Gedicht: Zo lief had God de Vader ons

Plaats reactie
Dathenum

Gedicht: Zo lief had God de Vader ons

Bericht door Dathenum »

Zo lief had God de Vader ons,
dat Hij zijn eigen Zoon zond
tot heil van ons gebroken hart,
omdat Hij ons zo kostbaar vond.
Hoe diep en schrijnend was Gods pijn
toen Hij zijn Zoon zo lijden zag;
toch is het Jezus' bloed dat ons
weer dicht in zijn nabijheid bracht.

O zie de mens daar aan het kruis,
met al mijn schuld beladen;
beschaamd hoor ik mijn eigen stem
Hem loochenen en smaden.
Het was mijn zonde die Hij droeg,
totdat Hij riep: 'Het is volbracht!';
zijn laatste adem bracht mij hoop,
zijn sterven werd mijn levenskracht.

Ik roem niet meer in eigen kracht,
in gaven, in wat wijsheid is;
ik roem alleen nog in de Heer,
zijn dood en zijn verrijzenis.
Hoe zou ik delen in zijn loon,
de zege die Hij heeft behaald?
Maar dit weet ik met heel mijn hart:
zijn offer heeft mijn schuld betaald.


Prachtig!

Verder ben ik op zoek naar een gedicht met de volgende regels: Waarom was't op mij gemunt / daar zo velen gaan verloren. Misschien dat iemand de tekst hiervan kan posten.
Mus

Bericht door Mus »

Waarom was 't op mij gemunt?

Heilig God, barmhartig Vader,
Gun, dat ik U val te voet
en in diep verwond'ren nader
Om 't ontsluiten 't blij gemoed,
Dat, in aandacht opgetogen,
roept: vanwaar dit mededogen?

Immers kan U niets behagen
Van al, wat Gij in mij ziet.
Ik verdien eer strenge slagen
Dan de gunst, die Gij mij biedt.
Dadelijk- en errefschuldig,
Hoe draagt Gij mij zo geduldig?

Zekerlijk Uw woord is waarheid:
't Was Uw lóut're liefd'alleen
Die mijn ziele met de klaarheid
Van 't genadelicht bescheen,
En deed stilstaan, daar ik rende
Op een doolpad vol ellende.

Had Uw hand niet in 't ontfermen
Mij in mijne loop gestuit,
'k Was gewis in 't kort, och armen!
Hel en duivel tot een buit.
't Bitt're grondsap van Uw toren
Was onfeilbaar mij beschoren.

''t Was Uw vrij'en eeuw'ge liefde,
Daar G', o god, mijn hert, vol haat
Zo meedogend mee doorgriefde,
En ten uitvoer van Uw raad,
Om mij van 't verderf te sparen,
't Eeuwige besluit liet baren.

Daar had Gij, bij al de namen
Van het uitgekeurd geslacht,
Ook mijn naam geboekt, om samen
Ons uit satans klauw en macht,
Die ons eeuwiglijk moest drukken
Door Uw sterke hand te rukken.

Waarom hebt Gij mij verkoren?
Waarom was 't op mij gemunt?
Daar er duizend gaan verloren,
Die gij geen ontferming gunt.
Schoon Gij ruim zo grote zonden
Hebt in mij, als hun gevonden?

'k Weet geen reden uit te speuren,
Dan Uw vrije wil alleen,
die geen deugden uit wou keuren,
(Trouwens, Heer, gij vond er geen)
Opdat niemand ooit op aarde
Roemen zou in eigen waarde.

Liefde zonder wedergade!
De gehoonde Richter spreekt,
Zelf de eerste van genade.
Wond're wijsheid, die zich wreekt
Op de allerstrengste wijze
Gods rechtvaardigheid ten prijze.

Hoe zal ik de liefde noemen?
Sprak ik nu der eng'len taal!
Hoe zal ik de wijshwid roemen?
Hoe de deugden altemaal?
Doch naar waarde die te loven,
Gaat zelfs eng'lenkracht te boven.

Maar mijn ziel, het hoogste prijzen,
Dat god van u eist, is stil
Hem uw liefde te bewijzen,
In het doen van Zijne wil
U gans aan Hem op te dragen,
Kan Hem bovenal behagen.

zoek daartoe alleen de krachten
In de volheid van Zijn Zoon,
Die geen beden te verachten
Van zijn kind'ren is gewoon.
Die zal u bekwaamheid geven,
Om tot eer van God te leven.

Piet Boddaert


Overgenomen uit: "Waarom was 't op mij gemunt?" Veel geciteerde bevindelijke gedichten, uitgegeven door Den Hertog Houten. ISBN 90 331 1272 8

Mus

[Aangepast op 1/10/04 door Mus]

[Aangepast op 1/10/04 door Mus]
Plaats reactie