Ger. Gem. kansels open voor zendelingen uit zendingkerken?
Ger. Gem. kansels open voor zendelingen uit zendingkerken?
KerkredactieGeplaatst: 14-09-2007 | 11:21Laatst gewijzigd: 14-09-2007 | 11:32
Synode GG: Kerk moet profetisch blijven spreken
Synode GG bezint zich onder meer op relatie met zendingskerken
UTRECHT - De overheid miskent in de samenleving de positie van de kerk. Toch is het nodig dat deze haar eigen plaats blijft benadrukken. De kerk moet naar buiten toe haar profetisch getuigenis duidelijk blijven uitspreken.
Dat zei ds. W. Silfhout (Capelle aan den IJssel) donderdag, op de tweede dag van de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten, bij de behandeling van het rapport van het deputaatschap hoge overheid. „Hoewel het exclusieve karakter van de Bijbelse boodschap niet meer wordt erkend, mag de kerk respect en een gelijkwaardige behandeling verwachten.”
Ds. D. de Wit (Rijssen) vroeg de ontwikkelingen rond de islamisering uiterst serieus te nemen. „Er wordt niet naar ons geluisterd, maar er wordt wel naar ons gekeken.”
Moderamenlid J. T. van den Berg (Nunspeet) verwoordde zijn bezorgdheid over het beginsel van de gelijkschakeling van religies. „Als de overheid wil weten wat er in de moskee wordt gezegd, moeten we ermee rekenen dat de overheid ook wil weten wat er bij ons gepreekt wordt.”
Ds. Silfhout: „We moeten ons ook niet in de hoek laten drukken. We moeten gewoon blijven prediken waartoe de Koning van de Kerk ons geroepen heeft.”
Zendingskerken
Uitgebreid bezon de synode zich gisteren op een verzoek van zendingskerken uit Nigeria en Indonesië. Hun vraag was om kansels in Nederland open te stellen voor predikanten van kerken die uit het zendingswerk zijn voortgekomen.
Met name de zendingskerk uit Nigeria vond het, met het oog op de „oneness of the Church” een scheve verhouding dat Nederlandse predikanten wel voorgaan in Nigeria, terwijl dat andersom niet is toegestaan.
Het deputaatschap zending stelde recht te willen doen aan de gelijkwaardige verhouding ten opzichte van de zusterkerken. „Maar plaatselijke kerkenraden zijn natuurlijk autonoom.”
Ds. G. J. van Aalst (Klaaswaal) en ds. C. Hogchem (Barneveld) wezen erop dat er sprake kan zijn van grote culturele verschillen. „We hechten er erg aan om uit te spreken dat onze broeders uit Nigeria van harte welkom zijn. Men mag overal spreken, maar dat behoeft toch nog niet direct in een eredienst te zijn.”
Ds. W. Visscher (Amersfoort) zei dat kerkenraden nergens toe verplicht kunnen worden. „Ik wil ervoor pleiten dat we de broeders uit Nigeria en Papua net zo behandelen als zij ons behandelen als wij bij hen op bezoek zijn.”
Ds. Van Eckeveld (voorzitter deputaatschap zending): „Dit verzoek van de zendingskerken is wel de consequentie van het zendingswerk. Wat een wonder dat er kerken gekomen zijn als vrucht op het zendingswerk. Zij vragen ons nu om als volwaardige kerk erkend te worden.”
De vergadering vroeg de aanwezige afgevaardigden ds. N. I. Ude (Nigeria Reformed Church, NRC) en ds. M. Nekwek (Gereja Jemaat Protestan di Indonesia, GJPI) naar een toelichting op hun verzoek. Ds. Ude zei dat de kerk in Nigeria is ontstaan uit het werk van het zendingsdeputaatschap. „Wij mogen voortbouwen op hetzelfde fundament. Uw synode spreekt over culturele verschillen, maar als we spreken over de prediking, hebben we het over wat de Bijbel zegt, niet over culturele verschillen. Gods Woord heeft zeggenschap over elke cultuur.”
Ds. M. Nekwek kon de aarzeling bij de vergadering wel begrijpen. Maar, zei hij tegen de afgevaardigden, „u moet twee dingen wel goed uit elkaar houden, de traditie, en het beginsel. Vanuit het beginsel zouden wij het zeer waarderen als wij mogen voorgaan in uw diensten.”
Na uitvoerige bespreking vatte het moderamen samen dat de Gereformeerde Gemeenten de zusterkerken als volwaardige kerken beschouwen, maar dat zij op de vervolgzitting in januari verder wil spreken over toelating van predikanten uit zendingskerken op de kansels in Nederland.
Bestuursstructuur
De zending heeft de achterliggende periode een andere manier van besturen doorgevoerd. Daarmee beoogt men een meer beleidsmatige aansturing, waarbij een aantal taken en verantwoordelijkheden bij het zendingsbureau is neergelegd. Verschillende afgevaardigden vroegen zich af of het deputaatschap, en dus ook de synode, op deze manier het zicht op het concrete zendingswerk niet kwijtraakt.
Als voorzitter van het zendingsdeputaatschap zei ds. Van Eckeveld dat men die kant zeker niet op wil. „Het zendingswerk is complex en veelomvattend. De nieuwe bestuursstructuur geeft juist meer ruimte om beleidsmatig te werk te gaan en om de kerkelijke identiteit te waarborgen.”
Zendingsdeputaat J. T. van den Berg onderstreepte dat de nieuwe werkwijze geen besturen op afstand inhoudt, maar besturen op hoofdlijnen. „Met dit bestuursmodel is meer gelegenheid om ons te concentreren op de wezenlijke vragen van het zendingswerk.”
Enkele afgevaardigden vroegen of er ijkpunten te noemen zijn om op zendingsterreinen de eigen identiteit te waarborgen. Ds. Van Eckeveld zei daarop dat het zendingsdeputaatschap niet alleen waarde hecht aan de Westminster Confessie, maar vooral ook aan de Drie Formulieren van Enigheid.
De synode gaf het deputaatschap mee om in de rapportage minder abstract te werk te gaan, waardoor de concrete situatie op de zendingsterreinen voor de synode transparanter wordt.
Op vragen van afgevaardigden hoe identiteit op de verschillende zendingsvelden concreet gestalte krijgt, vroeg de assessor, ds. P. Mulder, of ds. M. Nekwek (GJPI) iets wilde zeggen over de praktijk in Papua. Ds. Nekwek: „De GJPI zijn vrucht van het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten. We willen graag uw kerkorde overnemen en van harte onderstrepen dat onze identiteit net als de uwe in de Reformatie ligt. Daarbij moeten we ook eerlijk zeggen dat de Papuacontext een andere is dan die in Nederland.”
Ouderling B. Agteresch wilde graag weten of in bijvoorbeeld de kerk in Nigeria voor het toelaten van predikanten ook een curatorium is, of een soort commissie van onderzoek.
Op verzoek van de preses gaf ds. N. I. Ude antwoord: „De Nigeria Reformed Church kent al vele jaren een curatorium. Deze komt tweejaarlijks bijeen. In dat gesprek wordt op drie punten gelet: op iemands bekering, op iemands roeping en op iemands persoonlijke leven. Zulke gesprekken duren soms wel uren.”
-----------------------------------------------
Een historisch document uit 1907
Op de synode van de Gereformeerde Gemeenten overhandigde ds. C. de Jongste (Tholen) donderdag een historisch document aan de preses, ds. J. J. van Eckeveld. Het betrof de brief die de synode van de kruiskerken op 23 mei 1907 schreef aan de algemene vergadering van de ledeboeriaanse gemeenten. Ds. De Jongste had deze brief gevonden in het archief van de oud gereformeerde gemeente te Nieuw Beijerland.
De voorzitter van de sectie kerkelijke archieven, ds. W. Silfhout, kreeg de brief als gescande kopie op cd rom overhandigd. Een ingelijste afdruk van de brief werd geschonken aan de Theologische School in Rotterdam.
Synodepreses ds. Van Eckeveld kreeg een in brons geslagen beeltenis van ds. G. H. Kersten overhandigd, vervaardigd door beeldend kunstenaar Tijs Huisman uit Gouda, „als herinnering aan 1907 en uit dankbaarheid voor 2007.”
© Reformatorisch Dagblad
------------------------------------
Terechte vraag van de zendelingen uit de zusterkerken op het zendingsveld. Waarom zouden de kansels niet openstaan in de eredienst voor deze voorgangers. Andersom is het wel het geval, begrijp ik.
Grace
Synode GG: Kerk moet profetisch blijven spreken
Synode GG bezint zich onder meer op relatie met zendingskerken
UTRECHT - De overheid miskent in de samenleving de positie van de kerk. Toch is het nodig dat deze haar eigen plaats blijft benadrukken. De kerk moet naar buiten toe haar profetisch getuigenis duidelijk blijven uitspreken.
Dat zei ds. W. Silfhout (Capelle aan den IJssel) donderdag, op de tweede dag van de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten, bij de behandeling van het rapport van het deputaatschap hoge overheid. „Hoewel het exclusieve karakter van de Bijbelse boodschap niet meer wordt erkend, mag de kerk respect en een gelijkwaardige behandeling verwachten.”
Ds. D. de Wit (Rijssen) vroeg de ontwikkelingen rond de islamisering uiterst serieus te nemen. „Er wordt niet naar ons geluisterd, maar er wordt wel naar ons gekeken.”
Moderamenlid J. T. van den Berg (Nunspeet) verwoordde zijn bezorgdheid over het beginsel van de gelijkschakeling van religies. „Als de overheid wil weten wat er in de moskee wordt gezegd, moeten we ermee rekenen dat de overheid ook wil weten wat er bij ons gepreekt wordt.”
Ds. Silfhout: „We moeten ons ook niet in de hoek laten drukken. We moeten gewoon blijven prediken waartoe de Koning van de Kerk ons geroepen heeft.”
Zendingskerken
Uitgebreid bezon de synode zich gisteren op een verzoek van zendingskerken uit Nigeria en Indonesië. Hun vraag was om kansels in Nederland open te stellen voor predikanten van kerken die uit het zendingswerk zijn voortgekomen.
Met name de zendingskerk uit Nigeria vond het, met het oog op de „oneness of the Church” een scheve verhouding dat Nederlandse predikanten wel voorgaan in Nigeria, terwijl dat andersom niet is toegestaan.
Het deputaatschap zending stelde recht te willen doen aan de gelijkwaardige verhouding ten opzichte van de zusterkerken. „Maar plaatselijke kerkenraden zijn natuurlijk autonoom.”
Ds. G. J. van Aalst (Klaaswaal) en ds. C. Hogchem (Barneveld) wezen erop dat er sprake kan zijn van grote culturele verschillen. „We hechten er erg aan om uit te spreken dat onze broeders uit Nigeria van harte welkom zijn. Men mag overal spreken, maar dat behoeft toch nog niet direct in een eredienst te zijn.”
Ds. W. Visscher (Amersfoort) zei dat kerkenraden nergens toe verplicht kunnen worden. „Ik wil ervoor pleiten dat we de broeders uit Nigeria en Papua net zo behandelen als zij ons behandelen als wij bij hen op bezoek zijn.”
Ds. Van Eckeveld (voorzitter deputaatschap zending): „Dit verzoek van de zendingskerken is wel de consequentie van het zendingswerk. Wat een wonder dat er kerken gekomen zijn als vrucht op het zendingswerk. Zij vragen ons nu om als volwaardige kerk erkend te worden.”
De vergadering vroeg de aanwezige afgevaardigden ds. N. I. Ude (Nigeria Reformed Church, NRC) en ds. M. Nekwek (Gereja Jemaat Protestan di Indonesia, GJPI) naar een toelichting op hun verzoek. Ds. Ude zei dat de kerk in Nigeria is ontstaan uit het werk van het zendingsdeputaatschap. „Wij mogen voortbouwen op hetzelfde fundament. Uw synode spreekt over culturele verschillen, maar als we spreken over de prediking, hebben we het over wat de Bijbel zegt, niet over culturele verschillen. Gods Woord heeft zeggenschap over elke cultuur.”
Ds. M. Nekwek kon de aarzeling bij de vergadering wel begrijpen. Maar, zei hij tegen de afgevaardigden, „u moet twee dingen wel goed uit elkaar houden, de traditie, en het beginsel. Vanuit het beginsel zouden wij het zeer waarderen als wij mogen voorgaan in uw diensten.”
Na uitvoerige bespreking vatte het moderamen samen dat de Gereformeerde Gemeenten de zusterkerken als volwaardige kerken beschouwen, maar dat zij op de vervolgzitting in januari verder wil spreken over toelating van predikanten uit zendingskerken op de kansels in Nederland.
Bestuursstructuur
De zending heeft de achterliggende periode een andere manier van besturen doorgevoerd. Daarmee beoogt men een meer beleidsmatige aansturing, waarbij een aantal taken en verantwoordelijkheden bij het zendingsbureau is neergelegd. Verschillende afgevaardigden vroegen zich af of het deputaatschap, en dus ook de synode, op deze manier het zicht op het concrete zendingswerk niet kwijtraakt.
Als voorzitter van het zendingsdeputaatschap zei ds. Van Eckeveld dat men die kant zeker niet op wil. „Het zendingswerk is complex en veelomvattend. De nieuwe bestuursstructuur geeft juist meer ruimte om beleidsmatig te werk te gaan en om de kerkelijke identiteit te waarborgen.”
Zendingsdeputaat J. T. van den Berg onderstreepte dat de nieuwe werkwijze geen besturen op afstand inhoudt, maar besturen op hoofdlijnen. „Met dit bestuursmodel is meer gelegenheid om ons te concentreren op de wezenlijke vragen van het zendingswerk.”
Enkele afgevaardigden vroegen of er ijkpunten te noemen zijn om op zendingsterreinen de eigen identiteit te waarborgen. Ds. Van Eckeveld zei daarop dat het zendingsdeputaatschap niet alleen waarde hecht aan de Westminster Confessie, maar vooral ook aan de Drie Formulieren van Enigheid.
De synode gaf het deputaatschap mee om in de rapportage minder abstract te werk te gaan, waardoor de concrete situatie op de zendingsterreinen voor de synode transparanter wordt.
Op vragen van afgevaardigden hoe identiteit op de verschillende zendingsvelden concreet gestalte krijgt, vroeg de assessor, ds. P. Mulder, of ds. M. Nekwek (GJPI) iets wilde zeggen over de praktijk in Papua. Ds. Nekwek: „De GJPI zijn vrucht van het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten. We willen graag uw kerkorde overnemen en van harte onderstrepen dat onze identiteit net als de uwe in de Reformatie ligt. Daarbij moeten we ook eerlijk zeggen dat de Papuacontext een andere is dan die in Nederland.”
Ouderling B. Agteresch wilde graag weten of in bijvoorbeeld de kerk in Nigeria voor het toelaten van predikanten ook een curatorium is, of een soort commissie van onderzoek.
Op verzoek van de preses gaf ds. N. I. Ude antwoord: „De Nigeria Reformed Church kent al vele jaren een curatorium. Deze komt tweejaarlijks bijeen. In dat gesprek wordt op drie punten gelet: op iemands bekering, op iemands roeping en op iemands persoonlijke leven. Zulke gesprekken duren soms wel uren.”
-----------------------------------------------
Een historisch document uit 1907
Op de synode van de Gereformeerde Gemeenten overhandigde ds. C. de Jongste (Tholen) donderdag een historisch document aan de preses, ds. J. J. van Eckeveld. Het betrof de brief die de synode van de kruiskerken op 23 mei 1907 schreef aan de algemene vergadering van de ledeboeriaanse gemeenten. Ds. De Jongste had deze brief gevonden in het archief van de oud gereformeerde gemeente te Nieuw Beijerland.
De voorzitter van de sectie kerkelijke archieven, ds. W. Silfhout, kreeg de brief als gescande kopie op cd rom overhandigd. Een ingelijste afdruk van de brief werd geschonken aan de Theologische School in Rotterdam.
Synodepreses ds. Van Eckeveld kreeg een in brons geslagen beeltenis van ds. G. H. Kersten overhandigd, vervaardigd door beeldend kunstenaar Tijs Huisman uit Gouda, „als herinnering aan 1907 en uit dankbaarheid voor 2007.”
© Reformatorisch Dagblad
------------------------------------
Terechte vraag van de zendelingen uit de zusterkerken op het zendingsveld. Waarom zouden de kansels niet openstaan in de eredienst voor deze voorgangers. Andersom is het wel het geval, begrijp ik.
Grace
Laatst gewijzigd door Grace op 14 sep 2007, 12:04, 2 keer totaal gewijzigd.
Volgens mij is je topictitel nog wat voorbarig. Dit was volgens mij de eindconclusie:
Na uitvoerige bespreking vatte het moderamen samen dat de Gereformeerde Gemeenten de zusterkerken als volwaardige kerken beschouwen, maar dat zij op de vervolgzitting in januari verder wil spreken over toelating van predikanten uit zendingskerken op de kansels in Nederland.
Na uitvoerige bespreking vatte het moderamen samen dat de Gereformeerde Gemeenten de zusterkerken als volwaardige kerken beschouwen, maar dat zij op de vervolgzitting in januari verder wil spreken over toelating van predikanten uit zendingskerken op de kansels in Nederland.
Kislev, ik heb er een vraagteken achter gezet. Beankt voor je alertheid.Kislev schreef:Volgens mij is je topictitel nog wat voorbarig. Dit was volgens mij de eindconclusie:
Na uitvoerige bespreking vatte het moderamen samen dat de Gereformeerde Gemeenten de zusterkerken als volwaardige kerken beschouwen, maar dat zij op de vervolgzitting in januari verder wil spreken over toelating van predikanten uit zendingskerken op de kansels in Nederland.
En dat op de vrijdagmiddagGrace schreef:Kislev, ik heb er een vraagteken achter gezet. Beankt voor je alertheid.Kislev schreef:Volgens mij is je topictitel nog wat voorbarig. Dit was volgens mij de eindconclusie:
Na uitvoerige bespreking vatte het moderamen samen dat de Gereformeerde Gemeenten de zusterkerken als volwaardige kerken beschouwen, maar dat zij op de vervolgzitting in januari verder wil spreken over toelating van predikanten uit zendingskerken op de kansels in Nederland.
Ja vind ik ook. En het het al helemaal niet consequent om als Nederlandse predikanten wel in de buitenlandse zustergemeenten voor te gaan. Is het culturele verschil dan ineens wel irrelevant?jvdg schreef:Ik ken niet de uitgebreide argumentatie van de GS, maar als je stelt dat er sprake is van volwaardige zusterkerken is het inconsequent de predikanten van die gemeentes (nog) niet op de NL kansels toe te laten.
De conclusie kan alleen maar zijn dat ze daar ietwat toleranter zijn.freek schreef:Ja vind ik ook. En het het al helemaal niet consequent om als Nederlandse predikanten wel in de buitenlandse zustergemeenten voor te gaan. Is het culturele verschil dan ineens wel irrelevant?jvdg schreef:Ik ken niet de uitgebreide argumentatie van de GS, maar als je stelt dat er sprake is van volwaardige zusterkerken is het inconsequent de predikanten van die gemeentes (nog) niet op de NL kansels toe te laten.
De synode was erg verdeeld over dit punt. Daarom is er ook geen besluit genomen, geen ja en geen nee. Wel werd er op gewezen dat de kerken weliswaar zusterkerken zijn maar dat je bijv. met een getrouwde zuster anders omgaat dan met een nog wat jongere zuster.
En dat er ook verder doordenking nodig is. Want hoe wordt omgegaan met bediening van de sacramenten?
En dat er ook verder doordenking nodig is. Want hoe wordt omgegaan met bediening van de sacramenten?
Grappige woordspeling, maar m.i. totaal irrelevant in deze context. Of je beschouwt ze als zusterkerken (met bijbehorende rechten),Erasmiaan schreef:De synode was erg verdeeld over dit punt. Daarom is er ook geen besluit genomen, geen ja en geen nee. Wel werd er op gewezen dat de kerken weliswaar zusterkerken zijn maar dat je bijv. met een getrouwde zuster anders omgaat dan met een nog wat jongere zuster.
Wat bedoel je hiermee?Erasmiaan schreef:Want hoe wordt omgegaan met bediening van de sacramenten?
De vervolgvragen die dan komen. Is het deze predikanten ook toegestaan sacramenten te bedienen? Hoe zit dat met de vertaling? Wie moet er vertalen? Wie kan er betrouwbaar vertalen? Om zich op deze vragen en meer te bezinnen is er nog geen besluit genomen.rekcor schreef:Grappige woordspeling, maar m.i. totaal irrelevant in deze context. Of je beschouwt ze als zusterkerken (met bijbehorende rechten),Erasmiaan schreef:De synode was erg verdeeld over dit punt. Daarom is er ook geen besluit genomen, geen ja en geen nee. Wel werd er op gewezen dat de kerken weliswaar zusterkerken zijn maar dat je bijv. met een getrouwde zuster anders omgaat dan met een nog wat jongere zuster.
Wat bedoel je hiermee?Erasmiaan schreef:Want hoe wordt omgegaan met bediening van de sacramenten?
Om op je eerste punt in te gaan: Volgens jou is het totaal irrelevant. Volgens de synodeleden niet. De oud Gereformeerde Gemeenten zijn ook zusterkerken. Toch gaan oud Gereformeerde predikanten niet voor in de GerGem.
Overigens, wat mij betreft mogen de dominees uit zendingskerken gewoon bij ons voorgaan. Ik heb echter wel respect voor degenen die daar moeite mee hebben.
Ds Nekwek
Die ds Nekwek weet nu al waar de schoen wringt... Ze moeten leren de traditie los te laten.Ds. M. Nekwek kon de aarzeling bij de vergadering wel begrijpen. Maar, zei hij tegen de afgevaardigden, „u moet twee dingen wel goed uit elkaar houden, de traditie, en het beginsel. Vanuit het beginsel zouden wij het zeer waarderen als wij mogen voorgaan in uw diensten.”