Mooie dingen kun je lelijk maken
Geplaatst: 16 jan 2006, 16:53
Ik zat deze zondag door omstandigheden in een gemeente waar een dominee staat die ik liever niet hoor. Ik zeg het eerlijk.
Deze zondag waren de preken van zodanige aard dat ze niet eens thuis besproken werden omdat niemand er over durfde te beginnen. We wisten allemaal niet wat we er mee moesten.
Ik wil de beide preken hier niet bespreken omdat we daar niet zoveel mee opschieten. Wel wil ik er 1 punt uitpakken wat ik vaker tegen kom namelijk: Het structureel in verband brengen van goede dingen aan slechte elementen. Misschien een beetje vaag maar met een paar voorbeelden wordt het vast duidelijker:
God danken en lofzingen = juichchristendom
Door geloof zalig worden = verstandschristendom
Geloofszekerheid = gearriveerd christendom
Gods vaderlijke liefde = evangelisch
Doopsbeloften = verbondsautomatistische gereformeerden
Kiezen voor Christus = verstandschristendom
Aannemen van Christus = verstandschristendom
Gaven van de Geest = Pinkstergemeente
Bekeren = remonstrants
Radicale bekering = tijdgeloof/wondergeloof
De afgelopen zondag kwamen bijna al deze punten weer aan bod. Je krijgt na zo’n preek het gevoel dat het ware volk zich maar beter verre kan houden van het danken en lofzingen van God. Dat het ware volk niet zalig word door geloof, maar door ellendekennis. Dat het ware volk geen geloofszekerheid kent, misschien heel soms een klein ogenblik. Dat het ware volk God enkel als rechter kent (en wil kennen). Dat het ware volk niets kan met verbondsbeloften. Dat het ware volk niet gekozen heeft om Jezus Christus na te volgen en dat ze (de genade van) Christus niet aangenomen en omhelst heeft. Dat het ware volk geen gaven van de Geest kent en daar ook zo ver mogelijk vandaan blijft. Dat het ware volk zich niet bekeerd heeft. Dat er onder het ware volk geen mensen zijn die een radicale bekering hebben meegemaakt.
De dominee zegt het niet letterlijk maar creëert een tegenstelling. Bijv: de gelijkenis van de wijze en de dwaze huizenbouwer zoals de dominee er deze zondag over preekte. De dwaze huizenbouwer heeft zijn huis snel in elkaar gezet op het zand. Kant en klaar pleisterwerk uiteraard. In de top pronkt de vlag vol van lofgezangen en de eigenaar zit trots voor zijn huis te genieten in de zon, om de wijze huizenbouwer die nog bezig is met graven naar de rots om daar zijn huis op te bouwen, te voorzien van hoongelach omdat de wijze bouwer zo moeilijk zit te doen. Maar dan komen de slagregens en dan spoelt het huis van de dwaze huizenbouwer al snel compleet weg. Hij was er wel zo zeker van dat het zou blijven staan, maar het mocht niet baten. De dwaze bouwer wilde nooit gaan graven in de modder, want daar zou hij vies van worden. Dit is bevindelijk natuurlijk de taal over de ellendekennis. De dwaze bouwer wilde niet bekend worden aan zichzelf. Daardoor heeft hij ook nooit de rots en dat is Christus gevonden. De wijze bouwer is juist wel gaan graven in de modder om viezigheid over zichzelf te ontdekken. Hij laat zich door de dwaze bouwer niet van de wijs brengen en blijft graven in de modder om meer over zichzelf te ontdekken. Op een gegeven moment had hij diep genoeg gegraven en vond hij de rots.
Aldus de dominee.
[offtopic]
Indien je dit doortrek dan moet JIJ dus in jezelf graven om Christus te vinden en hangt het van JOUW gegraaf naar ellendekennis af of je Christus vind. Das gewoon rooms. Luther dacht ook dat hij door zelfkastijding en zelfonderzoek geschikt zou worden voor rechtvaardiging. Als hij maar genoeg…
[/offtopic]
Ontopic:
Ik hoop dat jullie wat proeven van de moeite waarmee ik worstel wanneer ik dit dan aanhoor. Niet alleen wordt er een rechtzinnigheid neergezet dat geen rechtzinnige grond kent. Maar ook worden en passant een aantal op zichzelf juist positieve en goede elementen toegedicht aan de tegenpartij die zo’n klank meekrijgen dat je het gevoel krijgt om er maar flink ver van af te blijven. Wanneer je dit 104 keer in het jaar hoort, dan wordt je gewoon gehersenspoeld en krijg je alleen maar negatieve gedachten over alles wat zich gelovig noemt. De paranoia tegenover die groep wordt elke zondag aangewakkerd. Pas op voor mensen die zich gelovig noemen. Ware bekeerden komen niet boven het moddergraven uit. Ook tussen de avondmaalsgangers zitten dwaze huizenbouwers. Ze hebben misschien wel tijdelijk een echte indruk gehad waardoor ze wisten dat ze een huis moesten bouwen, maar het is toch niet waar… Toch niet genoeg in de grond zitten graven. Toch een gestolen Christus.
Deze zondag waren de preken van zodanige aard dat ze niet eens thuis besproken werden omdat niemand er over durfde te beginnen. We wisten allemaal niet wat we er mee moesten.
Ik wil de beide preken hier niet bespreken omdat we daar niet zoveel mee opschieten. Wel wil ik er 1 punt uitpakken wat ik vaker tegen kom namelijk: Het structureel in verband brengen van goede dingen aan slechte elementen. Misschien een beetje vaag maar met een paar voorbeelden wordt het vast duidelijker:
God danken en lofzingen = juichchristendom
Door geloof zalig worden = verstandschristendom
Geloofszekerheid = gearriveerd christendom
Gods vaderlijke liefde = evangelisch
Doopsbeloften = verbondsautomatistische gereformeerden
Kiezen voor Christus = verstandschristendom
Aannemen van Christus = verstandschristendom
Gaven van de Geest = Pinkstergemeente
Bekeren = remonstrants
Radicale bekering = tijdgeloof/wondergeloof
De afgelopen zondag kwamen bijna al deze punten weer aan bod. Je krijgt na zo’n preek het gevoel dat het ware volk zich maar beter verre kan houden van het danken en lofzingen van God. Dat het ware volk niet zalig word door geloof, maar door ellendekennis. Dat het ware volk geen geloofszekerheid kent, misschien heel soms een klein ogenblik. Dat het ware volk God enkel als rechter kent (en wil kennen). Dat het ware volk niets kan met verbondsbeloften. Dat het ware volk niet gekozen heeft om Jezus Christus na te volgen en dat ze (de genade van) Christus niet aangenomen en omhelst heeft. Dat het ware volk geen gaven van de Geest kent en daar ook zo ver mogelijk vandaan blijft. Dat het ware volk zich niet bekeerd heeft. Dat er onder het ware volk geen mensen zijn die een radicale bekering hebben meegemaakt.
De dominee zegt het niet letterlijk maar creëert een tegenstelling. Bijv: de gelijkenis van de wijze en de dwaze huizenbouwer zoals de dominee er deze zondag over preekte. De dwaze huizenbouwer heeft zijn huis snel in elkaar gezet op het zand. Kant en klaar pleisterwerk uiteraard. In de top pronkt de vlag vol van lofgezangen en de eigenaar zit trots voor zijn huis te genieten in de zon, om de wijze huizenbouwer die nog bezig is met graven naar de rots om daar zijn huis op te bouwen, te voorzien van hoongelach omdat de wijze bouwer zo moeilijk zit te doen. Maar dan komen de slagregens en dan spoelt het huis van de dwaze huizenbouwer al snel compleet weg. Hij was er wel zo zeker van dat het zou blijven staan, maar het mocht niet baten. De dwaze bouwer wilde nooit gaan graven in de modder, want daar zou hij vies van worden. Dit is bevindelijk natuurlijk de taal over de ellendekennis. De dwaze bouwer wilde niet bekend worden aan zichzelf. Daardoor heeft hij ook nooit de rots en dat is Christus gevonden. De wijze bouwer is juist wel gaan graven in de modder om viezigheid over zichzelf te ontdekken. Hij laat zich door de dwaze bouwer niet van de wijs brengen en blijft graven in de modder om meer over zichzelf te ontdekken. Op een gegeven moment had hij diep genoeg gegraven en vond hij de rots.
Aldus de dominee.
[offtopic]
Indien je dit doortrek dan moet JIJ dus in jezelf graven om Christus te vinden en hangt het van JOUW gegraaf naar ellendekennis af of je Christus vind. Das gewoon rooms. Luther dacht ook dat hij door zelfkastijding en zelfonderzoek geschikt zou worden voor rechtvaardiging. Als hij maar genoeg…
[/offtopic]
Ontopic:
Ik hoop dat jullie wat proeven van de moeite waarmee ik worstel wanneer ik dit dan aanhoor. Niet alleen wordt er een rechtzinnigheid neergezet dat geen rechtzinnige grond kent. Maar ook worden en passant een aantal op zichzelf juist positieve en goede elementen toegedicht aan de tegenpartij die zo’n klank meekrijgen dat je het gevoel krijgt om er maar flink ver van af te blijven. Wanneer je dit 104 keer in het jaar hoort, dan wordt je gewoon gehersenspoeld en krijg je alleen maar negatieve gedachten over alles wat zich gelovig noemt. De paranoia tegenover die groep wordt elke zondag aangewakkerd. Pas op voor mensen die zich gelovig noemen. Ware bekeerden komen niet boven het moddergraven uit. Ook tussen de avondmaalsgangers zitten dwaze huizenbouwers. Ze hebben misschien wel tijdelijk een echte indruk gehad waardoor ze wisten dat ze een huis moesten bouwen, maar het is toch niet waar… Toch niet genoeg in de grond zitten graven. Toch een gestolen Christus.