb nooit op die manier gezien, Grace, wel een mooie uitleg. Ik ga er nog eens over nadenken.

[freek]

Ik heb nooit op die manier gezien, Grace, wel een mooie uitleg. Ik ga er nog eens over nadenken.

Dit geeft mij ook wel stof tot nadenken idd.

[J.C. Philpot]

Behalve dan dat gedeelte van de mogelijke 2e kans, dat vind ik net als Grace ook dubieus. Het is een mens gezet eenmaal te sterven, en daarna het oordeel.

[Afgewezen]

Het is een interpretatie, die m.i. niet gesteund wordt door andere Bijbelse gegevens. Zoals een nieuwe hemel en een nieuwe aarde met ongelovigen.
De vergelijking van het kruis met de boom des levens, ja, het kán.