Christen zijn in kerk en wereld
Geplaatst: 16 dec 2005, 11:04
Wie benieuwd is met welke vragen en overwegingen reformatorische christenen zitten, kan terecht bij het boek Christen zijn in kerk en wereld. Negen dominees geven hun antwoorden.
Media en dan vooral nieuwe media stellen reformatorische christenen voor vragen. Waar ze altijd principieel televisie hebben afgewezen, is dat lastiger of zelfs ondoenlijk met computer, internet en mobiele telefoon. Mediagebruik is een van de thema's die Adriaan van Belzen heeft voorgelegd aan negen predikanten uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
Ds. A. Kort, predikant van de Oud Gereformeerde Gemeente in Krimpen aan den IJssel, heeft een computer. Hij vatte het plan op om een abonnement op gefilterd internet te nemen, zodat zijn kinderen daar voor school mee konden werken. ,,Maar ik heb ervaren dat ik hierdoor geen toegang meer tot de Heere kreeg en Hem kwijtraakte. Ik werd er zelfs nog door mijn eigen zoon op gewezen, dat ik met internet de wereld in huis haalde. Ik dacht het goed te kunnen praten door te zeggen dat je er toch ook onschuldige dingen mee kon doen, zoals bankieren en via e-mail mijn stukjes voor het kerkblad versturen. Maar ik kreeg er toch wel een dreun mee voor het persoonlijke zieleleven. Ik kon er niet meer mee voor de Heere komen'', aldus de oud-gereformeerde predikant uit Krimpen aan den IJssel.
Wat Kort ondervond met internet, ervoer hij ook toen hij een auto had gekocht met een radio er in. ,,Zo'n radio leek me welmakkelijk, omdat ik dan onderweg kon horen waar de files staan. Maar ook toen raakte ik de Heere kwijt. Zo nauw ligt het dus. Toen heb ik de radio er uit laten halen.''
Interviewer Adriaan van Belzen liep zelf met vragen over bijvoorbeeld belijdenis-doen en kerkscheuringen. ,,Daarover en over vragen die ik om mij heen hoor, ben ik met verschillende predikanten gaan praten'', vertelt Van Belzen. Zijn interviews zijn gebundeld in Christen zijn in kerk en wereld. Gesprekken met bevindelijk-gereformeerde predikanten. Hij hoopt ,,jong en oud'' ermee te dienen. ,,Voor de vorm heb ik mij laten inspireren door Rik Valkenburg. Hij heeft vergelijkbare boeken geschreven'', aldus Van Belzen, lid van de Oud Gereformeerde Gemeente van Barneveld. Het boek is in een oplage van 1500 stuks verschenen bij Uitgeverij De Groot Goudriaan in Kampen (18,90 euro).
Over besproken thema's blijken diverse visies de ronde doen, constateert Van Belzen. Zo vraagt Kort zich af, of je echt niet meer buiten internet kunt. ,,Op het werk en op school zijn ze onontkoombaar'', vindt ds. W. Visscher echter. ,,Media zijn in onze tijd net als de lucht: we weten dat de lucht vervuild is, maar niemand zegt dat de lucht daarom maar afgeschaft moet worden. Dat is ook niet mogelijk, want dan hebben we geen zuurstof meer. Zo is het ook met multimedia'', vindt de predikant van de Gereformeerde Gemeente van Amersfoort. Ds. Kort constateert wel dat ,,we helaas tegen deze ontwikkelingen geen wal meer kunnen opwerpen. Het komt als een vloed over ons heen.''
Vrijwel alle predikanten geven hun visie op het heilig avondmaal, waarmee veel kerkgangers worstelen: mag ik aangaan of niet? De christelijk-gereformeerd predikant G. Bouw uit Alphen aan den Rijn kun je zelfs van regelmatige avondmaalgangers ,,niet per definitie zeggen dat het kinderen van God zijn. Je kunt gesprekken met mensen hebben die regelmatig aangaan, maar bij wie je niets kunt waarnemen van het werk van de Geest. Er zijn anderen die de vrijmoedigheid missen om aan te gaan, maar die je bij wijze van spreken wel naar de avondmaalstafel zou willen trekken.''
In de gemeente van de hervormde dominee M. van Kooten uit Montfoort wordt twee keer per jaar avondmaal gevierd waaraan zo'n dertig gemeenteleden deelnemen. In de tijd na het avondmaal bezoeken kerkenraadsleden deze mensen. ,,Er zijn gemeenten waar erg gehamerd wordt op de noodzaak van de avondmaalsgang'', weet Van Kooten. ,,Zelf doe ik dat niet. Het avondmaal is in de eerste plaats bedoeld voor de versterking van het geloof. Om daaraan deel te mogen nemen, is een zaak die de Heere in het hart van een mens werkt. Met andere woorden: je hebt de mensen wel heen te wijzen naar de Zaligmaker, maar dat is mijns inziens iets anders dan iemand heenwijzen naar de avondmaalstafel. Voor mij is elke avondmaalganger nog geen kind des Heeren. Daarom ben ik daar wat terughoudend in.''
Van Kooten heeft er ,,heel veel moeite mee'' wanneer er mensen aan het avondmaal komen die televisie in huis hebben of ,,te kort haar'' hebben. ,,De vraag die zich voordoet is echter: als je daar wat van zegt en die vrouw gaat desondanks aan, mag je haar dan afhouden? Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die dat zullen doen. Ik zelf vind dat moeilijk. Als je iemand gewaarschuwd hebt, ligt de verantwoordelijkheid eigenlijk bij die ander. Daarbij komt dat er mensen blijken te zijn die op een fatsoenlijke manier met een tv kunnen omgaan. Al blijf ik van mening dat zulke mensen de schijn des kwaads tegen zich hebben.''
Avondmaal heeft voor de meeste predikanten alles te maken met belijdenis doen. De christelijk-gereformeerde dominee L.W. van der Meij uit Driebergen wijst erop dat het afleggen van openbare belijdenis oorspronkelijk was voor mensen die ,,in de weg van de wedergeboorte aan het avondmaal begeerden deel te nemen''. ,,Het belijdenis doen is in onze gezindte meer en meer een uitwendige zaak geworden. Men doet belijdenis van de waarheid en geeft hiermee te kennen dat men voor de kerk kiest in plaats van voor de wereld.''
Ds. Bouw is het met Van der Meij eens. ,,Men moet wel terdege beseffen dat belijdenis doen van de waarheid niet genoeg is.'' Hij waarschuwt zijn catechisanten wel dat ze niet klaar zijn met belijdenis van de waarheid. ,,Jaren geleden hadden we het ook over deze dingen gehad. Toen ik na afloop van de catechisatie naar buiten kwam, zag ik één van de catechisanten bij zijn fiets staan huilen. Ik vroeg wat er aan de hand was. Hij antwoordde: 'Ach dominee, nu doe ik wel belijdenis, maar ik ben onbekeerd. Zo kan ik niet sterven'. Kijk, hij voelde waar het op aan kwam.''
Media en dan vooral nieuwe media stellen reformatorische christenen voor vragen. Waar ze altijd principieel televisie hebben afgewezen, is dat lastiger of zelfs ondoenlijk met computer, internet en mobiele telefoon. Mediagebruik is een van de thema's die Adriaan van Belzen heeft voorgelegd aan negen predikanten uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
Ds. A. Kort, predikant van de Oud Gereformeerde Gemeente in Krimpen aan den IJssel, heeft een computer. Hij vatte het plan op om een abonnement op gefilterd internet te nemen, zodat zijn kinderen daar voor school mee konden werken. ,,Maar ik heb ervaren dat ik hierdoor geen toegang meer tot de Heere kreeg en Hem kwijtraakte. Ik werd er zelfs nog door mijn eigen zoon op gewezen, dat ik met internet de wereld in huis haalde. Ik dacht het goed te kunnen praten door te zeggen dat je er toch ook onschuldige dingen mee kon doen, zoals bankieren en via e-mail mijn stukjes voor het kerkblad versturen. Maar ik kreeg er toch wel een dreun mee voor het persoonlijke zieleleven. Ik kon er niet meer mee voor de Heere komen'', aldus de oud-gereformeerde predikant uit Krimpen aan den IJssel.
Wat Kort ondervond met internet, ervoer hij ook toen hij een auto had gekocht met een radio er in. ,,Zo'n radio leek me welmakkelijk, omdat ik dan onderweg kon horen waar de files staan. Maar ook toen raakte ik de Heere kwijt. Zo nauw ligt het dus. Toen heb ik de radio er uit laten halen.''
Interviewer Adriaan van Belzen liep zelf met vragen over bijvoorbeeld belijdenis-doen en kerkscheuringen. ,,Daarover en over vragen die ik om mij heen hoor, ben ik met verschillende predikanten gaan praten'', vertelt Van Belzen. Zijn interviews zijn gebundeld in Christen zijn in kerk en wereld. Gesprekken met bevindelijk-gereformeerde predikanten. Hij hoopt ,,jong en oud'' ermee te dienen. ,,Voor de vorm heb ik mij laten inspireren door Rik Valkenburg. Hij heeft vergelijkbare boeken geschreven'', aldus Van Belzen, lid van de Oud Gereformeerde Gemeente van Barneveld. Het boek is in een oplage van 1500 stuks verschenen bij Uitgeverij De Groot Goudriaan in Kampen (18,90 euro).
Over besproken thema's blijken diverse visies de ronde doen, constateert Van Belzen. Zo vraagt Kort zich af, of je echt niet meer buiten internet kunt. ,,Op het werk en op school zijn ze onontkoombaar'', vindt ds. W. Visscher echter. ,,Media zijn in onze tijd net als de lucht: we weten dat de lucht vervuild is, maar niemand zegt dat de lucht daarom maar afgeschaft moet worden. Dat is ook niet mogelijk, want dan hebben we geen zuurstof meer. Zo is het ook met multimedia'', vindt de predikant van de Gereformeerde Gemeente van Amersfoort. Ds. Kort constateert wel dat ,,we helaas tegen deze ontwikkelingen geen wal meer kunnen opwerpen. Het komt als een vloed over ons heen.''
Vrijwel alle predikanten geven hun visie op het heilig avondmaal, waarmee veel kerkgangers worstelen: mag ik aangaan of niet? De christelijk-gereformeerd predikant G. Bouw uit Alphen aan den Rijn kun je zelfs van regelmatige avondmaalgangers ,,niet per definitie zeggen dat het kinderen van God zijn. Je kunt gesprekken met mensen hebben die regelmatig aangaan, maar bij wie je niets kunt waarnemen van het werk van de Geest. Er zijn anderen die de vrijmoedigheid missen om aan te gaan, maar die je bij wijze van spreken wel naar de avondmaalstafel zou willen trekken.''
In de gemeente van de hervormde dominee M. van Kooten uit Montfoort wordt twee keer per jaar avondmaal gevierd waaraan zo'n dertig gemeenteleden deelnemen. In de tijd na het avondmaal bezoeken kerkenraadsleden deze mensen. ,,Er zijn gemeenten waar erg gehamerd wordt op de noodzaak van de avondmaalsgang'', weet Van Kooten. ,,Zelf doe ik dat niet. Het avondmaal is in de eerste plaats bedoeld voor de versterking van het geloof. Om daaraan deel te mogen nemen, is een zaak die de Heere in het hart van een mens werkt. Met andere woorden: je hebt de mensen wel heen te wijzen naar de Zaligmaker, maar dat is mijns inziens iets anders dan iemand heenwijzen naar de avondmaalstafel. Voor mij is elke avondmaalganger nog geen kind des Heeren. Daarom ben ik daar wat terughoudend in.''
Van Kooten heeft er ,,heel veel moeite mee'' wanneer er mensen aan het avondmaal komen die televisie in huis hebben of ,,te kort haar'' hebben. ,,De vraag die zich voordoet is echter: als je daar wat van zegt en die vrouw gaat desondanks aan, mag je haar dan afhouden? Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die dat zullen doen. Ik zelf vind dat moeilijk. Als je iemand gewaarschuwd hebt, ligt de verantwoordelijkheid eigenlijk bij die ander. Daarbij komt dat er mensen blijken te zijn die op een fatsoenlijke manier met een tv kunnen omgaan. Al blijf ik van mening dat zulke mensen de schijn des kwaads tegen zich hebben.''
Avondmaal heeft voor de meeste predikanten alles te maken met belijdenis doen. De christelijk-gereformeerde dominee L.W. van der Meij uit Driebergen wijst erop dat het afleggen van openbare belijdenis oorspronkelijk was voor mensen die ,,in de weg van de wedergeboorte aan het avondmaal begeerden deel te nemen''. ,,Het belijdenis doen is in onze gezindte meer en meer een uitwendige zaak geworden. Men doet belijdenis van de waarheid en geeft hiermee te kennen dat men voor de kerk kiest in plaats van voor de wereld.''
Ds. Bouw is het met Van der Meij eens. ,,Men moet wel terdege beseffen dat belijdenis doen van de waarheid niet genoeg is.'' Hij waarschuwt zijn catechisanten wel dat ze niet klaar zijn met belijdenis van de waarheid. ,,Jaren geleden hadden we het ook over deze dingen gehad. Toen ik na afloop van de catechisatie naar buiten kwam, zag ik één van de catechisanten bij zijn fiets staan huilen. Ik vroeg wat er aan de hand was. Hij antwoordde: 'Ach dominee, nu doe ik wel belijdenis, maar ik ben onbekeerd. Zo kan ik niet sterven'. Kijk, hij voelde waar het op aan kwam.''