De SGP en de islam
Geplaatst: 05 apr 2008, 18:11
SGP klem tussen artikel 36 en de onderbuik
ZA 05 apr 2008 | 13.40
Bas van der Vlies probeert er laconiek over te doen, maar eigenlijk gaf hij Wouter Bos geen antwoord toen deze de SGP-leider bekritiseerde om zijn reactie op Fitna, de film van Geert Wilders. Van der Vlies kan daar ook nauwelijks op antwoorden, zo stellen kenners van de reformatorische wereld vast. De SGP zit immers klem tussen verschillende groepen in de eigen achterban, die onderling twisten over de vraag welke positie de partij ten opzichte van de islam moet innemen. "Wil de SGP hier uitkomen, dan moet ze artikel 36 loslaten.''
Historicus Ton van der Schans heeft wel een beetje met Bas van der Vlies te doen. "Het denken over de islam is een voorbeeld van een kwestie waarbij de partij tussen verschillende flanken wordt vermorzeld'', zegt Van der Schans, die jarenlang raadslid en wethouder voor de SGP in zijn woonplaats Bodegraven was. Volgens hem worstelen de staatkundig-gereformeerden met het denken over de rechtsstaat. Zo is er binnen de SGP een, volgens Van der Schans slinkende groep die vindt dat artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis - over de overheid die de valse godsdienst moet weren - een strikte toepassing behoeft. De SGP zou die lijn in de politiek moeten vasthouden. "In deze groep is er geen sprake van islamhaat, maar is men er diep van overtuigd dat de overheid er is om het christendom te bevorderen en de valse godsdienst te weren. Zij vinden dat de SGP is verwaterd, doordat de partij zich niet in dit opzicht profileert'', vertelt Van der Schans.
Tegelijk is er een grote groep SGP-stemmers die volgens de historicus niet zozeer principieel wordt gedreven vanuit artikel 36, maar meer vanuit angst voor de islam. Hierin zie je het zuildenken terug, meent Van der Schans. Ook onder jongeren ziet hij dit terug. "Ze vormen een eigen groep, terwijl ze bij wijze van spreken in de drankkeet zitten. Ze creëren een gezamenlijke vijand, en moslims zijn daarbij een makkelijk slachtoffer.'' Dit 'onderbuikgevoel', benadrukt Van der Schans, is in de samenleving veel breder aanwezig. Maar doordat reformatorische kinderen vaak naar eigen scholen gaan, leren ze minder met allochtonen om te gaan. Het onderbuikgevoel kan daardoor worden versterkt.
Lees verder in het Nederlands Dagblad
Nog geen commentaar.
ZA 05 apr 2008 | 13.40
Bas van der Vlies probeert er laconiek over te doen, maar eigenlijk gaf hij Wouter Bos geen antwoord toen deze de SGP-leider bekritiseerde om zijn reactie op Fitna, de film van Geert Wilders. Van der Vlies kan daar ook nauwelijks op antwoorden, zo stellen kenners van de reformatorische wereld vast. De SGP zit immers klem tussen verschillende groepen in de eigen achterban, die onderling twisten over de vraag welke positie de partij ten opzichte van de islam moet innemen. "Wil de SGP hier uitkomen, dan moet ze artikel 36 loslaten.''
Historicus Ton van der Schans heeft wel een beetje met Bas van der Vlies te doen. "Het denken over de islam is een voorbeeld van een kwestie waarbij de partij tussen verschillende flanken wordt vermorzeld'', zegt Van der Schans, die jarenlang raadslid en wethouder voor de SGP in zijn woonplaats Bodegraven was. Volgens hem worstelen de staatkundig-gereformeerden met het denken over de rechtsstaat. Zo is er binnen de SGP een, volgens Van der Schans slinkende groep die vindt dat artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis - over de overheid die de valse godsdienst moet weren - een strikte toepassing behoeft. De SGP zou die lijn in de politiek moeten vasthouden. "In deze groep is er geen sprake van islamhaat, maar is men er diep van overtuigd dat de overheid er is om het christendom te bevorderen en de valse godsdienst te weren. Zij vinden dat de SGP is verwaterd, doordat de partij zich niet in dit opzicht profileert'', vertelt Van der Schans.
Tegelijk is er een grote groep SGP-stemmers die volgens de historicus niet zozeer principieel wordt gedreven vanuit artikel 36, maar meer vanuit angst voor de islam. Hierin zie je het zuildenken terug, meent Van der Schans. Ook onder jongeren ziet hij dit terug. "Ze vormen een eigen groep, terwijl ze bij wijze van spreken in de drankkeet zitten. Ze creëren een gezamenlijke vijand, en moslims zijn daarbij een makkelijk slachtoffer.'' Dit 'onderbuikgevoel', benadrukt Van der Schans, is in de samenleving veel breder aanwezig. Maar doordat reformatorische kinderen vaak naar eigen scholen gaan, leren ze minder met allochtonen om te gaan. Het onderbuikgevoel kan daardoor worden versterkt.
Lees verder in het Nederlands Dagblad
Nog geen commentaar.