Bijbelstudie - het boek Efeze
Geplaatst: 19 okt 2006, 18:58
Laten we het dan maar proberen. Ik stel voor het boek Efeze te behandelen:
Nu stel ik voor om Calvijn als richtlijn te gebruiken, en ook de Engelse taal toe te laten.
Hier dus het eerste gedeelte:
Nu stel ik voor om Calvijn als richtlijn te gebruiken, en ook de Engelse taal toe te laten.
Hier dus het eerste gedeelte:
1 Paulus, een apostel1) van Jezus Christus, door den wil van God, aan de heiligen, die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus:
2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
3 Gezegend zij3) de God en Vader van4) onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke5) zegening in den hemel6) in Christus.7)
4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft8) in Hem,9) voor de grondlegging10) der wereld, opdat wij zouden heilig en11) onberispelijk12) zijn voor Hem in de liefde;13)
5 Die ons te voren14) verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven,15) naar het welbehagen16) van Zijn wil.
6 Tot prijs der17) heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft18) in den Geliefde;19)
1) een apostel
Van dit gehele opschrift van Paulus, zie de aantekeningen Rom. 1:1; 1 Cor. 1:1,2.
2) gelovige in
Dezen laatsten titel voegt hij daarbij tot verklaring van den eersten, namelijk dat hij zodanige heiligen verstaat, die door het geloof en den Geest van Christus zijn geheiligd, Hand. 15:8,9; 1 Petr. 1:22; niet gelijk vele Joden zich heilig noemden, omdat zij uiterlijk door de ceremoniën geheiligd waren; Hebr. 9:13,23.
No Link found
3) Gezegend zij
Het woord zegenen wordt in Ef. 1:3 op tweeërlei wijze genomen. Want de mens zegent God als hij Hem looft en dankt. En God zegent den mens, wanneer Hij hem zijne genade en weldaden bewijst; beide een Hebreeuwse wijze van spreken. En hier ziet de apostel op de woorden des verbonds, in uw zaad zullen alle geslachten der aarde gezegend worden, Gen. 22:18.
4) en Vader van
Dat is, God, die de Vader is onzes Heeren Jezus Christus, 1 Cor. 15:24; en wordt van Paulus en andere apostelen onder het Nieuwe Testament deze wijze van Gods benaming gebruikt, in plaats dat in het Oude Testament God in zulke zegeningen genoemd wordt de Heere, de God Israëls, of de God Abrahams, Izaks, en Jakobs, met welke God eerst zijn verbond had gemaakt. Zie Luk. 1:68.
5) alle geestelijke
Dat is, allerlei.
6) in den hemel
Grieks, in de hemelse; of overhemelse; namelijk plaatsen, gelijk Ef. 1:20, en Ef. 2:6. En hierdoor wordt te kennen gegeven dat God ons als uit Zijnen troon deze geestelijke zegeningen heeft medegedeeld, en dat ze daartoe dienen, om ons in den hemel gelukzalig te maken; Matth. 5:12, en 1 Petr. 1:4. Welke zegeningen hierna tot Ef. 1:15 toe in het bijzonder worden verhaald.
7) in Christus.
Namelijk als in ons Hoofd. Zie Ef. 1:22,23, en Ef. 2:5,6,7, en Ef. 4:15,16. Zie ook Joh. 1:16; Filipp. 3:20. Of, om ons zalig te maken.
8) uitverkoren heeft
Of, uitgelezen, namelijk uit den gemenen hoop der verdorven mensen. Zie Joh. 15:16,19; Rom. 8:29; 2 Thess. 2:13; 1 Petr. 1:1,2, enz.
9) in Hem,
Namelijk Christus, als ons Hoofd, gelijk in Ef. 1:3 om ons het beeld Zijns Zoons gelijkvormig te maken, Joh. 17:6; Rom. 8:29. Of, door hem, Joh. 15:16,19.
10) voor de grondlegging
Dat is, van eeuwigheid, gelijk deze wijze van spreken alom genomen wordt. Zie Joh. 17:24; 1 Petr. 1:20. Zie ook Ps. 90:2; Spreuk. 8:23.
11) heilig en
Hieronder wordt ook het ware geloof verstaan, hetwelk nimmermeer zonder heiligheid is, gelijk ook de heiligheid en liefde niet kan zijn zonder het ware geloof; want door het geloof worden onze harten gereinigd, Hand. 15:9; 1 Petr. 1:22. En dat wij ook uit genade in Christus tot het geloof verkoren zijn, blijkt Hand. 13:48; Rom. 8:30; 2 Tim. 1:9; Jak. 2:5.
12) onberispelijk
Dat is, niet alleen voor de mensen, gelijk de geveinsden somwijlen voor enen tijd ook zijn, maar oprecht als in Gods tegenwoordigheid. Zie Gen. 17:1; Luk. 1:6. En is deze heiligheid en onberispelijkheid in dit leven wel oprecht, en door de kracht van Gods Geest begonnen, maar zal in het toekomende leven eerst in alle delen volmaakt worden. Zie 1 Cor. 13:9; Ef. 5:27; Filipp. 3:12, enz. Doch is deze onvolkomen heiligheid en onberispelijkheid in Christus Jezus ook in dit leven God behagelijk, en als volkomen van Hem aangenomen, omdat Hij onze gebreken door het geloof in Christus vergeeft en in Christus overziet, Col. 2:10; Hebr. 13:21; 1 Petr. 2:5, enz.
13) in de liefde;
Dit verstaan sommigen van de liefde waarmede ons God liefgehadheeft, en voegen het bij het voorgaande woord uitverkoren. Doch het kan bekwamelijk bij de naaste woorden heilig en onstraffelijk gevoegd worden, en verstaan van onze liefde jegens God en de naasten waarin zich deze heiligheid voornamelijk openbaart. Zie 1 Cor. 13:1, enz.; Gal. 5:6.
14) te voren
Namelijk van eeuwigheid, gelijk in het Ef. 1:4. En hier wordt ten aanzien van ons het opperste einde van onze verkiezing tot heerlijkheid nader uitgedrukt; namelijk onze aanneming tot kinderen en erfgenamen Gods, en medeërfgenamen van Christus, waarvan wij hier wel de beginselen en verwachting hebben, Joh. 1:12; Rom. 8:15; maar de volle bezitting van dit kindschap en deze erfenis zullen wij hiernamaals eerst ontvangen. Zie Rom. 8:23; Gal. 4:5; Hebr. 9:15; 1 Joh. 3:2.
15) in Zichzelven,
Of, tot Zichzelven, dat is, tot Zijne eer, om Zijns zelfs wil, voor Zichzelven, aan Zichzelven. Want God de Vader heeft ons in Christus tot Zijne kinderen en erfgenamen verordineerd; Rom. 8:17.
16) naar het welbehagen
Dat is, niet uit enige van onze verdienste of waardigheid, maar alleen naar Zijn onverdiende gunst, genade en believen. Zie Rom. 9:11,12,15,16, en Rom. 11:6; 2 Tim. 1:9; gelijk in Ef. 1:6 ook verklaard wordt.
17) Tot prijs der
Dat is, opdat deze Zijn heerlijke genade door ons geloofd en geprezen worde; hetwelk is het opperste einde van deze eeuwige en genadige verkiezing Gods, Rom. 9:23.
18) begenadigd heeft
Of, aangenaam heeft gemaakt, namelijk voor hem, gelijk dit woord, Luk. 1:28, van de maagd Maria ook gebruikt wordt.
19) Geliefde;
Namelijk Christus, zijn geliefden Zoon; Matth. 3:17.