mentos schreef:
Ik mag niet op die site...
Voor degene die er niet op mogen hierbij de integrale tekst:
Wellicht zo'n 50 procent van de orthodoxe kerkleden, mannen en vrouwen, bedient zich van internetporno. Ze zullen steeds meer vast komen te zitten in een nare zelfrechtvaardiging. Wat is pornografie en wat is het probleem precies?
De Volkskrant heeft onderzoek laten doen naar het gebruik van pornografie door Nederlanders. De uitkomst was in meerdere opzichten opmerkelijk. 80 procent van de mannen gebruikt porno, en 66 procent regelmatig. Dat betekent dat bijna niemand meer vrijuit gaat, en het is bepaald niet alleen een mannenprobleem: ook 40 procent van de vrouwen is in korte tijd zo’n gebruiker geworden, en 18 procent veelgebruiker.
Voor de kerken was het vooral schrikken dat deze percentages over alle leeftijden ongeveer gelijk verdeeld waren, maar ook onder alle bevolkingsgroepen. Misschien moet we voor de serieuze kerken de cijfers van de Volkskrant iets verzachten, en komen we op 60 en 30 procent. Maar het is nog geen tien jaar geleden dat porno slechts door een kleine subcultuur werd gebruikt, en zeker nauwelijks in kerkelijke kring. Terwijl nu met internet, dat een tijdje slechts handig leek voor wat informatie en mailtjes, hebben we iets ongekend gewelddadigs onze huizen binnengehaald, en we zijn er massaal voor gevallen.
Trauma’s
Een van de oorzaken moet zijn dat we eigenlijk niet goed weten wat er nu zo fout is aan pornografie. Er zijn zes ernstige perversies op te merken: - Meer dan de helft van de vrouwen in de porno werkt niet vrijwillig mee. De late documentaires op SBS6 en Veronica suggereren anders, maar dat is propaganda-materiaal van de industrie zelf, gratis verspreid door enkele commerciële zenders. Als pornogebruikers denken dat ‘hun’ dames er toch gewillig en ongedwongen uitzien, dan weten ze eenvoudigweg niet wat acteren is en hoeveel foto’s er worden weggegooid en bijgewerkt. Niemand kan zien of een meisje vrijwillig meedoet of niet, er is gewoon meer dan vijftig procent kans dat u kijkt naar een slavin die dagelijks verkracht wordt.
- Ook meer dan de helft van de vrouwen is misbruikt in hun jeugd. Ze zijn verkracht door een (stief)vader, een oom, een vriendje. Dat is hoger dan het gemiddeld, en suggereert dat deze industrie een manier is om met dit trauma om te gaan – en dan een uitermate ongezonde. Het is feitelijk geen verwerking van hun pijn, maar een herhaling ervan, in een wanhopige poging er vrede mee te krijgen. Wie naar porno kijkt, houdt deze ongezonde pijnverwerking in stand en belemmert de genezing van deze vrouwen.
- Een deel van de gebruikers went aan de beeld en gaat steeds extremere beelden zoeken. Hoeveel precies is nog onduidelijk, maar schatting liggen meestal boven de tien procent. Dan hebben we het over mensen uit die groep van 80 en 40 procent die imitaties van verkrachtingen gaan kijken, seks met lijken en dieren, en kinderporno. In de industrie werken 4 miljoen vrouwen en 700.000 kinderen; deze zullen dus ook aan steeds extremere wensen moeten voldoen.
Eigenwaarde
- En hier blijft het niet bij. Inmiddels is het voor kinderporno aangetoond dat dit niet kindermisbruik voorkomt (dat dachten we nog een tijdje, dat het de lust zou afleiden), maar juist in het echte leven stimuleert. Nog geen wetenschapper heeft er zich aan willen wagen, maar het is plausibel dat dit ook geldt voor ‘gewone’ porno en prostitutie: dat het niet het aantal verkrachtingen beperkt, maar juist vergroot.
- Iedereen die porno bekijkt, verandert langzaam zijn beeld van vrouwen, mannen en seksualiteit. Dit leidt bij alle partijen tot onzekerheid, over de eigen prestaties en het eigen lichaam, maar ook tot diepe verwarring over waarvoor seks ook al weer bedoeld was. Porno is extreem mannelijk, extreem egocentrisch en extreem lustgericht. Dat verandert niet alleen hoe kijkers met hun echte partners in bed omgaan, maar ook daarbuiten. Precies in de periode dat internet opkwam zijn we bijvoorbeeld aantoonbaar minder met elkaar gaan vrijen: daarvoor deden vier op de tien stellen het bijna nooit meer, tegenwoordig zes op de tien.
- Ten slotte wordt het door bijna alle partners als een diepe belediging ervaren. Er zijn zeker mannen en vrouwen die het sussen, die zeggen dat ‘mannen nu eenmaal zo zijn’, en die zich erbij neerleggen. Maar dat heeft net zoveel invloed. Het is namelijk op een heel basaal niveau een belediging voor de partner, en als deze het sust, kan diegene niet anders dan ook tegelijk zijn eigenwaarde en verlangens hebben gesust.
Kortom, porno is een ultieme vorm van parasitair gedrag. We hebben eerst de slaven uit arme landen gestolen, later stalen we hun grondstoffen, tegenwoordig bestelen we hun collectief van de onschuld van hun dochters. Daarom moet de kerk pornogebruik een ernstige zonde blijven noemen, en dat vaker en intenser, ook al weet de predikant dat meer dan de helft van zijn toehoorders er niet af kan blijven, en weet de gemeente dat er een aardige kans is dat deze predikant zelf er ook niet los van is.
Sussen
Maar er is nog iets aan deze zonde, waardoor het dieper gaat rotten dan andere zonden die ook massaal leven onder de christenen, zoals roddelen, eigenwaan of niet duurzaam leven. Juist porno is zo’n verziekte wereld en heeft zo’n grote macht, dat het bij gebruikers automatisch allerlei verzachtingen, smoezen en zelfrechtvaardigingen moet oproepen.
Ook in christelijke kring hoor ik geregeld opmerkingen als: ‘Zo zijn mannen nu eenmaal, daar kun je niets aan doen.’ En juist die hoge cijfers lijken dit te bevestigen. Maar dan blijft de vraag waar die 40 procent vrouwen opeens vandaan komen, en meer nog, waarom mannelijke natuur pas sinds internet zo is; tien jaar geleden waren er nog bijna geen seksverslaafden en was porno echt een subcultuur. Er speelt nog meer gesus: ‘Ze willen het zelf, het is vrijwillig. Het valt best mee, het kan niet zo’n invloed hebben. En ik kan er gewoon weinig aan doen. En een filter is zo lastig, en zeker als de computer in de huiskamer moet, dat is toch geen oplossingen.’
Allemaal zelfrechtvaardigingen die met gemak weerlegd zijn. Maar juist onder christenen kunnen deze leven. Zij kunnen er evenmin vanaf blijven, maar zij kunnen hun natuurlijke schuldgevoel minder wegdrukken, zijn voelen niet alleen dat het zonde is, zij weten het ook. Maar toch doen ze het. Om deze ‘cognitieve dissonantie’ op te heffen zullen ze ofwel moeten stoppen, ofwel sterkere zelfrechtvaardigingen moeten verzinnen – sterker nog dan hun niet-gelovige buren (dit is precies wat Paulus beschrijft in Romeinen 7:5, 8-12).
Porno kan daarom niet een afgebakend gebied blijven in het leven, en zeker niet voor christenen, maar zal gaan woekeren in de persoonlijkheid. Elke keer dat er gebruikt wordt, wordt er een algemener proces van zelfrechtvaardiging en verzachten geactiveerd. En dat is precies wat een kerk van binnen uit zal verteren. Massaal zijn kerkmensen op dit moment aan het verontschuldigen geslagen en het wordt alleen maar meer. Daarmee wordt precies het hart van het christendom ‘onschadelijk’ gemaakt: het diepe besef van onrecht in deze wereld, zonde in ons eigen hart, en het offer dat God gaf.