Interview ds. Van Eckeveld in het ND
Geplaatst: 07 apr 2007, 11:44
Alles anders dan vroeger
door Daniël Gillissen en Wim Houtman
De Gereformeerde Gemeenten bestaan dit jaar honderd jaar. In oktober viert het kerkverband met ruim honderdduizend leden het jubileum op sobere wijze. In een aantal artikelen belicht het Nederlands Dagblad de komende maanden dit kerkgenootschap. Vandaag: een interview met dominee Van Eckeveld.
ZEIST – Een honderdjarig jubileum nodigt uit tot balans opmaken en vooruitkijken. Hoe zijn de Gereformeerde Gemeenten eraan toe, wat speelt er, wat zijn vreugden en zorgen, welke kant lijkt het kerkgenootschap met ruim honderdduizend leden op te gaan?
Ds. Van Eckeveld uit Zeist, die de laatste drie synodezittingen als voorzitter optrad, is blij dat er elke zondag zoveel duizenden mensen onder de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking zitten. ,,Er is een trouwe opkomst. Ik ben ook blij dat er zoveel jonge mensen in de kerk komen. Ik merk bij veel jongeren betrokkenheid en openheid, meer dan dertig jaar geleden. Je kunt dieper met hen over de wezenlijke dingen van het leven praten. Vroeger was het meer een automatisme om naar de kerk te gaan. Door de confrontatie met de samenleving moeten jongeren bewustere keuzes maken.
Ik ben er blij mee, hoe de Heere in harten van mensen werkt. Ik ben blij met ons jeugdwerk en met het feit dat zending en evangelisatie een belangrijke plaats hebben verworven in de Gereformeerde Gemeenten. Daarvoor was jarenlang geen of te weinig aandacht bij ons.’’
Zorgen heeft de predikant over de levensstijl. Hij spreekt dan vooral over de beïnvloeding door de moderne media. ,,Televisie hebben wij in ons kerkverband altijd buiten de deur proberen te houden, maar met de computer lukt dat niet. Hoeveel ouders weten waar de kinderen op hun eigen kamer naar kijken op hun laptop? Om ook daarbij grenzen te stellen zeg ik: neem in elk geval gefilterd internet. En in ons gezin hebben we de regel: geen speelfilms in de dvd-speler. Het begint met misschien met een Dik Trom-film, maar waar eindigt het?
Zonder het verleden te willen idealiseren, maak ik mij ook zorgen om het geestelijk leven. Vroeger waren er meer levende brieven van God, voorbeelden, identificatiefiguren. Ik praat met jongeren, die zeggen: ik ken zulke figuren niet. Er is een vervlakking en verschraling van het geestelijk leven. Heeft dat misschien te maken met de prediking? Dan kijk ik allereerst naar mezelf. Klinkt in mijn preken genoeg door hoe goed het leven met God is? Vroeger rammelden de preken in de Gereformeerde Gemeenten exegetisch nog wel eens, maar er zat léven in.’’
Eilandje
Van Eckeveld oogt als een rustige man, in de fauteuil in zijn woonkamer, tegen de achtergrond van een harmonium, naast hem een wijnrek, op een fraaie planken vloer. Af en toe spreekt hij bedachtzaam met de vingertoppen tegen elkaar, dan verschijnt er weer een glimlach op zijn gezicht. Vragen gaat hij niet uit de weg.
Er is in de Gereformeerde Gemeenten, zegt hij, geen verschil van mening over het belijden. ,,Wij willen staan in de lijn van de Reformatie en de Nadere Reformatie.’’ Die laatste is een stroming in het gereformeerd protestantisme eind zestiende eeuw; die de nadruk legde op inwendige vroomheid.
Die lijn heeft betekenis naar ‘binnen’ en naar ‘buiten’, zegt Van Eckeveld. ,,Wat het ‘naar buiten’ betreft: wij staan voor de doorwerking van de gereformeerde beginselen in het geheel van ons volksleven. Het is niet goed als wij ons op ons eigen eilandje terugtrekken.’’ Van de Gereformeerde Gemeenten wordt dat soms juist wel gezegd. ,,Wij zouden ons op dat punt krachtiger kunnen inzetten’’, beaamt Van Eckeveld. ,,Toch zijn we ermee bezig. Zo stemt het overgrote deel van onze leden op de SGP. Als kerkverband hebben we een deputaatschap dat overleg voert met de overheid. Onze scholen hebben betekenis voor de samenleving.’’
De betekenis naar ‘binnen’ toe is volgens hem voor de Gereformeerde Gemeenten kenmerkend: ,,Het is niet genoeg wanneer de leer en de prediking orthodox zijn. Het komt aan op beleving van het geloof in het hart.’’
Het woord ‘wedergeboorte’ staat daarbij centraal. Van Eckeveld maakt een onderscheid. Wedergeboorte in engere zin is het keerpunt in een mensenleven, waarbij je van geestelijk dood levend wordt. Wedergeboorte in ruimere zin is de praktijk van de heiligmaking, het leven in de vreze des Heeren. ,,Tegen mijn catechisanten zeg ik dan: het eerste is een punt, het tweede is een lijn. Wedergeboorte bewerkt geloof, zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis daarover spreekt. Maar geloof werkt eerst ook je wedergeboorte, zoals door de Dordtse Leerregels wordt benadrukt. Dat gebeurt onder de prediking. De Heere opent het hart voor het evangelie en dan kan het Woord van God binnendringen als kracht Gods ter zaligheid. En dan wordt het werkelijkheid, zoals het nog nooit voor je is geweest. Je gaat zien wie God is, en wie je zelf bent. Je ziet je verlorenheid en je krijgt een onuitsprekelijke honger en dorst naar Christus.’’
Is die wedergeboorte in engere zin iets wat je overkomt?
,,Dat vind ik te lijdelijk gezegd. Je moet gebruikmaken van de middelen, het Woord en de prediking, en die wil de Heere zegenen. Als je je knieën buigt, zal Hij zeker doen wat hij belooft. Het is een ingrijpen van God via de middelen.’’
Kan een gelovige aangeven wanneer zijn wedergeboorte, het punt van ommekeer, heeft plaatsgevonden?
,,Gods wegen kunnen verschillend zijn. Een krachtdadige ommekeer kán; het is niet de gewone weg wanneer je onder het Woord opgegroeid bent. Oudvader Wilhelmus à Brakel schreef dat de meesten van Gods kinderen het moment niet weten. Maar ze weten wel dat alles bij hen anders werd dan vroeger. Het gaat er niet om dat we het moment van onze wedergeboorte precies kunnen aangeven, maar om het geloof dat zichtbaar wordt in de vruchten van je leven.’’
Dus als gemeenteleden van u daarover vertellen, kunt u zeggen: u bent wedergeboren.
,,Wie ben ik om een stempel te zetten? Ik mag zulke mensen wel bemoedigen. En tegelijk mag ik ze geen rust geven buiten Christus. Al zijn er kenmerken van geestelijk leven, de prediking mag niet zo zijn dat mensen rust zoeken buiten Christus.’’
Rimpeling
Af en toe is een rimpeling merkbaar in de Gereformeerde Gemeenten, wanneer iemand een boek of een artikel publiceert, waarin kritiek doorklinkt op de prediking of bepaalde structuren. Neemt u dat ook waar en hoe taxeert u dat?
,,Vanaf het begin zijn er liggingsverschillen geweest in de Gereformeerde Gemeenten. Bij de ene predikant was het aanbod van de genade helderder dan bij de ander. De een was zakelijker, de ander wat gemoedelijker.’’
Hoe ver mogen kritische noten gaan? Mag iemand zeggen: ‘het aanbod van genade is in onze gemeenten niet ruim genoeg’?
,,Ik ben er niet voor als mensen zomaar wat roepen, zonder argumenten. Publiceren werkt al te vaak polariserend. Ik heb er moeite mee allerlei dingen te publiceren en op straat te gooien. Ik zou zeggen: laten we er met elkaar over praten via de kerkelijke weg, op kerkelijke vergaderingen.’’
Ziet u het boek Afwachten of verwachten? van dr. Klaas van der Zwaag ook als ‘dingen op straat gooien’?
,,Hij heeft een ongelooflijk dik boek geschreven. Wie zal dat ooit helemaal lezen? Het zou duidelijker zijn als het korter was. Ik heb gedeelten ervan gelezen. Zijn boek is niet het eerste probleem, maar wel dat hij met vertrouwelijke zaken de publiciteit heeft gezocht. Dat hem de toegang tot het avondmaal is ontzegd, heeft in de krant gestaan. Dat dient zijn zaak niet. Je moet de kerkelijke weg gaan en niet de straat op.’’
Dan moet er wel kans zijn dat je via de kerkelijke weg van classis, particuliere synode en generale synode iets bereikt. Is die weg niet te lang en te zwaar?
,,Als je belijdenis hebt gedaan, heb je je verbonden aan de gemeente en daar geldt de regel, dat er voor geschillen een kerkelijke weg is. Het kan best een probleem zijn dat de landelijke synode maar eens in de drie jaar vergadert. Daarom is het de moeite waard te bezien of de beroepsprocedures niet kunnen worden versneld. Drie jaar is ook weer niet uitzonderlijk lang, als je het vergelijkt met de burgerlijke rechtspraak.’’
Er zijn liggingsverschillen binnen de Gereformeerde Gemeenten, zegt u. Zou Van der Zwaag in een andere gemeente anders zijn behandeld?
,,Wij zijn geen modaliteitenkerk. Dat wil ik echt benadrukken. De verschillen zijn niet zo groot. Of hij elders anders behandeld zou zijn, weet ik niet. Wij hoefden ons hier in Zeist niet over zijn zaak te buigen.’’
In het beroepingswerk valt op dat niet elke predikant in elke Gereformeerde Gemeente wordt beroepen. Wat zegt dat?
,,Ik zou niet in elke gemeente passen. Dat heeft met ligging te maken, maar ook met de cultuur van de gemeente. Ik kom van de Veluwe. De mensen zijn daar anders dan op Walcheren en de gemeenten dus ook. Niet elke predikant past in elke gemeente.’’
De statistieken laten al jaren zien dat meer leden de Gereformeerde Gemeenten verlaten dan erbij komen, ruim duizend leden. Is dat voor u een reden tot zorg?
,,Natuurlijk. Het gaat inderdaad om een behoorlijk aantal mensen. Zij kunnen overigens niet allemaal op één noemer worden gezet; ze verlaten de kerk om verschillende redenen. Overstappen naar een andere kerk past in onze tijd. Je kiest een kerk waar je je lekker voelt. Het kan zijn dat sommigen weggaan vanwege het omgaan met bepaalde publicaties. Zolang er geestelijke herkenning is, hoeft dat niet. Maar vergeet ook niet dat de prediking scheidend kan werken. Dat zag je bij de Heere Jezus al: velen gingen terug en wandelden niet meer met Hem.’’
Zou het leden voor uw kerken kunnen vasthouden als er meer openheid was om discussies te voeren?
,,Sommigen misschien. Anderen zullen dan juist weer opstappen om die reden. Nee, dat helpt niet.’’
Drie jaar geleden is de Hersteld Hervormde Kerk ontstaan. Is er daarmee niet een aantrekkelijke kerk gekomen voor kritische leden van de Gereformeerde Gemeenten om over te stappen?
,,Dat zou goed kunnen. Maar daar heb ik geen recente cijfers over.’’
Ziet u muziek in toenadering tot de Hersteld Hervormde Kerk?
,,Er zijn gesprekken. We leven mee. Maar de hersteld-hervormden bestaan nog maar net, ze moeten nog een evenwicht vinden. Het is ook best een gemêleerd kerkgenootschap, valt mij op.’’
En met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, het kerkgenootschap dat in 1953 is ontstaan uit een breuk in de Gereformeerde Gemeenten?
,,De synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland wil niet verder praten tot onze synode zich heeft uitgesproken over de breuk van 1953. Daarom gaat onze komende synode ‘1953’ evalueren, of daarbij kerkrechtelijke fouten zijn gemaakt. De tijd zal leren of er dan openingen komen voor verder gesprek. Ik zou blij zijn met toenadering, als er officieel kerkelijk contact zou zijn. Herstel van de breuk zie ik nog niet gauw gebeuren. Er is nog steeds veel pijn over de breuk en allerlei publicaties na de breuk hebben gezorgd voor een vertroebelde sfeer. En over het aanbod van genade zou dieper doorgesproken moeten worden.
Onze synodale commissie voor samensprekingen bestaat nog niet zo lang. Ook dat is iets wat de laatste jaren bij ons meer aandacht heeft gekregen. Vooral met Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten is er veel geestelijke herkenning. Ook met de Bewaar-het-pand-groep binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken durf ik gerust over geestelijke herkenning te spreken.’’
Wordt de afzetting van dominee Reinier Kok in 1950 ook opnieuw bekeken, zoals vaak is bepleit? Ook daar wordt de toepassing van kerkordelijke regels betwist.
,,Het is goed als kerkrechtelijke fouten door een synode ook eerlijk worden erkend. Ook ten aanzien van de schorsing van dominee Kok.’’
-------------
Dertig jaar in eerste gemeente
Dominee Van Eckeveld staat na ruim dertig jaar nog steeds in zijn eerste gemeente, namelijk de gemeente van Zeist.
,,Toen ik begon als predikant, was ik van mening dat een predikant niet langer dan tien jaar in dezelfde gemeente moet staan. Iedere dominee heeft zijn eenzijdigheden of stokpaardjes. Ik heb zo’n 220 beroepen gehad, maar de Heere heeft mij nooit andere gemeenten op mijn hart gebonden. In de jaren tachtig heb ik bij een beroep een keer gehad dat ik na drie weken bedenktijd nog niet wist wat ik moest doen. Ik heb gebeden en onder het gebed werd heel duidelijk de andere gemeente weggenomen en bleef alleen Zeist over. Nu krijg ik niet zoveel beroepen meer. Ik denk dat gemeenten verwachten dat ik na zoveel jaar niet meer wegga uit Zeist – hoewel ik zeker zou gaan als de Heere mij een andere gemeente zou wijzen. Ook zal meespelen dat ik een tot nog toe milde vorm van MS heb, een aantasting van het centrale zenuwstelsel. Gelukkig word ik daardoor niet erg belemmerd.’’
---------------
J.J. van Eckeveld
Geboren: 16 april 1948
Predikant sinds: 8 september 1976
Standplaats: Zeist
Kerkelijke nevenfuncties:
voorzitter generale synode 1998, 2001 en 2004
voorzitter curatorium Theologische School
voorzitter deputaatschap vertegenwoordiging en voorlichting
voorzitter deputaatschap voor de zending
voorzitter commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid
lid deputaatschap buitenlandse kerken
lid bestuur stichting cursus godsdienstonderwijs van de Gereformeerde Gemeenten
door Daniël Gillissen en Wim Houtman
De Gereformeerde Gemeenten bestaan dit jaar honderd jaar. In oktober viert het kerkverband met ruim honderdduizend leden het jubileum op sobere wijze. In een aantal artikelen belicht het Nederlands Dagblad de komende maanden dit kerkgenootschap. Vandaag: een interview met dominee Van Eckeveld.
ZEIST – Een honderdjarig jubileum nodigt uit tot balans opmaken en vooruitkijken. Hoe zijn de Gereformeerde Gemeenten eraan toe, wat speelt er, wat zijn vreugden en zorgen, welke kant lijkt het kerkgenootschap met ruim honderdduizend leden op te gaan?
Ds. Van Eckeveld uit Zeist, die de laatste drie synodezittingen als voorzitter optrad, is blij dat er elke zondag zoveel duizenden mensen onder de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking zitten. ,,Er is een trouwe opkomst. Ik ben ook blij dat er zoveel jonge mensen in de kerk komen. Ik merk bij veel jongeren betrokkenheid en openheid, meer dan dertig jaar geleden. Je kunt dieper met hen over de wezenlijke dingen van het leven praten. Vroeger was het meer een automatisme om naar de kerk te gaan. Door de confrontatie met de samenleving moeten jongeren bewustere keuzes maken.
Ik ben er blij mee, hoe de Heere in harten van mensen werkt. Ik ben blij met ons jeugdwerk en met het feit dat zending en evangelisatie een belangrijke plaats hebben verworven in de Gereformeerde Gemeenten. Daarvoor was jarenlang geen of te weinig aandacht bij ons.’’
Zorgen heeft de predikant over de levensstijl. Hij spreekt dan vooral over de beïnvloeding door de moderne media. ,,Televisie hebben wij in ons kerkverband altijd buiten de deur proberen te houden, maar met de computer lukt dat niet. Hoeveel ouders weten waar de kinderen op hun eigen kamer naar kijken op hun laptop? Om ook daarbij grenzen te stellen zeg ik: neem in elk geval gefilterd internet. En in ons gezin hebben we de regel: geen speelfilms in de dvd-speler. Het begint met misschien met een Dik Trom-film, maar waar eindigt het?
Zonder het verleden te willen idealiseren, maak ik mij ook zorgen om het geestelijk leven. Vroeger waren er meer levende brieven van God, voorbeelden, identificatiefiguren. Ik praat met jongeren, die zeggen: ik ken zulke figuren niet. Er is een vervlakking en verschraling van het geestelijk leven. Heeft dat misschien te maken met de prediking? Dan kijk ik allereerst naar mezelf. Klinkt in mijn preken genoeg door hoe goed het leven met God is? Vroeger rammelden de preken in de Gereformeerde Gemeenten exegetisch nog wel eens, maar er zat léven in.’’
Eilandje
Van Eckeveld oogt als een rustige man, in de fauteuil in zijn woonkamer, tegen de achtergrond van een harmonium, naast hem een wijnrek, op een fraaie planken vloer. Af en toe spreekt hij bedachtzaam met de vingertoppen tegen elkaar, dan verschijnt er weer een glimlach op zijn gezicht. Vragen gaat hij niet uit de weg.
Er is in de Gereformeerde Gemeenten, zegt hij, geen verschil van mening over het belijden. ,,Wij willen staan in de lijn van de Reformatie en de Nadere Reformatie.’’ Die laatste is een stroming in het gereformeerd protestantisme eind zestiende eeuw; die de nadruk legde op inwendige vroomheid.
Die lijn heeft betekenis naar ‘binnen’ en naar ‘buiten’, zegt Van Eckeveld. ,,Wat het ‘naar buiten’ betreft: wij staan voor de doorwerking van de gereformeerde beginselen in het geheel van ons volksleven. Het is niet goed als wij ons op ons eigen eilandje terugtrekken.’’ Van de Gereformeerde Gemeenten wordt dat soms juist wel gezegd. ,,Wij zouden ons op dat punt krachtiger kunnen inzetten’’, beaamt Van Eckeveld. ,,Toch zijn we ermee bezig. Zo stemt het overgrote deel van onze leden op de SGP. Als kerkverband hebben we een deputaatschap dat overleg voert met de overheid. Onze scholen hebben betekenis voor de samenleving.’’
De betekenis naar ‘binnen’ toe is volgens hem voor de Gereformeerde Gemeenten kenmerkend: ,,Het is niet genoeg wanneer de leer en de prediking orthodox zijn. Het komt aan op beleving van het geloof in het hart.’’
Het woord ‘wedergeboorte’ staat daarbij centraal. Van Eckeveld maakt een onderscheid. Wedergeboorte in engere zin is het keerpunt in een mensenleven, waarbij je van geestelijk dood levend wordt. Wedergeboorte in ruimere zin is de praktijk van de heiligmaking, het leven in de vreze des Heeren. ,,Tegen mijn catechisanten zeg ik dan: het eerste is een punt, het tweede is een lijn. Wedergeboorte bewerkt geloof, zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis daarover spreekt. Maar geloof werkt eerst ook je wedergeboorte, zoals door de Dordtse Leerregels wordt benadrukt. Dat gebeurt onder de prediking. De Heere opent het hart voor het evangelie en dan kan het Woord van God binnendringen als kracht Gods ter zaligheid. En dan wordt het werkelijkheid, zoals het nog nooit voor je is geweest. Je gaat zien wie God is, en wie je zelf bent. Je ziet je verlorenheid en je krijgt een onuitsprekelijke honger en dorst naar Christus.’’
Is die wedergeboorte in engere zin iets wat je overkomt?
,,Dat vind ik te lijdelijk gezegd. Je moet gebruikmaken van de middelen, het Woord en de prediking, en die wil de Heere zegenen. Als je je knieën buigt, zal Hij zeker doen wat hij belooft. Het is een ingrijpen van God via de middelen.’’
Kan een gelovige aangeven wanneer zijn wedergeboorte, het punt van ommekeer, heeft plaatsgevonden?
,,Gods wegen kunnen verschillend zijn. Een krachtdadige ommekeer kán; het is niet de gewone weg wanneer je onder het Woord opgegroeid bent. Oudvader Wilhelmus à Brakel schreef dat de meesten van Gods kinderen het moment niet weten. Maar ze weten wel dat alles bij hen anders werd dan vroeger. Het gaat er niet om dat we het moment van onze wedergeboorte precies kunnen aangeven, maar om het geloof dat zichtbaar wordt in de vruchten van je leven.’’
Dus als gemeenteleden van u daarover vertellen, kunt u zeggen: u bent wedergeboren.
,,Wie ben ik om een stempel te zetten? Ik mag zulke mensen wel bemoedigen. En tegelijk mag ik ze geen rust geven buiten Christus. Al zijn er kenmerken van geestelijk leven, de prediking mag niet zo zijn dat mensen rust zoeken buiten Christus.’’
Rimpeling
Af en toe is een rimpeling merkbaar in de Gereformeerde Gemeenten, wanneer iemand een boek of een artikel publiceert, waarin kritiek doorklinkt op de prediking of bepaalde structuren. Neemt u dat ook waar en hoe taxeert u dat?
,,Vanaf het begin zijn er liggingsverschillen geweest in de Gereformeerde Gemeenten. Bij de ene predikant was het aanbod van de genade helderder dan bij de ander. De een was zakelijker, de ander wat gemoedelijker.’’
Hoe ver mogen kritische noten gaan? Mag iemand zeggen: ‘het aanbod van genade is in onze gemeenten niet ruim genoeg’?
,,Ik ben er niet voor als mensen zomaar wat roepen, zonder argumenten. Publiceren werkt al te vaak polariserend. Ik heb er moeite mee allerlei dingen te publiceren en op straat te gooien. Ik zou zeggen: laten we er met elkaar over praten via de kerkelijke weg, op kerkelijke vergaderingen.’’
Ziet u het boek Afwachten of verwachten? van dr. Klaas van der Zwaag ook als ‘dingen op straat gooien’?
,,Hij heeft een ongelooflijk dik boek geschreven. Wie zal dat ooit helemaal lezen? Het zou duidelijker zijn als het korter was. Ik heb gedeelten ervan gelezen. Zijn boek is niet het eerste probleem, maar wel dat hij met vertrouwelijke zaken de publiciteit heeft gezocht. Dat hem de toegang tot het avondmaal is ontzegd, heeft in de krant gestaan. Dat dient zijn zaak niet. Je moet de kerkelijke weg gaan en niet de straat op.’’
Dan moet er wel kans zijn dat je via de kerkelijke weg van classis, particuliere synode en generale synode iets bereikt. Is die weg niet te lang en te zwaar?
,,Als je belijdenis hebt gedaan, heb je je verbonden aan de gemeente en daar geldt de regel, dat er voor geschillen een kerkelijke weg is. Het kan best een probleem zijn dat de landelijke synode maar eens in de drie jaar vergadert. Daarom is het de moeite waard te bezien of de beroepsprocedures niet kunnen worden versneld. Drie jaar is ook weer niet uitzonderlijk lang, als je het vergelijkt met de burgerlijke rechtspraak.’’
Er zijn liggingsverschillen binnen de Gereformeerde Gemeenten, zegt u. Zou Van der Zwaag in een andere gemeente anders zijn behandeld?
,,Wij zijn geen modaliteitenkerk. Dat wil ik echt benadrukken. De verschillen zijn niet zo groot. Of hij elders anders behandeld zou zijn, weet ik niet. Wij hoefden ons hier in Zeist niet over zijn zaak te buigen.’’
In het beroepingswerk valt op dat niet elke predikant in elke Gereformeerde Gemeente wordt beroepen. Wat zegt dat?
,,Ik zou niet in elke gemeente passen. Dat heeft met ligging te maken, maar ook met de cultuur van de gemeente. Ik kom van de Veluwe. De mensen zijn daar anders dan op Walcheren en de gemeenten dus ook. Niet elke predikant past in elke gemeente.’’
De statistieken laten al jaren zien dat meer leden de Gereformeerde Gemeenten verlaten dan erbij komen, ruim duizend leden. Is dat voor u een reden tot zorg?
,,Natuurlijk. Het gaat inderdaad om een behoorlijk aantal mensen. Zij kunnen overigens niet allemaal op één noemer worden gezet; ze verlaten de kerk om verschillende redenen. Overstappen naar een andere kerk past in onze tijd. Je kiest een kerk waar je je lekker voelt. Het kan zijn dat sommigen weggaan vanwege het omgaan met bepaalde publicaties. Zolang er geestelijke herkenning is, hoeft dat niet. Maar vergeet ook niet dat de prediking scheidend kan werken. Dat zag je bij de Heere Jezus al: velen gingen terug en wandelden niet meer met Hem.’’
Zou het leden voor uw kerken kunnen vasthouden als er meer openheid was om discussies te voeren?
,,Sommigen misschien. Anderen zullen dan juist weer opstappen om die reden. Nee, dat helpt niet.’’
Drie jaar geleden is de Hersteld Hervormde Kerk ontstaan. Is er daarmee niet een aantrekkelijke kerk gekomen voor kritische leden van de Gereformeerde Gemeenten om over te stappen?
,,Dat zou goed kunnen. Maar daar heb ik geen recente cijfers over.’’
Ziet u muziek in toenadering tot de Hersteld Hervormde Kerk?
,,Er zijn gesprekken. We leven mee. Maar de hersteld-hervormden bestaan nog maar net, ze moeten nog een evenwicht vinden. Het is ook best een gemêleerd kerkgenootschap, valt mij op.’’
En met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, het kerkgenootschap dat in 1953 is ontstaan uit een breuk in de Gereformeerde Gemeenten?
,,De synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland wil niet verder praten tot onze synode zich heeft uitgesproken over de breuk van 1953. Daarom gaat onze komende synode ‘1953’ evalueren, of daarbij kerkrechtelijke fouten zijn gemaakt. De tijd zal leren of er dan openingen komen voor verder gesprek. Ik zou blij zijn met toenadering, als er officieel kerkelijk contact zou zijn. Herstel van de breuk zie ik nog niet gauw gebeuren. Er is nog steeds veel pijn over de breuk en allerlei publicaties na de breuk hebben gezorgd voor een vertroebelde sfeer. En over het aanbod van genade zou dieper doorgesproken moeten worden.
Onze synodale commissie voor samensprekingen bestaat nog niet zo lang. Ook dat is iets wat de laatste jaren bij ons meer aandacht heeft gekregen. Vooral met Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten is er veel geestelijke herkenning. Ook met de Bewaar-het-pand-groep binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken durf ik gerust over geestelijke herkenning te spreken.’’
Wordt de afzetting van dominee Reinier Kok in 1950 ook opnieuw bekeken, zoals vaak is bepleit? Ook daar wordt de toepassing van kerkordelijke regels betwist.
,,Het is goed als kerkrechtelijke fouten door een synode ook eerlijk worden erkend. Ook ten aanzien van de schorsing van dominee Kok.’’
-------------
Dertig jaar in eerste gemeente
Dominee Van Eckeveld staat na ruim dertig jaar nog steeds in zijn eerste gemeente, namelijk de gemeente van Zeist.
,,Toen ik begon als predikant, was ik van mening dat een predikant niet langer dan tien jaar in dezelfde gemeente moet staan. Iedere dominee heeft zijn eenzijdigheden of stokpaardjes. Ik heb zo’n 220 beroepen gehad, maar de Heere heeft mij nooit andere gemeenten op mijn hart gebonden. In de jaren tachtig heb ik bij een beroep een keer gehad dat ik na drie weken bedenktijd nog niet wist wat ik moest doen. Ik heb gebeden en onder het gebed werd heel duidelijk de andere gemeente weggenomen en bleef alleen Zeist over. Nu krijg ik niet zoveel beroepen meer. Ik denk dat gemeenten verwachten dat ik na zoveel jaar niet meer wegga uit Zeist – hoewel ik zeker zou gaan als de Heere mij een andere gemeente zou wijzen. Ook zal meespelen dat ik een tot nog toe milde vorm van MS heb, een aantasting van het centrale zenuwstelsel. Gelukkig word ik daardoor niet erg belemmerd.’’
---------------
J.J. van Eckeveld
Geboren: 16 april 1948
Predikant sinds: 8 september 1976
Standplaats: Zeist
Kerkelijke nevenfuncties:
voorzitter generale synode 1998, 2001 en 2004
voorzitter curatorium Theologische School
voorzitter deputaatschap vertegenwoordiging en voorlichting
voorzitter deputaatschap voor de zending
voorzitter commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid
lid deputaatschap buitenlandse kerken
lid bestuur stichting cursus godsdienstonderwijs van de Gereformeerde Gemeenten