HET VOORNAAMSTE
Geplaatst: 21 dec 2005, 18:53
"Ere zij God in de hoogste hemelen." Lukas 2:14a
De engelen hebben het Kerstlied volmaakt gezongen. Niet alleen wat de woorden betreft, maar ook ten aanzien van de volgorde in dit lied. Want ze beginnen met de eer Gods. Niet met de vrede op aarde of met het welbehagen in mensen. De aarde en de mensen kamen op de tweede plaats.
Het gaat dan ook in de eerste plaats bij het Kerstgebeuren niet om de verlossing van zondaren, maar om de eer Gods. In het Kerstfeit komt God aan Zijn eer. Dat is het voornaamste. Hadden mensentongen het lied der verlossing moeten zingen, dan waren wij het liefst bij onszelf begonnen. Wat bij de engelen het eerst aan de orde is, daaraan komt de mens het laatste toe, Maar zolang het nog gaat om eigen zaligheid, om eigen behoud en om eigen verlossing, hebben we van het Kerstgebeuren nog te weinig begrepen, ook al zijn we aan zonde en schuld ontdekt. Het is in de eerste plaats Kerstfeest voor God de Vader, omdat er een Kind is geboren, dat Gods eer zal herstellen. Voor de tweede maal. dat is het voornaamste.
"Ere zij God." En hiermee spreken de engelen niet een wens uit. alsof het zo zijn mocht. Want die eer is aan God in de hoogste hemelen. Maar nu zal de aarde de deugden Gods worden opgeluisterd door het Kind, Dat daar ligt in de stal.
Op de aarde is de eer Gods aangetast. De mens is een schender geworden van Gods Majesteit, een krenker van Zijn deugden. Om niets anders was hij geschapen dan om God te eren. Doch zodra hij viel, verstomde de lof op zijn lippen.
Sindsdien is het niet meer: "Ere zij God'", maar: "Ere zij de mens." En wee degene, die de mens in zijn eer durft te krenken. Intussen doet hij zelf niet anders dan de Allerhoogste in Zijn eer krenken. Want één van beide,óf God, óf de mens op de troon.
Maar het Kerstgebeuren betekent nu, dat God weer de eer zal ontvangen door de mens Christus, en door allen die in Hem zijn. Niet om het Kind in de schaduw te stellen. In dat licht wordt de geboren Christus juist des te groter. Hij heeft immers Zelf gezegd: ` Ik zoek niet Mijn eer, maar de eer van Hem Die Mij gezonden heeft." Christus was er dus Zelf diep van doordrongen, dat het ging om de eer Zijns Vaders.
Zo staat dan de engelenzang in de juiste volgorde. Het voornaamste voorop. Wat het zwaarste is, doen de engelen ook het zwaarste wegen.
Het lied der engelen wordt nu echter een les die de kerk. Gods moet leren. Opdat de kerk op de Kerstdag zich niet alleen verlustigen zal in eigen behoud, maar bovenal in de eer Gods. Wie de volgorde omkeert, wie begint met de vrede op aarde en het welbehagen in mensen, hij kan nog zichzelf bedoelen O zeker, het is goed om te vragen: "Hoe word ik zalig?" Waren er zulke vraagstellers maar meer. Doch het moet toch ook komen tot de vraag: "Hoe komt God aan Zijn eer?" Het is dan ook een vaag teken, als het bij de eerste vraag is gebleven. Of dan de eer van God niets met de zaligheid van het volk van God te maken heeft? Die twee dingen staan juist met elkaar in het nauwste verband. Want wie de eer Gods mag bedoelen, die is juist zalig.
Geen zaliger Kerstfeest dan wanneer daarin Gods deugden worden verheerlijkt.
Neen, de eer Gods sluit het behoud van de mens niet uit, maar sluit de zaligheid juist in. God verheerlijkt Zijn deugden juist in het zaligen van zondaren.
In het "Ere zij God" ligt alleen de zaligheid vast. Want nu is Gods eer met de verlossing van zondaren gemoeid.
Mocht het dan zo Kerstdag voor ons worden. Want ach, wij willen allen wel een Jezus om ons van de helse smart te verlossen. De volgorde in de engelenzang keren we zo graag om. Als we maar behouden zijn. Dat achter wij het voornaamste. Ons Kerstbegrip zit vol egoïsme. Maar zelfzoekers zullen het Kind tevergeefs zoeken, ook al menen ze het gevonden te hebben. Bedenk het dan; dat we met God de Vader te maken hebben, Wiens deugden door ons zijn aangetast, en dat God de Zoon in de wereld kwam, allereerst om Hem eer te geven. Dit is de ernst van het Kerst-evangelie! In dit besef zal het een zalige Kerstdag worden. Als uw behoud op de tweede plaats komt en de eer Gods is geworden HET VOORNAAMSTE'
De engelen hebben het Kerstlied volmaakt gezongen. Niet alleen wat de woorden betreft, maar ook ten aanzien van de volgorde in dit lied. Want ze beginnen met de eer Gods. Niet met de vrede op aarde of met het welbehagen in mensen. De aarde en de mensen kamen op de tweede plaats.
Het gaat dan ook in de eerste plaats bij het Kerstgebeuren niet om de verlossing van zondaren, maar om de eer Gods. In het Kerstfeit komt God aan Zijn eer. Dat is het voornaamste. Hadden mensentongen het lied der verlossing moeten zingen, dan waren wij het liefst bij onszelf begonnen. Wat bij de engelen het eerst aan de orde is, daaraan komt de mens het laatste toe, Maar zolang het nog gaat om eigen zaligheid, om eigen behoud en om eigen verlossing, hebben we van het Kerstgebeuren nog te weinig begrepen, ook al zijn we aan zonde en schuld ontdekt. Het is in de eerste plaats Kerstfeest voor God de Vader, omdat er een Kind is geboren, dat Gods eer zal herstellen. Voor de tweede maal. dat is het voornaamste.
"Ere zij God." En hiermee spreken de engelen niet een wens uit. alsof het zo zijn mocht. Want die eer is aan God in de hoogste hemelen. Maar nu zal de aarde de deugden Gods worden opgeluisterd door het Kind, Dat daar ligt in de stal.
Op de aarde is de eer Gods aangetast. De mens is een schender geworden van Gods Majesteit, een krenker van Zijn deugden. Om niets anders was hij geschapen dan om God te eren. Doch zodra hij viel, verstomde de lof op zijn lippen.
Sindsdien is het niet meer: "Ere zij God'", maar: "Ere zij de mens." En wee degene, die de mens in zijn eer durft te krenken. Intussen doet hij zelf niet anders dan de Allerhoogste in Zijn eer krenken. Want één van beide,óf God, óf de mens op de troon.
Maar het Kerstgebeuren betekent nu, dat God weer de eer zal ontvangen door de mens Christus, en door allen die in Hem zijn. Niet om het Kind in de schaduw te stellen. In dat licht wordt de geboren Christus juist des te groter. Hij heeft immers Zelf gezegd: ` Ik zoek niet Mijn eer, maar de eer van Hem Die Mij gezonden heeft." Christus was er dus Zelf diep van doordrongen, dat het ging om de eer Zijns Vaders.
Zo staat dan de engelenzang in de juiste volgorde. Het voornaamste voorop. Wat het zwaarste is, doen de engelen ook het zwaarste wegen.
Het lied der engelen wordt nu echter een les die de kerk. Gods moet leren. Opdat de kerk op de Kerstdag zich niet alleen verlustigen zal in eigen behoud, maar bovenal in de eer Gods. Wie de volgorde omkeert, wie begint met de vrede op aarde en het welbehagen in mensen, hij kan nog zichzelf bedoelen O zeker, het is goed om te vragen: "Hoe word ik zalig?" Waren er zulke vraagstellers maar meer. Doch het moet toch ook komen tot de vraag: "Hoe komt God aan Zijn eer?" Het is dan ook een vaag teken, als het bij de eerste vraag is gebleven. Of dan de eer van God niets met de zaligheid van het volk van God te maken heeft? Die twee dingen staan juist met elkaar in het nauwste verband. Want wie de eer Gods mag bedoelen, die is juist zalig.
Geen zaliger Kerstfeest dan wanneer daarin Gods deugden worden verheerlijkt.
Neen, de eer Gods sluit het behoud van de mens niet uit, maar sluit de zaligheid juist in. God verheerlijkt Zijn deugden juist in het zaligen van zondaren.
In het "Ere zij God" ligt alleen de zaligheid vast. Want nu is Gods eer met de verlossing van zondaren gemoeid.
Mocht het dan zo Kerstdag voor ons worden. Want ach, wij willen allen wel een Jezus om ons van de helse smart te verlossen. De volgorde in de engelenzang keren we zo graag om. Als we maar behouden zijn. Dat achter wij het voornaamste. Ons Kerstbegrip zit vol egoïsme. Maar zelfzoekers zullen het Kind tevergeefs zoeken, ook al menen ze het gevonden te hebben. Bedenk het dan; dat we met God de Vader te maken hebben, Wiens deugden door ons zijn aangetast, en dat God de Zoon in de wereld kwam, allereerst om Hem eer te geven. Dit is de ernst van het Kerst-evangelie! In dit besef zal het een zalige Kerstdag worden. Als uw behoud op de tweede plaats komt en de eer Gods is geworden HET VOORNAAMSTE'