Terugblik: Wereldgelijkvormigheid verdeelt
Geplaatst: 14 jun 2007, 13:14
Vandaag in het ND. Met raakvlakken naar de discussie in dit topic.
Wereldgelijkvormigheid verdeelt
door onze redacteur Daniël Gillissen
Voorgangers van de Gereformeerde Gemeenten willen de breuk met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland wel helen. Hun collega's uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland zijn sceptischer. Er is een verschil over de leer en zeker over wereldgelijkvormigheid.
KAMPEN - De vier 'soorten' Gereformeerde Gemeenten komen nog niet een, twee, drie bij elkaar. Dat is het beeld dat oprijst uit het boek Terugblik . Daarin staan tien interviews met predikanten en ouderlingen uit de Gereformeerde Gemeenten, Gereformeerde Gemeenten in Nederland, Oud Gereformeerde Gemeenten en Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband).
De meesten willen wel, maar zien veel hobbels. Bovendien, als het al lukt, is de kans groot dat er weer een scheuring plaatsvindt. Ter illustratie wijzen ze op de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland, waar een deel van de hervormden niet meeging in de fusie.
Er zijn er echter ook waarvoor eenheid van de vier kerkverbanden geen ideaalbeeld is. Ouderling J.B. Philibert van de Oud Gereformeerde Gemeenten is daarover het meest uitgesproken. ,,Voor een eenheid van kerken heb ik geen geloof en gebed. Het zou groot zijn als ik daarvan de schuld zou mogen beleven. We beleven zeer donkere geesteloze tijden. In het donker kun je beter geen stappen zetten, want dan kun je heel gemakkelijk struikelen en vallen.''
Terugblik verschijnt in het kader van het 100-jarig jubileum van de Gereformeerde Gemeenten. De Oud Gereformeerde Gemeenten bestaan uit gemeenten die in 1907 niet meegingen in de vorming van de Gereformeerde Gemeenten. De Gereformeerde Gemeenten in Nederland ontstonden in 1953 na een scheuring en de buitenverbanders na een scheuring in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in 1980.
Vooral de contacten tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland krijgen veel aandacht. Voorgangers uit de Gereformeerde Gemeenten relativeren de onenigheid met het andere kerkverband. Ds. A. Schreuder betwijfelt of er echt een leerverschil was over het aanbod van genade. De verwarring zit volgens hem vooral in de woorden waarmee is gesproken over wanneer de genade aan zondaren kan worden aangeboden. Ds. W. Silfhout vindt dat dit aspect van de prediking ,,ten onrechte sterk is uitvergroot''.
Harinck
Ouderling G.R.J. van Heukelom van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband) is het daar volstrekt niet mee eens. Volgens hem bestaat er duidelijk een leerverschil. ,,Ik vind het jammer als er geprobeerd wordt om de verschillen die er bestaan, te verdoezelen.''
Ook ds. A. van Voorden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ziet nog grote tegenstellingen tussen de twee kerkverbanden. Hij vindt ook dat de Gereformeerde Gemeenten te breed zijn om nu weer mee te kunnen herenigen. Hij haalt vooral uit naar ds. C. Harinck, emeritus-predikant van de Gereformeerde Gemeenten, en diens boek De prediking van het Evangelie . Harinck schrijft daarin dat dr. C. Steenblok, de grote roerganger van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, met zijn prediking in de buurt van het hypercalvinisme kwam, wat hij ziet als een ontsporing van het echte calvinisme. ,,Dat is een opmerking waar wij niet blij mee kunnen zijn.''
Van Voorden vindt het onbegrijpelijk dat Harinck niet is aangepakt. ,,Als dominee Harinck het eerder genoemde boek kan publiceren, zonder dat hier consequenties aan verbonden worden, dan zetten we de deur voor alles open. Wat kan dan nog wel en wat niet? Men heeft misschien een bepaalde angst en wil de eenheid bewaren. Dat begrijp ik best, maar het mag niet ten koste gaan van de waarheid.''
De scheuring in 1953 had niet alleen te maken met leerverschillen, maar ook met ,,de doorbrekende wereldgelijkvormigheid'' in de Gereformeerde Gemeenten, vindt ds. F. Mallan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. ,,Waar een afwijking in de leer is, zie je ook altijd een afwijking in de levenswandel. Daar konden we het niet mee eens zijn.'' Mallan, die als predikant de scheuring meemaakte, illustreert zijn constatering met een voorbeeld. ,,Op classicale vergaderingen werd er door ons op aangedrongen dat de meisjes en vrouwen lang haar moesten dragen. Maar we kregen uit de mond van een predikant zelfs de smalende vraag te horen: 'Hoe lang moet het dan zijn?' Daarop gaven wij het antwoord: 'Zo lang als de Heere het laat groeien'.''
Broek
Ds. A. Bac van de Gereformeerde Gemeenten erkent dat 'wij' niet altijd alert zijn geweest op wereldgelijkvormigheid. De praktijk is tegelijk weerbarstig. ,,Ze weten hier dat ik erg tegen de lange broek voor meisjes en vrouwen ben en dat het me verdriet doet. Ik heb er vaak genoeg wat van gezegd, maar toch wordt het gedaan.''
,,Ik heb wel eens een vrouw in de gemeente gehad, die met een gekleurde hoed aan het Avondmaal kwam'', vertelt Bac verder. ,,Later ben ik naar haar toegegaan en heb gezegd dat ze mensen daar pijn mee deed en de Naam des Heeren daar niet door gesticht en geëerd werd. Het bleef echter zoals het was.''
In de Gereformeerde Gemeenten in Nederland zouden zulke vrouwen misschien uit de kerk worden gezet, maar censuur vindt Bac te ver gaan. ,,Als het om belijdende leden gaat (die een broek aan hebben, DG), vind ik eigenlijk wel dat de toegang tot het Heilig Avondmaal ontzegd zou moeten worden. Maar dan word je gelijk voor de vraag gezet: niet aan het Avondmaal, maar wel een kindje laten dopen? Dat zijn moeilijke dingen waar je niet zomaar een goed antwoord op hebt.''
Ds. Schreuder van de Gereformeerde Gemeenten heeft net als vertegenwoordigers van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ,,grote zorg'' over de wereldgelijkvormigheid. Hij probeert deze critici echter tegemoet te komen. ,,Ik probeer de touwtjes aan te spannen zoals zij dat graag zouden willen, maar je ziet tegelijkertijd dat niet alle mensen dat accepteren. Er zijn momenten dat je voelt dat je de mensen voor keuzes moet stellen. Tegelijkertijd vraag ik me af of dat de enige oplossing is. Het zou ook best kunnen dat wij te veel mensen vast willen houden.''
Van Voorden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland denkt dat dat het geval is. ,,In onze gemeenten zien we met grote zorg hoe er in de Gereformeerde Gemeenten op veel plaatsen een doorbraak is in de wereldgelijkvormigheid, maar ook op het grote aantal avondmaalgangers. Kennelijk is er in een aantal gemeenten een vorm van prediking die tot vervlakking leidt.''
Mensen van buiten de Gereformeerde Gemeenten moeten echter voorzichtig zijn met hun opmerkingen, vindt Schreuder. ,,Zeker als men als oorzaak de prediking gaat aanwijzen, vind ik dat heel pijnlijk en niet altijd terecht.''
N.a.v. Terugblik. Gesprekken over verleden, heden en toekomst van de vier Gereformeerde Gemeenten, Adriaan van Belzen; Uitg. De Groot Goudriaan Kampen, € 17,50.
Wereldgelijkvormigheid verdeelt
door onze redacteur Daniël Gillissen
Voorgangers van de Gereformeerde Gemeenten willen de breuk met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland wel helen. Hun collega's uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland zijn sceptischer. Er is een verschil over de leer en zeker over wereldgelijkvormigheid.
KAMPEN - De vier 'soorten' Gereformeerde Gemeenten komen nog niet een, twee, drie bij elkaar. Dat is het beeld dat oprijst uit het boek Terugblik . Daarin staan tien interviews met predikanten en ouderlingen uit de Gereformeerde Gemeenten, Gereformeerde Gemeenten in Nederland, Oud Gereformeerde Gemeenten en Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband).
De meesten willen wel, maar zien veel hobbels. Bovendien, als het al lukt, is de kans groot dat er weer een scheuring plaatsvindt. Ter illustratie wijzen ze op de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland, waar een deel van de hervormden niet meeging in de fusie.
Er zijn er echter ook waarvoor eenheid van de vier kerkverbanden geen ideaalbeeld is. Ouderling J.B. Philibert van de Oud Gereformeerde Gemeenten is daarover het meest uitgesproken. ,,Voor een eenheid van kerken heb ik geen geloof en gebed. Het zou groot zijn als ik daarvan de schuld zou mogen beleven. We beleven zeer donkere geesteloze tijden. In het donker kun je beter geen stappen zetten, want dan kun je heel gemakkelijk struikelen en vallen.''
Terugblik verschijnt in het kader van het 100-jarig jubileum van de Gereformeerde Gemeenten. De Oud Gereformeerde Gemeenten bestaan uit gemeenten die in 1907 niet meegingen in de vorming van de Gereformeerde Gemeenten. De Gereformeerde Gemeenten in Nederland ontstonden in 1953 na een scheuring en de buitenverbanders na een scheuring in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in 1980.
Vooral de contacten tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland krijgen veel aandacht. Voorgangers uit de Gereformeerde Gemeenten relativeren de onenigheid met het andere kerkverband. Ds. A. Schreuder betwijfelt of er echt een leerverschil was over het aanbod van genade. De verwarring zit volgens hem vooral in de woorden waarmee is gesproken over wanneer de genade aan zondaren kan worden aangeboden. Ds. W. Silfhout vindt dat dit aspect van de prediking ,,ten onrechte sterk is uitvergroot''.
Harinck
Ouderling G.R.J. van Heukelom van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband) is het daar volstrekt niet mee eens. Volgens hem bestaat er duidelijk een leerverschil. ,,Ik vind het jammer als er geprobeerd wordt om de verschillen die er bestaan, te verdoezelen.''
Ook ds. A. van Voorden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ziet nog grote tegenstellingen tussen de twee kerkverbanden. Hij vindt ook dat de Gereformeerde Gemeenten te breed zijn om nu weer mee te kunnen herenigen. Hij haalt vooral uit naar ds. C. Harinck, emeritus-predikant van de Gereformeerde Gemeenten, en diens boek De prediking van het Evangelie . Harinck schrijft daarin dat dr. C. Steenblok, de grote roerganger van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, met zijn prediking in de buurt van het hypercalvinisme kwam, wat hij ziet als een ontsporing van het echte calvinisme. ,,Dat is een opmerking waar wij niet blij mee kunnen zijn.''
Van Voorden vindt het onbegrijpelijk dat Harinck niet is aangepakt. ,,Als dominee Harinck het eerder genoemde boek kan publiceren, zonder dat hier consequenties aan verbonden worden, dan zetten we de deur voor alles open. Wat kan dan nog wel en wat niet? Men heeft misschien een bepaalde angst en wil de eenheid bewaren. Dat begrijp ik best, maar het mag niet ten koste gaan van de waarheid.''
De scheuring in 1953 had niet alleen te maken met leerverschillen, maar ook met ,,de doorbrekende wereldgelijkvormigheid'' in de Gereformeerde Gemeenten, vindt ds. F. Mallan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. ,,Waar een afwijking in de leer is, zie je ook altijd een afwijking in de levenswandel. Daar konden we het niet mee eens zijn.'' Mallan, die als predikant de scheuring meemaakte, illustreert zijn constatering met een voorbeeld. ,,Op classicale vergaderingen werd er door ons op aangedrongen dat de meisjes en vrouwen lang haar moesten dragen. Maar we kregen uit de mond van een predikant zelfs de smalende vraag te horen: 'Hoe lang moet het dan zijn?' Daarop gaven wij het antwoord: 'Zo lang als de Heere het laat groeien'.''
Broek
Ds. A. Bac van de Gereformeerde Gemeenten erkent dat 'wij' niet altijd alert zijn geweest op wereldgelijkvormigheid. De praktijk is tegelijk weerbarstig. ,,Ze weten hier dat ik erg tegen de lange broek voor meisjes en vrouwen ben en dat het me verdriet doet. Ik heb er vaak genoeg wat van gezegd, maar toch wordt het gedaan.''
,,Ik heb wel eens een vrouw in de gemeente gehad, die met een gekleurde hoed aan het Avondmaal kwam'', vertelt Bac verder. ,,Later ben ik naar haar toegegaan en heb gezegd dat ze mensen daar pijn mee deed en de Naam des Heeren daar niet door gesticht en geëerd werd. Het bleef echter zoals het was.''
In de Gereformeerde Gemeenten in Nederland zouden zulke vrouwen misschien uit de kerk worden gezet, maar censuur vindt Bac te ver gaan. ,,Als het om belijdende leden gaat (die een broek aan hebben, DG), vind ik eigenlijk wel dat de toegang tot het Heilig Avondmaal ontzegd zou moeten worden. Maar dan word je gelijk voor de vraag gezet: niet aan het Avondmaal, maar wel een kindje laten dopen? Dat zijn moeilijke dingen waar je niet zomaar een goed antwoord op hebt.''
Ds. Schreuder van de Gereformeerde Gemeenten heeft net als vertegenwoordigers van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland ,,grote zorg'' over de wereldgelijkvormigheid. Hij probeert deze critici echter tegemoet te komen. ,,Ik probeer de touwtjes aan te spannen zoals zij dat graag zouden willen, maar je ziet tegelijkertijd dat niet alle mensen dat accepteren. Er zijn momenten dat je voelt dat je de mensen voor keuzes moet stellen. Tegelijkertijd vraag ik me af of dat de enige oplossing is. Het zou ook best kunnen dat wij te veel mensen vast willen houden.''
Van Voorden van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland denkt dat dat het geval is. ,,In onze gemeenten zien we met grote zorg hoe er in de Gereformeerde Gemeenten op veel plaatsen een doorbraak is in de wereldgelijkvormigheid, maar ook op het grote aantal avondmaalgangers. Kennelijk is er in een aantal gemeenten een vorm van prediking die tot vervlakking leidt.''
Mensen van buiten de Gereformeerde Gemeenten moeten echter voorzichtig zijn met hun opmerkingen, vindt Schreuder. ,,Zeker als men als oorzaak de prediking gaat aanwijzen, vind ik dat heel pijnlijk en niet altijd terecht.''
N.a.v. Terugblik. Gesprekken over verleden, heden en toekomst van de vier Gereformeerde Gemeenten, Adriaan van Belzen; Uitg. De Groot Goudriaan Kampen, € 17,50.