Psalm 1:4

Plaats reactie
Gebruikersavatar
Mister
Administrator
Berichten: 11725
Lid geworden op: 25 jul 2005, 12:06

Psalm 1:4

Bericht door Mister »

Naar aanleiding van topic over psalm 42, nu iets over psalm 1

Psalm 1:4... berijmd... Vind ik ook altijd apart!

De Heer' toch slaat der mensen wegen gâ,
en wendt alom het oog van Zijn genâ,
op zulken, die, oprecht en rein van zeden,
Met vasten gang het pad der deugd betreden
...
Dit hele couplet is opgehangen aan psalm 1:6 (onberijmd) waar staat:
Want de Heere kent de weg der rechtvaardigen; maar de weg der goddelozen zal vergaan.

Rechtvaardigen = zij die 'Met vasten gang het pad der deugd betreden' ?

Vertaalt duidelijk onder invloed van oa. de Verlichting. Evenals in psalm 97 oa. Opperwezen wordt genoemd. En Opperheer. Bijzondere woorden. M.i. niet echt Bijbels.
Corydoras
Berichten: 965
Lid geworden op: 01 jun 2005, 13:59

Bericht door Corydoras »

Daar hebben we het al eens eerder over gehad. Als ik mezelf even mag quoten :oops: :
Corydoras schreef:
Oorspronkelijk gepost door ndonselaar
Oorspronkelijk gepost door Corydoras
Oorspronkelijk gepost door Egbert
Wat te denken van die verzen die sterk linken naar de verlichting. Onze vorige predikant somde er zo een paar op die hij nooit liet zingen [verder was het er een die altijd bij het begin van de dienst een onbekende psalm liet zingen] Ik weet niet zo gauw welke dat waren maar ik dacht dat er ook in psalm 1 een vers stond [helaas geen psalmboek bij me]
Psalmen waar 'de deugd' in voorkwam waarschijnlijk. Idd ook in Ps. 1:4 waar het gaat over het betreden van 'het pad der deugd'
Ik vond en vind deze benadering erg kortzichtig. De dichter van psalm 119 schreef toch ook: hoe lief heb ik uw wet.
Tja, en wat te denk van dit stukje uit 2 Petrus 1:

2 Genade en vrede zij u vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere;
3 Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd;
4 Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
5 En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd, en bij de deugd kennis,
6 En bij de kennis matigheid, en bij de matigheid lijdzaamheid, en bij de lijdzaamheid godzaligheid,
7 En bij de godzaligheid broederlijke liefde, en bij de broederlijke liefde, liefde jegens allen.
Deugd komt dus wel in de Bijbel voor.

Maar eigenlijk is het wel maf dat er bij de SV zo gehamerd wordt op de Godzaligheid van de vertalers, terwijl er tussen de berijmers van 1773 ook remonstranten zaten. Nu is een psalmberijming natuurlijk ook geen Bijbelvertaling, maar toch. Bekend is het voorbeeld van de remonstrantse Lucretia van Merken, die onder meer de zo geliefde ps. 42 berijmde.
Wel was het zo dat de berijming door een commissie van predikanten goedgekeurd moest worden.
Gebruikersavatar
Afgewezen
Berichten: 17323
Lid geworden op: 12 mei 2005, 21:50

Bericht door Afgewezen »

Tsja. Je kunt soms beter maar niet alles weten...
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

Corydoras schreef:Maar eigenlijk is het wel maf dat er bij de SV zo gehamerd wordt op de Godzaligheid van de vertalers, terwijl er tussen de berijmers van 1773 ook remonstranten zaten. .......

Wel was het zo dat de berijming door een commissie van predikanten goedgekeurd moest worden.
Bestaan er dan geen Godzalige remonstranten?
Corydoras
Berichten: 965
Lid geworden op: 01 jun 2005, 13:59

Bericht door Corydoras »

Miscanthus schreef:
Corydoras schreef:Maar eigenlijk is het wel maf dat er bij de SV zo gehamerd wordt op de godzaligheid van de vertalers, terwijl er tussen de berijmers van 1773 ook remonstranten zaten. .......

Wel was het zo dat de berijming door een commissie van predikanten goedgekeurd moest worden.
Bestaan er dan geen godzalige remonstranten?
Dat zou ik niet willen zeggen, al suggereer ik het hier idd wel.

Laten we dan maar zeggen dat ik het vanuit het perspectief van de GBS schreef :roll:

Afgewezen schreef:Tsja. Je kunt soms beter maar niet alles weten...
Ach, het leert je relativeren...
ego flos

Bericht door ego flos »

Het is net als met de hertalingen: Nederlands is een levende taal.
In 1773 betekende deugd: een deugdelijke en godzalige wandel; zie 2 Petr. 1:5 en niet zoals nu een afwezigheid van ondeugend zijn.
Ik meen dat iemand in een artikel in het RD (wat mij betreft) defintitief heeft afgerekend met die zogenaamde 'verlichte' woorden in de psalmberijming van 1773.
ego flos

Hier komt het artiekel (leve het RD online!)

Bericht door ego flos »

De psalmberijming van 1773 is geen typisch product van verlichtingsdenken, zoals vaak wordt beweerd, schrijft drs. G. C. de Waard. Het gebruik van termen als ”deugd” en ”Opperwezen” zijn volgens hem te rijmen met de gereformeerde leer.

Een misverstand is als onkruid. Je kunt denken het uit de weg geruimd te hebben, maar opeens is het er weer. Zo’n misverstand is de mening dat de psalmberijming van 1773 een product is van de Verlichting en remonstrantse invloeden heeft ondergaan. Deze kritiek wordt vaak vergezeld door een vergelijking met de berijming van Datheen, waaraan een zekere meerwaarde wordt toegekend door haar te kwalificeren als ”de berijming van de brandstapels”. Men realiseert zich echter niet dat die berijming pas ruim veertig jaar na het eerste bloedplakkaat verscheen (1566) en pas in 1578 het officiële psalmboek van de Nederlandse gereformeerden werd. Wie beweert dat de psalmberijming van 1773 een product van de Verlichting is, zal eerst duidelijk moeten maken wat hij onder de Verlichting verstaat. Het begrip is misschien wel het best getypeerd door de filosoof Kant als het „vertrek van de mens uit zijn onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is.” Het instrument van de Verlichting is de rede. Maar niet overal leidt de leus van de filosofen (”durf je verstand te gebruiken”) even ver. De strijd tegen bijgeloof en vooroordelen loopt niet altijd uit op atheïsme. In Nederland kent men de zogeheten ”reformatorische Verlichting”, een symbiose van openbaringsgeloof en redelijk onderzoek.

Beweren dat de psalmberijming van 1773 schatplichtig is aan het verlichtingsdenken is gemakkelijk, het bewijzen is moeilijk. Dat de bundel in de periode van de Verlichting tot stand gekomen is, wil niet zeggen dat hij de geest ervan ademt. Er is in de berijming geen plaats aan te wijzen waarin de rede boven het geloof is gesteld of waarin anderszins aan de gereformeerde leer tekort wordt gedaan. De negen predikanten die belast waren met „de verbetering der Nederduitsche Rijmpsalmen” hebben zich gehouden aan de officiële normen die zij hadden opgesteld, en konden na voltooiing van hun werk met een gerust hart verklaren dat niets in de berijming strijdig is met de leer zoals die naar Gods Woord vervat is in de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Wat de geloofsinhoud betreft valt er op de berijming mijns inziens niets aan te merken. Het enige waar men wel eens over valt, is de regel: „Die met ons lot bewogen”, uit de Lofzang van Zacharias. Men zou die willen vervangen door: „Die in Zichzelf bewogen.” Men realiseert zich dan echter niet dat de gedachte achter de woorden in kwestie niet onbijbels is, al komen ze in de bijbeltekst niet voor. De woorden leren niet dat God door het lot van de mens (dan wel de gelovige) bewogen wordt. Er staat namelijk niet: „Die dóór ons lot bewogen.” Het lot is niet de bewegende oorzaak. De formulering van het lied heeft overeenkomst met Hebreeën 4:15, waar van de Heiland gezegd wordt dat Hij medelijden kan hebben met onze zwakheden. ”Medelijden hebben met” en ”bewogen zijn met” zijn synoniemen. Als er al verschil is, is het slechts gradueel.

Opperwezen
Maar een woord als ”Opperwezen” dan, en gelijksoortige woorden als ”Oppermajesteit” en ”Almacht” ter aanduiding van God? Als zodanig komen ze in de Bijbel niet voor. Maar dat wil niet zeggen dat ze ermee in strijd zijn. Het is een tamelijk frequent verschijnsel in de achttiende eeuw dat een persoon wordt aangeduid met een van zijn eigenschappen. De bedoelde woorden en uitdrukkingen kunnen dus alleen negatief beoordeeld worden als is vastgesteld dat de onberijmde psalmtekst geweld is aangedaan. Het woordgebruik in kwestie in religieuze teksten uit de achttiende eeuw kan niet aan verlichtingsdenken toegeschreven worden; het komt ook voor en na die tijd voor. We treffen het juist bij piëtistische auteurs veelvuldig aan! Een paar voorbeelden. Van Lodenstein spreekt God c.q. Jezus aan als ”heerlijk, heilig Wezen”, ”on-wraakelijke Wijsheid” en ”aanbiddelijke Ontzagg’lijkheid”. De gebroeders Groenewegen bedienen zich van aanspreekvormen als ”oneindig Oppermajesteit”, ”oneindig Opperwezen” en ”Wezen aller wezen”. De laatste uitdrukking trof ik ook aan in een anoniem gedicht over ”’s Heeren heerlijkheid lof”, dat begint met de aanspraak: ”O, Opperwezig Heere”.

Ten slotte is er dan nog ”het pad der deugd”. In Terdege van 7 februari 1996 heb ik aangetoond dat het woord ”deugd” bij de psalmhervormers niet is ingegeven door het moralisme van de Verlichting. Het pad der deugd in de berijming is de weg der rechtvaardigen in de bijbeltekst. Ook in alle andere gevallen -uitgezonderd Psalm 96:5 en 103:11, waar het om eigenschappen van God gaat- is ”deugd” een aanduiding voor het handelen der rechtvaardigen overeenkomstig Gods Woord of, zo men wil, het doen van goede werken zoals de Catechismus die omschrijft. Er is dus geen reden om met wantrouwen naar het woord ”deugd” in de berijming van 1773 te kijken. Het probleem is dat het woord in de betekenis die het toen had, verouderd is. Maar zulke woorden en uitdrukkingen zijn er meer. Wat te denken bijvoorbeeld van ”een volle beek van wellust” of van de vraag of Gods gramschap ”eindelijk niet eens” zal worden afgewend? Bij mijn weten heb ik nog nooit iemand daar bezwaar tegen horen maken!

Indertijd is in deze krant opgemerkt dat de slotregels van psalm 32:3 bij Datheen meer in overeenstemming zijn met de werkelijkheid dan de overeenkomstige regels van de berijming van 1773. De laatste sluiten echter het dichtst bij het origineel aan. En daar gaat het om bij een psalmberijming, en niet om onze gedachten of ervaringen. Erger is het als wordt opgemerkt dat „godvrezende dichters als Revius en Van Lodenstein” de berijming van Datheen niet veranderd hebben en remonstrantsgezinde predikanten wel. Tot die laatste categorie behoorden de negen herzieners zeker niet. En wat Revius betreft: hij heeft wel degelijk Datheen „in sin ende rijmen gebetert” omdat dat „den minsten aanstoot soude geven ende also lichtelijcxt aengenomen worden.”

De auteur is oud-studieleider van de lerarenopleiding Nederlands aan christelijke hogeschool ”De Driestar”.
Gebruikersavatar
Mister
Administrator
Berichten: 11725
Lid geworden op: 25 jul 2005, 12:06

Bericht door Mister »

Indrukwekkend betoog van dhr. De Waard.

Alleen: Psalm 1:4 berijmd is niet terug te vinden in psalm 1 onberijmd. Slechts vers 6 heeft er mee te maken. De rest is fantasie!

Even in Van Dale gekeken:

deugd (de ~, ~en)
1 het goed zijn in zedelijke zin
2 een bepaalde goede zedelijke eigenschap [Belg., niet alg.] [Belg., niet alg.]

Waarom blijft bij mij nu toch de link met 'goede werken als grond voor...' in mijn hoofd hangen?
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Er zijn drie woorden die bij ons een vreemde smaak hebben gekregen:

Vroom = heilig boontje, schijnheilig, een vrome piet
Deugd = braaf, netjes, voor iemand opstaan in de bus
Heilig = heiligenverering, volmaakt, onaantastbaar, hemels

We moeten deze woorden herijken naar hoe de Bijbel erover spreekt. Dus:
Deugd, zie inderdaad 2 Petrus 1:3 en 5. Daar wordt het zeker niet bedoeld als 'goede werken als grond voor...'. Dat is wat wij ervan gemaakt hebben.
volgeling
Berichten: 140
Lid geworden op: 24 aug 2005, 16:31
Contacteer:

Bericht door volgeling »

Bij de berijming van de Psalmen in het Gereformeerd Kerkboek in de GKV was o.m. het gebruik van het woord Opperwezen een van de argumenten om te komen tot een nieuwe berijming:

Psalm 8 volgens het Gereformeerd Kerkboek:

1
HEER, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven -
machtige God, Gij die uw majesteit
ten hemel over ons hebt uitgebreid.
2
Wel doet de hemel hoog uw glorie blinken,
maar in de mond van kindren doet Gij klinken
Uw machtig heil, zo maakt G' uw vijand stil
en doet uw haters buigen voor uw wil.
3
Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen,
de maan, de duizend sterren die daar branden,
wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt,
het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt?
4
Gij hebt hem bijna goddelijk verheven,
een kroon van eer en heerlijkheid gegeven,
Gij doet hem heersen over zee en land,
ja, al uw werken gaaft Gij in zijn hand.
5
Al wat er land of water heeft tot woning,
het moet de mens erkennen als zijn koning:
vogels en wild en al 't geduldig vee
en wat er wemelt in de wijde zee.
6
HEER, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven.
Heer, onze God, hoe vol van majesteit
hebt Gij uw naam op aarde uitgebreid.

Psalm 8 in de berijming van 1773:

1
HEER', onze Heer, grootmachtig Opperwezen;
Hoe wordt Uw Naam op aard' alom geprezen!
Gij, die den glans van Uwe majesteit,
Hebt boven lucht en heemlen uitgebreid.
2
Uw mogendheid heeft sterkte willen gronden,
Uit kindren, ja, uit zuigelingen monden;
Zo breekt Uw hand des vijands boos geweld,
Daar Gij zijn haat en wraakzucht ,palen stelt.
3
Sla ik naar 't ruim der heldre hemelbogen,
Dat heerlijk werk van Uwe vingren, d' ogen;
Zie ik bedaard den glans der zilvren maan,
En 't sterrenheir, door U geschapen, aan.
4
Mijn God, wat is de mens dan op deez' aarde!
De broze mens, hoe klimt hij tot die waarde,
Dat Gij aan hem in zoveel gunst gedenkt;
En 's mensen zoon Uw teerste liefde schenkt!
5
Gij deedt hem wel, een weinig tijds, beneden
Het englenheir een rang en plaats bekleden.
Maar hebt hem ook Uw rijkste gunst betoond,
En hem met eer en heerlijkheid gekroond.
6
Gij geeft hem, wijd en zijd in alle landen,
De heerschappij der werken Uwer handen.
Ja, zet en aard en zee voor 's mensen Zoon,
Door Uw gezag, ter voetbank van zijn troon.
7
Waar schapen zijn, of ossen in de weiden,
Waar enig vee op bergen zij of heiden,
Waar 't wild gediert' ook zwerv' in woud en veld,
Gij hebt het al in zijne macht gesteld.
8
Wat vooglen door den ruimen luchtkring zweven,
Wat vissen er in stroom en beken leven;
En wat de paan doorwandelt van de zee;
Zijn hoog bevel deelt hij aan allen mee.
9
HEER', onze Heer, grootmachtig Opperwezen,
Hoe billijk wordt Uw grote Naam geprezen!
Hoe heerlijk rolt, uit aller vromen mond,
Die grote naam door 't ganse wereldrond!

Overigens is Psalm 8 in het Gereformeerd Kerkboek gebaseerd op de NBG vertaling uit 1951, dit blijkt uit het 'bijna goddelijk verheven' in vers 4.
ego flos

Bericht door ego flos »

Refojongere schreef:Er zijn drie woorden die bij ons een vreemde smaak hebben gekregen:

Vroom = heilig boontje, schijnheilig, een vrome piet
Deugd = braaf, netjes, voor iemand opstaan in de bus
Heilig = heiligenverering, volmaakt, onaantastbaar, hemels

We moeten deze woorden herijken naar hoe de Bijbel erover spreekt. Dus:
Deugd, zie inderdaad 2 Petrus 1:3 en 5. Daar wordt het zeker niet bedoeld als 'goede werken als grond voor...'. Dat is wat wij ervan gemaakt hebben.
Die slechten wijsheid leert heeft bij ons juist meer smaak gekregen. Slechten betekent eenvoudigen.
Gebruikersavatar
Mister
Administrator
Berichten: 11725
Lid geworden op: 25 jul 2005, 12:06

Bericht door Mister »

We moeten deze woorden herijken naar hoe de Bijbel erover spreekt. Dus:
Deugd, zie inderdaad 2 Petrus 1:3 en 5. Daar wordt het zeker niet bedoeld als 'goede werken als grond voor...'. Dat is wat wij ervan gemaakt hebben.
Dat is wat de Verlichting ervan gemaakt heeft.
Plaats reactie