Grondtrekken ware bekering
Geplaatst: 06 aug 2008, 13:56
„De bekering van Paulus is niet alleen een voorbeeld, maar ook een toetssteen.” Dat zei ds. J. Veenendaal, predikant van de gereformeerde gemeente te Zwijndrecht, zaterdag in Urk. Hij was een van de sprekers tijdens de jaarlijkse Mbuma-zendingsdag in de Jachin Boazkerk, die goed bezet was.
Ds. Veenendaal haalde 1 Timotheüs 1:16 aan, waar de heidenapostel schrijft dat hem barmhartigheid is geschied, tot een voorbeeld voor degenen die geloven zullen ten eeuwigen leven. Het woord ”voorbeeld” betekent hier, aldus ds. Veenendaal, niet alleen een mogelijkheid, maar ook patroon of toetssteen. „De grondtrekken in de bekering van Saulus zijn een toetssteen voor elke bekering, ook voor die van bijvoorbeeld Lydia en de stokbewaarder.”
De Zwijndrechtse predikant merkte op dat er in kerkelijk Nederland verwarring bestaat over wat bekering inhoudt, en noemde een aantal grondtrekken die in alle bekeringen voorkomen.
A Zo vindt bekering altijd plaats door Woord en Geest. „De meeste mensen worden bekeerd in de kerk en niet op het voetbalveld, in de kroeg of in de disco.”
B Een volgende grondtrek van bekering is dat mensen echte Gods- en zelfkennis krijgen. Doorgaans begint dat met het leren kennen van een bepaalde zonde, een boezemzonde. De boezemzonde van Saulus was zijn eigenwillige godsdienst. Hij beefde toen hij werkelijk met God te maken kreeg. Na het ontdekken van de boezemzonde, zo zei ds. Veenendaal, leert een mens dat hij ook schuldig is aan andere geboden, in de daad of in gedachten.
C Het volgende is dat de zondaar gaat inleven dat hij straf verdiend heeft. Dan krijgt hij of zij met gedachten over de dood, de eeuwigheid en de hel te maken. Het lukt echter niet om door bidden, lezen uit de Bijbel en het doen van goede werken onder de schuld uit te komen. Dan ontstaat er, aldus de predikant, vijandschap tegen God, omdat de zondaar op zijn eigen manier wil zalig worden en niet op Gods manier.
D Er komt een roepen om Jezus. In deze tijd krijgt de ziel wel eens een belofte van God, zodat hij of zij voor wanhoop bewaard wordt.
E Ten slotte wordt de vijandschap verbroken en moet de zondaar het van God verliezen. Dan belijdt de ziel schuldig te zijn en erkent hij de straf verdiend te hebben die God wil opleggen. De zondaar ziet Christus nu vanuit het Evangelie.
Ds. Veenendaal: „Voor zo iemand is er genade. God heeft in het hart plaatsgemaakt voor Jezus Christus, Die dierbaar en noodzakelijk is geworden.”
Bron: Refdag.nl
Om de discussie helder te houden, heb ik de kenmerken even genummerd. Als zij die reageren dat ook doen, houden we het helder.
Ds. Veenendaal haalde 1 Timotheüs 1:16 aan, waar de heidenapostel schrijft dat hem barmhartigheid is geschied, tot een voorbeeld voor degenen die geloven zullen ten eeuwigen leven. Het woord ”voorbeeld” betekent hier, aldus ds. Veenendaal, niet alleen een mogelijkheid, maar ook patroon of toetssteen. „De grondtrekken in de bekering van Saulus zijn een toetssteen voor elke bekering, ook voor die van bijvoorbeeld Lydia en de stokbewaarder.”
De Zwijndrechtse predikant merkte op dat er in kerkelijk Nederland verwarring bestaat over wat bekering inhoudt, en noemde een aantal grondtrekken die in alle bekeringen voorkomen.
A Zo vindt bekering altijd plaats door Woord en Geest. „De meeste mensen worden bekeerd in de kerk en niet op het voetbalveld, in de kroeg of in de disco.”
B Een volgende grondtrek van bekering is dat mensen echte Gods- en zelfkennis krijgen. Doorgaans begint dat met het leren kennen van een bepaalde zonde, een boezemzonde. De boezemzonde van Saulus was zijn eigenwillige godsdienst. Hij beefde toen hij werkelijk met God te maken kreeg. Na het ontdekken van de boezemzonde, zo zei ds. Veenendaal, leert een mens dat hij ook schuldig is aan andere geboden, in de daad of in gedachten.
C Het volgende is dat de zondaar gaat inleven dat hij straf verdiend heeft. Dan krijgt hij of zij met gedachten over de dood, de eeuwigheid en de hel te maken. Het lukt echter niet om door bidden, lezen uit de Bijbel en het doen van goede werken onder de schuld uit te komen. Dan ontstaat er, aldus de predikant, vijandschap tegen God, omdat de zondaar op zijn eigen manier wil zalig worden en niet op Gods manier.
D Er komt een roepen om Jezus. In deze tijd krijgt de ziel wel eens een belofte van God, zodat hij of zij voor wanhoop bewaard wordt.
E Ten slotte wordt de vijandschap verbroken en moet de zondaar het van God verliezen. Dan belijdt de ziel schuldig te zijn en erkent hij de straf verdiend te hebben die God wil opleggen. De zondaar ziet Christus nu vanuit het Evangelie.
Ds. Veenendaal: „Voor zo iemand is er genade. God heeft in het hart plaatsgemaakt voor Jezus Christus, Die dierbaar en noodzakelijk is geworden.”
Bron: Refdag.nl
Om de discussie helder te houden, heb ik de kenmerken even genummerd. Als zij die reageren dat ook doen, houden we het helder.