Hier een interview met Ds Moerkerken en Dhr vd Schans.
Het Reformatorisch Dagblad van 6 sept 2007 schreef: Het eeuwfeest van de Gereformeerde Gemeenten leidt niet tot een feest. „Ik heb er geen triomfantelijke stemming bij”, zegt ds. A. Moerkerken, rector van de Theologische School. Drs. A. A. van der Schans, docent geschiedenis aan christelijke hogeschool de Driestar en ouderling in Bodegraven, ziet een donkere wolk boven het jubileum. „Het getuigenis van de kerk naar de wereld toe wordt gebroken door verdeeldheid.” Een tweegesprek over een eeuwfeest in de branding. De vlag ligt met gebroken stok op zolder. En bloemen zijn er niet.
Ds. Moerkerken staat, zegt hij, met veel liefde in zijn kerk, „zonder kerkisme, en zonder te denken dat des Heeren tempel uitsluitend onze gemeenten zou betreffen. Ik heb zorg over de kerk waarin de Heere mij een plaats gaf, zorg over de jeugd vooral. Maar er is ook hartelijke erkentenis voor alles wat Hij gaf, en voor alles wat Hij ons nog gelaten heeft.”
Het verwondert Van der Schans dat in een land als Nederland, „waarin zo veel op drift is, er nog een groep christenen is die de Schriftuurlijk-bevindelijke waarheid trouw gebleven is. In de Gereformeerde Gemeenten is volstrekte eerbied voor het Woord van God. Dat typeert deze kerk, dat de dienst der verzoening ook een persoonlijke spits krijgt: Hoe sta ik zelf voor de hoge en de heilige God?”
Publicaties
De Gereformeerde Gemeenten verkeren in een periode vol onrust. Met enige regelmaat verschijnen boeken en publicaties waarin kritische vragen worden gesteld bij de prediking.
Van der Schans, die onder meer in het blad Wapenveld (tijdschrift van de reünistenvereniging van de CSFR) kritisch schreef over de Gereformeerde Gemeenten, stelt vast dat de afgelopen decennia vele appelschriften zijn verschenen. „Er leven kennelijk bezwaren tegen de prediking, gecentreerd rond thema’s als verkiezing, de verbondsbeschouwing, het aanbod van genade. Iedereen kan constateren dat bezwaarmakers geen voet aan de grond krijgen, dat ze vervolgens buiten de kring van de gemeenten komen te staan en dat discussies vaak uitmonden in kerkelijke uitspraken die de functie hebben om de identiteit af te bakenen. Dit verschijnsel zie je in deze mate alleen in de Gereformeerde Gemeenten.”
Ds. Moerkerken: „Dat is de situatie waartoe we veroordeeld schijnen te zijn. Overigens zie ik om me heen geen kerk waarin uitsluitend rust en vrede heersen. Dat bezwaarmakers op een gegeven ogenblik búíten de gemeenten komen te staan, is inderdaad vaak het wrange eindresultaat van het verschil van inzicht. Toch is dat soms slechts ten dele waar. Stónden ze er al niet buiten voordat ze naar buiten traden? Daarbij komt dat we bezwaarden wel degelijk serieus nemen. Hoeveel ambtelijke uren zijn er al niet besteed aan allerhande bezwaarschriften, allemaal tijd die onttrokken is aan het andere ambtelijke werk. Ik vind het verdrietig als mensen dan uiteindelijk toch afhaken.”
Voor kerkleden die verontrust zijn, is er de kerkelijke weg waarlangs zij hun bezwaren kunnen laten behandelen. Deze zou echter te lang zijn.
Ds. Moerkerken: „Ik begrijp dat wel. Maar in het burgerlijk recht duurt de rechtsgang vaak ook lang. En je kunt toch ook niet voor ieder bezwaarschrift een aparte generale synode uitschrijven.”
Men verwijt de Gereformeerde Gemeenten wel dat er geen open gesprek kan zijn, dat er in De Saambinder geen gelegenheid is om met elkaar van gedachten te wisselen.
Ds. Moerkerken: „Ik weet dat, maar dat vind ik onheus. Ik heb het ook moeilijk met zulke verwijten. Iedere serieuze publicatie is diepgaand besproken, soms zelfs in dertien afleveringen. Dat men daarin niet het gewenste antwoord krijgt, is een andere zaak. Dat kan in elk geval geen reden zijn om te beweren dat men niet serieus genomen wordt. De Saambinder moet mediteren, stichten, informeren, opiniëren. Het is geen orgaan van een debatclub. In het kerkblad moet helder zijn wat de koers van de gemeenten is.”
Van der Schans: „De Saambinder reageert inderdaad wel degelijk op kritische geluiden. Maar de Gereformeerde Gemeenten vormen wel, meer dan andere kerken, een gesloten kerktype, waar al gauw gezegd wordt: Hier staan we, we kunnen niet anders. Anderzijds is ook het waar dat sommigen de Gereformeerde Gemeenten daadwerkelijk overvragen. Men kan van een geit nu eenmaal geen schaap maken.”
Voor Van der Schans behoeven de Gereformeerde Gemeenten hun theologische koers niet te wijzigen. „Maar over een aantal bezwaren zou opener gesproken moeten kunnen worden. Niemand mag van de kerk verwachten dat ze bij voorbeeld de zes leeruitspraken uit 1931 over het genadeverbond schrapt. Maar de kerk moet wel bevraagd willen worden op de gereformeerde belijdenis. Binnen de gereformeerde belijdenis leggen de Gereformeerde Gemeenten hun eigen accenten. Laten we beducht zijn andere accenten en andere keuzen minder legitiem en gereformeerd te verklaren.”
Ds. Moerkerken: „De Gereformeerde Gemeenten hebben niet de pretentie de enige juiste vertolking van de gereformeerde belijdenis te zijn. Maar de keuzes die de kerk de afgelopen honderd jaar gemaakt heeft rond bijvoorbeeld de verbondsbeschouwing zijn kerkhistorisch legitiem en exegetisch-Schriftuurlijk juist geweest.”
Ds. Kersten
Van der Schans kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de redactie van De Saambinder nadrukkelijk keuzes maakt. „Maar om veilig aan de overkant van de weg te komen, moeten we wel twee kanten uitkijken.”
Ds. Moerkerken: „Ds. G. H. Kersten kon openlijk kritische vragen stellen aan ds. G. van Reenen. En toch bleven ze vrienden. Dat kon toen nog. Dat kon toen lijden. Misschien zijn we dat een beetje kwijtgeraakt. Tussen ds. Kersten en ds. Van Reenen is wel eens een harde noot gekraakt, en toch bleven ze hartelijk broeders, omdat ze het in de kern van de zaak zo eens waren, over hoe God een mens bekeert. Daarover was geen millimeter verschil van inzicht. Ik vrees dat na de jaren zeventig dingen zijn gaan schuiven, waardoor een andere geloofsbeleving openbaar kwam. En dát zet de verhoudingen zo op scherp.”
Van der Schans: „Helemaal mee eens! Waar het sommigen echter om gaat, is dat er ruimte zou moeten zijn om elkaar eerlijk te bevragen, niet om elkaar de oren te wassen, maar om elkaar te dienen. Er is ook kritiek die juist tot doordenking leidt. Die moeten we niet uit de weg gaan. Kritiek houdt ons ook een spiegel voor.”
Over de gebeurtenissen in 1950 en 1953 blijken ds. Moerkerken en Van der Schans verschillend te denken. Ds. Moerkerken vindt dat de synodebesluiten van zowel 1950 (waarbij ds. R. Kok als predikant werd geschorst) als van 1953 (waarbij dr. C. Steenblok als docent werd ontslagen) inhoudelijk niet anders hadden kunnen worden genomen. „Maar dat niet wil zeggen dat ik alle gevolgde procedures goedkeur en evenmin dat ik de gevolgen ervan niet zou betreuren. Ik had graag de persónen Kok en Steenblok voor de gemeenten willen behouden.”
Van der Schans vindt dat zowel ds. Kok als dr. Steenblok paste binnen de Gereformeerde Gemeenten. „We moeten de gereformeerde belijdenis ook daadwerkelijk praktiseren. Over bijvoorbeeld de volgorde van wedergeboorte en geloof kun je vanuit de belijdenisgeschriften tot een verschillende keus komen, zonder ongereformeerd te worden. Laten we de brede gereformeerde traditie in het oog houden en niet versmallen.”
Is er in een kerkelijke gemeenschap met 100.000 leden ruimte voor accentverschillen, voor flanken en stromingen, zoals die er bijvoorbeeld in de Christelijke Gereformeerde Kerken zijn?
Ds. Moerkerken: „Je hoeft allemaal niet eender te zijn om het toch eens te kunnen zijn. Accenten en liggingsverschillen zijn er altijd geweest. Ds. Kersten was meer dogmatisch belijnd, ds. Van Reenen was meer beeldend en pastoraal, maar beiden hamerden op precies hetzelfde aambeeld. Wat we de laatste decennia zien, is meestal echter geen zaak van accentverschillen, maar van een andere geloofsbeleving. Er mogen best kleurverschillen zijn, maar in de meeste bezwaarschriften is veel meer aan de hand.”
Hoe groot schat u beiden de groep verontrusten in?
Ds. Moerkerken: „Als ik de internetfora moet geloven, kunnen het er wel 10.000 zijn. Maar ik lees ook heel vaak: „Velen zijn met mij van mening dat…” Als ik afga op wat ik vanuit de gemeenten hoor, is die groep zo groot niet. Maar, elke ziel is wel een ziel voor de eeuwigheid. Van ieder lid dat ons verlaat, ervaar ik pijn.”
Van der Schans: „Deze groep verontrusten is niet zo groot. In veel gemeenten is rust, velen zijn tevreden over de prediking. Welke kerkenraden hebben zich nu serieus over deze dingen gebogen? Nee, ik neem geen grote golf van onrust waar. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat het grote aantal kerkleden dat trouw naar de kerk komt, nog geen bewijs van geestelijk leven is. Over mensen die onder de prediking komen en blijven zeggen onbekeerd te zijn, dienen we verontrust te zijn.”
Ds. Moerkerken, u staat als rector van de Theologische School nogal in de storm. Wat doet dat met u persoonlijk?
„Ze mogen van mijn persoon van alles zeggen, maar niet van onze kerk. Als het over jezelf gaat, moet je maar proberen als een lam te zijn. Maar als het over de leer gaat, wees dan als een leeuw. De kritiek is vaak zo onzuiver, zo op de persoon gericht. Ik zou bijvoorbeeld de standenleer hebben uitgevonden. Lees de preken van ds. Kersten! De positie die ik heb, brengt mee dat ik wel eens wat wind opvang. Maar ik heb nooit gesolliciteerd naar het rectorschap, noch naar het hoofdredacteurschap van De Saambinder. Er wordt in dit opzicht niet altijd even kerkelijk gedacht. De kerk kent geen leiders, geen top, geen boegbeelden. Niemand van ons is directeur van een of andere onderneming, wij zijn dienaren des Woords, en ik ben slechts een van de vijftig.”
Wat wilt u beiden zeggen, in dit jubileumjaar, tegen hen die kritisch staan in hun kerk, die bezwaren maken, die verontrust zijn over de koers?
Ds. Moerkerken: „Waardeer het goede dat er is, en probeer niet als participant van de kritische tijdgeest de dingen uit te vergroten. Als het gaat over het Schriftgezag, over de scheppingsleer, over de namen, de ambten en de naturen van de Middelaar, over de kerkleer, hebben we geen verschil van mening. Vergroot de overige dingen dan niet zo uit, ruk alsjeblieft geen citaten uit hun verband, en blijf trouw aan de kerk waar de Heere je een plaats heeft gegeven. Breng zorgen liever voor Gods aangezicht dan in de publiciteit.”
Van der Schans: „Als we de meetlat leggen bij de gereformeerde belijdenis, bij de Drie Formulieren, bij de prediking van de Heidelbergse Catechismus, vinden we veel leeropvattingen van de Gereformeerde Gemeenten terug. Ik wil dat ronduit erkennen. Daarbij weten we dat de Heere met Zijn kinderen verschillende wegen gaat. Luther was geen Calvijn. En Philpot was geen Kohlbrugge. En toch waren ze het hartelijk eens over het wezen van de zaak. Tegen bezwaarden wil ik zeggen: Spring niet zo snel over de sloot, want springende schapen worden niet vet. Tegen onze kerk zou ik willen zeggen: Misschien moeten we als kerkverband meer inzien dat de aantrekkelijkheid van een bloeiende bloementuin vooral ligt in de verschillende kleuren en geuren die er zijn. Laten die verschillende bloemen er mogen zijn. Als het maar geen distels worden.”
Is er hoop, na honderd jaar, voor de kerk, voor de Gereformeerde Gemeenten, voor het nageslacht?
Van der Schans: „Ik geloof één heilige, algemene christelijke kerk. Zou er nog eens een opwekking komen, zo’n regenbui als die van Luther? Het lijkt soms allemaal zo uitzichtloos, maar ik zie ook jongeren die de Heere zoeken. Soms beschamend voor de generatie daarboven.”
Ds. Moerkerken: „In Openbaring 4 lezen we over de regenboog rondom de troon. Geen halve regenboog, zoals wij alleen maar de regenboog zien, de Heere ziet altijd de hele regenboog. Dan krijg ik weer fiducie in God, niet in de Gereformeerde Gemeenten, maar in God Zelf. Dat is onzegbaar troostvol. Voor de kerk is er hoop, voor de Gereformeerde Gemeenten is er hoop, voor onze jeugd ook. Laten we echter wel bedenken dat het ontzaglijke oordeel van het wegnemen van de kandelaar ook ons zal treffen als er geen trouw blijft in leer en leven, geen gedurige wederkeer tot God.”
Dit vraaggesprek bewijst maar weer eens dat er weldegelijk ruimte in het kerkverband is voor accentverschillen.
Wel aardig om te lezen dat ook Ds Moerkerken met ons meeleest.
Verder is dit topic niet bedoelt om er een kritiek topic van te maken (mods, misschien hetzelfde beleid als in het topic over de GS ? ) , maar enkel om weer even aandacht te geven aan het 100 jarig bestaan van dit kerkverband, waar ondanks alles, de Heere nog doorgaat met Zijn werk.