Boek: De islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten
Geplaatst: 03 apr 2008, 13:11
Uit het Friesch Dagblad van 3 april 2008.
Een harde aanval op de islam
Varkens, apen en ezels zijn benamingen voor ongelovigen of andersgelovigen in de Koran. Die Koran gaat ook niet zachtzinnig om met ongelovigen, betoogt arabist Hans Jansen in zijn boek De islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten. Een mooie ‘islam voor dummies’, maar ook een harde aanval op het wezen van deze godsdienst.
ALLERT VAN DER HOEVEN
Na de oproep van Tweede Kamerlid Geert Wilders om de Koran te verbieden is er een stevige discussie losgebarsten over het heilige boek voor moslims. Deze discussie laaide vorige week weer in alle hevigheid op na het verschijnen van Wilders’ film Fitna. Jansen was daarbij een van de optredende deskundigen die commentaar gaf op de film. Hoewel Jansen vindt dat Wilders te ver gaat met de eis van een Koranverbod, vindt hij dat de Koran wel degelijk gevaarlijke passages bevat, zoals oproepen voor geweld tegen niet- of andersgelovigen.
Het boek is daarin principieel anders dan de Bijbel, vindt Jansen, dit in tegenstelling tot wat sommige ,,geflipte dominees beweren”, zoals Jansen het fijntjes formuleert. De Bijbel bevat weliswaar bloedige passages, maar die zijn op zich geen oproep om als christen of jood ongelovigen over de kling te jagen. De Koran bevat wel van dergelijke oproepen, zoals: ‘Doodt dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag’ (soera 9:5). Een oproep die overigens stopt als de ‘ongelovigen’ de suprematie van de islam erkennen.
Jansen wil waarschuwen, zoveel is duidelijk uit dit boek en uit andere publicaties van zijn hand. Als we de fanatieke moslims hun gang laten gaan, lopen onze democratie en onze vrijheid gevaar. Waar Wilders ongefundeerd fulmineert tegen de islam en tegen moslims, onderbouwt Jansen zijn zorgen over de invloed van de islam in het Westen gedegen. Hij neemt daarin stelling tegen de ‘multiculti’s’, die de dialoog zoeken en die moeite doen om onderscheid te maken tussen fundamentalisten en meer liberale moslims.
Homogener
Het probleem ligt dieper, betoogt Jansen. De islam is veel homogener in zijn denken dan wij aannemen. De Koran is het heilige, onveranderlijke woord van God, zonder fouten, rechtstreeks doorgegeven door de profeet Mohammed. De stevige passages tegen ongelovigen, joden en christenen in deze onfeilbare Koran vormen een reëel gevaar, stelt Jansen. Uitgewerkt in de islamitische wet, de sharia, en aangevuld met voorbeeldverhalen over de profeet Mohammed, zijn moslims het aardig eens over wat wel en niet mag of moet.
Voeg daarbij de oproep tot de jihad, de heilige plicht om de islam als enige juiste godsdienst te verspreiden, en je hebt een niet te onderschatten gevaarlijk vergif voor het verlichte Westen, in de ogen van Jansen. Komen moslims in een land dat niet islamitisch is, dan kunnen ze zich lang gedeisd houden, maar als ze de kans krijgen, wordt de heilige strijd opgepakt, denkt Jansen.
De meeste mensen zijn gematigd en dat geldt gelukkig ook voor moslims, maar dat is de enige nuance die Jansen aanbrengt. Die nuance geldt niet voor het islamitische geloof en de gezichtsbepalende rechtsgeleerden ervan. ‘Multikul’ noemt Jansen iedere poging tot nuancering van de in zijn ogen gevaarlijke islamitische godsdienst.
Zwakte
Een softe houding wordt door Nederlandse moslims alleen maar gezien als een teken van zwakte en een aanmoediging om de invloed van de islam te vergroten. ,,Moslims hebben veel meer respect voor Wilders dan voor Balkenende”, zei Jansen onlangs in een interview.
En de jihad als een innerlijke strijd uitleggen, zoals liberale denkers nogal eens proberen, is bezijden de waarheid, stelt Jansen. De term slaat wel degelijk op het bestrijden van alle niet-moslims. Die jihad zorgde ervoor dat de islam in de eerste honderd jaar van zijn bestaan een gebied veroverde van Marokko tot Pakistan.
In zijn boek onderbouwt Jansen zijn visie op de islam aan de hand van ruim 250 vragen. Die vragen zijn op zich een goed middel voor de ‘islam-leek’ om een beeld te krijgen van de godsdienst en van de manier waarop moslims omgaan met hun geloof. Vooral de meer feitelijke vragen maken het boek tot een nuttige ‘islam voor dummies’.
Maar de ongenuanceerdheid waarmee Jansen het gevaar van de islam poogt neer te zetten, zorgt voor een ‘fast food’-beeld: makkelijk en lekker, maar oppervlakkig en slecht voor de gezondheid. Dat komt vooral door wat hij weglaat. Jansen presenteert een beeld van een godsdienst als losstaand verschijnsel. Maar godsdienst kun je niet los zien van de mens en de cultuur waarin hij functioneert. In dit geval zijn dat zelfs twee culturen: de Nederlandse en die van het land van herkomst, meestal Turks of Marokkaans.
En dan kom je in Nederland met een heel ander beeld, scherp neergezet door Marjo van Buitelaar, islam-antropoloog te Groningen. In haar boek ‘Islam en het dagelijks leven’ (Uitgeverij Atlas) stelt zij dat moslims in Nederland veel meer dan vroeger worden aangesproken op hun geloof, waarbij Turken, Marokkanen en Surinamers in hetzelfde culturele hokje gestopt worden. Als tegenreactie gaan veel van hen, vooral jongeren, de moslimidentiteit benadrukken: ,,Als jullie mij vooral zien als moslim, dan zal ik dat zijn ook.” Wereldwijd constateert Van Buitelaar eenzelfde tendens onder moslims.
Dieptepunt
Het risico van radicalisering licht hierbij op de loer. En daar schuilt een gevaar in, met als triest dieptepunt Mohammed B.’s moord op Theo van Gogh. Een gevaar dat niet gerechtvaardigd, maar wel gevoed wordt door moslims als een bedreigend blok te zien en daarbij de mens achter de moslim niet meer zien. Van daar is de stap naar buitensluiting en uiteindelijk vervolging niet groot meer.
Het christendom is groot geworden als underdog in het Romeinse Rijk, constateert Jansen terecht, in tegenstelling tot de gewapende verspreiding van de islam. Christenen bereikten dit vooral door een voorbeeld van mooie menselijke waarden te tonen: vergevingsgezindheid, barmhartigheid en opofferingsgezindheid, maar ook onverzettelijkheid tegen de overheersers. Deze waarden als voorbeeld tonen tegenover een strijdvaardige islam (waar van toepassing), werkt ook in deze tijd beter dan het koud bestrijden ervan. Het kleinste lichtje verjaagt de duisternis.
N.a.v. ‘De islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten’ - Een vrijmoedige inleiding op de islam, Hans Jansen, uitgeverij Van Praag, 12,50 euro.
Een harde aanval op de islam
Varkens, apen en ezels zijn benamingen voor ongelovigen of andersgelovigen in de Koran. Die Koran gaat ook niet zachtzinnig om met ongelovigen, betoogt arabist Hans Jansen in zijn boek De islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten. Een mooie ‘islam voor dummies’, maar ook een harde aanval op het wezen van deze godsdienst.
ALLERT VAN DER HOEVEN
Na de oproep van Tweede Kamerlid Geert Wilders om de Koran te verbieden is er een stevige discussie losgebarsten over het heilige boek voor moslims. Deze discussie laaide vorige week weer in alle hevigheid op na het verschijnen van Wilders’ film Fitna. Jansen was daarbij een van de optredende deskundigen die commentaar gaf op de film. Hoewel Jansen vindt dat Wilders te ver gaat met de eis van een Koranverbod, vindt hij dat de Koran wel degelijk gevaarlijke passages bevat, zoals oproepen voor geweld tegen niet- of andersgelovigen.
Het boek is daarin principieel anders dan de Bijbel, vindt Jansen, dit in tegenstelling tot wat sommige ,,geflipte dominees beweren”, zoals Jansen het fijntjes formuleert. De Bijbel bevat weliswaar bloedige passages, maar die zijn op zich geen oproep om als christen of jood ongelovigen over de kling te jagen. De Koran bevat wel van dergelijke oproepen, zoals: ‘Doodt dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag’ (soera 9:5). Een oproep die overigens stopt als de ‘ongelovigen’ de suprematie van de islam erkennen.
Jansen wil waarschuwen, zoveel is duidelijk uit dit boek en uit andere publicaties van zijn hand. Als we de fanatieke moslims hun gang laten gaan, lopen onze democratie en onze vrijheid gevaar. Waar Wilders ongefundeerd fulmineert tegen de islam en tegen moslims, onderbouwt Jansen zijn zorgen over de invloed van de islam in het Westen gedegen. Hij neemt daarin stelling tegen de ‘multiculti’s’, die de dialoog zoeken en die moeite doen om onderscheid te maken tussen fundamentalisten en meer liberale moslims.
Homogener
Het probleem ligt dieper, betoogt Jansen. De islam is veel homogener in zijn denken dan wij aannemen. De Koran is het heilige, onveranderlijke woord van God, zonder fouten, rechtstreeks doorgegeven door de profeet Mohammed. De stevige passages tegen ongelovigen, joden en christenen in deze onfeilbare Koran vormen een reëel gevaar, stelt Jansen. Uitgewerkt in de islamitische wet, de sharia, en aangevuld met voorbeeldverhalen over de profeet Mohammed, zijn moslims het aardig eens over wat wel en niet mag of moet.
Voeg daarbij de oproep tot de jihad, de heilige plicht om de islam als enige juiste godsdienst te verspreiden, en je hebt een niet te onderschatten gevaarlijk vergif voor het verlichte Westen, in de ogen van Jansen. Komen moslims in een land dat niet islamitisch is, dan kunnen ze zich lang gedeisd houden, maar als ze de kans krijgen, wordt de heilige strijd opgepakt, denkt Jansen.
De meeste mensen zijn gematigd en dat geldt gelukkig ook voor moslims, maar dat is de enige nuance die Jansen aanbrengt. Die nuance geldt niet voor het islamitische geloof en de gezichtsbepalende rechtsgeleerden ervan. ‘Multikul’ noemt Jansen iedere poging tot nuancering van de in zijn ogen gevaarlijke islamitische godsdienst.
Zwakte
Een softe houding wordt door Nederlandse moslims alleen maar gezien als een teken van zwakte en een aanmoediging om de invloed van de islam te vergroten. ,,Moslims hebben veel meer respect voor Wilders dan voor Balkenende”, zei Jansen onlangs in een interview.
En de jihad als een innerlijke strijd uitleggen, zoals liberale denkers nogal eens proberen, is bezijden de waarheid, stelt Jansen. De term slaat wel degelijk op het bestrijden van alle niet-moslims. Die jihad zorgde ervoor dat de islam in de eerste honderd jaar van zijn bestaan een gebied veroverde van Marokko tot Pakistan.
In zijn boek onderbouwt Jansen zijn visie op de islam aan de hand van ruim 250 vragen. Die vragen zijn op zich een goed middel voor de ‘islam-leek’ om een beeld te krijgen van de godsdienst en van de manier waarop moslims omgaan met hun geloof. Vooral de meer feitelijke vragen maken het boek tot een nuttige ‘islam voor dummies’.
Maar de ongenuanceerdheid waarmee Jansen het gevaar van de islam poogt neer te zetten, zorgt voor een ‘fast food’-beeld: makkelijk en lekker, maar oppervlakkig en slecht voor de gezondheid. Dat komt vooral door wat hij weglaat. Jansen presenteert een beeld van een godsdienst als losstaand verschijnsel. Maar godsdienst kun je niet los zien van de mens en de cultuur waarin hij functioneert. In dit geval zijn dat zelfs twee culturen: de Nederlandse en die van het land van herkomst, meestal Turks of Marokkaans.
En dan kom je in Nederland met een heel ander beeld, scherp neergezet door Marjo van Buitelaar, islam-antropoloog te Groningen. In haar boek ‘Islam en het dagelijks leven’ (Uitgeverij Atlas) stelt zij dat moslims in Nederland veel meer dan vroeger worden aangesproken op hun geloof, waarbij Turken, Marokkanen en Surinamers in hetzelfde culturele hokje gestopt worden. Als tegenreactie gaan veel van hen, vooral jongeren, de moslimidentiteit benadrukken: ,,Als jullie mij vooral zien als moslim, dan zal ik dat zijn ook.” Wereldwijd constateert Van Buitelaar eenzelfde tendens onder moslims.
Dieptepunt
Het risico van radicalisering licht hierbij op de loer. En daar schuilt een gevaar in, met als triest dieptepunt Mohammed B.’s moord op Theo van Gogh. Een gevaar dat niet gerechtvaardigd, maar wel gevoed wordt door moslims als een bedreigend blok te zien en daarbij de mens achter de moslim niet meer zien. Van daar is de stap naar buitensluiting en uiteindelijk vervolging niet groot meer.
Het christendom is groot geworden als underdog in het Romeinse Rijk, constateert Jansen terecht, in tegenstelling tot de gewapende verspreiding van de islam. Christenen bereikten dit vooral door een voorbeeld van mooie menselijke waarden te tonen: vergevingsgezindheid, barmhartigheid en opofferingsgezindheid, maar ook onverzettelijkheid tegen de overheersers. Deze waarden als voorbeeld tonen tegenover een strijdvaardige islam (waar van toepassing), werkt ook in deze tijd beter dan het koud bestrijden ervan. Het kleinste lichtje verjaagt de duisternis.
N.a.v. ‘De islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten’ - Een vrijmoedige inleiding op de islam, Hans Jansen, uitgeverij Van Praag, 12,50 euro.