Het leek mij niet verkeerd dit te plaatsen in een nieuw topic.
Dit mede naar aanleiding van opmerkingen van o.a. Marnix die nogal gehecht schijnt te zijn aan de NBV.
Een van mijn bezwaren - bevestigd door onderstaande quote - is dat de NBV in heel veel teksten die altijd messiaans zijn geïnterpreteerd of de godheid van Christus bevestigen - anders zijn vertaald of afgezwakt.
Daarmee kan de NBV m.i. onmogelijk gezien worden als betrouwbare vertaling en moet de NBV beslist worden ontraden. Deze stelling wil ik hier graag neerleggen en dan geef ik nu de bedoelde quote.
Bron: Artikel: ND Vrijgemaakten aanvaarden NBV te snel, 20 februari 2005, door dr. G. van den Brink en ds. A. van der Sloot.Het zijn vooral twee basale overwegingen die ons tot grote aarzeling brengen. Allereerst gaat het om het gebrek aan letterlijkheid/concordantie, waardoor de eigenheid en weerbarstigheid van de bijbeltekst vaak geweld wordt aangedaan. Al weten ook wij dat concordantie nooit honderd procent kan zijn, toch wordt ons als lezers in de NBV te vaak het zicht onthouden op wat er feitelijk staat. Voor een keur aan voorbeelden verwijzen we niet alleen naar wat zelf elders afzonderlijk schreven over diverse bijbelteksten en -boeken, maar ook naar de vanuit de zgn. Amsterdamse School tot stand gekomen bundel De beproeving (Kampen, 2005). Ook al is de kritiek in dit boek overtrokken en deels ingegeven door theologische vooronderstellingen die we niet delen, de critici maken al met al ons inziens wel degelijk een belangrijk punt.
In de tweede plaats maken we ons zorgen over het vervagen van de 'rode draad' die de kerk der eeuwen in de Bijbel heeft gezien. De samenhang van Gods belofte van de Messias en de vervulling ervan in de komst van Jezus Christus bijvoorbeeld is vanuit door de kerk altijd messiaans geïnterpreteerde teksten als Genesis 3:15, Genesis 12:3, Deuteronomium 18:15 en Jesaja 7:14 niet meer aan te wijzen. En dat echt niet omdat de grondtekst dit afdwingt, maar omdat simpelweg voor alternatieve vertalingen is gekozen. Zodoende lijkt het dat de komst van Jezus Christus als vervulling van Gods belofte meer op een christelijke (om)duiding van de genoemde teksten berust dan op de oudtestamentische tekst zelf.
Een soortgelijke moeite levert de vertaling van belangrijke teksten als Romeinen 1:3v en Romeinen 9:5, waar de godheid van Christus vanuit aanvechtbare vertaalkeuzes adoptiaans wordt ingevuld respectievelijk onderbelicht blijft. En om nog één ding te noemen: Genesis 15:6, een tekst die betrekking heeft op het hart van het evangelie: de rechtvaardiging door het geloof, wordt door de hele NBV heen weergeven alsof het geloof zélf Abraham wordt toegerekend als daad van gerechtigheid. Terwijl het geloof slechts een instrument is dat aanneemt wat het zelf niet bezit, namelijk de volmaakte gerechtigheid van God en (nieuwtestamentisch) van Christus.