Voor iemand die met een bijbelstudie over het leven van Mozes bezig is, heb ik de volgende vraag.
Bij de instelling van het Pascha moest een deel van het bloed gebruikt worden om aan de posten van de deuren te smeren. Nu vragen we ons af of dit onderdeel van de instelling van het Pascha eemalig was, of iedere keer moest gebeuren als het Pascha gevierd werd. Het had natuurlijk een specifiek doel, nl. bescherming voor de verderfengel, maar het verwees ook naar het bloed van Christus.
Weet iemand het antwoord op deze vraag?
Bloed aan de deurpost - Pascha
- MarthaMartha
- Berichten: 13043
- Lid geworden op: 21 nov 2007, 21:04
- Locatie: Linquenda
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
Ik heb gelezen dat na de instelling van de tabernakel/tempeldienst het volkomen lammetje werd meegenomen naar de tempel, daar werd het geslacht en het bloed werd voor het altaar uitgegoten. Vervolgens werd een deel van het lammetje geofferd, een ander deel werd meegenomen voor de vader om dat thuis met het gezin te eten.freek schreef:Voor iemand die met een bijbelstudie over het leven van Mozes bezig is, heb ik de volgende vraag.
Bij de instelling van het Pascha moest een deel van het bloed gebruikt worden om aan de posten van de deuren te smeren. Nu vragen we ons af of dit onderdeel van de instelling van het Pascha eemalig was, of iedere keer moest gebeuren als het Pascha gevierd werd. Het had natuurlijk een specifiek doel, nl. bescherming voor de verderfengel, maar het verwees ook naar het bloed van Christus.
Weet iemand het antwoord op deze vraag?
Als de moed je in de schoenen zinkt, ga dan eens op je kop staan!
- Bert Mulder
- Berichten: 9097
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
Uit de kanttekeningen lijkt het van niet. Dat dat dus alleen de eerste keer gebeurde.
Heb er ook Calvijn op nagekeken, en die zegt er niets specifiek over.
De Schrift zelf is er niet duidelijk over, hoewel het lijkt uit de volgorde dat ze het wel moesten herhalen.
Heb er ook Calvijn op nagekeken, en die zegt er niets specifiek over.
De Schrift zelf is er niet duidelijk over, hoewel het lijkt uit de volgorde dat ze het wel moesten herhalen.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
Praat je in majesteits meervoudfreek schreef:Voor iemand die met een bijbelstudie over het leven van Mozes bezig is, heb ik de volgende vraag.
Bij de instelling van het Pascha moest een deel van het bloed gebruikt worden om aan de posten van de deuren te smeren. Nu vragen we ons af of dit onderdeel van de instelling van het Pascha eemalig was, of iedere keer moest gebeuren als het Pascha gevierd werd. Het had natuurlijk een specifiek doel, nl. bescherming voor de verderfengel, maar het verwees ook naar het bloed van Christus.
Weet iemand het antwoord op deze vraag?



My one and only goal;
His image in my soul.
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
Exodus 12 geeft m.i. het antwoord:
21 Mozes dan riep al de oudsten van Israël, en zeide tot hen: Leest uit, en neemt u lammeren voor uw huisgezinnen, en slacht het pascha.
22 Neemt dan een bundelken hysop, en doopt het in het bloed, dat in een bekken zal wezen; en strijkt aan den bovendorpel, en aan de beide zijposten van dat bloed, hetwelk in het bekken zijn zal; doch u aangaande, niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot aan den morgen.
23 Want de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan; doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.
24 Onderhoudt dan deze zaak, tot een inzetting voor u en voor uw kinderen, tot in eeuwigheid.
Ik zie geen enkele reden om het Onderhoudt dan deze zaak, tot een inzetting voor u en voor uw kinderen, tot in eeuwigheid te limiteren, zodat het strijken van het bloed er buiten valt. Sterker nog; het strijken van het bloed staat er vlak boven.
Opvallend is wel, dat de overige malen dat verwezen wordt naar het Pascha in de bijbel, dat daar het bloed niet (meer) genoemd wordt.
21 Mozes dan riep al de oudsten van Israël, en zeide tot hen: Leest uit, en neemt u lammeren voor uw huisgezinnen, en slacht het pascha.
22 Neemt dan een bundelken hysop, en doopt het in het bloed, dat in een bekken zal wezen; en strijkt aan den bovendorpel, en aan de beide zijposten van dat bloed, hetwelk in het bekken zijn zal; doch u aangaande, niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot aan den morgen.
23 Want de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan; doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.
24 Onderhoudt dan deze zaak, tot een inzetting voor u en voor uw kinderen, tot in eeuwigheid.
Ik zie geen enkele reden om het Onderhoudt dan deze zaak, tot een inzetting voor u en voor uw kinderen, tot in eeuwigheid te limiteren, zodat het strijken van het bloed er buiten valt. Sterker nog; het strijken van het bloed staat er vlak boven.
Opvallend is wel, dat de overige malen dat verwezen wordt naar het Pascha in de bijbel, dat daar het bloed niet (meer) genoemd wordt.
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
Misschien heb je hier wat aan:freek schreef:Voor iemand die met een bijbelstudie over het leven van Mozes bezig is, heb ik de volgende vraag.
Bij de instelling van het Pascha moest een deel van het bloed gebruikt worden om aan de posten van de deuren te smeren. Nu vragen we ons af of dit onderdeel van de instelling van het Pascha eemalig was, of iedere keer moest gebeuren als het Pascha gevierd werd. Het had natuurlijk een specifiek doel, nl. bescherming voor de verderfengel, maar het verwees ook naar het bloed van Christus.
Weet iemand het antwoord op deze vraag?
Eerste Pascha
Het eerste Pascha in Egypte was een historische gebeurtenis ten dele afwijkend van de latere
Paschavieringen, die die eerste gebeurtenis gedenken. In de eerste plaats moest elk gezinshoofd
zijn eigen Pascha lam of bok slachten. Door het levitische priesterschap werd het recht om het eigen
kleinvee te slachten weggenomen. De vaak gebezigde redenatie dat het slachten der lammeren
reeds vanwege de kwantiteit in de middag moest plaatsvinden is dus niet juist, daar elk gezinshoofd
dit in de avondschemering van 13 op 14 Abib kon doen. Het slachten werd nog versimpeld door het
feit dat het lam met kop, schenkels en ingewanden gebraden moest worden boven een vuur. Het
laatste stukje daglicht van de 13e en de schemering van de 14e waren voor het slachten genoeg. De
instructies voor het strijken van het bloed aan deurposten is éénmalig; eveneens de instructies om
het gehaast, met schoeisel aan de voeten en een staf in de hand te eten.
Voorts stelt de Torah duidelijk:
-dat het Pascha in de nacht (Heb.: layil) (14e) gegeten werd (Ex 12:8).
-dat men tot de morgen (Heb.: boqer) (14e) binnen moest blijven (Ex 12:22)
-dat de Israëlieten in de nacht (Heb. : layil) van de 15e, de 1e dag der Ongezuurde Broden,
uitgetrokken zijn, (Ex 12:17; Dt 16:1!) .
Layil, nacht, is het tegenovergestelde van yom, dag. Layil is het gedeelte dat tussen de
avondschemering en ochtendschemering inzit. De volgorde is ereb-layil- boqer-yom, oftewel avondnacht-
morgen-dag. Mozes gebood de Israëlieten duidelijk 's nachts (layil) (Ex 12:8) het Pascha te
eten en tot de morgen (boqer) (Ex 12:22) binnen te blijven en de Bijbel zegt dat Israël 's nachts
(layil) (Dt 16:1) was uitgetrokken (. ..heeft de Heere, uw God, u in de nacht uit Egypte geleid, Dt
16:1)."
Aan dit citaat zou je nog toe kunnen voegen dat het strijken van het bloed aan de deurposten sterk gerelateerd was aan de uittocht uit Egypte. De verderfengel ging ook eenmalig langs. De Heere maakte (opnieuw) scheiding tussen Zijn bondsvolk en de Egyptenaren.
Praktisch gezien was het verder onmogelijk dit gebruik tijdens de woestijnreis voort te zetten.
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
Toch word het nog steeds gedaan. Ik praat nu over mijn eigen familie en een paar gezinnen doen het nog steeds.
Christian faith has to do less with what you know and more with whom you know, namely God and God in Christ. Rev. Martin E Marty
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
@Octavius, in je citaat wordt geen enkel argument genoemd waarom het gebod om het pascha elk jaar weer te vieren, geen betrekking heeft op het strijken van het bloed, wat er net voor staat.
Interessanter is om na te gaan wat de Joden van de Samaritaanse Synagoge doen. Deze houden tot op de dag van vandaag uiterst strikt alle geboden en inzettingen van de Schrift, en historische bronnen wijzen erop dat zij dit al die tijd zonder enige verandering in ritueel gedaan hebben (in tegenstelling tot de Joden, die onder invloed van Rabbijns denken en literatuur allerlei wetten en regels erbij verzonnen hebben, zodat de manier waarop die nu nog de gedenkdagen houden, heel anders is dan oorspronkelijk)Margriet schreef:Toch word het nog steeds gedaan. Ik praat nu over mijn eigen familie en een paar gezinnen doen het nog steeds.
Re: Bloed aan de deurpost - Pascha
In de nacht, toen ‘t volk van Israel uit het diensthuis werd gevoerd,
lag een knaapje ziek terneder, ‘t hoofd bewonden, ‘t hart ontroerd.
Naast zijn bedsteê zat zijn vader, diep bewogen .., ‘t was zijn zoon.
‘t Was zijn oudste, die daar neerlag. Vaders trots en moeders kroon!
Hete koortsgloed gloeit door d’ ad’ren; en de koorts steeg altijd weer,
en al zwakker werd de lijder, haast was er geen hope meer.
Vader had bijna vergeten ‘t bloed als teken van ‘t verbond
aan de deurpost aan te brengen, schoon Gods mond het had verkond’.
‘t Uur van middernacht kwam nader; daar waakt uit zijn diepe slaap
plots de knaap op: “O, mijn vader,” Kermt hij, “dacht u aan ‘t gebod?
Is het bloed wel aan de deurpost? Als straks d’ Engel komt voorbij,
mist het bloed …, hij zou mij doden, mij wegscheuren van uw zij.”
“Wees maar stil” was ‘t kalme antwoord, “‘k droeg het op aan onze buur
‘t bloed daar buiten aan te brengen tegen ‘t middernacht’lijk uur.”
Dankbaar lei de knaap zich neder; nochtans blijkbaar niet voldaan,
want onrustig sliep hij weder, werd weer wakker, zeer ontdaan.
Angstig vroeg hij: “Lieve vader, wat u zeide, is dat waar?
Is het bloed wel aan de deurpost, ‘t teken van ‘t verbond, wel daar?”
“Kind”, sprak vader, “leg je neder, wees toch rustig, hoor mij aan:
‘k zag het bloedig teken glanzen bij het zilver licht der maan.”
Dit bracht ‘t arme kind tot zwijgen. Doch maar even … ‘t Waakt weer op.
‘t Woelt en woelt en kermt en kreunt maar, Gauw stijgt d’ onrust tot de top.
‘t Zal zo aanstonds twaalf uur zijn. Angstig ziet hij naar de deur …
En hij wil, maar durft niets zeggen; van ‘t gelaat wijkt alle kleur.
Eind’lijk vat hij moed en roept het, schrééuwt het zijnen vader toe:
“Vader, vader, ‘t geldt mijn leven, duld dat ik één vraag nog doe!
Laat mij zien, ik moet het weten dat het bondsbloed niet ontbreekt.
‘k Bid u: laat ik m’ overtuigen, ‘t is uw zo ziek kind, die ‘t smeekt!”
En de vader, die zijn buurman op zijn woord steeds had vertrouwd,
moet bemerken, dat hij vrucht’loos op een schepsel had gebouwd.
‘t Was wel laat, maar niet té laat nog om te doen wat God beval;
om het bondsbloed aan te brengen dat behoud’nis brengen zal.
Vader grijpt een bundel hysop, doopt die in het bloed van ‘t lam,
en bestrijkt daarmee de deurpost, was gereed, eer d’ Engel kwam.
En het knaapje werd behouden, naar de ziel en lichaam beî.
En de ouders riepen dankend: “Dat de Heer’ geprezen zij!”
Vrienden, is het bloed van Christus, aan de deurpost van uw hart?
‘t Bloed van Hem, Die zondaars nodigt, Vreugde brengt in plaats van smart?
‘t Bloed, dat reinigt van de zonde. Van de zonde, klein en groot?
‘t Bloed van Hem, Die licht in duister, leven wekt, zelfs uit de dood.
Rust niet, als dat Joodse knaapje voor gij ‘t bloed gesprenkeld weet
aan de deurpost uwer ziele; tot de Borg uw schulden kweet.
lag een knaapje ziek terneder, ‘t hoofd bewonden, ‘t hart ontroerd.
Naast zijn bedsteê zat zijn vader, diep bewogen .., ‘t was zijn zoon.
‘t Was zijn oudste, die daar neerlag. Vaders trots en moeders kroon!
Hete koortsgloed gloeit door d’ ad’ren; en de koorts steeg altijd weer,
en al zwakker werd de lijder, haast was er geen hope meer.
Vader had bijna vergeten ‘t bloed als teken van ‘t verbond
aan de deurpost aan te brengen, schoon Gods mond het had verkond’.
‘t Uur van middernacht kwam nader; daar waakt uit zijn diepe slaap
plots de knaap op: “O, mijn vader,” Kermt hij, “dacht u aan ‘t gebod?
Is het bloed wel aan de deurpost? Als straks d’ Engel komt voorbij,
mist het bloed …, hij zou mij doden, mij wegscheuren van uw zij.”
“Wees maar stil” was ‘t kalme antwoord, “‘k droeg het op aan onze buur
‘t bloed daar buiten aan te brengen tegen ‘t middernacht’lijk uur.”
Dankbaar lei de knaap zich neder; nochtans blijkbaar niet voldaan,
want onrustig sliep hij weder, werd weer wakker, zeer ontdaan.
Angstig vroeg hij: “Lieve vader, wat u zeide, is dat waar?
Is het bloed wel aan de deurpost, ‘t teken van ‘t verbond, wel daar?”
“Kind”, sprak vader, “leg je neder, wees toch rustig, hoor mij aan:
‘k zag het bloedig teken glanzen bij het zilver licht der maan.”
Dit bracht ‘t arme kind tot zwijgen. Doch maar even … ‘t Waakt weer op.
‘t Woelt en woelt en kermt en kreunt maar, Gauw stijgt d’ onrust tot de top.
‘t Zal zo aanstonds twaalf uur zijn. Angstig ziet hij naar de deur …
En hij wil, maar durft niets zeggen; van ‘t gelaat wijkt alle kleur.
Eind’lijk vat hij moed en roept het, schrééuwt het zijnen vader toe:
“Vader, vader, ‘t geldt mijn leven, duld dat ik één vraag nog doe!
Laat mij zien, ik moet het weten dat het bondsbloed niet ontbreekt.
‘k Bid u: laat ik m’ overtuigen, ‘t is uw zo ziek kind, die ‘t smeekt!”
En de vader, die zijn buurman op zijn woord steeds had vertrouwd,
moet bemerken, dat hij vrucht’loos op een schepsel had gebouwd.
‘t Was wel laat, maar niet té laat nog om te doen wat God beval;
om het bondsbloed aan te brengen dat behoud’nis brengen zal.
Vader grijpt een bundel hysop, doopt die in het bloed van ‘t lam,
en bestrijkt daarmee de deurpost, was gereed, eer d’ Engel kwam.
En het knaapje werd behouden, naar de ziel en lichaam beî.
En de ouders riepen dankend: “Dat de Heer’ geprezen zij!”
Vrienden, is het bloed van Christus, aan de deurpost van uw hart?
‘t Bloed van Hem, Die zondaars nodigt, Vreugde brengt in plaats van smart?
‘t Bloed, dat reinigt van de zonde. Van de zonde, klein en groot?
‘t Bloed van Hem, Die licht in duister, leven wekt, zelfs uit de dood.
Rust niet, als dat Joodse knaapje voor gij ‘t bloed gesprenkeld weet
aan de deurpost uwer ziele; tot de Borg uw schulden kweet.
Want, de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zaligen, dat verloren was.
http://www.dewoesteweg.nl
http://www.dewoesteweg.nl