dr. Loonstra wederom
Geplaatst: 06 jun 2007, 10:47
Loonstra wil geen gelijk maar discussie
van onze redactie kerk
Christelijk-gereformeerd predikant Bert Loonstra komt met een nieuw boek, nadat hij zijn vorige uit de handel had laten nemen. ,,De vraag is niet of ik gelijk heb, de vraag is wat de argumenten waard zijn.''
ZOETERMEER - Kerkelijke discussies worden te veel gevoerd vanuit het eigen gelijk, constateert dr. Bert Loonstra. ,,Eigenlijk is dat een vorm van hoogmoed en vooringenomenheid.''
Loonstra, christelijk-gereformeerd predikant in Emmeloord, schrijft dit in zijn nieuwe boek Bekijk het eens zo (Uitg. Boekencentrum, 12,90 euro), dat deze week verschijnt. In dit boek laat hij fictieve personen met elkaar in discussie gaan over actuele kerkelijke onderwerpen, zoals het gebruik van beamers in de kerkdienst, demonische bezetenheid en de kinderdoop.
Loonstra raakte in 2005 in opspraak na de publicatie van zijn boek Hij heeft een vriend , waarin hij pleitte voor acceptatie van duurzame homorelaties. Na een storm van protest, voornamelijk ook uit zijn eigen kerkverband, nam Loonstra het boek terug en verdween het uit de handel.
Tien jaar eerder, in 1995, werden ook al bezwaarschriften tegen hem ingediend, naar aanleiding van zijn boek De geloofwaardigheid van de Bijbel . Nadat hij publiekelijk afstand had genomen van enkele omstreden passages, werd die zaak als afgedaan beschouwd.
Fictieve personages
Nu ligt er dus een nieuw boek, waarin hij opnieuw het theologische gesprek aangaat over actuele onderwerpen. Wat Loonstra er zelf van vindt, wordt niet onverbloemd duidelijk, omdat hij vooral fictieve personages allerlei standpunten laat uiten.
In het laatste hoofdstuk interviewt de theoloog echter ook zichzelf.
Hij is daarin vrij openhartig. ,,Waarom hebt u dit boekje geschreven zoals u het hebt geschreven: in de vorm van gesprekken zonder expliciet eigen standpunt of eindconclusie? Heeft dat misschien te maken met de heftige kritiek die op uw vorige boek is losgekomen?'', vraagt Loonstra zichzelf.
,,U bedoelt dat ik geen eigen mening zou hebben verwoord om mezelf tegen kritiek te beschermen? Nee, daar heeft het niet mee te maken. Ik denk trouwens dat uit de meeste gesprekken wel duidelijk wordt waar mijn sympathie ligt.''
Hij heeft voor deze gespreksvorm gekozen om te benadrukken dat het in dit boek niet gaat om zijn eigen mening, maar om de ,,kracht van de gebruikte argumenten''. ,,Ik zoek de gedachtewisseling, het discours, om het met een modeterm te zeggen.''
Loonstra komt dit ,,uitwisselen en wegen van argumenten'' te weinig tegen in de kerkelijke wereld. ,,We zien twee verschijnselen. Het ene is, dat bepaalde ontwikkelingen te weinig aandacht krijgen en dat de achtergronden en vooronderstellingen nauwelijks worden gepeild. Het tweede dat we zien is, dat de discussie wel wordt gevoerd, maar dan sterk vanuit het eigen gelijk. Met geen van beide kom je aan een echte gedachtewisseling toe. In het eerste geval komt het onderwerp niet eens op de theologische agenda, en in het tweede geval beperkt de bezinning zich tot een vooringenomen reactie.''
Zulke mensen verabsoluteren hun eigen mening en vereenzelvigen die met de bedoeling van God, vindt Loonstra. ,,We weten het eigenlijk al. En wie er anders over denkt is dom of onbetrouwbaar.''
Verzwegen
Hij noemt één voorbeeld van zo'n discussie, waarbij hij zelf in het middelpunt stond. ,,Begin jaren negentig van de vorige eeuw was er een situatie waarin binnen de orthodoxe theologie wel kritiek werd geleverd op allerlei liberale opvattingen over het gezag van de Bijbel, maar de eigen schriftopvattingen niet kritisch werd onderzocht. De problemen die daarbij om doordenking vroegen, werden gewoon verzwegen.''
In zijn boek De geloofwaardigheid van de Bijbel suggereerde Loonstra dat niet alle feiten in de Bijbel letterlijk historisch hoeven worden opgevat. Daarna ,,is er lange tijd hevige kritiek geleverd op de richting waarin ik oplossingen zocht, maar heeft er in die periode nauwelijks een zakelijke afweging van de argumenten plaatsgevonden.'' Hij constateert dat er nu in orthodox-kerkelijk Nederland toch een inhoudelijke bezinning op dit thema op gang is gekomen, ruim tien jaar na dato.
Hij hoopt dat dit open gesprek zich ook tot andere onderwerpen zal uitbreiden. De omgang met de kerkorde, bijvoorbeeld. ,,Mogen we elkaar als gemeenten houden aan allerlei bepalingen, louter en alleen omdat ze in de kerkorde staan, of zullen we ons bij wijze van toepassing van de regels steeds moeten afvragen of en hoe het evangelie ermee is gediend?''
Hij benadrukt dat het hem daarbij niet gaat om 'gelijk krijgen'. ,,De vraag is niet of ik gelijk heb, de vraag is wat de argumenten waard zijn. Daarover moet de discussie gaan. En voor die discussie is alle reden.''
-----------------
Kijk, dit vind ik nu echt vals! Als er NU kritiek wordt geleverd, kan er eerst een discussie plaatsvinden: "ja, maar.....dat zeg ík niet, maar het fictieve personage.....". Oftewel, deze man dekt zich van tevoren in tegen kritiek. Dan kan de discussie van de inhoud naar de vorm verschuiven, om vervolgens de inhoud wazig te houden. Dat is laf. Ook als zijn bedoeling op zcih oprecht zou zijn, hij zou dit moeten beseffen...
Als je echt het 'discours' zoekt, kom dan met je eigen argumenten!
van onze redactie kerk
Christelijk-gereformeerd predikant Bert Loonstra komt met een nieuw boek, nadat hij zijn vorige uit de handel had laten nemen. ,,De vraag is niet of ik gelijk heb, de vraag is wat de argumenten waard zijn.''
ZOETERMEER - Kerkelijke discussies worden te veel gevoerd vanuit het eigen gelijk, constateert dr. Bert Loonstra. ,,Eigenlijk is dat een vorm van hoogmoed en vooringenomenheid.''
Loonstra, christelijk-gereformeerd predikant in Emmeloord, schrijft dit in zijn nieuwe boek Bekijk het eens zo (Uitg. Boekencentrum, 12,90 euro), dat deze week verschijnt. In dit boek laat hij fictieve personen met elkaar in discussie gaan over actuele kerkelijke onderwerpen, zoals het gebruik van beamers in de kerkdienst, demonische bezetenheid en de kinderdoop.
Loonstra raakte in 2005 in opspraak na de publicatie van zijn boek Hij heeft een vriend , waarin hij pleitte voor acceptatie van duurzame homorelaties. Na een storm van protest, voornamelijk ook uit zijn eigen kerkverband, nam Loonstra het boek terug en verdween het uit de handel.
Tien jaar eerder, in 1995, werden ook al bezwaarschriften tegen hem ingediend, naar aanleiding van zijn boek De geloofwaardigheid van de Bijbel . Nadat hij publiekelijk afstand had genomen van enkele omstreden passages, werd die zaak als afgedaan beschouwd.
Fictieve personages
Nu ligt er dus een nieuw boek, waarin hij opnieuw het theologische gesprek aangaat over actuele onderwerpen. Wat Loonstra er zelf van vindt, wordt niet onverbloemd duidelijk, omdat hij vooral fictieve personages allerlei standpunten laat uiten.
In het laatste hoofdstuk interviewt de theoloog echter ook zichzelf.
Hij is daarin vrij openhartig. ,,Waarom hebt u dit boekje geschreven zoals u het hebt geschreven: in de vorm van gesprekken zonder expliciet eigen standpunt of eindconclusie? Heeft dat misschien te maken met de heftige kritiek die op uw vorige boek is losgekomen?'', vraagt Loonstra zichzelf.
,,U bedoelt dat ik geen eigen mening zou hebben verwoord om mezelf tegen kritiek te beschermen? Nee, daar heeft het niet mee te maken. Ik denk trouwens dat uit de meeste gesprekken wel duidelijk wordt waar mijn sympathie ligt.''
Hij heeft voor deze gespreksvorm gekozen om te benadrukken dat het in dit boek niet gaat om zijn eigen mening, maar om de ,,kracht van de gebruikte argumenten''. ,,Ik zoek de gedachtewisseling, het discours, om het met een modeterm te zeggen.''
Loonstra komt dit ,,uitwisselen en wegen van argumenten'' te weinig tegen in de kerkelijke wereld. ,,We zien twee verschijnselen. Het ene is, dat bepaalde ontwikkelingen te weinig aandacht krijgen en dat de achtergronden en vooronderstellingen nauwelijks worden gepeild. Het tweede dat we zien is, dat de discussie wel wordt gevoerd, maar dan sterk vanuit het eigen gelijk. Met geen van beide kom je aan een echte gedachtewisseling toe. In het eerste geval komt het onderwerp niet eens op de theologische agenda, en in het tweede geval beperkt de bezinning zich tot een vooringenomen reactie.''
Zulke mensen verabsoluteren hun eigen mening en vereenzelvigen die met de bedoeling van God, vindt Loonstra. ,,We weten het eigenlijk al. En wie er anders over denkt is dom of onbetrouwbaar.''
Verzwegen
Hij noemt één voorbeeld van zo'n discussie, waarbij hij zelf in het middelpunt stond. ,,Begin jaren negentig van de vorige eeuw was er een situatie waarin binnen de orthodoxe theologie wel kritiek werd geleverd op allerlei liberale opvattingen over het gezag van de Bijbel, maar de eigen schriftopvattingen niet kritisch werd onderzocht. De problemen die daarbij om doordenking vroegen, werden gewoon verzwegen.''
In zijn boek De geloofwaardigheid van de Bijbel suggereerde Loonstra dat niet alle feiten in de Bijbel letterlijk historisch hoeven worden opgevat. Daarna ,,is er lange tijd hevige kritiek geleverd op de richting waarin ik oplossingen zocht, maar heeft er in die periode nauwelijks een zakelijke afweging van de argumenten plaatsgevonden.'' Hij constateert dat er nu in orthodox-kerkelijk Nederland toch een inhoudelijke bezinning op dit thema op gang is gekomen, ruim tien jaar na dato.
Hij hoopt dat dit open gesprek zich ook tot andere onderwerpen zal uitbreiden. De omgang met de kerkorde, bijvoorbeeld. ,,Mogen we elkaar als gemeenten houden aan allerlei bepalingen, louter en alleen omdat ze in de kerkorde staan, of zullen we ons bij wijze van toepassing van de regels steeds moeten afvragen of en hoe het evangelie ermee is gediend?''
Hij benadrukt dat het hem daarbij niet gaat om 'gelijk krijgen'. ,,De vraag is niet of ik gelijk heb, de vraag is wat de argumenten waard zijn. Daarover moet de discussie gaan. En voor die discussie is alle reden.''
-----------------
Kijk, dit vind ik nu echt vals! Als er NU kritiek wordt geleverd, kan er eerst een discussie plaatsvinden: "ja, maar.....dat zeg ík niet, maar het fictieve personage.....". Oftewel, deze man dekt zich van tevoren in tegen kritiek. Dan kan de discussie van de inhoud naar de vorm verschuiven, om vervolgens de inhoud wazig te houden. Dat is laf. Ook als zijn bedoeling op zcih oprecht zou zijn, hij zou dit moeten beseffen...
Als je echt het 'discours' zoekt, kom dan met je eigen argumenten!